• No results found

3. Extensief: bij de natuurinclusieve ontwikkelinrichting is een pakket van mitigatiemaatregelen gehanteerd dat uitgaat van de principes van natuurinclusieve bedrijfsvoering zoals in het vorige

2.4.3 Bemesting en bodembewerking

Voor het beschrijven van maatregelen met betrekking tot bemesting en bodembewerking is ervoor gekozen om de maatregelen te groeperen volgens de 4R-strategie. Via deze 4R-strategie is een indeling gemaakt voor maatregelen die een effect hebben op het bemestingsplan en het graslandbeheer in de melkveehouderij en akkerbouw. 4R refereert aan Right amount, Right type, Right place en Right time.

Right amount vertaalt zich naar maatregelen die betrekking hebben op de hoeveelheid mest die wordt

aangevoerd. Right type heeft betrekking op maatregelen die resulteren in een aanpassing in het type meststof. De maatregelen die vallen onder Right place en Right time hebben een effect op het moment van bemesten en bewerken van het gras- en akkerland en de plaatsing van de mest.

In Tabel 5 zijn de bemesting-gerelateerde maatregelen beschreven per categorie en onderscheiden naar akkerbouw en melkveehouderij. Niet iedere maatregel valt per definitie onder een van de categorieën van de 4R. Voor de beschrijving is een maatregel echter daar geplaatst waar het meeste effect optreedt. Behalve de aan bemesting gerelateerde maatregelen zijn ook een aantal maatregelen meegenomen die effect hebben op koolstof (C) vastlegging in de bodem. Deze maatregelen staan kort beschreven in Tabel 6. In Bijlage 1 staat een gedetailleerde beschrijving en inschatting van het reductiepotentieel van de maatregelen. De reductiepercentages of hoeveelheden zijn ingeschat ten opzichte van de totale emissies zoals gerapporteerd in 2017.

Tabel 5 Samenvatting uitgangspunten ten aanzien van bemestingsmaatregelen in de drie gehanteerde maatregelpakketten (zie Bijlage 1 voor een gedetailleerde beschrijving).

Categorie Invulling maatregelpakket

Basis 2050 Alles-uit-de-kast Extensief

Mesthoeveelheid Akkerbouw N- en P-gebruiksnormen aanscherpen, beperkte verlaging kunstmestgift (met 15 kg N/ha) door teelt stikstofbindende eiwitgewassen

N- en P-gebruiksnormen aanscherpen, verlaging kunstmestgift (met 30 kg N/ha) door teelt stikstofbindende eiwitgewassen Melkvee N- en P-gebruiksnormen aanscherpen, kunstmestgift verminderen door toepassing grasklaver in tijdelijk grasland (30 kg N/ha) N- en P-gebruiksnormen aanscherpen, beperkte toepassing grasklaver in tijdelijk grasland (10 kg N/ha) N- en P-gebruiksnormen aanscherpen, kunstmestgift sterk verminderen door toepassing grasklaver in tijdelijk en permanent grasland (80 kg N/ha) Type bemesting Akkerbouw Toepassing van

nitrificatieremmers in kunstmest (10% reductie N2O-emissie) en toediening van de in de stal gescheiden vaste mest als meststof

Toepassing van nitrificatieremmers in kunst en dierlijke mest (20% reductie N2O- emissie) en toediening van de in de stal

gescheiden vaste mest als meststof

Toediening van de in de stal gescheiden vaste mest als meststof

Melkvee Toepassing van nitrificatieremmers in kunstmest (10% reductie N2O-emissie) en toediening van de in de stal gescheiden vaste mest als meststof

Toepassing van nitrificatieremmers in kunstmest en dierlijke mest (20% reductie N2O- emissie) en toediening van de in de stal

gescheiden vaste mest als meststof

Toediening van de in de stal gescheiden vaste mest als meststof

Mestplaatsing Akkerbouw Precisiebemesting en infiltreren/bezinken van oppervlakkige afspoeling

Melkvee Toepassing sleepvoetverbod, precisiebemesting, en aanbrengen bufferstroken in grasland

Verhoging diversiteit grasland

Maximale inzet diversiteit grasland

Timing

mestaanwending

Akkerbouw Aanvullende toedieningsmaatregelen mest en groenbemesters

Tabel 6 Samenvatting uitgangspunten ten aanzien van bodem koolstof maatregelen in de drie gehanteerde maatregelpakketten (zie Bijlage 1 voor een gedetailleerde beschrijving).

