• No results found

Begeleiding na een breuk of scheiding

241. In sommige gevallen vereist het respect voor de eigen waardig-heid en voor het welzijn van de kinderen dat men grenzen stelt aan de buitensporige eisen van de ander, aan groot onrecht, geweld of aanhoudend gebrek aan waardering. In deze gevallen “is de scheiding onvermijdelijk. Soms wordt ze zelfs moreel noodzakelijk als het erom gaat de zwakkere huwelijkspartner of de kleine kinderen te behoeden voor nog grotere kwetsuren veroorzaakt door misbruik en geweld, vernedering en uitbuiting, verwaarlozing en onverschilligheid”.257 Dit moet wel “als een laatste hulpmiddel gezien worden, nadat alle andere redelijke pogingen ijdel zijn gebleken”.258

242. De synodevaders wezen erop dat “een bijzonder onderschei-dingsvermogen onontbeerlijk is in de pastorale begeleiding van men-sen die gescheiden leven, uit de echt gescheiden zijn of verlaten zijn.

Vooral zij die onterecht lijden onder de scheiding, de echtscheiding of de verlatenheid of zij die omwille van de slechte behandeling die ze van hun man of vrouw moesten ondergaan, gedwongen werden om hun samenleven te onderbreken, moeten opgevangen worden met veel aandacht voor hun lijden. Geleden onrecht vergeven is niet gemakkelijk, maar genade maakt die weg mogelijk. Vandaar ook de nood aan een pastoraal van verzoening en bemiddeling via gespeci-aliseerde opvangcentra (luistercentra) in de bisdommen”.259 Tegelij-kertijd “moeten gescheiden mensen die niet hertrouwd zijn en vaak getuigen zijn van huwelijkstrouw, aangemoedigd worden om in de eucharistie het voedsel te vinden dat hen kan ondersteunen in hun si-tuatie. De plaatselijke gemeenschap en de pastores moeten deze

men-257 Catechese (24 juni 2015): ORf, 25 juni 2015, p. 2.

258 Joannes Paulus II, apostolische exhortatie Familiaris consortio (22 november 1981), nr. 83: AAS 74 (1982), p. 184.

259 Relatio Synodi 2014, nr. 47.

sen met liefdevolle zorg omringen, vooral als er kinderen zijn en als ze leven in ernstige financiële armoede”.260 Een familiale mislukking is nog veel beangstigender en pijnlijker als men arm is, want armen hebben minder middelen om een nieuw leven te beginnen. Een arme die de veilige omgeving van het gezin verliest, is dubbel kwetsbaar voor verwaarlozing en alle andere bedreigingen van zijn integriteit.

243. Het is belangrijk gescheiden mensen die een nieuwe verbintenis aangaan te laten ervaren dat ze een deel van de Kerk zijn. “Ze zijn niet geëxcommuniceerd” en ze mogen ook niet zo behandeld wor-den, want ze blijven een deel van de kerkelijke gemeenschap.261 Deze situaties vereisen “een attent beoordelingsvermogen en een respect-volle begeleiding. Elke taal en houding die ervoor zouden kunnen zorgen dat ze zich gediscrimineerd voelen, moet daarbij vermeden worden en hun deelname aan het leven van de gemeenschap moet worden aangemoedigd. Zorg dragen voor deze mensen betekent voor de christelijke gemeenschap geen verzwakking van haar geloof in en haar getuigenis van de onverbrekelijkheid van het huwelijk. Integen-deel, door deze zorg drukt ze juist haar naastenliefde uit”.262

244. Een groot aantal synodevaders “heeft de nood onderstreept om de procedures voor de nietigverklaring van een huwelijk toegankelijker, minder zwaar en, waar mogelijk, volledig gratis te maken”.263 De trage vooruitgang van de processen ergert en vermoeit de mensen. Mijn twee recente documenten in verband met dit onderwerp264 hebben de procedures voor de nietigverklaring van het huwelijk vereenvoudigd.

260 Ibid., nr. 50.

261 Cf. Catechese (5 augustus 2015): ORf, 6-13 augustus 2015, p. 2.

262 Relatio Synodi 2014, nr. 51; cf. Relatio finalis 2015, nr. 84.

263 Relatio Synodi 2014, nr. 48.

264 Cf. Motu proprio Mitis Iudex Dominus Iesus (15 augustus 2015): OR, 9 september 2015, p. 3-4 ; Cf. Motu proprio Mitis et Misericors Iesus (15 augustus 2015): OR, 9 september 2015, p. 5-6.

