• No results found

Behoort mobiele internettoegang tot de markt voor vaste internettoegang?

In document Marktanalyse ontbundelde toegang (pagina 155-159)

139 Reference offer for MDF access services, Service Niveaus voor Service en Instandhouding, 28 juni 2012

B.2 Afbakening retailmarkt voor internettoegang

B.2.1.1 Behoort mobiele internettoegang tot de markt voor vaste internettoegang?

575. In deze paragraaf onderzoekt ACM of mobiele internettoegang tot dezelfde relevante productmarkt behoort als vaste internettoegang. In het voorgaande marktanalysebesluit concludeerde ACM dat dit niet het geval was. ACM onderzoekt nu opnieuw of vaste

internetnettoegang en mobiele internettoegang substituten voor elkaar zijn, met name vanwege de opkomst van 4G. In december 2012 is de spectrumveiling voor 4G in Nederland afgerond. KPN, T-Mobile, Tele2 en Vodafone hebben daarbij spectrum verworven. Kort na de veiling is KPN begonnen met de uitrol van zijn 4G-netwerk en 4G van KPN heeft nu in (nagenoeg) heel Nederland dekking.221 Ook Vodafone heeft inmiddels een (nagenoeg) volledig nationale dekking. T-Mobile heeft momenteel nog een lagere 4G dekking en Tele2 moet nog beginnen met de uitrol van 4G.222 Op basis van het 4G-netwerk kan een downloadsnelheid worden bereikt die significant hoger ligt dan de downloadsnelheid die (voorheen) via 3G kon worden geleverd.

576. Mobiele internettoegang kan worden afgenomen via een USB-modem, een dongel of een simkaart van een mobiele provider. Eindgebruikers kunnen vervolgens met hun laptop, tablet of smartphone gebruikmaken van deze mobiele internetverbinding.

Analyse vraagsubstitutie

577. ACM onderzoekt of mobiele internettoegang vanuit de eindgebruiker bezien een substituut is voor vaste internettoegang. Hiervoor wordt gekeken naar (i) de objectieve kenmerken en het gebruik van mobiele internettoegang in vergelijking met vaste internettoegang, en (ii) het verwachte overstapgedrag van eindgebruikers van vaste

internettoegang naar mobiele internettoegang naar aanleiding van een 10 procent prijsstijging.

(i) De objectieve kenmerken en het gebruik

578. Mobiele internettoegang heeft andere productkenmerken dan vaste internettoegang. Zo kent mobiele internettoegang (i) lagere upload- en downloadsnelheden, (ii) een minder stabiele verbinding, (iii) een datalimiet, (iv) hogere incrementele kosten voor de aanbieder en (v) een ander gebruikersprofiel. Dit maakt dat mobiele internettoegang op basis van de objectieve kenmerken en het gebruik van de verschillende diensten geen alternatief vormt voor vaste internettoegang. Hierna worden deze beperkingen van mobiele internettoegang ten opzichte van vaste internettoegang nader toegelicht.

579. Met het 4G-netwerk kan een downloadsnelheid van maximaal 50 Mbit/s worden bereikt. Via vaste infrastructuren kunnen (vooralsnog) downloadsnelheden worden bereikt van 80 Mbit/s via DSL netwerken, 200 Mbit/s via kabelnetwerken en 500 Mbit/s en sneller via

glasvezelnetwerken. Het is aannemelijk dat deze maximumsnelheden op korte termijn verder worden verhoogd. Zo stelt KPN in een presentatie met resultaten van het eerste kwartaal van 2014 dat met de gecombineerde uitrol van pairbonding en vectoring downloadsnelheden tot 240

221

KPN Website, “4G voor heel Nederland”, zie http://www.kpn.com/prive/mobiel/4g.htm.

222

1

5

6

/4

5

8

Mbit/s mogelijk zijn over het DSL netwerk.223 UPC heeft aangegeven op korte termijn

downloadsnelheden tot 500 Mbit/s te introduceren.224 Via glasvezelnetwerken worden soms al abonnementen met 1 Gbit/s downloadsnelheid aangeboden.

580. In het rapport “How to build a ubiquitous EU digital society” van WIK en TNO stellen zij dat hoewel de snelheden die kunnen worden behaald via mobiele internettoegang

indrukwekkender dan ooit zijn, deze wel voorzichtig moeten worden geïnterpreteerd.225 De snelheden die daadwerkelijk worden behaald via mobiele netwerken zijn aanzienlijk lager dan de vaak genoemde theoretisch maximaal mogelijke snelheden.226

581. Zo is de maximale downloadsnelheid van KPN’s 4G-netwerk op dit moment 50 Mbit/s, terwijl de gemiddelde downloadsnelheid volgens KPN op 20 Mbit/s ligt. KPN merkt op dat de maximumsnelheid alleen kan worden bereikt als alle omstandigheden ideaal zijn. Het feit dat deze maximumsnelheid in de praktijk (nagenoeg) nooit wordt behaald, is volgens KPN gelegen in het type toestel dat wordt gebruikt, de drukte op het internet of de specifieke internetpagina, het aantal gebruikers dat gelijktijdig gebruik maakt van het mobiele netwerk, de afstand tussen het toestel en de zendmast, en obstakels zoals muren en gebouwen tussen het toestel en de zendmast.227 Vaste internettoegang wordt in principe binnenshuis gebruikt, terwijl mobiele internettoegang dus juist binnenshuis minder snel is.

