• No results found

Na het bestuderen van de ruimtelijke patronen van hotelgasten in relatie tot de hotellocatie en welke invloeden daarop werken, is deelvraag drie het volgende onderdeel van dit onderzoek. Vervolgens kan er worden gekeken of het activiteitenpatroon varieert naarmate de hotelgast een hotellocatie

belangrijker of juist onbelangrijker vindt. De derde deelvraag luidt als volgt: Welke waarde hechten hotelgasten aan de locatie van het hotel en hoe hangt deze waarde samen met het ruimtelijke activiteitenpatroon van gasten?

De beoordeling van het belang van de hotellocatie is gemeten door de hotelgast een cijfer van 1 tot en met 5 te laten geven, waarbij 5 inhoudt dat hotellocatie het meest belangrijke aspect is wanneer men een hotelboeking wil maken. Wanneer mensen hotellocatie het belangrijkst vinden, kan er vanuit worden gegaan dat deze mensen krijg in de directe nabijheid van hoogtepunten dan wel

hoofdbestemmingen willen verkeren. De deelvraag wordt stapsgewijs beantwoord door eerst naar de percentages van de locatiecijfers per hotel te kijken (de hotelgasten hebben nimmer het cijfer 1 gegeven). De percentages van de verschillende locatiecijfers kunnen niet met elkaar worden vergeleken omdat ze qua celvulling van elkaar verschillen. Het locatiecijfer vier komt bijvoorbeeld vaker voor dan het cijfer 2, en om die reden kunnen de percentages enkel per locatiecijfer naast elkaar worden gelegd. Na de eerste tabel worden de locatiecijfers gedichotomiseerd waardoor de variabele hotellocatie wordt opgedeeld in de categorie “belangrijkst” die het eerdere cijfer vijf heeft vervangen, en “niet-belangrijkst” waarin de cijfers 1,2,3 en 4 zijn samengevoegd. De verwachting is dat

hotelgasten die een hoge waarde toekennen aan het belang van hotellocatie, ook een ruimtelijk geconcentreerd activiteitenpatroon hebben. Verder wordt er gekeken of dure en goedkope hotels van elkaar verschillen in de beoordeling van het belang van hotellocatie. De hotelgasten die deel uit maakten van een package tour hebben deze vraag overigens niet voorgelegd gekregen omdat zij geen de hotelreservering niet zelf hadden gemaakt.

3.1.Waardering van hotellocatie en ruimtelijke activiteitenpatronen

Tabel 3.1.1 op de volgende pagina dient als overzicht van de verschillende locatiecijfers per hotel. Zo blijkt dat in het Amrâth Grand in Haarlem nooit een cijfer lager dan een 4 is gegeven voor het belang van hotellocatie. 70 procent van de gasten heeft een 5 gegeven, waarmee ze impliceren dat

hotellocatie het belangrijkste is wanneer ze een reservering maken voor een hotel. Van deze 70 procent geeft 43,3 procent aan het buitengebied als hoofdbestemming te hebben. Ook voor het Hampshire Rembrandt klopt het cijfer vijf met de locatie van het hotel en de hoofdbestemmingen. 70,4 procent geeft aan de hotellocatie het belangrijkste te vinden bij het maken van een reservering, en wijst Amsterdam-Centrum als hoofdbestemming aan. Voor alle vestigingen van Stayokay geldt in sterke of zeer sterke mate dat ongeacht de locatie van het hostel, Amsterdam-Centrum de

hoofdbestemming van de gasten is. Toch geven de gasten wel een verschillende cijfers voor het belang van hotellocatie, variërend van 2 tot 5. Bij de hostels in het buitengebied en de stadsrand ligt het zwaartepunt op het cijfer vier, wat impliceert dat hotellocatie niet het belangrijkste criterium is. De gasten van het hostel in de binnenstad van Amsterdam laten zien dat locatie hier wel iets belangrijker is, gezien de lichte nadruk op het cijfer 5. Van de hotelgasten in het Hampshire Manor geeft 60 procent een 5 voor het belang van hotellocatie, terwijl deze gasten allen Amsterdam-Centrum als hoofddoel hebben aangemerkt. Deze gasten vinden mogelijk dat het hotel zeer goed gelegen is ten opzichte van het centrum van Amsterdam.

Locatiecijfers per hotel afgezet tegen de hoofddoelen van gasten Hoofddoel

Hotel Locatiecijfer A'dam-C Stadsrand Buitengebied

AG 4 0 3,3% 26,7% 5 23,3% 3,3% 43,3% SOH 2 6,7% 0 6,7% 3 13,3% 0 3,3% 4 40% 0 6,7% 5 23,3% 0 0 SOZ 2 3,8% 0 3,8% 3 26,9% 0 0 4 53,8% 0 0 5 11,5% 0 0 HM 3 10% 5% 0 4 20% 5% 0 5 60% 0 0 HR 3 7,4% 0 0 4 3,7% 0 3,7% 5 70,4% 11,1% 3,7% SOS 3 3,3% 0 0 4 43,3% 0 0 5 53,3% 0 0 Tabel 3.1.1

Een overzichtelijkere wijze om de resultaten te presenteren kan worden bereikt door het eerder genoemde dichotomiseren. In tabel 3.1.2 is het resultaat van deze methode te vinden. Het belang van locatie is nu niet numeriek gecategoriseerd maar in de termen belangrijkst en niet-belangrijkst verdeeld. De gamma wijst op een sterke negatieve samenhang voor beide categorieën. Voor de categorie niet-belangrijkst is de volgende redenatie van toepassing. Hoe meer een hotel in

Amsterdam-centrum ligt, hoe minder het buitengebied als hoofddoel wordt bezocht. Deze redenatie geldt in dezelfde mate voor de categorie belangrijkst. Er is dus vrijwel geen verschil in het ruimtelijke activiteitenpatroon van hotelgasten waar te nemen op basis van de zoneverdelingen, terwijl de gasten verschillende cijfers geven voor het belang van hotellocatie. De verwachting dat hotelgasten die hotellocatie het belangrijkst vinden ook een sterker geconcentreerd bestemmingenpatroon hebben komt dus niet uit.

