Wanneer je de reis onderbreekt voor het bijladen van ander wrak vee, mag de totale reisduur van de eerste oplaadplaats tot de noodslachtplaats (een bijzondere slachtplaats) ten hoogste 2,5 uur bedragen.
Als vervoerder moet je bij elk transport waarbij op meerdere plaatsen wrak vee wordt opgeladen een document bij je hebben waarop het volgende is vermeld:
– de datum;
– de verschillende ophaalplaatsen;
– het tijdstip waarop het eerste vee is opgeladen;
– de plaats van bestemming;
– het tijdstip van aankomst op de noodslachtplaats;
– naam en adres van de aanbieders;
– het aantal en soort van het aangeboden vee;
– de eventuele identificatiekenmerken,
De aanbieders (vaak de boer of zijn medewerker) moeten eveneens tekenen voor de juistheid van de betreffende gegevens. Op de plaats van aankomst moet de ontvanger tekenen voor het tijdstip van aankomst.
Je bent als vervoerder verplicht een kopie van dit document zes maanden lang te bewaren. Het origineel wordt bewaard door de ontvanger.
Fig. 6.2 ‘Gelukkig heb ik speciaal vervoer!’
6.7 Wrak vee in- en uitladen
Wrak vee dat zich niet zelfstandig kan voortbewegen, moet je volgens de wet in- en uitladen met behulp van een passend hulpmiddel (brancard) om onnodig lijden te voorkomen. Op elk vervoermiddel voor wrak vee moet een dergelijk hulpmiddel aanwezig zijn.
Het dier aan een lichaamsdeel over de grond slepen is uitdrukkelijk verboden!
Tijdens het vervoer moet het wrak vee zacht kunnen liggen en staan. De vloer moet daarom bedekt zijn met voldoende bedding (bijvoorbeeld stro of ander strooisel).
Daarnaast moet er voldoende ruimte zijn, zodat de dieren ongehinderd kunnen staan of liggen.
Wrak vee dat zich niet meer op eigen kracht kan voortbewegen (liggend vee) moet je gescheiden van elkaar vervoeren. De afscheiding bestaat uit een schot of een hek.
Wrak vee mag je slechts eenmaal in- en uitladen. Dit geldt ook voor dieren die onderweg wrak zijn geworden en zo op een gewone slachtplaats worden aangevoerd.
Deze dieren mag je daar niet meer weghalen om naar een noodslachtplaats (zorgslachtplaats) te brengen. Ze moeten ter plekke op de gewone slachtplaats, binnen twee uur, worden geslacht of worden gedood en afgevoerd naar een destructiebedrijf.
Wrak vee moet binnen twee uur na aankomst op een noodslachtplaats worden geslacht. Wanneer dit onmogelijk is moet het dier ter plekke door of onder toezicht van de RVV-dierenarts worden gedood en afgevoerd naar de destructor.
Fig. 6.3 Dieren die niet zelf meer in de wagen kunnen komen, moeten met een brancard geladen worden.
❑ DICHTSTBIJZIJNDE NOODSLACHTPLAATS 81
6.8 Dichtstbijzijnde noodslachtplaats
Wrakke dieren mag je over een afstand van maximaal 50 kilometer vervoeren. Alleen wanneer binnen 50 kilometer geen noodslachtplaats is, mag je wrakke dieren over een grotere afstand naar de dichtstbijzijnde noodslachtplaats vervoeren. Wanneer je tijdens een reis op meerdere plaatsen wrak vee moet opladen, mag de totale reis toch nooit langer dan 2,5 uur bedragen. Deze regels gelden voor zowel de
beroepsvervoerders als de eigen vervoerder (veehouder). Vervoerders die de regels overtreden, zijn strafbaar.
Fig. 6.4 ‘Ondanks veel pijn is het uitzicht wel mooi.’
In figuur 6.5 vind je het voorgaande schematisch weergegeven.
Fig. 6.5 Schema gezond en wrak veevervoer.
6.9 Wrak vee dat je niet meer levend mag vervoeren
Vee waarbij het vervoer onnodig lijden of een slechte behandeling tot gevolg heeft, mag je niet meer vervoeren. Hieronder vallen in ieder geval dieren met zodanige botbreuken dat ze niet meer zelfstandig kunnen lopen en/of bewegen. Deze dieren moeten ter plekke (op stal) worden bedwelmd (geschoten) en verbloed (gestoken) of geëuthanaseerd (doodgespoten).
Om dieren die niet meer getransporteerd kunnen worden toch tot waarde te brengen, moet het dier levend gekeurd worden op de boerderij. Deze levende keuring moet uitgevoerd worden door een dierenarts. Pas daarna mag het dier worden bedwelmd en verbloed. Vervolgens mag je het dode dier als niet-onthuid karkas afvoeren naar een noodslachtplaats.
