• No results found

Hoofdstuk 5: Doelstellingen 2016

5.2. Bijzondere doelstellingen

5.2.2. Bilaterale samenwerkingsakkoorden

Het Belgisch-Pools akkoord

Op 11 oktober 2007 werd er een samenwerkingsakkoord gesloten tussen het Toezicht op de Sociale Wetten en de Poolse arbeidsinspectie, met als doel de uitwisseling van informatie tussen de

inspectiediensten van de deelnemende landen te verbeteren, zoals werd voorzien door de Europese Richtlijn 96/71 van 16 december 1996. Deze uitwisseling van informatie maakt deel uit van de

voorschriften uitgevaardigd door de lidstaten om de werknemers die werden gedetacheerd in het kader van het vrije verkeer van diensten beter te beschermen en om te strijden tegen oneerlijke concurrentie tussen de leveranciers van de dienst en de ondernemingen zelf en ook tussen de leveranciers van diensten onderling.

De bereidwilligheid en efficiëntie aan Poolse zijde bestendigen de uitstekende samenwerking. De Poolse arbeidsinspectie is zich immers goed bewust van het feit dat de misbruiken die, helaas, vaak met

detachering gepaard gaan zowel de Poolse werknemers (misbruiken in zake loon- en arbeidsvoorwaarden) als de Poolse overheid (fiscale en sociale fraude) benadelen.

De beste manier om te communiceren en informatie uit te wisselen met de Poolse arbeidsinspecteurs is via het IMI-systeem.

In 2015 werden er 51 vragen gestuurd naar de Poolse arbeidsinspectie en werden er vanuit Polen twee vragen gesteld aan het Toezicht op de Sociale Wetten.

Het Belgisch-Luxemburgs akkoord

Na onderhandelingen in 2007, werd op 7 juli 2008 een Luxemburgs-Belgisch samenwerkingsakkoord gesloten tussen TSW, TWW en de Sociale Inspectie en de Luxemburgse “Inspection du Travail et des Mines”.

Door dit akkoord hopen we vooral de problematiek van de sociale en fiscale “uitvlagging” beter te kunnen aanpakken.

Toezicht op de sociale wetten 60 Activiteitenverslag 2016 De contacten met dit land zijn echter niet eenvoudig en spijtig genoeg is dit akkoord bij lange na niet zo performant als het Frans-Belgische akkoord.

Sinds 2014, na een wijziging in de directie van de “Inspection du Travail et des Mines”, zijn de contacten schaarser geworden en kon er geen gemeenschappelijke controle meer worden georganiseerd, noch met Frankrijk, noch met België, en zeker niet met beide.

Het Belgisch-Portugees akkoord

Op 9 augustus 2009 werd de goede samenwerking met Portugal eveneens met een akkoord tussen TSW, TWW en de “ Inspecçao-Geral do Trabalho” bezegeld.

Het Frans-Belgisch akkoord

Om deze samenwerking, die werd ingevoerd om tegemoet te komen aan de richtlijn 96/71 van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, te verbeteren werd er op 9 mei 2003 een overeenkomst tot administratieve samenwerking gesloten tussen, voor België, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en, voor Frankrijk, de Ministeries voor Werkgelegenheid en Solidariteit, Landbouw, Visvangst en Landelijke Zaken en van Uitrusting, Vervoer, Huisvesting, Toerisme en de Zee.

De samenwerkingsovereenkomst, en de omzendbrieven ter zake, voorzien in de aanstelling van «referentiepersonen» die als contactpunt fungeren met de eigen diensten en de collega’s in het buitenland.

Bij de ondertekening van het akkoord werden 8 referentiepersonen aangesteld: 4 Belgische en 4 Franse. Ondertussen is dit aantal in Frankrijk uitgebreid tot 13 personen.

Een secretariaat op het centraal bestuur van Toezicht op de Sociale Wetten te Brussel centraliseert de informatie-uitwisseling om de opvolging te waarborgen en een correcte evaluatie van het akkoord toe te laten. Het staat ook in voor het regelen van eventuele problemen in de samenwerking en waarborgt aldus de goede werking.

