• No results found

5. Interpretatieproblemen

5.2 De “without prejudice” clausule

5.2.2 Delineatie vs Delimitatie

5.2.2.2 Het bestaan van een hiërarchie

118. Oorspronkelijk waren de internationale hoven en tribunalen immers van mening dat het niet mogelijk was om een delimitatie van het continentaal plat uit te voeren in afwezigheid van vastgestelde uiterste grenzen. In de Delimitation of maritime areas between Canada and France was het Arbitragetribunaal van mening dat een delimitatie niet mogelijk – in de woorden van het Hof “louter hypothetisch” – was in afwezigheid van de uiterste limieten van het continentaal plat overeenkomstig art. 76 LOSC.330 In de zaak Barbados v. Trinidad & Tobago stelde het

Arbitragetribunaal zijn mening bij en was men van oordeel dat een delimitatie wel mogelijk was. Het Hof stelde echter evenzeer dat bij duidelijke afwezigheid van een continentaal plat voorbij de 200 Nm dergelijke delimitatie onnodig was.331 Het voornaamste argument was het hierboven aangehaalde

bestaan van slechts één continentaal plat.332 Ook in de zaak tussen Guyana en Suriname lijkt het Hof

ervan uit te zijn gegaan dat men een delimitatie voorbij de 200 Nm had kunnen uitvoeren indien dit noodzakelijk geweest was.333

119. Het IGH sprak zich een eerste keer uit over delimitatie voorbij de grens van 200 Nm in 2007 in de zaak tussen Nicaragua en Honduras, hier stelde het Hof dat elke grens die in het geding getrokken werd niet voorbij de 200 Nm kon gaan alvorens de procedure van art. 76 LOSC had plaats gevonden.334 In

2012 herhaald het Hof diens eerdere visie in de zaak tussen Nicaragua en Colombia (Preliminary Objections). Men was er, net als Colombia335 van oordeel dat Nicaragua niet voldoende had

aangetoond dat het een continentaal plat bezat dat ver genoeg reikte om te overlappen met dat van Colombia.336 Nicaragua had op dat moment enkel preliminaire informatie ingediend bij de CLCS,337

geen volwaardig voorstel, wat volgens het Hof onvoldoende was om aan te tonen dat men een continentaal plat bezat voorbij de 20 Nm.338

330 Delimitation of Maritime Areas between Canada and France, at 293, para. 81; Zie voor een meer uitgebreide bespreking van het arrest Max Planck Encyclopedia of Public International Law, Commission on the Limits of the Continental Shelf, September 2013, Alex G Oude Elferink; Volgens Kunoy een onterechte uitspraak, zie in dit verband Bjarni Mar Magnusson, Is there a Temporal Relationship between the Delineation and the Determination of the Continental Shelf beyond 200 Nautical Miles, 28 International Journal of Marine and Coastal Law, 2013, 473.

331 Trinidad en Tobago vs. Barbados PCA, P. 109, para. 368. 332 Para. 213 Trinidad en Tobago.

333 Guyana vs. Suriname, p. 113, para. 353.

334 Nicaragua v. Honduras, Judgment, 2007, para. 319. 335 Net zoals Colombia, zie para. 122.

336 IGH Reports 2012, p. 699, para. 129.

337 Het kan in herinnering gebracht worden dat, zoals besproken onder para. 38 dat een staat preliminaire informatie kan indienen ten einde te voldoen aan de tienjarige termijn voor het indienen van een voorstel, waarna men het volwaardige voorstel zo spoedig mogelijk indient.

56 120. Het oordeel was echter allesbehalve unaniem, zo stelde rechter Donoghue in haar dissenting opinion dat het verstandiger was te werken via een case-by-case benadering eerder dan de mogelijkheid tot delimitatie van de grens voorbij 200 Nm ronduit te weigeren.339 Het eerste

internationale tribunaal dat zou doorgaan met een delimitatie van het continentaal plat voorbij de 200 Nm werd het ITLOS in 2012 bij de delimitatie tussen Bangladesh en Myanmar. Zoals hierboven reeds aangegeven stelde het Hof vooreerst dat er een duidelijk verschil was tussen delineatie en delimitatie. Vervolgens stelde men ook dat:

“the exercise of its jurisdiction in the present case cannot be seen as an encroachment on the functions of the Commission, inasmuch as the settlement, through negotiations, of disputes between States regarding delimitation of the continental shelf beyond 200 Nm is not seen as precluding examination by the Commission of submissions made to it or hindering it from issuing appropriate recommendations.”340

