• No results found

Beschrijving van de werkwijze en bevindingen uit multivariate analyses

middelengebruik en riskant seksueel gedrag bij vmbo-scholieren

Bijlage 8: Beschrijving van de werkwijze en bevindingen uit multivariate analyses

Verklaring van de relatie tussen schoolniveau en ongezond gedrag

Omdat in Tabel 5 (paragraaf 3.3.2) een grote mate van overeenkomst te zien is in kenmerken die een rol spelen bij zowel roken, binge-drinken, cannabisgebruik als seks voor het 17e jaar, is ervoor gekozen om deze kenmerken nader te onderzoeken en om hun relatie met schoolniveau te verklaren. Dit is gebeurd aan de hand van zogenoemde Structurele Equatie Modellen (SEM). In dit soort modellen worden alle variabelen die de relatie tussen opleidingsniveau en ongezond gedrag verklaren, samen in één model geanalyseerd. Hierbij wordt dus ook rekening gehouden met onderlinge relaties tussen de verklarende variabelen. Het gevolg hiervan is dat de effecten strenger getoetst worden en dat de analyses een reëlere afspiegeling van de werkelijkheid geven dan regressieanalyses. In de SEM is gekozen voor de kenmerken ‘weinig monitoring van de moeder’, ‘veel vrije tijd met vrienden’, ‘onvolledig gezin’ en ‘externaliserende problemen’ (hyperactiviteit bij roken en gedragsproblemen bij binge-drinken, cannabis en seks). De resultaten van de analyses zijn te zien in Figuur 8.1 tot en met 8.4.

Weinig monitoring moeder

Figuur 8.1: Verklaring van de relatie tussen schoolniveau en dagelijks sigaretten roken.

Alle paden zijn significant met p < 0,001.

Analyses met SEM tonen aan dat er een direct, zij het niet bijzonder sterk, verband bestaat tussen het schoolniveau van jongeren en hun rookgedrag (r = 0,10, niet in figuur). Vmbo-leerlingen roken in algemene zin iets vaker dan havo- en vwo-leerlingen. Dit verband wordt deels verklaard door de kenmerken ‘onvolledig gezin’, ‘moederlijke monitoring’, ‘veel vrije tijd met vrienden’ en ‘hyperactief gedrag’. Het verband tussen roken en schoolniveau wordt namelijk zwakker na toevoeging van deze kenmerken (van 0,17 naar 0,10; niet in figuur). Het belangrijkste kenmerk in dit verband is ‘veel vrije

Schoolniveau

Veel vrije tijd met vrienden Onvolledig gezin Dagelijks sigaretten roken Hyperactiviteit , ,10 ,05 ,23 11 -,10 -,13 -,17 -,11

tijd met vrienden’. Dit kenmerk vertoont de sterkste samenhangen met zowel het schoolniveau als het rookgedrag van jongeren (r = resp. 0,17 en 0,23; Figuur 8.1). Vmbo-b-leerlingen, zo blijkt, brengen vaker dan vwo-leerlingen veel vrije tijd door met hun vrienden, en jongeren die dit doen roken gemiddeld genomen vaker dan jongeren met minder intensief peercontact. Naast de omgang met vrienden zijn de mate van moederlijke monitoring en het vertonen van hyperactief gedrag van belang. Vmbo-leerlingen hebben iets vaker dan vwo-leerlingen de indruk dat hun moeder niet zo goed op de hoogte is van wat zich afspeelt in hun leven, en jongeren die dit vinden roken naar verhouding vaker dan jongeren die wel het gevoel hebben gesuperviseerd te worden. Ook geven vmbo-leerlingen vaker aan hyperactief te zijn dan vwo-leerlingen, wat weer samenhangt met het roken van sigaretten. Voor het kenmerk ‘onvolledig gezin’ geldt dat er wel enig verband is met schoolniveau – vmbo-leerlingen wonen iets vaker in een onvolledig gezin dan vwo-leerlingen – maar het verband met het roken van sigaretten is vervolgens zeer zwak te noemen.

Schoolniveau

Weinig monitoring moeder

Veel vrije tijd met vrienden Onvolledig gezin Cannabisgebruik laatste maand Gedrags- problemen .10 .06 .21 .14 -.16 -.13 -.17 -.12

Figuur 8.2: Verklaring van de relatie tussen schoolniveau en cannabisgebruik in de afgelopen maand. Voor cannabisgebruik bestaat er een direct, maar zwak verband met schoolniveau (r = .07, niet in figuur). Opvallend is dat, na de invoering van de kenmerken in het SEM, er geen direct verband meer bestaat tussen schoolniveau en cannabisgebruik (r daalt naar 0,001; niet in figuur). Dit betekent dat de verschillen in het gebruik van cannabis tussen vmbo-, havo- en vwo-scholieren volledig terug te voeren zijn op de kenmerken in de analyse. Opnieuw is ‘veel vrije tijd met vrienden’ het belangrijkste

verklarende kenmerk. Zoals we bij het roken van tabak al zagen, brengen vmbo-leerlingen gemiddeld genomen meer vrije tijd door met leeftijdgenoten dan vwo-leerlingen. Dit intensievere samenzijn hangt

Schoolniveau

Weinig monitoring moeder

Veel vrije tijd met vrienden Onvolledig gezin Overvloedig Alcohol drinken Laatste maand Gedrags- problemen .07 .02 (n.s.) .34 .03* -.16 -.13 -.17 -.12

Figuur 8.3: Verklaring van de relatie tussen schoolniveau en overvloedig alcohol drinken in de afgelopen maand.