Op dit ogenblik bestaat de Frans-Belgische samenwerking uit drie regionale groepen: Rijsel/Provincie West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Valenciennes/l’Aisne/Provincie Henegouwen en de Regio Grand Est/Provincie Namen en Luxemburg.

Er zijn 7 referentiepersonen (3 Frans en 4 Belgisch), verdeeld over deze groepen.

Elk van deze regionale groepen vergadert twee maal per jaar. Tijdens deze vergaderingen worden er ook ambtenaren van de Kern Tewerkstelling, de RVA, de sociale inspectie en de Urssaf uitgenodigd,

afhankelijk van de thema’s die worden behandeld. Verder organiseren zij gemeenschappelijke controles in beide landen.

Er werd in 2013 een ondersteuningsorgaan gecreëerd. Dit laatste heeft als opdracht de verbinding te vormen tussen de Stuurgroep en de regionale groepen, om zo de overeenkomst levendig te houden. Dit orgaan heeft bijvoorbeeld werkgroepen aan het werk gezet, die belast waren met het opstellen van vergelijkende themafiches, met de organisatie van ervaringsstages voor de controleambtenaren uit België en Frankrijk aan beide zijden van de grens.

Kwantitatieve balans: contactfiches

De werkgroep heeft een hulpmiddel uitgewerkt voor uitwisseling van gegevens: de contactfiche. Deze fiche dient om informatie te vragen of door te geven aan de collega van het buurland. De

contactfiches worden geregistreerd door het permanent secretariaat, wat het mogelijk maakt jaarlijks een statistiek op te stellen.

Een fiche die niet behandeld werd binnen een periode van 2 maanden geeft aanleiding tot een herinnering aan het adres van de behandelende ambtenaar.

In 2016 werd deze fiche aangepast, rekening houdend met situaties die vaak voorkwamen bij detacheringen.

Er werd een punt 7 aan toegevoegd betreffende de vragen met betrekking tot detachering: vragen over de gedetacheerde werknemers, vragen over de buitenlandse onderneming en vragen over de

Toezicht op de sociale wetten 61 Activiteitenverslag 2016 In 2016 bedroeg het aantal contactfiches die werden uitgewisseld in het kader van het Frans-Belgisch akkoord 226 (waarvan 30 inlichtingenfiches). Van de 196 overblijvende fiches, hebben er 90% een antwoord gekregen.

Sinds het systeem van contactfiches is ingevoerd, komen twee derde van de vragen uit België.

De tijd waarbinnen geantwoord wordt, wordt alsmaar korter. Veel fiches worden de dag zelf beantwoord of binnen de veertien dagen. Andere fiches nemen meer tijd om te behandelen.

Wat de motieven voor de aanvragen betreft, hebben veel fiches betrekking op vragen over

werkloosheidsuitkeringen, terwijl het voorheen vooral ging over vragen met betrekking tot detachering. Kwalitatieve balans: opvolgingsfiches

In oktober 2011 heeft de Stuurgroep beslist om een systeem van opvolgingsfiches in te voeren om zicht te krijgen op de resultaten van het Frans-Belgisch akkoord.

In 2015 werden er 152 fiches opgesteld tegenover 271 in 2014, een daling die ongetwijfeld het gevolg is van de hervorming van de arbeidsinspectie in Frankrijk. Aangezien de RVA en de “Pôle Emploi” hun eigen balans voorstellen, heeft de balans betrekking op 112 fiches.

Het merendeel van de contactfiches krijgen geen gevolg, hetzij: - Omdat er geen onwettige situatie werd vastgesteld - Omdat het ging over inlichtingen van openbare orde - Omdat er niets te signaleren viel

- Omdat de werknemer wel gedeclareerd was of geen recht had op de uitkeringen in Frankrijk of België

Er werden door TSW in 2016 5 PJ’s opgesteld voor DIMONA en 2 PJ’s voor verhindering van toezicht. Bepaalde fiches geven niet noodzakelijk concrete resultaten, maar maken het mogelijk een dossier te stofferen.

