• No results found

Bestaand gebruik en vergunningverlening

In document Natura 2000 Beheerplan 22. Norgerholt (pagina 92-95)

Samenvatting PAS-gebiedsanalyse

8 Kader voor vergunningverlening, toetsing en handhaving

8.1.2 Bestaand gebruik en vergunningverlening

Uit de toetsing van bestaand gebruik in hoofdstuk 4 is gebleken dat het bestaand gebruik (onder voorwaarden) voortgang kunnen vinden en geen knelpunt vormen met de Natura 2000-doelstellingen. Wanneer dit bestaand gebruik wezenlijk verandert in ruimte en tijd moet het gebruik worden beschouwd als nieuw gebruik en/of project. Knelpunten met de Natura 2000- doelstellingen zijn dan niet meer op voorhand uit te sluiten. Voor nieuw gebruik en nieuwe ontwikkelingen gelden in beginsel de procedures zoals deze zijn beschreven in paragraaf 8.1.5.

Vergunningplichtig bestaand gebruik

Uitbreiding en wijziging van agrarische activiteiten (hierbij moet vooral gedacht worden aan het uitbreiden met vee) of andere activiteiten die een relatie hebben met stikstofdepositie (zie ook hoofdstuk 5) zijn reeds vergunningplichtig en zullen afzonderlijk vergunningplichtig blijven. Deze activiteiten zijn of reeds vergund, of doorlopen het vergunningtraject of zullen vergun- ningplichtig blijven.

Deze activiteiten doorlopen de procedure zoals omschreven in paragraaf 8.1.5 of hebben deze reeds doorlopen.

Drainage en beregening

Op grond van de Natuurbeschermingswet kan de aanleg van drainage en beregening uit grond- water rond Natura 2000-gebieden vergunningplichtig zijn als deze de kwaliteit van de natuur- lijke habitats en van de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kan verslechteren. De provincie heeft met de partners uit het Groenmanifest (LTO Noord, Staatsbosbeheer, Het Drentse Landschap, Natuurmonumenten en Natuur- en Milieufederatie Drenthe) overeen- stemming bereikt over hoe om te gaan met drainage en beregening in de randzone van Natura 2000-gebieden. De oplossing kenmerkt zich door een gefaseerde aanpak, die resulteert in een uitgevoerd verbeterpakket en de instelling van een overgangszone. In de tussentijd wordt een onderzoekszone ingesteld (zie tabel 8.1).

Eindfase: verbeterpakket en overgangszone

Om verdroging van Natura 2000-gebieden tegen te gaan en tevens een goede landbouwpraktijk mogelijk te maken wordt een overgangszone bepaald. Binnen deze zone wordt een verbeter- pakket ontwikkeld en uitgevoerd om de hydrologische toestand van het Natura 2000-gebied te verbeteren in samenhang met het realiseren van goede omstandigheden voor landbouw- kundig gebruik. Tegen de achtergrond dat het niet de bedoeling is dwingend inbreuk te plegen op bestaand gebruik, kan dit verbeterpakket ook betrekking hebben op bestaande drainage en beregening en de vervanging daarvan. De overgangszone beslaat het gebied waar het grootste effect kan worden verwacht van het optimaliseren van de waterhuishouding. De breedte van de overgangszone is verder afhankelijk van de kwetsbaarheid van de habitattypen in het Natura 2000-gebied en de geohydrologie. De grootte van de overgangszone moet per Natura 2000-gebied nader worden bepaald.

Deze aanpak heeft het karakter van een passende beoordeling voor het gebied. Bij een passende beoordeling wordt gedetailleerd in kaart gebracht welke effecten als gevolg van het project kunnen optreden op de natuurwaarden in het gebied en welke verzachtende (mitige- rende) maatregelen de initiatiefnemer van plan is te nemen. Op basis daarvan worden voor de overgangszone algemene regels gesteld voor het aanleggen en vervangen van drainage en het onttrekken van grondwater voor beregening. Als voldaan wordt aan de algemene regels en het verbeterpakket is uitgevoerd, is het aanleggen en vervangen van drainage en het onttrekken van grondwater voor beregening niet vergunningplichtig. Voorwaarde is wel dat de uitwerking per overgangszone als passende beoordeling in het beheerplan wordt opgenomen. De beheer- plannen moeten na de uitwerking hierop worden aangepast conform de daarvoor geldende procedures.

Het aanleggen en vervangen van drainage en de grondwateronttrekking voor beregening buiten de overgangszones worden na vaststelling van de overgangszones en na uitvoering van het verbeterpakket binnen de overgangszones, geacht geen verslechterend of significant verstorend effect in de zin van art. 19d van de Natuurbeschermingswet te hebben en zijn daarmee niet vergunningplichtig.