Alle paden zijn significant met p < ,001, met uitzondering van paden waar een * achter staat (significant met p < ,01) en paden waar (n.s.) achter staat (niet significant).

Er bestaat een direct verband bestaat tussen schoolniveau en binge-drinken (r = ,15 niet in figuur). vmbo-leerlingen drinken gemiddeld vaker overmatig alcohol dan vwo-leerlingen. Maar, net zoals bij tabak en cannabis roken, geldt ook hier dat dit verband zwakker wordt na toevoeging van de

geselecteerd persoons- en omgevingskenmerken (r daalt van 0,15 naar 0,08; niet in figuur). Het kenmerk ‘veel vrije tijd met vrienden’ springt er opnieuw uit. Intensief samenzijn met vrienden, wat vmbo-scholieren vaker doen dan vwo-scholieren, hangt samen met binge-drinken. De drie andere kenmerken laten wel enige samenhang met schoolniveau zien, maar het verband met binge-drinken is vervolgens zwak te noemen. Daarmee dragen deze kenmerken beduidend minder bij aan de duiding van de verschillen in binge-drinken tussen vmbo-, havo- en vwo-leerlingen.

Schoolniveau

Weinig monitoring moeder

Veel vrije tijd met vrienden Onvolledig gezin Seks voor 17e levensjaar Gedrags- problemen .14 .07 .25 .08 -.17 -.13 -.17 -.12

Figuur 8.4: Verklaring van de relatie tussen schoolniveau en het hebben van seks voor het 17e levensjaar.

Alle paden zijn significant met p < 0,001.

Ook voor vroege seks geldt dat er een direct, zij het zwak, verband bestaat met schoolniveau, en dat dit verband blijft bestaan na invoering van de kenmerken. Een belangrijk deel van dit verband wordt echter ‘wegverklaard’ door de kenmerken ‘veel vrije tijd met vrienden’ en ‘gedragsproblemen’ (r daalt van 0,16 naar 0,08; niet in figuur). Jongeren die veel vrije tijd doorbrengen met leeftijdgenoten hebben gemiddeld genomen eerder seks dan jongeren die minder intensief met hun peers omgaan. Hetzelfde geldt voor jongeren met gedragsproblemen. Deze groep, die groter is onder vmbo-dan vwo-leerlingen, heeft vroeger in het leven seks dan de groep jongeren zonder gedragsproblemen. De overige verbanden zijn niet bijzonder sterk en dragen weinig bij aan de duiding van de verschillen in het

experimenteergedrag van vmbo-, havo- en vwo-leerlingen op het terrein van de seksualiteit. Clustering van ongezonde gedragingen: Intensiteit peercontacten van doorslaggevend belang Aangezien de clustering van de verschillende ongezonde gedragingen duidelijk naar voren kwam uit het RIVM-rapport Spelen met gezondheid (Schrijvers en Schoemaker, 2008) en uit recente factor analyses, zijn er ook analyses met SEM gedaan waarin het verband tussen schoolniveau en de clustering van ongezond gedrag is onderzocht en verklaard. De kenmerken die in deze analyse zijn meegenomen zijn ‘weinig monitoring door moeder’, ‘veel vrije tijd doorbrengen met leeftijdgenoten’, ‘onvolledig gezin’, ‘gedragsproblemen’ en ‘hyperactiviteit’. De resultaten van deze analyse zijn te zien in Figuur 8.5.

Weinig monitoring moeder

Figuur 8.5: Verklaring van de relatie tussen schoolniveau en ongezond gedrag.

Alle paden zijn significant met p < 0,001.

Analyses met SEM hebben aangetoond dat er een direct verband bestaat tussen het schoolniveau van jongeren en de clustering van tabak en cannabis roken, binge-drinken en het hebben van seks voor het 17e jaar (r = 0,25; niet in figuur). Dit verband wordt duidelijk beïnvloed door de geselecteerde

persoons- en omgevingskenmerken (de correlatie daalt van 0,25 naar 0,11; niet in figuur). Het kenmerk ‘veel vrije tijd doorbrengen met vrienden’ vertoont de sterkste samenhang met zowel het schoolniveau van de jongeren als met de clustering van roken, drinken en seks en steekt in dat opzicht met kop en schouders boven de andere kenmerken uit. Dat vmbo-leerlingen vaker meerdere ongezonde

gedragingen tegelijk vertonen heeft dus voor een belangrijk deel te maken met hun vaak intensievere peercontacten. Naast de omgang met peers spelen ook het hebben van gedragsproblemen en het ervaren van weinig moederlijke monitoring een rol, zij het in mindere mate. Hoe groter de gedragsproblemen en beperkter de moederlijke monitoring – en dit komt onder vmbo-leerlingen vaker voor dan onder vwo-leerlingen – des te groter de kans op een ongezonde leefstijl. De verbanden met hyperactiviteit en onvolledig gezin zijn het minst sterk, al zijn ze wel significant. Vmbo-leerlingen zijn vaker hyperactief en komen iets vaker uit onvolledige gezinnen, wat weer samengaat met een iets grotere kans op het stapelen van verschillende ongezonde gedragingen.

Schoolniveau

Veel vrije tijd met vrienden Onvolledig gezin . Hyperactiviteit .15 .09 .44 14 -.10 -.13 -.17 -.12 Risicogedrag Gedrags- problemen .11 -.16