• No results found

EHBL-kit

“Eerste Hulp Begrijpend Lezen”

Onderzoeksontwerp

Een doorgaande leerlijn begrijpend lezen Jenaplanschool de Mheen

Apeldoorn

Inleiding

Voor u ligt de EHBL-kit voor het onderzoeksontwerp. Dit schooljaar staat de volgende

onderzoeksvraag centraal: “Hoe kan de doorgaande leerlijn begrijpend lezen voor de groepen 1 t/m 5 zodanig worden vormgegeven dat deze naar analogie van de bovenbouw concentrisch wordt

toegepast?” Dit klinkt ingewikkeld… Maar dit valt mee!

‘Analogie’ van de bovenbouw

Door voorgaande jaren van onderzoek werken leraren in de bovenbouw met een aantal

geselecteerde leesstrategieën en de leerkrachtvaardigheid modelen (Van Es, 2013). Nieuwsbegrip wordt gebruikt als methode voor de groepen (4) 5 t/m 8 (Vloemans, 2012). De bovenbouw wisselt het aanbod af met Nieuwsbegrip en de Cito oefenboeken voor begrijpend lezen.

Begrijpend lezen in de groepen 1 t/m 5

In de onderbouw staat begrijpend luisteren centraal. Hier wordt al veel aandacht aan geschonken tijdens het (interactief) voorlezen. In groep 3 en 4 staat het leren lezen centraal. Het aanvankelijk en voortgezet technisch lezen neemt in deze groepen veel tijd in beslag. Toch vragen veel oefeningen van Leeslijn ook om tekstbegrip, hier wordt dus al wel aan gewerkt in deze groepen. Kinderen die het lezen goed onder de knie hebben krijgen de mogelijkheid om in groep 4 al met Nieuwsbegrip te starten. Vanaf groep 5 wordt hier wekelijks mee gewerkt. Elke woensdag is er sprake van preteaching met leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit zijn al hele waardevolle bevindingen.

Concentrisch toepassen van de doorgaande leerlijn begrijpend lezen

Concentrisch wil zeggen, met hetzelfde middelpunt. Een concentrische leerlijn is een leerlijn waarbij dezelfde stof enige malen, telkens uitgebreider, wordt behandeld (Van Dalen, 2013). Elke leraar volgt de tussendoelen t.a.v. begrijpend lezen van de eigen groep/bouw. Om hier een concentrische

toepassing te realiseren kunnen de leesstrategieën al vanaf de onderbouw ingezet worden tijdens het interactief voorlezen. De leerkrachtvaardigheid modelen (hardop denkend voordoen) is een belangrijke sleutel in dit proces.

Pompert (2008) schrijft hier het volgende over: “De meeste strategieën kunnen aangeboden worden in alle groepen. Vanaf groep 1-2 wordt met de kinderen gelezen en doen zich tal van situaties voor waarbij leesstrategieën aan bod komen. Als leerlingen zelf gaan lezen, wordt de expliciete aandacht voor begrijpend-leesstrategieën geïntensiveerd” (p.117). De opbouw van leesstrategieën zit volgens Pompert (2008) niet zozeer in de selectie ervan per leerjaar, maar in andere factoren: van grofmazig naar fijnmazig toepassen, van geïsoleerd naar geschakeld, van meer naar minder aansturing door de leerkracht, van mondelinge vormen naar steeds meer schriftelijke vormen en van toepassing op eenvoudige teksten naar toepassing op complexe teksten.

Gewenste verbetering

De gewenste verbetering is dat de doorgaande leerlijn begrijpend lezen concentrisch toegepast wordt binnen de school. Belangrijke aspecten hiervan zijn het modelen, kennis van de tussendoelen, een eenduidig instructiemodel en een beperkt aantal leesstrategieën inzetten bij het begrijpend luisteren in de onderbouw en begrijpend lezen in de midden- en bovenbouw. Förrer & Van de Mortel (2011) schrijven: “Om te komen tot een doorgaande lijn, is het wenselijk dat er op schoolniveau afspraken gemaakt worden over de strategieën die belangrijk zijn en over de wijze waarop leerlingen leren deze strategieën te gebruiken. Dit is een onderdeel van het leesbeleid van de school, dat schriftelijk wordt vastgelegd. Algemene afspraken over strategiegebruik betreffen het hele team. Om te bereiken dat leerlingen als zelfstandige lezers de basisschool verlaten en verschillende soorten teksten met begrip kunnen lezen, moet al in groep 1 de basis worden gelegd” (p.45).