582. WIK en TNO stellen dat een belangrijke oorzaak voor het verschil tussen de theoretisch maximaal haalbare snelheden en de daadwerkelijk behaalde snelheden gelegen is in de dimensionering van het mobiele netwerk en doordat er sprake is van een gedeelde verbinding. WIK en TNO geven tevens aan dat als de bandbreedte toeneemt, het mobiele netwerk zal moeten worden uitgebreid. De gedeelde verbinding heeft als consequentie dat als een eindgebruiker veel bandbreedte verbruikt, dit de kwaliteit van de verbinding van de andere eindgebruikers verslechtert. Dit alles maakt ook dat de verbinding van mobiele internettoegang minder stabiel is dan de verbinding die bij vaste internettoegang wordt aangeboden.

223

KPN (2014), Presentatie “First quarter results 2014”, 25 april 2014, online beschikbaar via

http://corporate.kpn.com/web/file?uuid=b1b69cc5-bf88-4392-b97f-4dc16cc6a5b1&owner=9ec5bf96-ba39-4279-b0ea-370b7cd47698&contentid=3233. 224 http://www.upc.nl/over-upc/nieuws/persberichten/2013/upc-lanceert-nieuwe-alles-in-1-standaard-met-120-mb-internet0/. 225

WIK/TNO, How to build a ubiquitous EU digital society, 2013 (in opdracht van het Europees Parlement).

226

Ook voor vaste internettoegang geldt dat de maximale downloadsnelheid vaak niet gehaald wordt. Dit speelt met name bij DSL-verbindingen waarbij de afstand van een huishouden tot de wijkcentrale een grote rol speelt bij de maximaal haalbare snelheid. De gemiddelde downloadsnelheid voor vast internet wijkt echter veel minder af van het door aanbieders geadverteerde maximum dan dat bij mobiel het geval is.

227

1

5

7

/4

5

8

583. Telecompaper merkt op dat mobiele netwerken erg afhankelijk zijn van het aantal gebruikers dat per knooppunt (basisstation) gebruikmaakt van de internetverbinding.228 De kwaliteit die een individuele gebruiker ervaart, is dus afhankelijk van het totaal aantal

gebruikers. Het feit dat dit aantal gebruikers sterk van locatie tot locatie en over de tijd verschilt, maakt dat de kwaliteit en de snelheid van de verbinding van mobiele netwerken sterk varieert. Volgens Telecompaper zorgen deze kenmerken ervoor dat mobiele internettoegang niet als substituut voor vaste internettoegang kan worden beschouwd.

584. Ook het toegestane dataverbruik tussen vaste en mobiele internettoegang verschilt sterk. Het dataverbruik via vaste internettoegang is veelal onbeperkt. Bij vaste internettoegang is vaak alleen sprake van een fair use policy. Het dataverbruik via mobiele internettoegang is

daarentegen sterk gelimiteerd. Mobiele internettoegang wordt vrijwel altijd aangeboden met datalimieten. Deze datalimieten beginnen vaak bij 500 MByte per maand en kunnen oplopen tot 7.500 MByte per maand. Deze datalimieten maken dat bepaalde toepassingen (zoals video- of televisiestreams) zich niet, of in elk geval minder goed, lenen voor gebruik via een mobiele verbinding.

585. Als gevolg van de bovengenoemde verschillende kenmerken tussen vaste en mobiele netwerken verschillen ook de incrementele kosten van dataverbruik op beide netwerken. Op basis van het BULRIC FTA-MTA model229 blijkt dat de incrementele kosten van een mobiele MByte230 ongeveer een factor 100 hoger zijn dan de incrementele kosten van een vaste MByte. Dit wordt veroorzaakt doordat de kosten van een vast netwerk grotendeels

verkeersonafhankelijk zijn, terwijl bij mobiele netwerken een groot deel van de kosten wel verkeersafhankelijk is; daar geldt hoe meer volume, hoe hoger de kosten. Het grote verschil in incrementele kosten van een mobiele MByte in vergelijking met een vaste MByte is de

voornaamste reden dat aanbieders datalimieten hanteren voor gebruik van het mobiele netwerk.