Daarmee wilde ik ook “duidelijk maken dat de bisschop zelf, in de Kerk waar hij als herder en hoofd is aangesteld, in feite de rechter is van de gelovigen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd”.265 Bijgevolg “is het in praktijk omzetten van deze documenten een grote verantwoor-delijkheid voor de diocesane bisschoppen, die opgeroepen worden om bepaalde zaken zelf te beoordelen en, in ieder geval, om de toegang van de gelovigen tot het gerecht te vergemakkelijken. Dit houdt ook in dat hij voorziet in voldoende personeel, dat bestaat uit geestelijken en leken die zich hoofdzakelijk toewijden aan deze kerkelijke dienst. Men dient ook een dienst voor informatie, advies en bemiddeling, verbon-den aan de gezinspastoraal, ter beschikking te stellen voor personen die gescheiden zijn of voor koppels in crisis. Deze diensten kunnen ook de personen ontmoeten met het oog op het voorafgaandelijke onderzoek van het huwelijksproces (cf. Mitis Iudes, Art. 2-3)”.266

245. De synodevaders benadrukten ook “de consequenties die de schei-ding of echtscheischei-ding heeft voor de kinderen, die hoe dan ook de onschul-dige slachtoffers van de situatie zijn”.267 Los van alle andere beschouwin-gen, zou het welzijn van de kinderen de allereerste zorg moeten zijn die door geen enkel ander belang of doel overschaduwd zou mogen worden.

Gescheiden ouders vraag ik met aandrang: “Neem een kind nooit, nooit, nooit als gijzelaar! Jullie zijn omwille van vele problemen en motieven gescheiden. Deze beproeving is eigen aan jullie leven, maar laat kinderen het gewicht van deze scheiding niet dragen, gebruik ze niet als gijzelaar tegenover de andere huwelijkspartner. Zij zouden moeten opgroeien en horen dat hun mama goede dingen vertelt over hun papa, ook al zijn ze niet meer samen, en dat hun papa goede dingen zegt over hun mama”.268 Het is onverantwoord om het beeld van de andere ouder te beschadigen

265 Motu proprio Mitis Iudex Dominus Iesus (15 août 2015), préambule, III : L’Osservatore Romano, 9 septembre 2015, p. 3.

266 Relatio finalis 2015, nr. 82.

267 Relatio Synodi 2014, nr. 47.

268 Catechese (20 mei 2015): ORf, 21 mei 2015, p. 2.

om de genegenheid van het kind te winnen of uit wraak of zelfverdedi-ging, want dit brengt schade toe aan het innerlijke leven van het kind en veroorzaakt wonden die moeilijk te genezen zijn.

246. Ook als de Kerk begrip opbrengt voor de conflictsituaties die kop-pels meemaken, kan ze niet ophouden de stem van de zwaksten te zijn:

de kinderen die vaak in stilte lijden. Vandaag, “ondanks onze schijnbaar geëvolueerde gevoeligheden en al onze verfijnde psychologische ana-lyses, vraag ik mij af of we niet ook gevoelloos geworden zijn voor de pijn in de kinderharten […]. Voelen we de ontzaglijke psychologische last die het kinderhart bedrukt, in gezinnen waar men elkaar slecht behandelt en pijn doet, en uiteindelijk de band van de huwelijkstrouw verbreekt?”269 Deze negatieve ervaringen helpen kinderen niet om in-nerlijk te groeien tot de bekwaamheid om definitieve engagementen aan te gaan. Vandaar dat christelijke gemeenschappen de gescheiden ouders, die een nieuwe verbintenis aangingen, niet mogen alleen laten, maar hen moeten opnemen en begeleiden in hun opvoedingstaak. Want

“hoe zouden we deze ouders kunnen aansporen om al het mogelijke te doen om hun kinderen een christelijke opvoeding te geven, door hun voorbeeld van een levend en daadwerkelijk geloof, als we hen weren uit het leven van de gemeenschap, alsof ze geëxcommuniceerd waren?

We moeten er zorg voor dragen dat de last die de kinderen al te dragen hebben, niet nog meer verzwaard wordt!”270 De wonden van de ouders helpen helen en hen geestelijk ondersteunen is ook heilzaam voor de kinderen: zij hebben het familiale gezicht van de Kerk nodig die hen een houvast geeft in deze pijnlijke ervaring. Echtscheiding is een kwaad en het stijgende aantal echtscheidingen is zeer verontrustend. Daarom is het heel zeker onze belangrijkste pastorale opdracht tegenover gezinnen om de liefde te versterken en om wonden te helpen genezen om zo het verergeren van dit drama van onze tijd te voorkomen.

269 Catechese (24 juni 2015): ORf, 25 juni 2015, p. 2.

270 Catechese (5 augustus 2015): ORf, 6-13 augustus 2015, p. 2.