Inhoudsopgave

Inleiding p. 2

Hoofdstuk 1: Het ontwerp p. 4

Hoofdstuk 2: Registreren p. 6

Hoofdstuk 3: Evalueren p. 9

Hoofdstuk 4: Achtergrondinformatie p. 11

Literatuurlijst p. 13

Bijlagen p. 14

Bijlage 1: Strategieposter p. 14

Bijlage 2: Routekaarten p. 16

Bijlage 3: Instructiemodel begrijpend luisteren/begrijpend lezen p. 22

Bijlage 4: Werkmiddag p. 25

1. Het ontwerp

Om de doorgaande leerlijn begrijpend lezen zichtbaar te maken binnen de school en dit concentrisch toe te passen is er een ontwerp ontwikkeld. Dit ontwerp zal een periode van 6 weken gehanteerd worden door alle leraren van de onder- en midden- (en boven)bouw. De eindmeting zal alleen plaatsvinden in de onder- en middenbouwgroepen, aangezien het onderzoek op deze groepen gericht is.

Wanneer?

Week 6: testen ontwerp (in 2 groepen OB/MB), eventueel aanpassen ontwerp op basis van de bevindingen.

Week 7: woensdagmiddag 12 februari werkmiddag begrijpend lezen, de bovenbouw geeft een voorbeeld van de leerkrachtvaardigheid modelen.

Week 8: voorjaarsvakantie

Week 9/10 t/m 14/15: Uitvoeren ontwerp; 6 weken

Week 16: Eindmeting (lesobservaties door studenten leergroep, zoals al eerder is gedaan tijdens de beginmeting in week 50, 2013).

Wat en hoe?

1. Kaarten met leesstrategieën in elke groep

De geselecteerde leesstrategieën voorspellen, vragen stellen, visualiseren, verhelderen, verbinden, samenvatten en afleiden zullen door middel van pictogrammen en hulpvragen zichtbaar worden op kaarten in elke groep (zie bijlage 1). De kaarten zullen vanaf 24 februari 2014, minimaal twee maal per week ter ondersteuning/visualisatie tijdens activiteiten/lessen in begrijpend luisteren en/of begrijpend lezen gebruikt worden. In de onderbouw zal dit tijdens twee momenten van interactief voorlezen zijn, en in de middenbouw tijdens de instructie en gezamenlijk afsluiting van de les

begrijpend lezen. Leraren uit de onder- en middenbouw leren tijdens de werkmiddag (12 februari) te werken met deze strategieën en de leerkrachtvaardigheid modelen.

Gedurende de 6 weken plannen jullie wekelijks de twee momenten waarin deze kaarten gebruikt zullen worden, en beschrijven welke strategieën aan de orde zullen komen. Per week kiezen jullie één tekst (één voorleesboek/één tekst van bijvoorbeeld Nieuwsbegrip), die jullie herhaald (voor)lezen. Het is wenselijk dat je een afwisseling maakt in informatieve en fictieve teksten. In hoofdstuk 2 tref je een registratieformulier aan, hierop registreer je per week welke teksten je hebt gebruikt, of deze tekst zakelijk of fictief is, welke twee activiteiten je hebt gedaan en welke

strategieën aan bod zijn gekomen. Dit zal wekelijks op vrijdag geïnventariseerd worden, waardoor het stimuleren van afwisseling in strategieën mogelijk is, en er ruimte is om vragen te stellen.

2. Routekaarten per bouw

Voor elke bouw is er een routekaart (zie bijlage 2) gemaakt waarop voorwaarden voor het kind om te kunnen starten met begrijpend luisteren/lezen in deze bouw, de tussendoelen en de rol van de leraar in dit proces beschreven staan. Wanneer deze kaarten opvolgend in onder-, midden- en bovenbouw worden gelegd, zal de doorgaande lijn als een puzzel zichtbaar worden. De routekaarten dienen ter ondersteuning. Ter inspiratie staan op de achterzijde van elke kaart ideeën voor een gevarieerd aanbod. Jullie dienen deze kaarten te bestuderen, zodat je weet wat de doelen op groeps- en

schoolniveau zijn. Vervolgens dienen jullie de routekaart van je eigen bouw als uitgangspunt voor het onderwijs in begrijpend lezen te gebruiken.