586. De profielen van gebruikers van mobiele internettoegang en vaste internettoegang verschillen. Zo zou in meerpersoonshuishoudens mobiele internettoegang pas een substituut kunnen vormen voor vaste internettoegang als alle leden van het huishouden een eigen mobiel abonnement hebben. Dit blijkt ook uit het consumentenonderzoek dat Blauw in opdracht van ACM heeft uitgevoerd. Van de respondenten die hebben aangegeven niet te verwachten binnen nu en een jaar voor mobile only te kiezen, heeft circa 23 procent aangegeven dit niet te doen omdat de vaste internettoegang nodig blijft voor andere gezinsleden.231 Ook uit het rapport

228

http://www.telecompaper.com/achtergrond/offloading-en-carrier-aggregation-maken-van-mobiele-netwerken-nog-geen-substituut-voor-de-vaste-lijn--998455.

229

BULRIC-model v6 – zie Annex C5 bij het marktanalysebesluit vaste en mobiele gespreksafgifte van 5 augustus 2013.

230

Een MByte is acht Mbit. Het is gebruikelijk om netwerksnelheden in bit/s weer te geven en opslagcapaciteit en datagebruik in Bytes.

231

1

5

8

/4

5

8

communications and Telecom Single Market Household Survey van de Europese Commissie232 volgt een indicatie dat mobiele internettoegang gebruikt wordt in aanvulling op vaste

internettoegang. Uit dit rapport blijkt namelijk dat het aantal huishoudens dat beschikt over zowel een vaste als een mobiele internetaansluiting in Nederland in de periode 2011-2014 is gestegen met 17 procentpunt tot 62 procent (terwijl het aantal huishoudens dat alleen beschikt over een vaste internetverbinding in diezelfde periode juist met 16 procentpunt is gedaald naar 31 procent).

(ii) Het verwachte overstapgedrag van consumenten

587. In reactie op de in het onderzoek van Blauw gestelde vraag wat respondenten zouden doen als de prijs van hun vaste internetaansluiting bij hun huidige infrastructuur met 10 procent zou stijgen, geeft slechts 0,7 procent van de respondenten aan hun vaste internetaansluiting op te zeggen en alleen via een mobiele aansluiting te zullen internetten.233,234

588. Uit dit overstapgedrag blijkt dat consumenten mobiele internettoegang voorlopig niet als vraagsubstituut zien voor vaste internettoegang. Ook aanbieders geven in het algemeen in reactie op vragen van ACM aan dat ze niet verwachten dat mobiele internettoegang in de komende reguleringsperiode als een substituut voor vaste internettoegang kan worden beschouwd.235

589. Uit het voorgaande concludeert ACM dat mobiele internettoegang geen vraagsubstituut is voor vaste internettoegang op basis van (i) de objectieve kenmerken en het gebruik van

mobiele internettoegang en (ii) de zeer beperkte mate van overstap van vaste naar mobiele internettoegang naar aanleiding van een prijsstijging.

Analyse aanbodsubstitutie

590. Het is onwaarschijnlijk dat eigenaren van een mobiele infrastructuur op korte termijn en tegen relatief lage kosten een vaste infrastructuur zullen aanleggen. Mobiele

infrastructuureigenaren kunnen alleen de backbone van hun mobiele netwerk hergebruiken als backbone voor het (eventuele) vaste netwerk. Dit is slechts een beperkt deel van het netwerk. De meeste kosten van het vaste netwerk zitten namelijk in het aansluitnetwerk. Enkel de

232

Europese Commissie, Special Eurobarometer 414, E-communications and Telecom Single Market Household Survey, maart 2014.

233

Blauw (2014), tabellenboek, reactie op vraag 128a.

234

De actual loss ligt onder de critical loss van 9,4%.

235

In hun antwoorden op vraag 9 van de vragenlijst geven Delta, KPN, Online, Pretium, Tele2, Vodafone en Youca aan dat mobiel internet geen substituut is voor vast internet. Ziggo stelt dat ACM deze vraag goed moet onderzoeken en UPC is van mening dat er substitutie tussen vast en mobiel zal plaatsvinden in de komende reguleringsperiode.

1

5

9

/4

5

8

investeringskosten van dit aansluitnetwerk bedragen op basis van het BULRIC model € 10 miljard.236

591. De aanpassing van het mobiele netwerk tot een vast netwerk vereist significante investeringen en is niet op de korte termijn te realiseren. Aanbodsubstitutie van mobiele internettoegang naar vaste internettoegang is om die reden niet aannemelijk.

Conclusie

592. ACM concludeert dat mobiele internettoegang niet tot de relevante productmarkt voor vaste internettoegang behoort.

B.2.1.2 Dient er een nader onderscheid te worden gehanteerd naar verschillende

In document Marktanalyse ontbundelde toegang (pagina 155-159)