121. Het ITLOS stelde dat men niet enkel een mogelijkheid had om de delimitatie voorbij de 200 Nm uit te voeren, maar dat gezien de procedure voor de CLCS en het niet bekijken van voorstellen getroffen door een delimitatiedispuut, men zelfs de plicht had de delimitatie uit te voeren om diens verplichtingen onder het verdrag te vervullen en het doel van het verdrag na te komen.341 De

uiteindelijke delimitatie gebeurt volgens dezelfde regels ongeacht of men zich binnen of buiten de grens van de 20 Nm bevindt.342

339 Declaration of Judge Donoghue (2012). 340 Bay of Bengal case n. 2, p. 115, para. 393. 341 ITLOS Reports 2012, p. 103, para. 394. 342 ITLOS Reports 2012, p. 117, para. 455.

57 122. In tegenstelling tot eerdere rechtspraak, eerdere rechtsleer343 en de visie van Myanmar344 besloot

het ITLOS dat delineatie delimitatie niet vooraf diende te gaan.345 De functies van de CLCS waren van

die aard dat ze geen afbreuk deden aan de delimitatie van de uiterste grenzen van het continentaal plat, maar omgekeerd stelde men ook dat de delimitatie van het continentaal plat door een internationaal tribunaal geen gevolgen had voor de procedure uitgewerkt in art. 76 LOSC.346 Daarbij

dient opgemerkt te worden dat het ITLOS wel aangaf dat, indien er significante onzekerheid had bestaan over het al dan niet aanwezig zijn van een continentale marge in het gebied ter zake er ernstige twijfel zou zijn geweest om al dan niet door te gaan met de delimitatie. 347 Indien het Hof niet

overgegaan was tot een delimitatie, dan had dit ook gevolgen gehad voor de procedure voor de CLCS, in de woorden van Bangladesh zou dit geleid hebben tot

“a jurisdictional black hole into which all disputes concerning maritime boundaries in the outer continental shelf would forever disappear.”348

123. Het ITLOS concludeerde dat:

“In the view of the Tribunal, it would be contrary to the object and purpose of the Convention not to resolve the existing impasse, Inaction in the present case, by the Commission and the Tribunal, two organs created by the Convention to ensure the effective implementation of its provisions, would leave the Parties in a position where they may be unable to benefit fully from their rights over the continental shelf.”349

124. Het feit dat de uiterste grenzen van het continentaal plat nog niet waren vastgesteld vormde, aldus het ITLOS, geen probleem meer.350 Aan de basis daarvan lag de idee dat het continentaal plat

voorbij de 200 Nm niet afhing van bepaalde procedurele zaken:

343 Magnusson citeert Kunoy dewelke stelde dat de delimitatie de tweede stap was en delineatie de eerste stap, een volgorde die niet gewijzigd kon worden, zie Bjarni Mar Magnusson, Is there a Temporal Relationship between the Delineation and the Determination of the Continental Shelf beyond 200 Nautical Miles, 28 International Journal of Marine and Coastal Law, 2013, 467.

344 Bjarni Mar Magnusson, Is there a Temporal Relationship between the Delineation and the Determination of the Continental Shelf beyond 200 Nautical Miles, 28 International Journal of Marine and Coastal Law, 2013, 468; Zie ook Baai van Bengal zaak at 104, para. 345.

345 ITLOS Bangladesh v. Myanmar 2012, para. 370. 346 ITLOS Bangladesh v. Myanmar 2012, para. 377.

347 ITLOS Bangladesh v. Myanmar 2012, para. 443, wat niet zo was, zie paras. 121 en 412. 348 ITLOS Bangladesh v. Myanmar 2012, para. 358.

349 ITLOS Bangladesh v. Myanmar 2012, para. 392 350 ITLOS Bangladesh v. Myanmar 2012, para. 410.

58 “a coastal State’s entitlement to the continental shelf exists by the sole fact that the basis of entitlement, namely sovereignty over the land territory is present. It does not require the establishment of outer limits.”351

125. Ook in de Arbitrage tussen Bangladesh en India werd geoordeeld dat de delimitatie voorbij de 200 Nm kon doorgaan en herhaalde het Arbitragetribunaal de verschillende argumenten van het ITLOS.352 In 2016 kreeg het IGH opnieuw de kans om zich uit te spreken over het geschil tussen

