• No results found

Als u over binden spreekt, dan wil ik weten wat uw touw

In document Ongelijksoortige ongelijkheid (pagina 41-46)

44

Brieven aan Job Cohen Jurre van den Berg

politiek handelen zou moeten zijn, maar opnieuw: puur als leuze is ‘een fatsoenlijke samenleving’ niet zaligmakender dan het wat ceremoniële adagium ‘fatsoen moet je doen’. Ceremonieel, omdat fatsoen wenselijk is maar je zoiets nooit kunt afdwingen ¬ zeker niet met een slogan.

De sociaal-democratie is geloof ik nooit een ideologie van morele politiek geweest in de prescriptieve zin van ‘hoe het hoort’. De sociaal-democratie is meer een bewe-ging van politieke loodgieters met een sociaal-economische gereedschapskist. Als u over binden spreekt, dan wil ik weten wat uw touw is en hoe u knopen legt. Ik wens u veel succes.

Hoogachtend,

Jurre van den Berg

45

Geachte heer Cohen,

Het college van PvdA en GroenLinks dat de afgelopen periode Amsterdam bestuurde zette duurzaamheid hoog op de lokale politieke agenda. Nu u het burgemeesterschap van de hoofdstad verruilt voor een post in Den Haag, wil ik u vragen om die Am-sterdamse ambitie te vertalen naar nationaal (en Europees) niveau. Een verstandig, doortastend klimaatbeleid is geen luxe, maar noodzaak.

Een partijoverstijgend voorstel ‘Nederland krijgt nieuwe energie’ roept politici ertoe op om het onderwerp duurzame energie hoog op de agenda te zetten en scherpe keuzes te maken. De European Climate Foundation heeft onlangs verschillende manieren gepresenteerd om de co2-uitstoot in Europa tussen nu en 2050 met 80-95% terug te brengen, met als kernboodschap dat vóór 2015 politieke actie vereist is om de doelen in 2050 te kunnen halen! Ook marktpartijen vragen expliciet om een sterke leidende rol van de politiek. De PvdA is het aan haar idealen verplicht om aan die roep om politieke sturing krachtig invulling te geven. Tot nu toe gebeurt dat onvoldoende. Ik onderschrijf de analyse van het weekblad The Economist van 5 december 2009 dat klimaatverandering vooral een politiek vraagstuk is ¬ en wel een van de moeilijkste ooit. Dat komt omdat het uiteraard gaat om een mondiale kwestie. De vraag is wie de kosten van maatregelen moet betalen en wanneer: nu, in de verre toekomst, ergens er tussenin? We zullen op korte termijn actie moeten ondernemen voor voordelen op de lange termijn. In hoeverre zijn we bereid om altruïstisch te handelen voor het welzijn van toekomstige generaties?

Technologische oplossingen zijn grotendeels beschikbaar. De meeste economen zijn het erover eens dat terugdringen van co2 de economische groei misschien vertraagt, maar niet wezenlijk. We kunnen het ons dus veroorloven iets te doen tegen klimaatverandering. Alles wat we nodig hebben is politieke wil en actie.

Wat gebeurt er binnen de PvdA? Ook in het nieuwste verkiezingsprogramma spre-ken we weer netjes onze ambities uit en koppelen we jaartallen aan doelstellingen in procenten. Maar hebben we werkelijk een beeld bij wat er moet gebeuren? Beleid tegen klimaatverandering is onoverzichtelijk en complex. Is onze lijn helder genoeg? Koersen we met een duidelijke strategie naar 20% minder co2-uitstoot in het jaar 2020? Hebben we een uitgesproken mening over de doelmatigheid en doeltreffend-heid van het lopende beleid? Op al die vragen is mijn antwoord: neen.

Volgens het adviesbureau McKinsey kan een derde deel van de noodzakelijke co2 -reductie in de wereld worden bereikt met energiebesparing ¬ en dat levert direct geld op. Voor het andere deel moet worden geïnvesteerd in vooralsnog relatief dure

46

Brieven aan Job Cohen Loes Knotter

schone technologie. In de praktijk wordt de grootschalige introductie van duurzame energie flink tegengewerkt. Aan duurzame energieactiviteiten kleeft het nadeel van een technologieachterstand: technieken zijn natuurlijk minder ver uitontwikkeld. Ook van een schaalachterstand is sprake, wat duurzame energie naar verhouding kostbaar maakt. En dan moet er ook nog eens op een oneerlijk speelveld worden geconcurreerd, doordat de co2-uitstoot van fossiele energie niet wordt belast. De ontwikkeling en productie van ‘low carbon’ en ‘no-carbon’ producten vraagt van bedrijven dat ze hun investeringsstrategie aanpassen. Zolang zij bij de overheid geen heldere, consistente en langdurige politieke lijn kunnen ontwaren, zullen ze terug-houdend zijn in hun investeringsbeleid.