3. Integratie en communicatie: werkmiddag, collegiale consultaties & vergaderingen

Werkmiddag: Er zal een werkmiddag over modelen en strategiegebruik verzorgd worden door de bovenbouwleraren voor de onder- en middenbouwleraren. Tijdens de werkmiddag is er een gezamenlijke start (Ruth en Maaike bespreken verloop onderzoek, bespreken de routekaarten).

Vervolgens presenteren leraren van de bovenbouw de leerkrachtvaardigheid ‘modelen’ a.d.h.v. een werkvorm. Na deze werkvorm splitsen de bouwen op  elke bouw denkt na over leesstrategieën, hoe kunnen de leesstrategieën binnen de eigen bouw toegepast worden/ jullie geven een voorbeeld bij alle strategieën, wat wordt er al aan gedaan? Jullie schrijven dit op een flip-over. Tot slot is er een gezamenlijke terugkoppeling: uitwisseling van de flappen, wat is er nog niet benoemd (Ruth en Maaike vullen aan a.d.h.v. theorie).

Collegiale consultaties: Na de werkmiddag zullen er collegiale consultaties plaatsvinden waarin jullie een les begrijpend luisteren/lezen observeren in een andere groep. Leidraad in deze consultaties zal het instructiemodel begrijpend luisteren/begrijpend lezen zijn (bijlage 3). Voel je niet opgelaten, niet alle aspecten van dit instructiemodel hoeven aan bod te komen. Wij hopen jullie met dit model nieuwe input te geven, en bewustwording te creëren. Onderstaand een planning van de collegiale consultaties. Je bent vrij om te kiezen welke les je verzorgt, het mag interactief voorlezen zijn (in alle groepen, probeer hierbij wel te modelen en met leesstrategieën te werken), een les uit het Cito oefenboek, of een tekst van Nieuwsbegrip.

Dinsdag 4 maart

Bovenbouw verzorgt een les Invaller bij de onderbouw

Instructie door Observant

8:45-9.30 Ben Marian 9.30- 10:15 Monique  Anita 10:15-11:00 Carlene  Carla Maandag 10 maart

Onderbouw verzorgt een les Invaller bij de middenbouw

Instructie door  Observant

8:30-9:15 Anita  Koert 9:30-10:15 Marian  Agnes 11:00-11:45 Carla  Dimphy Dinsdag 11 maart

Middenbouw verzorgt een les Invaller bij de bovenbouw

Instructie door  Observant

8:30-9:15 Agnes  Monique 10:30-11:15 Dimphy  Carlene 11:15-12:00 Koert  Ben Vergaderingen: Tijdens bouwvergaderingen in week 9 t/m 14 zullen bevindingen worden besproken en krijgen jullie de mogelijkheid om knelpunten en waardevolle uitkomsten te bespreken. Jullie geven elkaar voorbeelden van modelen/strategiegebruik uit de eigen praktijk. Voor de

bouwvergadering van week 11 vullen jullie een evaluatieformulier in, deze staat beschreven in hoofdstuk 3.

Bouwvergaderingen week 11 (week 3 van het ontwerp):

Onderbouw Donderdag 13 maart Middenbouw Donderdag 13 maart Bovenbouw Dinsdag 11 maart

Tot slot: vastleggen en borging

Na 6 weken het ontwerp te hebben ingezet zal er een eindmeting plaatsvinden. Studenten uit de leergroep zullen net als in week 50 (2013) een les begrijpend luisteren of lezen observeren in de groep. Na al deze bevindingen zal er, in samenspraak met jullie, en op basis van alle bevindingen een leesbeleid t.a.v. begrijpend luisteren/lezen worden opgesteld. Dit beleid wordt schriftelijk vastgelegd, voor de schooljaren 2014-2017. Het document is voor het schoolbestuur en voor natuurlijk als richtlijn voor jullie. Het zal gedigitaliseerd worden in Dropbox. Het beleidsplan zal in volgende jaren van onderzoek geactualiseerd worden door opvolgende studenten, die het onderzoek naar

begrijpend lezen voort zullen zetten. Ruth blijft hier een rol in spelen en zal dit borgen.