Nicaragua en Colombia. In tegenstelling tot de vorige twee zaken die men in dit verband geveld had, besloot het Hof dit maal om zich wel bevoegd te verklaren om de grens voorbij de 200 Nm te delimiteren. Het Hof verantwoordde diens draai door het feit dat Nicaragua ondertussen een volwaardig voorstel had ingediend bij de CLCS, wat volgens het Hof een vereiste was om delimitatie voorbij de 200 Nm mogelijk te maken. 353 Het Hof deed vervolgens ook zijn best om de ratio van het

ITLOS en het arbitragetribunaal te ondersteunen en toe te passen op de eigen zaak:354

“Since the delimitation of the continental shelf beyond 200 nautical miles can be undertaken independently of a recommendation from the CLCS, the latter is not a prerequisite that needs to be satisfied by a State party to the UNCLOS before it can ask the Court to settle a dispute with another State over such a delimitation.”355

126. Men dient op te merken dat er een belangrijk verschil is tussen de zaken die zich afspelen in de Baai van Bengaal, die een unieke geografische en juridische situatie uitmaakt, en het Caraïbische gebied, waar zulks niet het geval is. In tegenstelling tot het ITLOS en het arbitragetribunaal maakte het IGH hier geen opmerkingen over. Potentieel gaat het arrest van het IGH aldus verder dan deze van het ITLOS en het arbitragetribunaal door een potentieel gebrek aan safeguards voor toekomstige delimitatievraagstukken. Vanaf het moment dat een staat een volwaardig voorstel heeft ingediend bij de CLCS, dan wel dat er op andere manier voldoende zekerheid – dan wel gebrek aan twijfel – over het bestaan van een voldoende brede continentale marge, volstaat het voor het IGH om over te kunnen gaan tot delimitatie. 356

351 Bay of Bengal para. 409.

352 The Bangladesh v. India Arbitration Award, para. 76

353 Question of the Delimitation from the Nicaraguan Coast (Nicaragua v. Colombia), Preliminary Objections, Judgment, IGH Reports 2016, p. 132, para. 86.); Zie ook Giovanny Vega-Barbosa, ‘The admissibility of outer continental shelf delimitation claims before the IGH absent a recommendation by the CLCS’, Journal of Ocean Development and international law, 49:2, 2018, 109.

354 Nicaragua v. Colombia (2016), paras. 108-113. 355 Nicaragua v. Colombia (2016), para. 57.

356 Bjarni Mar Magnusson, Is there a Temporal Relationship between the Delineation and the Determination of the Continental Shelf beyond 200 Nautical Miles, 28 International Journal of Marine and Coastal Law, 2013, 482.

59 127. In een laatste zaak zou het IGH dit standpunt ietwat nuanceren. In Somalia v. Kenya paste het Hof nog steeds de eerder gehanteerde procedures en voorwaarden toe, maar kwam men desondanks toch ietwat terug op de ingeslagen weg in Nicaragua v. Colombia.357 Het Hof stelde dat:

“A lack of certainty regarding the outer limits of the continental shelf, and thus the precise location of the endpoint of a given boundary in the area beyond 200 nautical miles, does not, however, necessarily prevent either the States concerned before the CLCS that made its recommendations.358 (eigen markering)

128. Het Hof riep een “appropriate circumstances” formule in het leven.359 Deze techniek laat het Hof

toe om, indien nodig nog steeds een delimitatie voorbij de 200 Nm uit te voeren, maar in gevallen, waar dit inopportuun zou zijn, om welke reden dan ook, beschikt men over een uitweg om de delimitatie niet te moeten uitvoeren. Dergelijke manier van werken boet in zekere zin in aan rechtszekerheid en keert tot op zekere hoogte terug naar de case-by-case aanpak die reeds werd voorgesteld in 2012 door rechter Donoghue.360 Desondanks blijft het principe in stand dat een

delimitatie zonder een delineatie mogelijk is. Er bestaat m.a.w. geen hiërarchie tussen de twee concepten.361 Verder blijven erkend dat delineatie en delimitatie fundamenteel verschillende

processen zijn. Verschillende opinies bestaan echter aangaande het verband tussen de twee processen. Meerbepaald was het ITLOS van mening dat het ene proces geen gevolgen heeft voor het andere proces. Het IGH was echter van mening dat delineatie en delimitatie weliswaar verschillende processen zijn, maar dat ze elkaar wel kunnen beïnvloeden. Men kan terug verwijzen naar wat hierboven gezegd werd onder para 105. De Stelling en visie van het ITLOS kunnen gezien worden als een ondersteuning van de idee dat niks wat de CLCS doet een invloed heeft op het proces van delimitatie. De visie van het IGH daarentegen kan gehanteerd worden als argument voor de andere visie, namelijk dat bij alle handelingen die de CLCS stelt, men dient op te letten het delimitatieproces niet te beïnvloeden.