Enkele grote dossiers hebben interessante resultaten opgeleverd

Een onderneming die is ingeschreven in België, maar waarvan de activiteit gesitueerd is in Frankrijk. Als gevolg van inlichtingen die werden geleverd door België, werd een PV opgesteld voor vestigingsfraude en een PV voor verdoken tewerkstelling voor 5 personen die uitsluitend in Frankrijk werden

tewerkgesteld.

In een ander dossier kon worden vastgesteld dat een Roemeens bedrijf geen detacheringsverklaring had ingediend, wat aanleiding heeft gegeven tot een administratieve sanctie.

Er werd een contactfiche door de Belgische collega’s naar Frankrijk gestuurd die betrekking had op een Belgische onderneming, waarvan de activiteiten enkel plaatsvonden op Frans grondgebied en die enkel met personeel werkte dat niet was aangegeven. Er werden eveneens twee PV’s opgesteld voor verdoken tewerkstelling.

Inlevingsstages

In 2013 werden er inlevingsstages ingevoerd De inlevingsstage duurt 3 dagen:

- Een eerste dag is gewijd aan de voorstelling van de bevoegde diensten in het ontvangstland (een beknopte voorstelling van de structuur, de opdracht, de bevoegdheden, de rechten en de

verschillende controlediensten)

- Een tweede dag is gewijd aan een gecoördineerde controleactie met de andere controlediensten en de politie, gericht op de strijd tegen frauduleus werk en tijdelijke detachering

- Een derde dag is gewijd aan gewone controlebezoeken in ondernemingen onder begeleiding van een ervaren inspecteur uit het gastland.

In september 2016 zijn er drie Belgische stagiairs op bezoek geweest in Valenciennes en Rijsel. Zij hebben gewezen op de goede omkadering, de naleving van de werkwijzen en de constructieve en vriendschappelijke uitwisselingen.

In november 2016 werden er 3 ambtenaren van de Franse controlediensten ontvangen in Brussel. Zij vestigen de aandacht op de beschikbaarheid van de ambtenaren, de contacten die zij hebben kunnen leggen, de overeenkomsten op het gebied van de reglementering die van toepassing is en de praktijken in beide landen.

Toezicht op de sociale wetten 62 Activiteitenverslag 2016 Maar zij wijzen eveneens op verschillen, zoals:

- Het systematisch verhoor van de loontrekkenden in België

- De verzegeling en beslaglegging, die meer wordt toegepast in België

- De bijzondere bevoegdheid van de Arbeidsauditeurs op het gebied van de arbeidsreglementering en de sociale zekerheid

Balans van de gemeenschappelijke controles

In 2016 werden er 10 gemeenschappelijke controles georganiseerd, waarvan 4 in Frankrijk, 4 in België en 2 gelijktijdig in Frankrijk en België.

De betrokken sectoren waren: de bouwondernemingen, met een bijzonder accent op de problematiek van de internationale dienstverlening, de handel, de beurzen en de markten.

Er kon een gemeenschappelijke controle gebeuren, omdat het ging om een onderneming die zowel in België als in Frankrijk actief is. Zij detacheerde Poolse onderdanen op twee sites. Aangezien er geen vestiging was in Frankrijk, werd er een PV opgesteld voor sluikwerk en verdoken loon, terwijl in België het onderzoek door het parket nog steeds loopt.

Vergelijkingsfiche

Het ondersteuningsorgaan heeft vergelijkingsfiches ingevoerd. Deze fiches vergelijken de wetgeving in verband met bepaalde thema’s in de beide landen.

Er werd in 2016 een nieuwe fiche voorgesteld aan de Stuurgroep in verband met schijnzelfstandigen in Frankrijk en in België.

Toezicht op de sociale wetten 63 Activiteitenverslag 2016

Specifieke

Activiteiten

Toezicht op de sociale wetten 65 Activiteitenverslag 2016

TWEEDE DEEL :

Specifieke activiteiten