• No results found

4 Duurzame technologie

4.1.2 Betekenis voor MAA

Luchtvaartmaatschappijen onderzoeken continu op welk moment het financieel het meest aantrekkelijk is om vlootvernieuwing door te voeren. Daarnaast kunnen sommige toestellen ook tegen een maximale levensduur aan lopen, dit speelt voornamelijk bij vrachtvliegtuigen. Het aanschaffen van nieuwe toestellen is duur, maar resulteert wel in lagere operationele en onderhoudskosten. Uiteindelijk zal vlootvernieuwing periodiek plaatsvinden, tot en met 2050.

De huidige COVID-19 crisis heeft een dubbel effect op vlootvernieuwing; aan de ene kant hebben

luchtvaartmaatschappijen te maken met minder liquiditeit en grote onzekerheid en zullen grote investeringen lastiger te plannen zijn, maar aan de andere kant kunnen duurzaamheidseisen voor staatssteun er juist voor zorgen dat vlootvernieuwing versneld plaatsvindt. Zo hebben de Nederlandse en Franse overheid beiden vlootvernieuwing opgenomen in duurzaamheidseisen bij het redden van Airfrance KLM. Maatschappijen die nog voldoende reserves hebben zullen wellicht juist nu investeren in hun vloot, om zo met een concurrentievoordeel uit de pandemie te komen.

De luchthaven kan, binnen de wettelijke bepalingen die zijn vastgelegd in de Wet luchtvaart, vlootvernieuwing stimuleren door tariefdifferentiatie toe te passen in de landingsgelden. Hierbij wordt dan voor meer luidruchtige en/of meer vervuilende vliegtuigen een hoger tarief gerekend terwijl de stillere/schonere vliegtuigen korting ontvangen. Een dergelijke aanpak wordt gehanteerd op meerdere luchthavens, bijvoorbeeld Schiphol, Brussel en Gatwick. Het effect van deze maatregel hangt af van meerdere factoren (zoals lopende leasecontracten en kostenoverwegingen) die een rol spelen bij luchtvaartmaatschappijen om te komen tot inzet van vliegtuigen.

Om te voorkomen dat luchthavens met de laagste landingsgelden de oudere vliegtuigen houden, zal de (Europese) overheid hierin regulerend moeten optreden.

De kosten voor het doorvoeren van een stuurmaatregel in de vorm van gedifferentieerde landingsgelden kunnen worden gezien als kosten van de dagelijkse operatie van de luchthaven.

25

4.1.3 Tijdlijn

Luchtvaartmaatschappijen onderzoeken continu op welk moment het financieel het meest aantrekkelijk is om vlootvernieuwing door te voeren. Daarnaast kunnen sommige toestellen ook tegen een maximale levensduur aan lopen, dit speelt voornamelijk bij vrachtvliegtuigen. Het aanschaffen van nieuwe toestellen is duur, maar resulteert wel in lagere operationele en onderhoudskosten. Uiteindelijk zal vlootvernieuwing periodiek plaatsvinden, tot en met 2050.

De huidige COVID-19 crisis heeft een dubbel effect op vlootvernieuwing; aan de ene kant hebben

luchtvaartmaatschappijen te maken met minder liquiditeit en grote onzekerheid en zullen grote investeringen lastiger te plannen zijn, maar aan de andere kant kunnen duurzaamheidseisen voor staatssteun er juist voor zorgen dat vlootvernieuwing versneld plaatsvindt. Zo hebben de Nederlandse en Franse overheid beiden vlootvernieuwing opgenomen in duurzaamheidseisen bij het redden van Airfrance KLM. Maatschappijen die nog voldoende reserves hebben zullen wellicht juist nu investeren in hun vloot, om zo met een concurrentievoordeel uit de pandemie te komen.

4.2 Retrofitting

Retrofitting is het vervangen van sommige onderdelen van een bestaand vliegtuig waardoor brandstofbesparing, geluidsreductie of emissiereductie kan worden behaald. De laatste jaren is vooral veel winst behaald door toepassing van winglets, het upgraden van motoren en vernieuwde avionica.

Voorbeelden van retrofitting zijn:

Nieuwe winglets3: deze verlagen de weerstand rondom de vleugeltips waardoor brandstof wordt bespaard doordat de tipwervels plaatselijk worden verminderd. Veelal gaat dit gepaard met minder geluidsoverlast:

vliegtuigen hebben een lager startgewicht doordat ze minder brandstof mee hoeven te nemen. Daarnaast zorgen de minder krachtige tipwervels voor verminderde geluidproductie.

Performance Improvement Packages4 (PIPs): deze verlagen het brandstofverbruik en/of de onderhoudskosten.

Herinrichting van de cabine: meer stoelen, comfort, en gewichtsreductie. Dit gebeurt veelal met het groot onderhoud en wordt door veel maatschappijen uitgevoerd.