357 Maritime Delimitation in the Indian Ocean (Somalia v. Kenya), Preliminary Objections, judgment of 2 februari 2017, ICJ Reports 2017, p. 3.

358 Maritime Delimitation in the Indian Ocean (Somalia v. Kenya), Preliminary Objections, judgment of 2 februari 2017, ICJ Reports 2017, p. 3, para. 94.

359 Maritime Delimitation in the Indian Ocean (Somalia v. Kenya), Preliminary Objections, judgment of 2 februari 2017, ICJ Reports 2017, p. 3, para. 86.

360 Zie hierboven para. 120.

60 129. Uiteindelijk warden zoals reeds aangehaald de Rules of Procedure goedgekeurd door de Verdragspartijen, waardoor de CLCS zich kan beroepen op hun goedkeuring wat betreft diens manier van werken. Dit betekent niet dat het de beste manier van werken is. De auteur gelooft, al het voorgaande in gedachten, dat de CLCS de without prejudice clausule verkeerdelijk heeft gebruikt om zich niet met betwiste gebieden of maritieme zones te moeten bezig houden. Het risico op gebetonneerde conflicten – een groot probleem voor internationale relaties en stabiliteit, een doel van de Conventie – werd ontmijnd door de internationale hoven en rechtbanken, maar werd in zekere zin wel in het leven geroepen door de angst van de CLCS om diens functie ten volle uit te oefenen.

5.3 “Oceanic ridges”, “submarine ridges” en “submarine elevations”

130. Niet elke interpretatie die gehanteerd wordt door de CLCS werd echter goedgekeurd door de verdragspartijen. De aandachtige lezer kan een volgorde opmerken in de behandelde onderwerpen, waarin art. 76 (8) – (9) geen kwestie was voor de CLCS en art. 76 (10) e.a. een kwestie was ten dele gevormd door de CLCS maar goedgekeurd door de verdragspartijen. De interpretaties van de hierboven aangegeven begrippen werden echter volledig gevormd door de CLCS, en hebben ondertussen ook geleid tot reactie. De termen zelf kennen hun oorsprong in art. 76 (3) en art. 76 (6):

“The continental margin comprises the submerged prolongation of the land mass of the coastal State, and consists of the seabed and subsoil of the shelf, the slope and the rise. It does not include the deep ocean floor with its oceanic ridges or the subsoil thereof.”

“Notwithstanding the provisions of paragraph 5, on submarine ridges, the outer limit of the continental shelf shall not exceed 350 nautical miles from the baselines from which the breadth of the territorial sea is measured. This paragraph does not apply to submarine elevations that are natural components of the continental margin, such as its plateaux, rises, caps, banks and spurs.”

61 131. Zoals in deze paper al eerder het geval was, worden de begrippen in de LOSC zelf niet gedefinieerd.362 Verder is het ook moeilijk een wetenschappelijke definitie te hanteren, aangezien

afhankelijk van de gekozen wetenschap, de begrippen een andere betekenis krijgen.363 Aldus is een

onafhankelijke juridische interpretatie nodig. In dit verband zijn de Scientific and Technical Guidelines van de CLCS van belang.364 Onmiddellijk dienen twee opmerkingen gemaakt te worden. Vooreerst

werden deze Guidelines goedgekeurd door de CLCS, niet door de verdragspartijen. Het betreft als het ware een handleiding voor de lidstaten over wat men mag verwachten bij het indienen van een voorstel, vanop inhoudelijk vlak.365 Verder worden ze ook gehanteerd door de CLCS zelf als leidraad bij

het maken van diens aanbevelingen, teneinde een zekere rechtszekerheid en voorspelbaarheid in het systeem in te bouwen.366 Het zijn aldus geen juridisch bindende instrumenten, de facto is dit echter

bijna het geval. Het volgen van de Guidelines biedt immers de beste kans op een succesvol voorstel.367

132. Ten tweede dient ook opgemerkt te worden dat de Guidelines een veel groter aantal onduidelijkheden trachten uit te leggen dan enkel het probleem van de ruggen en verhogingen. Niet elk van deze verduidelijkingen behoeft echter uitleg, maar tevens vereist een grondigere bespreking van de Guidelines een onderzoek op zich. Het vraagstuk van de ruggen en verhogingen wordt aangehaald omdat het een interpretatieprobleem is dat rechtstreeks volgt uit art. 76 LOSC, maar eveneens vanwege de weerstand van het VK ten opzichte van de gegeven aanbeveling.