We zouden kunnen wachten op de onvermijdelijke stijging van de prijzen van fossiele energie, om dan pas in actie te komen. Dan redeneren we vanuit de markt: als fossiele energie te duur wordt, creëert dat vanzelf een markt voor duurzame technolo-gieën. In navolging van econoom Paul Krugman wil ik echter betogen dat zo’n afwach-tende houding totaal onverantwoordelijk zou zijn. In zijn column in de International

Herald Tribune van 14 april 2010 citeert hij Martin Weitzman, verbonden aan de

Har-vard Universiteit, die stelt dat als er een significante kans is op een volledige catastrofe voor de mensheid door klimaatverandering, die kans de kosten/baten-berekeningen moet domineren. Krugman vindt dat we toe moeten naar verstrekkende maatregelen om de co2-uitstoot terug te schroeven. Hij schaart zich aan de zijde van de vermaarde klimaatwetenschapper James Hansen, die betoogt dat we radicaal moeten stoppen met het verbranden van fossiele brandstoffen. Temidden van alle complexiteit van de wereldwijde klimaatpolitiek is dat eigenlijk een glashelder doel.

Maar het betekent nogal wat. De status quo van een economie die grotendeels drijft op fossiele energie moet worden doorbroken. Gebeurt dat in goed overleg met betrokken partijen? Zullen mensen vrijwillig co2-compensatie kopen? Schakelen bedrijven uit eigen beweging over op dure duurzame energie zolang fossiele energie nog lekker goedkoop is? Let wel, die is ‘goedkoop’ omdat de schade van klimaatver-andering niet in de prijs is inbegrepen. Er speelt een groot belangenspel rondom de toekomst van onze energievoorziening dat het zicht vertroebelt op het nemen van de juiste maatregelen voor het ontwikkelen van een ‘no-carbon’ economie.

In de vs heeft de Britse zakenman Richard Branson, bekend van Virgin, de Carbon Warroom opgericht. Samen met de industrie wil hij gericht ‘the battle against climate change’ aangaan. Op basis van een goed beredeneerde analyse maken zijn medestan-ders en hij gedurfde keuzes, om vervolgens substantiële investeringen in duurzame energieoplossingen te doen. Laten wij, Nederlandse sociaal-democraten, aan die daad-kracht en bezieling een voorbeeld nemen. De oorlogsmetafoor is misschien wat al te beladen, laten we in plaats daarvan spreken van een wedstrijd, een uitdaging. Onder uw leiding moet de PvdA de ‘koolstof-wedstrijd’ met lef en elan aangaan!

Met vriendelijke groet,

Loes Knotter

Over de auteur Loes Knotter is onafhankelijk consultant voor sustainable business development en

47

Beste Job,

Laat ik beginnen met mijn bewondering uit te spreken voor je besluit om een suc-cesvolle bestuurlijke carrière af te sluiten met een zo risicovolle positie als leider van een politieke partij.

Het Nederlandse politieke klimaat is sedert een klein decennium ronduit guur. Ik heb in Utrecht gedurende korte tijd de lijst van de PvdA geduwd en dat is mij eerlijk gezegd slecht bevallen. Politici, hoe ondergeschikt hun rol ook is, zijn kennelijk vogel-vrij. Een groot deel van de media is even arrogant als slordig en schrijft en praat maar raak, zonder zelfs maar de moeite te nemen om het onderwerp van hun kletspraat om zijn mening te vragen. Zorg dus vooral dat je een goede woordvoerder hebt, die kan zorgen voor rapid reaction in de media. Denk nooit dat je de onzin die ze over je bewe-ren niet hoeft te dementebewe-ren, dat je erboven staat, want dat leidt onvermijdelijk tot schade die na enige tijd steeds moeilijker is te herstellen. Direct zonder mededogen terugslaan.

Door de opkomst van een agressief rechts populisme is het Nederlandse politieke discours op uiterst onaangename wijze gemuteerd. Aanhoudende verbale provocatie en een ronduit verbijsterende leugenachtigheid zetten de toon. Vooral de leugen-achtigheid lijkt mij veel meer dan een esthetisch probleem, omdat zij nu al jaren zorgt voor een volstrekt misleidend beeld van de Nederlandse samenleving, dat grote invloed heeft op het labiele electoraat.

