• No results found

Toelichting selectieprocedure interventie beginnende geletterdheid groep 2

In de maand februari ben ik bij u op school langs geweest om de beginnende geletterdheid van de leerlingen uit groep 2 in kaart te brengen. Hiervoor heb ik een viertal testen

afgenomen. Aan de hand van de leerling scores op deze testen zullen er per klas de 25% zwakst scorende leerlingen worden geselecteerd voor een interventie op het gebied van de beginnende geletterdheid. Deze interventie wordt door de groepsleerkrachten bepaald en zal dan ook passen binnen de visie van de school.

Allereerst zal ik wat meer informatie geven over de afgenomen testen om om de scores goed te kunnen interpreteren.

Productieve letterkennis

Bij deze test worden alle 34 grafemen na elkaar aangeboden. Per grafeem wordt gekeken of de leerling de grafemen kan benoemen, het aantal juist benoemde grafemen is de score. Bij de medeklinkers wordt ook de alfabetische uitspraak goed gerekend.

AANTAL CORRECT GELEZEN LETTERS WAARDERING

6 LETTERS OF MINDER Zeer zwak

7 TOT 8 LETTERS Zwak

9 TOT 11 LETTERS Voldoende

11 TOT 34 LETTERS Goed

Fonologisch bewustzijn

Dit wordt getest aan de hand van een deeltest uit de CELF. ER wordt gekeken naar verschillende doelen:

- Het kunnen weergeven van zinnen, lettergrepen en fonemen in onderdelen - Het kunnen combineren van lettergrepen en fonemen

- Het kunnen aangeven van lettergrepen

- Het kunnen identificeren en bewerken van fonemen

Bij deze test geld per reeks een afbreek regel; wanneer een leerling 3 foute antwoorden achterelkaar geeft wordt de reeks afgebroken.

Er kan een score worden behaald van maximaal 45. De normscores (aangepast aan leeftijd) gaan van 1-19 en kunnen worden weergegeven in percentielen.

NORMSCORE WAARDERING

1-5 (T/M HET 5E PERCENTIEL) Zeer zwak

6-8 (HET 9E T/M HET 25E PERCENTIEL) Zwak 9-11 (HET 37E T/M HET 63E PERCENTIEL) Voldoende 12-19 (HET 75E T/M HET 100E PERCENTIEL) Goed

Woorden lees toets

Bij deze test wordt gekeken of de leerling al enkele woorden kan lezen. Wanneer een leerling zeer zwak scoort op de letterkennis zal deze toets niet zijn afgenomen. Ook bij deze test geld een afbreek regel bij 3 foute antwoorden.

Het maximaal te behalen punten is 20.

De test bestaat uit 10 woorden. Wanneer een leerling een woord niet correct leest krijgt het hiervoor 0 punten; wanneer een leerling het woord spellend goed leest krijgt het hiervoor 1 punt; wanneer een leerling het woord direct goed leest krijgt het hiervoor 2 punten.

RAN (Snel serieel benoemen)

Bij deze test kregen de leerlingen een veld met 50 afbeeldingen. 5 verschillende

afbeeldingen, verdeeld over 10 rijen en 5 kollommen. De leerlingen is gevraagd om deze afbeeldingen zo snel mogelijk te benoemen, het aantal seconden dat zij hierover deden is omgezet naar een normscore (aangepast aan leeftijd). Deze test is enkel een controle maat.

NORMSCORE WAARDERING

1-5 (T/M HET 5E PERCENTIEL) Zeer zwak

6-8 (HET 9E T/M HET 25E PERCENTIEL) Zwak 9-11 (HET 37E T/M HET 63E PERCENTIEL) Voldoende 12-19 (HET 75E T/M HET 100E PERCENTIEL) Goed

FR (Familiair risico)

Het familiair risico is in kaart gebracht aan de hand van de ouder vragenlijst. Een leerling heeft een familiair risico wanneer:

1 of meer ouder(s) aangeven een dyslexie verklaring te hebben De leerling broertje of zusjes heeft met dyslexie

De leerling 2 of meer familie leden heeft met dyslexie

Wanneer een leerling relatief goed scoort maar toch een FR heeft, kan wordt besloten een leerling toch mee te laten doen aan de interventie.

De selectie

Naast dit document ontvangt u ook twee beveiligden documenten, een document waarin de leerlingnummers worden vermeld en een document met de scores van de leerlingen uit uw klas, hierin staan ook de leerlingen die door mij geselecteerd zijn voor de interventie (de zwakste 25%).

U wordt geadviseerd gebruik te maken van de deze richtlijn. De richtlijn is gebaseerd op een groep voor de interventie en een controlegroep die geen interventie volgt. Daarnaast kunt u ook eigen afwegingen maken op basis van uw ervaringen en die van de leerkracht. Het onderzoek wordt samen met de praktijk uitgevoerd; de uiteindelijke beslissing van de school is leidend. Het is wel van belang dat de onderzoeker op de hoogte wordt gebracht van de leerlingen die uiteindelijk meedoen aan de interventie.

De 25% zwakste leerlingen zijn gebaseerd op de beginnende geletterdheid gemeten in februari en het familiair risico op dyslexie.

Er zijn echter nog overwegingen voor u als leerkracht:

• De leerlingen die niet meedoen aan het onderzoek. De leerlingen die niet deelnemen aan het onderzoek kunnen ook behoefte hebben aan extra instructie. Deze beslissing is aan school. Bij deze leerlingen zal ik geen testen afnemen.

• Jonge leerlingen. Vooral de jonge leerlingen die zwak scoren en volgend jaar naar groep 3 gaan kunnen starten met de interventie. 

zien) kan de school ook overwegen deze leerlingen deel te laten nemen aan de interventie.

Overige afwegingen. Bijvoorbeeld andere “problemen” moeten eerst aangepakt worden of er moet eerst bepaald worden of een leerling wel goed ziet of hoort.

De interventie

Het gaat hierbij om een interventie op zorgniveau 2. Ik raad aan om een interventie te kiezen waarbij u ongeveer 4 keer in de week kort met een groepje een oefening doet op het gebied van de beginnende geletterdheid. Over de gekozen aanpak zal u ergens in de

komende weken een vragenlijst ontvangen.

Het is van belang dat u zo snel mogelijk na het ontvangen van de resultaten begint met de interventie. De interventie duurt 7 weken en na deze 7 weken zal ik de testen opnieuw afnemen om de vooruitgang te meten, dit zal rond de meivakantie zijn.

Ik hoop u zo voldoende geïnformeerd te hebben.

Mocht u nog vragen hebben kunt u mij bereiken via de mail of per telefoon. Met vriendelijke groet;

Cheyenne van der Louw 06-81102211