133. Vooreerst is een verduidelijking van de begrippen geologie, morfologie en geomorfologie aan de orde. Geologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de dynamiek en de fysische geschiedenis van de aarde en de aardkorst evenals diens chemische en biologische processen. De term morfologie houdt zich bezig met de vorm of structuur van zaken, waaronder de vorm van het land. Indien men vervolgens op zoek gaat naar de oorsprong, karakteristieken en ontwikkeling van deze verschillende vormen, doet men aan geomorfologie.368

362 Para. 7.1.3 Guidelines erkent dit.

363 Finn Mørk, ‘Classification of Seafloor Highs in Accordance With Article 76 of UNCLOS — Consequences of the Commission on the Limits of the Continental Shelf Recent Modifications of Its Interpretations’, Ocean Development & International Law, 49:4, 371.

364 Scientific and Technical Guidelines of the Commission on the Limits of the Continental Shelf, 13 mei 1999, CLCS/11.

365 Preambule Guidelines, zie ook para. 1.2 Guidelines. 366 Zie paras. 1.3 – 1.4

367 Para. 1.4

368 Finn Mørk, ‘Classification of Seafloor Highs in Accordance With Article 76 of UNCLOS — Consequences of the Commission on the Limits of the Continental Shelf Recent Modifications of Its Interpretations’, Ocean Development & International Law, 49:4, 368.

62 134. Het is reeds aangehaald dat de aarde grofweg kan opgedeeld worden in twee types korst, de continentale korst die het merendeel van de landmassa’s omvat en de oceaankorst die de ondergrond van de zeeën en oceanen vormt, maar ook van vele eilanden. 369 Waar de twee types elkaar raken is

het gebied dat de geologische continentale marge uitmaakt. In de Guidelines erkent de CLCS dat de begrippen niet gedefinieerd zijn in de LOSC, maar biedt men evenmin een antwoord op welke definitie men zelf zal hanteren.370 De verduidelijking die men wel biedt is dat het verschil niet op geografische

factoren zal gestoeld zijn.371 Voor de rest stelt men dat een case-by-case basis gehanteerd zal

worden.372

135. Een duidelijker antwoord op dit interpretatievraagstuk wordt geboden door de Training Manual, die voorbereid werd door DOALOS.373 Het onderscheid wordt vooreerst gemaakt op basis van

morfologie. Ruggen die morfologisch integraal deel uitmaken van de continentale marge, maar deels of geheel een andere geologische samenstelling hebben dan de landmassa van de kuststaat, worden gezien als onderzeese bergruggen. Indien de geologische samenstelling en oorsprong dezelfde zijn, speekt men van onderzeese verhogingen. 374 Indien ook de morfologie verschilt, spreekt men van

oceanische ruggen.375

369 Finn Mørk, ‘Classification of Seafloor Highs in Accordance With Article 76 of UNCLOS — Consequences of the Commission on the Limits of the Continental Shelf Recent Modifications of Its Interpretations’, Ocean Development & International Law, 49:4, 369.

370 Para. 7.1.3 Guidelines, zie para.7 e.v. over ruggen en verhogingen. 371 Para. 7.1.8 Guidelines.

372 Para. 7.2.11 Guidelines.

373 Training Manual, Division for Ocean Affairs and the Law of the Sea, Office of Legal Affairs, United Nations, New York, 2006.

374 Training Manual, Division for Ocean Affairs and the Law of the Sea, Office of Legal Affairs, United Nations, New York, 2006, p. VII-32, geciteerd in Finn Mørk, Classification of Seafloor Highs in Accordance With Article 76 of UNCLOS — Consequences of the Commission on the Limits of the Continental Shelf Recent Modifications of Its Interpretations, Ocean Development & International Law, 49:4, 373.

375 Training Manual, Division for Ocean Affairs and the Law of the Sea, Office of Legal Affairs, United Nations, New York, 2006, p. VII-31, geciteerd in Finn Mørk, Classification of Seafloor Highs in Accordance With Article 76 of UNCLOS — Consequences of the Commission on the Limits of the Continental Shelf Recent Modifications of