• No results found

7. Fiscale beperkingen inkoop eigen aandelen

7.6 Beleidsbesluit over dividendbelasting bij inkoop eigen aandelen

Recent staat ter discussie de dividendbelasting bij inkoop van eigen aandelen. De belastingdienst heeft een besluit bekend gemaakt over de heffing van dividendbelasting bij inkoop van eigen aandelen via de

effectenbeurs. Onder bepaalde omstandigheden hoeft een beursgenoteerde onderneming geen brutering van 100/85 toe te passen op de dividendbelastinggrondslag. Dit is het verschil tussen de inkoopprijs minus het gemiddelde op de aandelen gestorte kapitaal. De situatie waarop deze regel betrekking heeft luidt: op het moment van de start van het inkoopprogramma kunnen er aandeelhouders zijn al aandelen in de inkopende beursvennootschap hebben. Waanneer deze aandeelhouders de aandelen niet met het oog op de inkoop hebben verworven en evenmin de bedoeling hadden hun aandelen via het zogeheten Second trading line te verkopen. In de overige gevallen moet een inkopende vennootschap wel overgaan op de toepassing van de 100/85 regel die als grondslag ligt voor de dividendbelasting en daarover ook dividendbelasting afdragen. Hieronder zal dit besluit verder worden toegelicht.

18 Wettekst komt uit Belastingwetten Kluwer 34e druk Wet Vennootschapsbelasting artikel 10c PP 398

19 De basis van deze tekst is te vinden op www.minfin.nl/nl/actueel/kamerstukken_en_besluiten,2007/05/CPP07-983.html de titel luidt Inkoop van eigen aandelen via de beurs

In beginsel is over de inkoop van eigen aandelen 15% dividendbelasting verschuldigd over het verschil tussen de inkoopprijs en het gemiddelde op de desbetreffende aandelen gestorte kapitaal. Dit geldt ook bij inkoop van eigen aandelen via de effectenbeurs.(Euronext). Bij beursgenoteerde vennootschappen zijn de aandeelhouders niet bekend en moet de inkopende vennootschap de dividendbelasting voor haar eigen rekening nemen. Volgens een wettelijke bepaling vindt voor de berekening van de dividendbelasting in beginsel een brutering van de opbrengst plaats met de factor 100/85. Over de gebruteerde opbrengst vindt vervolgens heffing van dividendbelasting plaats. Brutering is overigens niet aan de orde als in een concrete situatie de wettelijke faciliteit voor de inkoop van aandelen van toepassing is, waardoor inhouding van dividendbelasting achterwege mag blijven.

Aangezien brutering bij inkoop van eigen aandelen fiscaal nadelig is, zoeken beursvennootschappen naar mogelijkheden om deze nadelen te vermijden. Dit kan op twee manieren gebeuren. De eerste is de Forward Purchase Agreement en de tweede manier is de Second Trading Line. De eerste wordt ook wel inkoop van eigen aandelen via tweede loket genoemd. Centraal staat bij de FPA en de STL dat beursgenoteerde vennootschappen eigen aandelen inkopen van hen bekende aandeelhouders. De belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën aangegeven of bij een FPA of STL de brutering aan de orde komt en of dividendbelasting

verrekenbaar is met verschuldigde vennootschapsbelasting dan wel recht op teruggaaf bestaat.

7.6.1 Forward Purchase Agreement

Een FPA is een overeenkomst tussen een inkopende beursvennootschap en een derde partij(veelal financiële instelling). Dit is ook bekend onder de naam inkoop van eigen aandelen via zogenaamd tweede loket. Deze derde partij verwerft van de inkopende beursvennootschap via de beurs en deze levert door aan de inkopende

beursvennootschap. In de FPA worden onder andere afspraken gemaakt over de hoeveelheid, het tempo of de prijs van de af te nemen aandelen ter inkoop.

Volgens de staatssecretaris is feitelijk sprake van het op indirecte wijze inkopen van eigen aandelen op de beurs van onbekende aandeelhouders en is de brutering toch van toepassing. De tussen geschoven derde partij geldt daarbij niet als de uiteindelijke gerechtigde van de opbrengst van de aandelen en kan de dividendbelasting niet verrekenen met de vennootschapsbelasting en de partij heeft evenmin recht op teruggaaf van dividendbelasting. De dividendbelasting mag wel worden teruggevraagd als de financiële instelling daadwerkelijk eigenaar is van de aandelen en ook koersrisico loopt. In dat geval wordt de inkoop van eigen aandelen niet gebruikt om puur de dividendbelasting terug te eisen. Dit is dan ook geen inkoop van eigen aandelen via zogenaamde tweede loket maar eerder een open markt aankoop. In dat geval gelden er geen fiscale beperkingen met betrekking tot aftrek van de belasting.