2. Registreren

Op de volgende pagina tref je een registratieformulier aan waarop je wekelijks registreert welke tekst je gebruikt, welke activiteiten/lessen je hierbij hebt gegeven en welke strategieën aan bod zijn gekomen.

Per week kies je dus één tekst, deze behandel je twee keer in deze week. Kies per bouw één

boek/tekst die centraal staat in de week. De onderbouw kan dus kiezen voor één prentenboek, die in alle drie de groepen voorgelezen wordt. De middenbouw kan hiervoor de tekst van Nieuwsbegrip gebruiken, maar laat ook fictieve teksten aan bod komen (bijvoorbeeld: drie weken een tekst van Nieuwsbegrip, drie weken een verhaal/prentenboek).

Het is heel belangrijk om gedurende de zes weken één richtlijn voor ogen te houden: Het doel is tekstbegrip! De leesstrategieën zijn een hulpmiddel hiervoor, niet het uiteindelijke doel.

Voor de middenbouw is het van belang dat de leesstrategieën zo snel mogelijk door de leerlingen zelf worden gebruikt. De afbeelding (Fisher & Frey, 2008) verduidelijkt dit. Eerst zal de leraar de

leesstrategieën modelen. Vervolgens is er een begeleide inoefening waarbij de leraar dit samen met de leerlingen toepast. Vervolgens kunnen leerlingen samen leesstrategieën inzetten. Tot slot dient de leerling dit individueel toe te

passen.

In het registratieformulier arceren daarom de

middenbouwleraren ook in welke fase de

leesstrategieën zijn gehanteerd:

Fase 1: I do it Fase 2: We do it

Fase 3: You do it together Fase 4: You do it alone

Leraren in de onderbouw zullen dit met name zelf toepassen (fase 1), maar kunnen leerlingen zeker uitdagen om hierin deel te nemen (fase 2), door middel van boekoriëntatie en het bekijken van de prenten.

Week Gekozen tekst (één per week)

Activiteit 1 Activiteit 2 Welke

leesstrategieën zijn ingezet (modelen)?

1 Gekozen tekst: Korte omschrijving les/activiteit 1:

Voorafgaand aan het lezen aandacht besteedt aan? Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee

Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee

Middenbouw:

In welke fase worden leesstrategieën

2 Gekozen tekst: Korte omschrijving les/activiteit 1:

Voorafgaand aan het lezen aandacht besteedt aan? Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee

Middenbouw:

In welke fase worden leesstrategieën

3 Gekozen tekst: Korte omschrijving les/activiteit 1:

Voorafgaand aan het lezen aandacht besteedt aan? Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee

Middenbouw:

In welke fase worden leesstrategieën

4 Gekozen tekst: Korte omschrijving

Voorafgaand aan het lezen aandacht besteedt aan?

Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee

Middenbouw:

In welke fase worden leesstrategieën

5 Gekozen tekst: Korte omschrijving les/activiteit:

Voorafgaand aan het lezen aandacht besteedt aan? Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee

Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee

Middenbouw:

In welke fase worden leesstrategieën

6 Gekozen tekst: Korte omschrijving les/activiteit:

Voorafgaand aan het lezen aandacht besteedt aan?

Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee Na het lezen geëvalueerd op het leesdoel? ja/nee

Middenbouw:

In welke fase worden leesstrategieën

3. Evalueren

Wekelijks registreer je welke tekst je gekozen hebt, of deze tekst een zakelijke of fictieve tekst is, welke twee activiteiten je hebt uitgevoerd en welke strategieën aan bod zijn gekomen. Dit registratieformulier staat in hoofdstuk 2.

Voor de bouwvergadering van week 11 (week 3 van het ontwerp) schrijf je een korte evaluatie:

Evaluatie van:

Datum:

Ik heb de volgende strategieën kunnen modelen tijdens mijn lessen:

Dit zijn waardevolle opbrengsten die ik met jullie wil delen:

Knelpunten:

Dit neem ik mee uit de collegiale consultatie:

Maaike en/of Ruth zullen aanwezig zijn bij deze bouwvergaderingen, zij verzamelen deze evaluaties, kunnen hulp bieden en vragen beantwoorden. De evaluaties en registraties worden opgenomen in een centraal logboek. Door middel van het centrale logboek monitoren en evalueren Ruth en Maaike wekelijks, en kunnen zij tijdens de zes weken waarin het ontwerp wordt ingezet interveniëren.

