• No results found

Bilgramis perspectief: seculiere betovering Heroriëntatie op subjectiviteit

3. Bilgrami en ‘secular enchantment’

3.3. Bilgramis perspectief: seculiere betovering Heroriëntatie op subjectiviteit

Zowel Taylor als Bilgrami stellen dat het onttoveren van de wereld ervoor heeft gezorgd dat we de menselijke subjectiviteit gaan zien als ‘gesloten’. Volgens Bilgrami kenmerkt een vervreemd bestaan zich door een verlies van menselijke subjectiviteit. Om deze relatie weer te herstellen is er volgens Bilgrami een seculiere betovering noodzakelijk. Hiervoor zijn seculiere concepties van waarde (in de natuur) nodig. Waarom is een onttoverde wereld, met een minimum van seculiere conceptualisaties van waarde, een noodzakelijke conditie voor subjectiviteit? Tegenstanders van Bilgrami zouden zeggen dat onze verlangens en moraliteiten op zichzelf staan. Dat wil zeggen dat ze niet een reactie

90 Bilgrami 2014: 301 91 Bilgrami 2014: 131 92 Bilgrami 2014: 133 93 Bilgrami 2014: 133 94 Bilgrami 2014: 184

zijn op de eisen van de wereld die worden ervaren door het subject zoals Bilgrami dat beaamt. Waarom kan menselijke subjectiviteit niet ‘self-standing’ in ons zijn? Bilgrami wil laten zien dat onze verlangens reacties zijn op waarde in de wereld en dat hierin de ware subjectiviteit gelegen is. Bilgrami begint met te laten zien dat mensen zowel een onthecht perspectief als een betrokken perspectief op zichzelf kunnen hebben. Het is een verschil tussen intentie en verwachting. Het verschil tussen een subjectief, betrokken perspectief en het perspectief van afstand. Vervolgens stelt Bilgrami dat we niet alleen een bepaald perspectief op onszelf hebben, maar ook op de wereld. We kunnen de wereld bezien als een wereld op een losgemaakte manier. De natuurwetenschappen is hiervan de meest systematische manier. Maar tegelijkertijd kan de mens de wereld op een veel minder losgekoppelde manier bezien en meer vanuit een praktisch betrokken manier bekijken. Hierin zit het verschil tussen theorie en praxis. Bilgrami veronderstelt dat we zowel actoren zijn als we natuurwetenschappen bedrijven, maar ook wanneer we op een praktische manier betrokken zijn op de wereld. Nu we hebben vastgesteld dat we de wereld en onszelf kunnen zien vanuit een punt van afstand en praktische betrokkenheid, stelt Bilgrami de vraag: Hoe moet de wereld eruit zien als we kijken vanuit het punt van betrokkenheid?

Het antwoord van Bilgrami weerspiegelt veel van zijn perspectief op de natuur en menselijke subjectiviteit. De wereld moet volgens Bilgrami bepaalde andere kenmerken hebben dan puur de materiele kenmerken, die het betrokken perspectief bij ons stimuleren. Als we veronderstellen dat de Colorado River puur en alleen uit H2O bestaat, is het heel lastig om hier een praktische ‘relatie’ mee aan te gaan. Het object heeft geen betekenis. Dit suggereert dat het waardevolle kenmerken bevat (of dus eigenlijk waarde) die normatieve eisen stellen om ons te betrokken te worden op een meer praktische, niet slechts afgesloten manier95. Wanneer we een stap terug doen en op een losgemaakte manier kijken wat we verlangen zien we dat dat verlangen het autonome aspect is van onze subjectiviteit96. Het verlangen lijkt een objectief gegeven vanuit onze losgemaakte positie. Dus om subjecten te zijn, moeten we niet alleen onze verlangen als directe elementen in onze mentaliteit zien, maar ook primair indirect via de perceptie van waarden of verlangens in de wereld. De kern van het vertoog van Bilgrami is dus dat verlangens en morele sentimenten niet op zichzelf staan maar afkomstig vanuit de wederkerige relatie met de wereld. Dit zijn echter manieren waarop we de waardevolle kenmerken van de externe wereld kunnen beleven97. Dit betrokken perspectief vormt de basis van waar Bilgrami heen wil: een nieuwe conceptualisatie van gelijkheid en vrijheid.