Hierdoor kunnen meer passagiers per vlucht worden vervoerd, en/of brandstof worden bespaard.

Nieuwe avionica:5 dit kan leiden tot een meer optimale vluchtuitvoering wat resulteert in een besparing op brandstof.

Minder verflagen of toepassing van weerstand verminderende verf: Vliegtuigen krijgen tijdens groot onderhoud vaak een nieuwe verflaag, met minder lagen. Naar weerstand verminderende verf wordt onderzoek gedaan.

Vervanging van onderdelen: het vervangen door een lichtere versie van het onderdeel. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van composieten materialen. Hiermee wordt gewicht en dus brandstof bespaard. De ontwikkeling van deze onderdelen is tijdrovend en vergt certificatie.

Antennes met minder weerstand. Door de grote vraag naar on-board internet en telefoon neemt de hoeveelheid antennes toe op een vliegtuig en wordt het belangrijker om de weerstand hiervan te verlagen;

hiernaar wordt onderzoek verricht.

Wegnemen A320 fluittoon. Op de A320 kan een geluidreducerende component worden aangebracht, de zogeheten “vortex generator” die de hoge fluittoon reduceert (tot 4 dB) die kenmerkend is voor de A320.

4.2.1 Effect op geluid, emissies en veiligheid

De effecten op geluid, luchtkwaliteit, klimaat en slaapverstoring zijn per retrofit erg verschillend. Dat komt omdat het een grote diversiteit aan maatregelen betreft. Daarnaast kan niet elke retrofit op elk vliegtuigtype worden toegepast.

De meeste van bovengenoemde maatregelen besparen brandstof en dragen daarmee bij– zij het soms heel beperkt – aan een verbetering van de luchtkwaliteit en het verminderen van de klimaatimpact. Wanneer een

efficiëntieverbetering behaald kan worden via een retrofit, leidt dit namelijk tot brandstofbesparing en een

bijbehorende vermindering in emissies van verbrandingsproducten. Echter kan een brandstofbesparing ook leiden tot hogere verbrandingstemperaturen en -drukken in de motor, doordat dit voor een efficiëntere verbranding van de brandstof zorgt. Indien dit het geval is, kan de NOx uitstoot juist toenemen, doordat deze uitstoot afhankelijk is van de

3 Een winglet is een meestal opstaande verlenging van de vleugeltip.

4 Een Performance Improvement Package betreft een pakket verbeteringen op onder meer het gebied van vliegtuig aerodynamica en motoren.

5 Avionica betreft de elektronica in het vliegtuig.

27 verbrandingstemperatuur en -druk. Dit zorgt op lage hoogtes rond de luchthaven voor een negatief effect op

luchtkwaliteit en op hogere hoogtes (kruisvlieghoogte) voor een negatief effect op het klimaat.

Sommige retrofits hebben een ander doel dan prestatieverbeteringen, bijvoorbeeld onderhoudskosten verlagen. In dit geval is er geen effect op emissies en klimaat.

De retrofits hebben geen invloed op de vliegveiligheid aangezien deze geen negatieve gevolgen mogen hebben op het type certificaat. In sommige gevallen moet het vliegtuig deels opnieuw worden gecertificeerd zoals bij de installatie van winglets.

4.2.2 Betekenis voor MAA

Maastricht Aachen Airport heeft belang bij de implementatie van retrofits door luchtvaartmaatschappijen omdat geluid en emissies gereduceerd kunnen worden. Echter is het uitdagend voor de luchthaven om hierop te sturen. Net zoals bij vlootvernieuwing, kan de luchthaven eventueel toepassing van retrofits stimuleren door tariefdifferentiatie toe te passen in de landingsgelden, binnen de wettelijke bepalingen die zijn vastgelegd in de Wet Luchtvaart. Dit kan een korting zijn op de landingsgelden wanneer bepaalde retrofits zijn toegepast. Het effect van deze maatregel hangt af van meerdere factoren (zoals lopende leasecontracten en kostenoverwegingen) die een rol spelen bij

luchtvaartmaatschappijen in de overweging een vliegtuig wel of niet te retrofitten.

4.2.3 Tijdlijn

Retrofitting zal naar verwachting in de toekomst beschikbaar blijven voor reeds uitgebrachte vliegtuigmodellen, omdat er vanuit het verdienmodel van luchtvaartmaatschappijen altijd vraag zal zijn naar manieren om zuiniger te vliegen. Ook wanneer radicaal vernieuwende vliegtuigmodellen verschijnen, is de verwachting dat er ook daar om de paar jaar retrofits voor beschikbaar komen, omdat de kennis zich snel blijft ontwikkelen na uitbrengen van het vliegtuig. Daarom is het voor 2020, 2030, 2040 en 2050 de verachting dat er retrofits beschikbaar zullen zijn voor modellen die ouder dan vijf jaar zijn.