Na de zes weken uitvoeren van het ontwerp vult iedereen een evaluatie van het ontwerp in:

Ingevuld door:

Datum:

Ontwerpeisen Voldoet het ontwerp aan de eisen?

Het ontwerp maakt leesstrategieën zichtbaar in de school (ik had hier houvast aan en de leerlingen werden gestimuleerd dit (autonoom) te gebruiken)

Het ontwerp gaf mij handvatten om de instructievaardigheid modelen toe te passen (werkmiddag en deze handelingswijzer)

Het was haalbaar om het ontwerp twee keer per week inzet te zetten – ik kon tijdens deze twee momenten strategiegebruik stimuleren door middel van modelen

Het ontwerp brengt een doorgaande lijn in begrijpend lezen voor de gehele school in kaart

Ik heb input en ondersteuning van

bovenbouwleraren als waardevol ervaren

Het ontwerp bracht leren van en met elkaar in beweging

Het ontwerp is praktisch, uitvoerbaar en overzichtelijk

4. Achtergrondinformatie

Leesstrategieën

Er zijn strategieën op drie niveaus te onderscheiden:

Förrer & Van de Mortel (2011) schrijven: “Bij elke activiteit waarbij leerlingen de inhoud van een tekst moeten begrijpend besteedt de leerkracht voorafgaand aan het lezen aandacht aan:

Het verhelderen van het leesdoel: waarom gaan we deze tekst lezen? Wat kunnen we na het lezen van de tekst? Wat gaan we na het lezen met de informatie doen?

Oriëntatie op de tekst: Wat is het voor een soort tekst? Wat is de eerste indruk van de inhoud van de tekst en de structuur/vorm van de tekst?

Kennis en woordenschat actualiseren: De leerkracht zorgt ervoor dat leerlingen de (woord)kennis hebben die nodig is om de tekst te begrijpen.

Tijdens het lezen controleert de lezer regelmatig het leesbegrip en past hij als het nodig is herstelstrategieën toe.

Na het lezen komt het leesdoel weer terug. Is het doel bereikt? Wat gaan we met de tekst doen?

De sturings- en herstelstrategieën komen dus vrijwel in elke les aan de orde. Dat geldt niet voor de leesstrategieën. In de aanleer fase leert de leerkracht de leesstrategieën afzonderlijk aan. Deze leesstrategieën helpen leerlingen actief te blijven lezen. Uiteindelijk moeten zij deze strategieën flexibel kunnen toepassen” (p.47).

Het doel is dat leerlingen zo snel mogelijk zelf strategieën flexibel kunnen gebruiken om teksten te gebruiken (Harvey & Goudvis, 2007). Förrer & Van de Mortel (2011): “Leesstrategieën zijn

gereedschap. Kinderen moeten leren hoe ze het gereedschap kunnen gebruiken en het gaat erom dat ze met de verschillende gereedschappen zo snel mogelijk iets kunnen maken!”(p.47).

In de groepen worden de volgende leesstrategieën (Förrer & Van de Mortel, 2011) zichtbaar gemaakt op een poster:

Voorspellen: Een inschatting maken van wat er mogelijk kan gebeuren op basis van wat je al weet.

Sturingsstrategieën

- Leesdoel bepalen - Oriëntatie op de tekst - Actualiseren van kennis en woordenschat - Actief lezen door

toepassen leesstrategieën - Controleren van begrip - Toepassen van

herstelstrategieën - Controle bereiken leesdoel

- Een stukje opnieuw lezen - Een stukje verder lezen - Naar illustraties kijken - Hulp vragen

Vragen stellen: Vragen stellen die de tekst bij je oproept en tijdens het lezen op zoek gaan naar antwoord.

Visualiseren: Je beelden vormen bij de tekst en je inleven in de tekst, met al je zintuigen.

Verbinden: De tekst in verband brengen met wat je al weet en wat je hebt meegemaakt.