Vrijheid, gelijkheid en onvervreemd leven

Bilgrami wil de relatie tussen vrijheid en gelijkheid opnieuw conceptualiseren. Dit doet hij door een onvervreemde relatie met de natuur en de medemens als noodzakelijke conditie hiervoor aan te dragen. Werkelijke vrijheid en gelijkheid kunnen we pas realiseren als we in een wederkerige relatie met de natuur handelen.

Hiervoor moeten de waardevolle kenmerken in de natuur worden herwaardeerd in plaats van met een derde persoon perspectief naar de natuur te kijken. In dit vervreemd bestaan leven we vanuit een master-and-control modus die het ideaal van leven in een moreel betrokken wereld hiermee ondermijnd98. Hierbij ziet de mens zichzelf niet als een praktische actor. Bilgrami stelt dat er sprake moet zijn van een wederzijdse interactieve relatie tot de natuur. De waarde van de natuur beïnvloedt onze verlangens, en andersom, onze verlangens vertellen iets over de waarde van de natuur. Hierin ligt ook de essentie van een onvervreemd leven. Deze wederkerige relatie tot de natuur is essentieel

95 Bilgrami 2014: 195 96 Bilgrami 2014: 198 97 Bilgrami 2014: 198 98 Bilgrami 2014: 161

om je als mens ‘thuis’ te voelen in de wereld. Dit gevoel is vergelijkbaar met wat Taylor het gevoel van volheid noemt. De wederkerige relatie veronderstelt een eerste persoon perspectief, die van het zelfbewuste onderzoekende subject, in plaats van een vervreemd bestaan waarin het derde persoonsperspectief centraal staat99. Samenvattend, Bilgrami is ervan overtuigd dat de natuur bepaalde waarden bevat die normatieve eisen aan ons stellen. Vervolgens is de mens in staat om vanuit zijn subjectiviteit zichzelf te schikken naar de normatieve eisen die de natuur stelt. Maar wat fluisteren die normatieve eisen van de natuur ons dan in? Bilgrami geeft hier antwoord op in het volgende citaat.

‘The unalienated life is first the negation of the effects of a certain detachment of outlook that has deracinated value properties from the world and, second, the overcoming of a certain pervasive malaise

that affects those who are both badly off and well off’100

Volgens Bilgrami is het de realisatie van een ideaal waarin niemand in de samenleving beter af is als iemand anders slechter af is101. Bilgrami gaat dus nog verder dan de verlichtingsidealen van gelijkheid en vrijheid, sterker nog, hij ziet gelijkheid als een noodzakelijke voorwaarde voor een sociaal onvervreemd leven. Dus een transformatie van de drie noties - vrijheid, gelijk en een onvervreemd leven - vinden zijn wortels in een individuele vrijheid die wordt begrepen in collectieve, niet- individualistische termen102. Een sociaal onvervreemd leven draait in essentie om een mentaliteit waarin de zorg voor anderen centraal staat. Het is een oriëntatie op de wereld die voorbij gaat aan een oriëntatie waarin het eigenbelang primair is. Om uit te leggen hoe we ‘in responsive sync’ kunnen komen met de normatieve eisen die de cultuur eist gebruikt Bilgrami de volgende analogie.

‘Consider a physical analogy that should be extrapolated to the social—how, one driving a car, one orients oneself to the road not from the point of view of one’s own body but from the point of view of the car’103

Een dergelijke oriëntatie, ook al komt het voort uit een individuele mentaliteit, vereist individuen om subjectiviteit uit te oefenen vanuit een meer collectieve oriëntatie op de wereld. Vanuit het gezichtspunt van andermans belangen en zorgen, die ook weer intern samenhangt met gelijkheid in de uitkomsten. Door een onvervreemde relatie tot de natuur zijn we in staat om het collectieve, het sociale te zien104. Nu we zowel de theorie van Taylor en Bilgrami hebben gezien, wordt het tijd om beide perspectieven naast elkaar heen te leggen en van commentaar te voorzien.

99 Bilgrami 2014: 160 100 Bilgrami 2014: 165 101 Bilgrami 2014: 165 102 Bilgrami 2014: 173 103 Bilgrami 2014: 173 104 Bilgrami 2014: 160