Onderzoekszone

Zolang de eindfase nog niet is bereikt, is een onderzoekszone ingesteld (kaart in bijlage 26). Deze onderzoekszone is een gekozen afbakening van een gebied waarvan op basis van onder- zoek wordt ingeschat dat er hydrologische interactie met het Natura 2000-gebied is. De begren- zing van de onderzoekszone is niet bedoeld om hier structureel water- of andersoortig beleid of regelgeving op te baseren.

Het habitattype Beuken-eikenbos met hulst in het Norgerholt wordt gevoed door lateraal afstromend grondwater. Het lokale watersysteem boven de keileem is daarom erg belangrijk. Daarom is een onderzoekzone van circa 200 meter aangehouden. Uit praktische overwegingen is dit vertaald in een breedte van één perceel vanaf de rand van het Natura 2000-gebied.

Bij de aanleg van drainage en bij nieuwe grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregening binnen deze onderzoekszone dient een voortoets te worden uitgevoerd. De voortoets heeft als doel na te gaan of er een verslechterend of significant verstorend effect optreedt in de zin van art. 19d van de Natuurbeschermingswet. Is dat het geval, dan dient de initiatiefnemer de vergunningprocedure te volgen en een passende beoordeling te maken. Laat de voortoets zien dat er geen verslechterend of significant verstorend effect optreedt, dan is de aanleg van drainage of een nieuwe grondwateronttrekking ten behoeve van beregening niet vergunningplichtig. De voortoets wordt na aanvraag door de provincie gefinancierd, met een nog nader te bepalen maximum aantal aanvragen per jaar.

Het aanleggen en vervangen van drainage en de grondwateronttrekking voor beregening buiten de onderzoekszone worden geacht geen verslechterend of significant verstorend effect in de zin van art. 19d van de Natuurbeschermingswet te hebben en zijn daarmee niet vergunningplichtig.

Beregeningszone

Nieuwe grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregening binnen 200 meter van de grens van een Natura 2000-gebied worden geacht een verslechterend of significant verstorend effect te hebben in de zin van art. 19d van de Natuurbeschermingswet, tenzij de initiatiefnemer met een passende beoordeling aantoont dat dit niet het geval is.

Bestaande drainage

Voor drainages en grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregeningsinstallaties aangelegd voor 1 november 2015 en voor de vervanging daarvan geldt binnen de onderzoekszone geen vergunningplicht. Bestaand gebruik is meegenomen in de gebiedsanalyses van de PAS in relatie tot de instandhoudingsdoelstellingen.

Voorwaarde om te kunnen spreken van vervanging van bestaande drainage is dat de drainage op maximaal dezelfde diepte wordt uitgevoerd met dezelfde tussenruimtes en maximaal dezelfde capaciteit. Hierbij wordt uitgegaan van de oorspronkelijke functionaliteit. Mocht de bestaande drainage op een ondieper niveau worden vervangen, dan mogen de tussenruimtes kleiner zijn, mits er sprake is van een vergelijkbaar effect aan het maaiveld.

Tabel 8.1 Fasering van de aanpak voor het omgaan met drainage en beregening in de randzone van het Natura 2000-gebied

Fase 1 Fase 2 Fase 3 (eindfase)

Onderzoekszones vastgesteld waar voortoets voor aanleg drainage en nieuwe grondwateronttrekking geldt

Verfijning onderzoekzones waar voortoets voor aanleg drainage en nieuwe grondwa- teronttrekking geldt

Overgangszones waar algemene regels gelden voor aanleg en vervangen drainage en grondwateronttrekking

Bepalen en vaststellen overgangszones

Ontwikkeling en uitvoering verbeterpakket Verbeterpakket uitgevoerd Bepalen algemene regels

Geen nieuwe grondwateronttrekking binnen 200 m

Geen nieuwe grondwateronttrekking binnen 200 m

Binnen de overgangszones gelden de algemene regels

Geen vergunningplicht voor bestaande drainage en grondwateronttrekking en vervanging* daarvan binnen onderzoeks- zones

Geen vergunningplicht voor bestaande drainage en grondwateronttrekking en vervanging* daarvan binnen onderzoeks- zones

Binnen de overgangszones gelden de algemene regels

Geen vergunningplicht aanleg en vervan- ging drainage en grondwateronttrekking buiten onderzoekzones

Geen vergunningplicht aanleg en vervan- ging drainage en grondwateronttrekking buiten onderzoekzones

Geen vergunningplicht aanleg en vervan- ging drainage en grondwateronttrekking buiten overgangszones

* Vervanging van drainage is maximaal op dezelfde diepte met dezelfde tussenruimtes en maximaal dezelfde capaciteit (peildatum 1 november 2015). Mocht de bestaande drainage op een ondieper niveau worden vervangen, dan mogen de tussenruimtes kleiner zijn, mits er sprake is van een vergelijkbaar effect aan het maaiveld.

In document Natura 2000 Beheerplan 22. Norgerholt (pagina 92-95)