7.6.2 Second Trading Line

Bij de STL bestaat naast de gewone handel in aandelen van de beursvennootschap een tweede aandelennotering van hetzelfde type aandeel bij Euronext. Via de tweede aandelennotering kunnen

aandeelhouders, die zich aan de inkopende vennootschap bekend maken, tegen bepaalde voorwaarden hun aandelen ter koop aanbieden. De inkoop wordt gewoonlijk begeleid door een financiële instelling.

1. Op het moment van de start van het inkoopprogramma zijn er aandeelhouders die al aandelen in de inkopende beursvennootschap hebben. Deze aandeelhouders hebben de aandelen niet met het oog de inkoop verworven en hebben daarbij evenmin de bedoeling gehad om de aandelen via de STL te verkopen. In deze omstandigheden mag brutering achterwege blijven en hebben de verkopende aandeelhouders het recht op verrekening van de dividendbelasting met verschuldigde

vennootschapsbelasting dan wel recht op teruggaaf.

De staatssecretaris vindt het daarbij niet bezwaarlijk dat de aandeelhouders via de beurs hun oorspronkelijke positie in de inkopende vennootschap weer opbouwen, voorwaarde is wel dat zij de nieuw verworven aandelen niet opnieuw via de STL aanbieden.

2. De tweede situatie ontstaat als een derde partij via de beurs aandelen in een inkopende

beursvennootschap vergaart met de intentie deze aandelen vervolgens via de STL aan te bieden. De staatssecretaris behandelt deze situatie op dezelfde wijze als in het geval van eerder genoemde FPA. Tot zover de fiscale regels en beleidsbesluiten die gelden voor de inkoop van eigen aandelen. Aansluitend zal in het hoofdstuk aandacht worden besteed aan inkoop van eigen aandelen en de IFRS. Beursgenoteerde

ondernemingen moeten namelijk rekening houden met deze regels. Er zullen alleen relevante regels worden besproken die van toepassing zijn op de inkoop van eigen aandelen.

Soort belasting of toepassing van belasting

Manieren Redenen

Dividendbelasting Open marktaankopen,

optiecontracten, Kempen variant en aandeleninkoop via tweede loket omdat als eis wordt gesteld dat de aandelen beursgenoteerd moeten zijn.

Overtallige kasmiddelen, aanpassing financiële structuur, koersondersteuning,

signaalwerking, “principal-agent” aspecten, leveringsverplichtingen, aanpassing van de

zeggenschapstructuur, bondholder expropiation hypothese, supply-curve hypothese, neutralisering verwateringeffect dividend, belangen van beleggers dienen en het realiseren groeimogelijkheden.

Fictieve vervreemding Openbaar bod, Aankoop per opbod,

private inkoop, openmarkt aankopen, optiecontracten, Kempen variant en aandeleninkoop via tweede loket.

Onafhankelijk van alle

bovengenoemde redenen geldt de fictieve vervreemding.

Beleggingsinstelling Alle inkoopmanieren Geen redenen die van toepassing

zijn. Inkoop eigen aandelen bij fusies

en overnames

Af te raden bij fusies en overnames als onderneming zich wil

beschermen. In andere gevallen alleen optiecontracten.

Inkoop vergroot het fusieproces. Alleen als dit gewenst is, is

aanpassing zeggenschapsstructuur beste reden.

Regels tijdelijke belegging Alleen geschikt is optiecontracten vanwege inkoop eigen aandelen zonder intrekking.

Leveringverplichting vanwege optiecontracten.

Beleidsbesluit dividendbelasting Inkoop van eigen aandelen via

tweede loket via forward purchasing agreement of second trading line. Belastingvrij als financiële instelling eigenaar is van aandelen of als aandeelhouders niet voor

inkoopprogramma verkregen hebben. Anders is er wel dividendbelasting verschuldigd.

Niet van toepassing bij omzeiling dividendbelasting. Dan alsnog dividendbelasting betalen. Dit is ook onafhankelijk van de redenen die bij dividendbelasting zijn genoemd.