Locatiebelang per hotelzone afgezet tegen hoofddoelen van gasten Hoofddoel

Locatiebelang Zonehotel A'dam-C Stadsrand Buitengebied

Niet-belangrijkst A'dam-C 94,4% 5,6% Stadsrand 90,3% 6,5% 3,2% Buitengebied 56,2% 3,1% 40,6% belangrijkst A’dam-C 89,7% 7,7% 2,6% Stadsrand 100% Buitengebied 50% 3,6% 46,4%

Tabel 3.1.2 Niet belangrijkst:Gamma= -.744 sig=.000 Belangrijkst:Gamma= -.727 sig=.000

Desalniettemin blijkt dat de prijsklasse van een hotel wel van invloed is op het cijfer dat de hotelgasten geven aan het belang van hotellocatie. Uit de onderstaande tabel 3.1.3 blijkt dat hotelgasten uit dure hotels veel vaker het cijfer 5 toekennen aan het belang van locatie. Slechts 30 procent van de hostelgasten ziet in de hotellocatie het belangrijkste aspect van een hotelboeking. Bij de Gamma van -.662 past de volgende redenatie: hoe duurder een hotel is, hoe minder vaak wordt een laag locatiecijfer gegeven. Ondanks het gegeven dat hotelgasten die een hoog cijfer voor het belang van hotellocatie geven qua ruimtelijk bestemmingenpatroon niet verschillen van mensen die een lager cijfer voor het belang van hotellocatie geven, blijkt dat de prijsklasse van het hotel wel van invloed is op het cijfer dat men geeft.

Prijsklasse van hotel afgezet tegen locatiecijfer

Locatiecijfer

Prijshotel 2 3 4 5

Duur 0% 6,5% 20,8% 72,7%

Goedkoop 7% 15,1% 57,7% 30,2%

Tabel 3.1.3 Gamma: -.662 sig=.000

In alle tabellen is de stadsrand, zoals eerder in de scriptie al duidelijk is geworden, geen populaire locatie. Hotelgasten die in de stadsrand verblijven geven dan ook vaker een cijfer lager dan een 5 dan hotelgasten die in Amsterdam-Centrum of het Buitengebied verblijven. Dit blijkt uit tabel 3.1.4. Hotelzone afgezet tegen locatiecijfer

Locatiecijfer Zonehotel 2 3 4 5 A'dam-C 5,30% 26,30% 68,40% Stadsrand 4,30% 21,70% 41,30% 32,60% Buitengebied 6,70% 8,30% 38,30% 46,70% Tabel 3.1.4

Ruim twee derde van de hotelgasten uit de stadsrand geeft aan hotellocatie niet het belangrijkste aspect te vinden bij het boeken van een hotel. In Amsterdam-Centrum is dit percentage juist omgedraaid; hier vindt men hotellocatie juist wel het belangrijkst. In het buitengebied is de

verhouding tussen het belangrijkste en minder belangrijk ongeveer gelijk aangaande het belang van hotellocatie.

3.2. Conclusie

Deelvraag drie kan nu van een antwoord worden voorzien. Hotelgasten hechten veelal een waarde van 4 of 5 aan het belang van een hotellocatie. Hierbij is 5 het meest belangrijk wanneer men een

hotelreservering maakt. Hotelgasten vinden op basis van de gegeven cijfers hotellocatie belangrijk wanneer er een hotelreservering wordt gemaakt. Hostelgasten geven vaker een vier voor het belang van hotellocatie dan gasten die in een prijziger verblijf overnachten. De laatstgenoemde categorie geeft vaker een hoog cijfer voor hotellocatie. Prijsklasse van het hotel is dus van invloed op het cijfer dat men geeft voor het belang van hotellocatie. Vervolgens wordt er gekeken of de ruimtelijke activiteitenpatronen van hotelgasten ook verschillen voor mensen die het hoogste cijfer hebben gegeven of een lager cijfer hebben gegeven voor het belang van hotellocatie. Uit die analyse is echter gebleken dat er vrijwel geen verschil in het ruimtelijke activiteitenpatroon van hotelgasten is waar te nemen op basis van de zoneverdelingen, terwijl de gasten verschillende cijfers geven voor het belang van hotellocatie. De verwachting dat hotelgasten die hotellocatie het belangrijkst vinden ook een sterker geconcentreerd bestemmingenpatroon hebben komt dus niet uit. De specifieke waarde die hotelgasten hechten aan hotellocatie hangt dus niet samen het ruimtelijke activiteitenpatroon. Een mogelijke verklaring waarom gasten uit een duur hotel een hoger cijfer toekennen aan locatie dan gasten uit een goedkoper hotel, zouden teruggevoerd kunnen worden op een gevoelsmatige redenatie. Het is mogelijk dat het hoofdbestemmingenpatroon van een hotelgast uit een duur hotel en een goedkoop hotel niet wezenlijk van elkaar verschilt, maar dat de “dure” hotelgast locatie toch belangrijker vindt omdat deze bezoeker meer waarde hecht aan een specifieke omgeving (bijvoorbeeld de gezellige reuring van de stad, nabijheid van een dokterspraktijk enzovoorts).