Samenvatten: Op zoek gaan naar de hoofdgedachte en de belangrijkste informatie in de tekst.

Afleiden: Interpreteren van wat er niet letterlijk staat, maar wat de schrijver wil zeggen (p. 46).

De posters die reeds in de bovenbouwgroepen hangen bevatten dezelfde leesstrategieën, maar zijn door Jolien vormgegeven in een stappenplan. Dit is niet van toepassing voor de onder- en

middenbouw. De picto’s zullen vrijwel hetzelfde zijn, zodat het voor leerlingen direct te herkennen is.

Er is op basis van onderzoeken geen duidelijke aanwijzing dat de leesstrategieën in een bepaalde volgorde moeten worden geïntroduceerd (Harvey & Goudvis, 2007; Au, 2009).

Förrer & Van de Mortel (2011, p.43) beschrijven wat er wel duidelijk is over het leren gebruiken van leesstrategieën:

Dat expliciete instructie, waarbij de leerkracht de leesstrategieën hardop denkend demonstreert, goed werkt;

Dat leerlingen de toepassing van afzonderlijke strategieën moeten oefenen;

Dat leerlingen de toepassing van meerdere strategieën tegelijk moeten oefenen;

Dat leesstrategieën binnen een leerjaar herhaaldelijk aan bod moeten omen;

Dat leesstrategieën gedurende de hele schoolloopbaan herhaaldelijk aan bod moeten komen.

Modelen

Tijdens de werkmiddag zullen jullie concrete voorbeelden zien van hoe modelen toe te passen is.

Förrer & Van de Mortel (2011) schrijven: “Leerlingen kunnen de vaardigheid lezen met begrip niet ontwikkelen door uitsluitend leesstrategieën te leren en allerlei (schriftelijke) reproductieve vragen en opdrachten uit te voeren. Een goede

begrijpend lezer voert tijdens het lezen complexe denkprocessen uit. Het is belangrijk dat de leraar laat zien hoe die processen werken door leerlingen een ‘kijkje te geven in zijn/haar eigen hoofd’. Dit voordoen en hardop denkend demonstreren wordt modelen genoemd. De leraar staat model als goede begrijpend lezer. Om ervoor te zorgen dat leerlingen deze denkprocessen leren sturen en controleren, is het van belang dat

zij, na de fase van het demonstrerend voordoen, onder begeleiding zelf leesstrategieën gaan toepassen” (p.96).

De afbeelding (Fisher & Frey, 2008) weergeeft het proces van modelen. Eerst doet de leerkracht hardop denkend voor (ik doe het), er volgt een begeleide inoefening (wij doen het), vervolgens leren leerlingen het in duo’s toe te passen (jullie doen het) om tot slot de leerlingen het zelfstandig toe te laten passen (jij doet het). Het is van groot belang om vanaf de middenbouw de leerlingen zo snel mogelijk deze strategieën zelf toe te laten passen (we do it, you do it together, you do it alone).

Het begrijpen van de tekst staat altijd voorop, de leesstrategieën zijn hulpmiddelen om dit te bereiken, maar zeker niet het hoofddoel van de les! Controleer dus altijd of de tekst begrepen wordt (aan de hand van strategieën).

Succesvol modelen

• verplaats je in het denkproces van de leerling

• maak kleine stappen

• denk vanuit de ik-vorm

• houd het kort, beperk wat je zegt

• modelen is bruikbaar voor, tijdens en na het lezen

• maak zichtbaar dat je modelt: wijs naar je hoofd, benoem: ik denk nu….

• modelen is níet het stellen van vragen over en het uitleggen van de tekst

• oefen, er is veel tijd nodig om je denkproces functioneel hardop in te zetten

• modellen mag niet ten koste gaan van het leesproces en leesplezier Bouwman (2010, p.6)

Literatuurlijst

Au, K.H. (2009). Promoting powerful comprehension instruction. Reading Today 27(2), 17-18.

Bouwman, A. (2010). Hardop oefenen met leerlingen in je kielzog. Didactief 40(8), 5-8.

CED groep (2014). Pictogrammen Nieuwsbegrip. Verkregen op 20 januari 2014, via

CED groep (2014). Pictogrammen Nieuwsbegrip. Verkregen op 20 januari 2014, via