Categorie Invulling maatregelpakket

Basis 2050 Alles-uit-de-kast Extensief

Bodem C- maatregelen

Akkerbouw Extensiveren bouwplan naar 1:4-rotatie met een kleiner aandeel rooigewassen, beperkte toepassing minimale grondbewerking

Beperkte toepassing minimale grondbewerking

Extensiveren bouwplan naar 1:5-rotatie met

rustgewassen en minder aandeel rooigewassen, sterke inzet op minimale grondbewerking Meer vaste mest, groenbemesters, infiltreren/bezinken oppervlakkige afspoeling hebben tevens een effect op bodem C en worden in Tabel 3 nader toegelicht per maatregelpakket.

Melkvee Beperkte vervanging van teelt snijmais door gras, beperkte inzet

kruidenrijkgrasland

Beperkte vervanging van teelt snijmais door gras

Aanzienlijke vervanging van teelt snijmais door gras, maximale inzet kruidenrijkgrasland Meer vaste mest, verhoging leeftijd grasland, grasklaver in tijdelijk grasland en bufferstroken in grasland hebben tevens een effect op bodem C en worden in Tabel 5 nader toegelicht per maatregelpakket.

Het reductiepotentieel voor N2O-bodememissies is ongeveer hetzelfde voor alle drie

maatregelpakketten (Tabel 7), ook al zijn er duidelijke verschillen tussen de maatregelpakketten. In het extensieve pakket wordt bijvoorbeeld veel meer ingezet op toepassing van meer stikstofbindende gewassen en klaver, waardoor N2O-emissies lager zijn, terwijl in het alles-uit-de-kast-pakket op meer

technische maatregelen zoals nitrificatieremmers wordt ingezet. Uiteindelijk hebben beide

maatregelen min of meer hetzelfde reductiepotentieel. Voor ammoniak is het reductiepotentieel groter voor het extensieve maatregelpakket, aangezien hier meer beweiding plaatsvindt en een lagere input van kunstmest. Het reductiepotentieel van de maatregelen voor N- en P-uit- en afspoeling is bijna hetzelfde voor de drie pakketten: deels komt dit door toepassing van dezelfde maatregelen en deels doordat het effect van efficiëntere bemesting in het alles-uit-de-kast-pakket wordt opgeheven door het intensievere bouwplan met gemiddeld hogere bemesting.

Tabel 7 Reductiepotentieel (% t.o.v. huidige (2017) emissie per ha voor referentie 2050 en per maatregelpakket voor bodem gerelateerde emissies (bodem C-vastlegging is weergegeven in ton CO2/ha). Referentie 2050 Basis 2050 Alles-uit-de- kast Extensief N2O-bodememissies Grasland 1 22 25 23 Akkerland 5 38 42 42 NH3-emissies beweiding en mesttoediening Grasland 4 27 22 37 Akkerland 4 49 46 60 CO2-vastlegging landbouw- bodems (ton CO2/ha)

Grasland 0 0,6 0,5 0,7

Akkerland 0 1,3 1,3 1,6

N-uit- en afspoeling Grasland 19 41 43 36

Akkerland 17 24 26 23

P-uit- en afspoeling Grasland 0 10 10 10

Akkerland 0 15 14 16

Voor CO2-vastlegging in landbouwbodems is de potentie het grootst in het extensieve pakket. Voor

akkerland is de potentie per hectare hoger dan in grasland, aangezien daar meer maatregelen mogelijk zijn dan voor grasland en er nu nog weinig maatregelen specifiek op C-vastlegging genomen worden. Omzetting van akkerland naar grasland draagt ook sterk bij aan C-vastlegging, en deze landgebruiksverandering is ook in de berekeningen met de optimalisatietool meegenomen. Ook voor uit- en afspoeling van stikstof en fosfaat naar grond- en oppervlaktewater is het verschil tussen de

maatregelpakketten beperkt doordat een deel van de maatregelen passen in alle pakketten (no

regret- opties) en een deel van de maatregelen wel verschillen tussen de pakketten, maar uiteindelijk

een min of meer gelijk effect hebben. Voor uit- en afspoeling van fosfaat en stikstof is een beperkt reductiepotentieel voorzien van 10-15%, aangezien de aanvoer vanuit dierlijke mest nog relatief groot blijft en veel van de maatregelen slechts een beperkt effect hebben. Veel van de maatregelen met effect op N- en P-uitspoeling worden in alle scenario’s genomen. In de natuurinclusieve scenario’s is er nog wel een risico op extra N-en P-uit- en afspoeling door meer mest in de uitlopen bij varkens; dit effect is echter niet meegenomen in de berekeningen.