Schema vervoer gezond/wrak vee (Besluit Dierenvervoer 1994)
gezond vee
- apart vervoermiddel
- in/uitladen met hulpmiddelen - hulpmiddelen aanwezig in voertuig - volledige scheiding niet mobiele
wrakke dieren ten opzichte van andere wrakke dieren
- zachte sta- of ligplaats
- vervoerafstand maximaal 50 km.
of dichtbijzijnde slachtplaats - verbod overladen resp. uit-
en opnieuw laden licht gewond of
licht ziek vee
wrak vee
(meer dan licht gewond/licht ziek vee)
niet vervoerbaar, in - reisduur maximaal 2,5 uur
aanvoer op bijzondere slachtplaats - slachten binnen 2 uur
- indien niet mogelijk, dan euthanasie door dierenarts of doden onder zijn toezicht aanvoer op (gewone) slachtplaats
- overladen niet meer toegestaan - slachten binnen 2 uur
- is dit niet mogelijk, dan doden
(euthanasie/speciale noodslachting)
vervoerbaar
❑ LEVENDE AFVOER VOOR EEN DIERGENEESKUNDIGE VERZORGING 83 Vee dat onder het vervoersverbod valt en desondanks toch levend wordt aangevoerd RVV-dierenarts op een noodslachtplaats of andere slachtplaats, wordt op aanwijzing van de
RVV-dierenarts (Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees) gedood en afgekeurd.
De vervoerder en de aanbieder overtreden dan beide de wet. De AID/RVV zal een proces-verbaal opmaken tegen beiden. Voor deze wetsovertreding krijg je een boete.
Uitgezonderd van dit vervoersverbod zijn dieren die voor diergeneeskundige behandeling worden vervoerd.
6.10 Levende afvoer voor een diergeneeskundige verzorging
Voor zieke of gewonde dieren geldt het volgende: een licht gewond of licht ziek dier mag je alleen vervoeren als dat vervoer geen onnodig lijden tot gevolg heeft. Vervoer van meer dan licht ziek of gewond vee (‘wrakke dieren’) voor een diergeneeskundige verzorging of noodslachting is slechts toegestaan wanneer het vervoer geen onnodig lijden of een slechte behandeling tot gevolg heeft en tijdens het vervoer speciale voorzorgsmaatregelen worden genomen. Je mag ook onderweg wrak geworden dieren vervoeren voor een diergeneeskundige verzorging.
Voor dit vervoer gelden wel speciale voorschriften:
– In het vervoermiddel is een hulpmiddel aanwezig voor het in- en uitladen van de dieren, waardoor onnodig lijden wordt voorkomen. Deze hulpmiddelen moet je ook gebruiken als een dier niet zelfstandig de wagen op of af kan lopen.
– De dieren mogen niet samen met gezonde, niet wrakke, dieren worden vervoerd.
– De dieren beschikken over zachte staan- en ligplaatsen.
– De dieren moeten op de hierboven aangegeven wijze rechtstreeks, zonder onderbreking en bijlading naar de losplaats.
– De dieren moeten vergezeld gaan van een document met gegevens omtrent het dier, het vervoer, oplaadplaats en de bestemming. Het document is zowel door de eigenaar/aanbieder als door de vervoerder ondertekend.
– De totale transportduur na het opladen mag niet langer dan 2,5 uur zijn.
6.11 Afsluiting
In dit hoofdstuk heb je geleerd hoe je dieren behoort te transporteren. Gezonde dieren hebben recht op een juiste voorbereiding van hun reis, op een normale manier van in- en uitstappen en een hapje en een drankje onderweg. Wrak vee (behoorlijk ziek of gewond vee) heeft ook recht op een goede behandeling tijdens het vervoer. Je hebt kennis gemaakt met bijzondere regelingen voor het vervoer van wrak vee. Die zijn bedoeld om nog meer lijden van het dier te beperken.
Vragen 6.1 a Noem twee redenen waarom de veewagen van binnen goed verlicht moet zijn bij het laden van dieren?
b Waarom moet er na zonsondergang tijdens het vervoer van vee een zwakke verlichting branden?
c Welke dieren kun je beter niet vervoeren?
d Noem een paar duidelijke kenmerken van wrak vee.
e Wanneer mag je wrak vee niet meer vervoeren?
f Onder welke voorwaarde(n) mag je bij het transport van wrak vee bijladen?
g Wat moet je allemaal op de documenten vermelden als bij transport op meerdere plaatsen wrak vee wordt bijgeladen?
h Noem vier voorwaarden waaraan je moet voldoen als je vee levend afvoert voor een diergeneeskundige verzorging.
❑ REINIGING EN ONTSMETTING VAN VEEWAGENS 85