De misleiding begon met Fortuyns ‘puinhopen van Paars’; tot hun eeuwige schande werd die metafoor gemakzuchtig omarmd door de media. Nederland was plotseling een land waar niets deugde, waar een corrupte linkse elite het nationale belang had laten sloffen en Wim Kok werd omschreven als ‘een ramp’. Niets was minder waar. Tussen 1982 en 2002 was Nederland, zeker in comparatief perspectief, voortreffelijk bestuurd. Waar wij in de vroege jaren tachtig tot de achterblijvers in de eu hoorden, hadden we ons twintig jaar later ontwikkeld tot een van de meest succesvolle eu-landen. Of het nu de werkloosheid was, de economische groei of de arbeidsparticipatie, overal scoorden we in de top-drie. Op internationale conferenties mocht Kok komen uitleggen hoe dat wonderbaarlijke poldermodel functioneerde. Het Britse weekblad The Economist stak ongeremd de loftrompet over de Nederlandse economie. Juist daarom is het zo wonderbaarlijk dat wijzelf, op een enkele uitzonde-ring na, geloof hechtten aan de onheilsboodschap van de Kale Verlosser.

In de volgende jaren is het eigenlijk niet meer goed gekomen. Weliswaar ver-dween de lpf, maar het leek wel of we blijvend waren gegijzeld door de zurige

48

Brieven aan Job Cohen Maarten van Rossem

boosheid van de populisten. Het misleidende beeld dat zij schetsten werd bovendien deels bevestigd door het beleidsgestuurde gereformeerde pessimisme van Jan Peter Balkenende. Als het immers met Nederland droevig was gesteld, moesten er allerlei onaangename maatregelen worden genomen om het land klaar te stomen ‘voor de nieuwe eeuw’.

De huidige situatie is niet fundamenteel anders dan die aan het begin van het vorige decennium. De Nederlandse samenleving staat er goed voor. De werkloosheid is de laagste in Europa, de arbeidsparticipatie is de een na hoogste in Europa, als we kijken naar koopkrachtpariteit zijn wij na de Luxemburgers de rijkste Europeanen en onze staatsschuld is, ook na de noodzakelijke reddingsoperaties voor de banken,

vergelijkenderwijze laag. Deson-danks komen vooral vvd en cda weer met crisispraat en panie-kretoriek, die de intentie heeft de zogenaamde onvermijdelijk-heid van enorme bezuinigingen te rechtvaardigen. Daar moeten we de komende jaren niet te veel acht op slaan. Het was opmer-kelijk dat de vno twintig miljard euro aan bezuinigingen ruim voldoende vond. Kennelijk heeft Wientjes niet met Rutte gebeld. Dat vvd en cda zich nu opnieuw vastnagelen op het kruis van de handhaving van de hypotheekrenteaftrek is een intens droevige zaak. Kennelijk gaat electoraal gewin boven het landsbelang. Nu ik het toch over de bezuinigingen heb: de aanschaf van 85 exemplaren van een totaal overbodig high tech jachtvliegtuig dient voor de PvdA onaanvaardbaar te zijn. Het is een raadsel hoe een zo onzinnig principebesluit ooit is genomen.

Voor zover er bezuinigingen nodig zijn, is het van eminent belang dat die niet meer ten koste gaan van de uitkeringen van de verzorgingsstaat. Ongetwijfeld valt er-gens nog wel een uitwas te vinden waarop wat bezuinigd kan worden, maar de grote lijn dient te zijn: handen af van de verzorgingsstaat. Onze uitkeringen, die bovendien bruto zijn, zijn zo langzamerhand gedaald tot het bedenkelijke niveau van Engeland en Italië.

Hier raken we aan de kern van de noodzakelijke breuk met het beleid van de afge-lopen kwart eeuw. Er is werkelijk genoeg gesaneerd en geprivatiseerd, het neolibera-lisme kan ad acta worden gelegd. Verdere privatisering dient vermeden te worden. We hebben geen enkele behoefte aan ziekenhuizen die winst maken, op welke opera-tie dan ook. De gezondheidszorg is een publieke zaak. Een nieuw kabinet zou daarom kunnen beginnen met een herijkte definitie van wat die publieke zaak eigenlijk is. Dat zou ertoe kunnen leiden dat sommige privatiseringen worden teruggedraaid. Onze houding ten opzichte van de eu is een wezenlijk onderdeel van die publieke zaak, maar tegelijkertijd van groot belang voor de Nederlandse economie. Ook hier dient het nieuwe kabinet de bakens radicaal te verzetten. We moeten af van die geschifte retoriek dat de eu schadelijk is voor Nederland. De eu is in alle denkbare opzichten een zegen voor Nederland en Europa.

Ik heb geen idee hoe je denkt over de verdere democratisering van de democratie die sedert het optreden van de populisten weer zo populair is. We moeten de

parle-Over de paranoïde obsessie met

In document Ongelijksoortige ongelijkheid (pagina 41-46)