• No results found

Beeldscherm Beeldscherm

TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 5.17 Beeldscherm Beeldscherm

1. Referentie

Deze procedure heeft betrekking op deel I, hoofdstuk 2, artikel 2.06, tweede lid.

2. Testmethode

a) De test wordt uitgevoerd in een laboratorium.

b) Het Inland ECDIS wordt ingesteld op de standaardbedrijfs-setup zoals gedefinieerd in artikel 4.02, derde lid.

c) Een vooraf opgenomen praktijkscenario (“scenario 01”) wordt afgespeeld en in het Inland ECDIS ingevoerd.

d) Het beeldscherm en de weergave wordt op staand formaat ingesteld (portrait).

e) De nominale kijkafstand wordt opgezocht in de documentatie van de fabrikant.

f) Alle alfanumerieke gegevens en tekst worden gecheckt op:

i) leesbaarheid, ii) lettertype, iii) lettergrootte,

iv) de hoogte van de lettertekens en de grootte van de AIS-symbolen in millimeter.

g) Het verkregen resultaat wordt vergeleken met de in het derde lid vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

h) Het beeldscherm wordt op liggend formaat ingesteld (landscape). De test wordt herhaald.

i) Het verkregen resultaat wordt vergeleken met de in het derde lid vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

3. Vereiste testresultaat

Er moet zowel voor weergave in liggend als in staand formaat aan de volgende vereisten worden voldaan:

a) alfanumerieke gegevens en tekst worden weergegeven in een duidelijk leesbaar, niet-cursief, Sans-serif lettertype;

d) de grootte van de AIS-symbolen en de tekengrootte van de AIS-informatie bedraagt ten minste 3,5 mm.

Artikel 5.18

Kleuren van het beeldscherm

1. Referentie

Deze procedure heeft betrekking op deel I, hoofdstuk 2, artikel 2.06, vijfde lid.

2. Testmethode

a) De test wordt uitgevoerd in een laboratorium.

b) Het Inland ECDIS wordt ingesteld op de standaardbedrijfs-setup zoals gedefinieerd in artikel 4.02, derde lid, van dit deel.

c) Een vooraf opgenomen praktijkscenario (“scenario 01”) wordt afgespeeld en in het Inland ECDIS ingevoerd.

d) Het Inland ECDIS wordt achtereenvolgens ingesteld op de kleurencombinaties voor overdag, schemering en nacht. Voor elke kleurencombinatie wordt gecontroleerd of de kaart in ergonomisch bevonden kleuren wordt weergegeven.

e) Het verkregen resultaat wordt vergeleken met de in het derde lid vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

3. Vereiste testresultaat

Het systeem moet de kaart kunnen weergeven in ergonomisch bevonden kleurencombinaties voor overdag, schemering en nacht.

Artikel 5.19

Weergave en helderheid van het beeldscherm

1. Referentie

Deze procedure heeft betrekking op deel I, hoofdstuk 2, artikel 2.06, zesde lid.

2. Testmethode

a) De test wordt uitgevoerd in een laboratorium.

b) Het Inland ECDIS wordt ingesteld op de standaardbedrijfs-setup zoals gedefinieerd in artikel 4.02, derde lid.

op het minimum of als het scherm volledig zwart is, op het laagste niveau waarbij de kaart zichtbaar is.

g) Het verkregen resultaat wordt vergeleken met de in het derde lid vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

h) De helderheid wordt licht verhoogd en het contrast van de kleuren wordt verlaagd door de software-instelling tot de kaart net zichtbaar is.

i) Het verkregen resultaat wordt vergeleken met de in het derde lid vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

j) Er wordt gezorgd voor normale lichtomstandigheden in de ruimte.

k) Het Inland ECDIS wordt ingesteld op de kleurencombinatie voor overdag.

l) De helderheid van het beeldscherm (hardwareknop op het beeldscherm) wordt ingesteld op het maximum.

m) Het verkregen resultaat wordt vergeleken met de in het derde lid vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

n) De helderheid wordt een beetje verlaagd en het contrast van de kleuren wordt verhoogd door de software-instelling tot de maximumwaarde is bereikt.

o) Het verkregen resultaat wordt vergeleken met de in het derde lid vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

3. Vereiste testresultaat

De beeldhelderheid kan worden ingesteld op iedere waarde die voor het gebruik redelijk is. De laagste waarde is laag genoeg om een veilig nachtelijk gebruik mogelijk te maken.

Artikel 5.20

Koppelingen met andere apparatuur

1. Referentie

Deze procedure heeft betrekking op deel I, hoofdstuk 2, artikel 2.07, eerste lid.

2. Testmethode

a) De test wordt uitgevoerd in een laboratorium.

b) Het Inland ECDIS wordt ingesteld op de standaardbedrijfs-setup zoals gedefinieerd in artikel 4.02, vierde lid, van dit deel.

c) Er wordt een IENC (“kaart 07”) in het Inland ECDIS geladen.

verstrekt.

h) De positie van het eigen vaartuig wordt afgelezen van de kaart, bevestigd en gemarkeerd.

i) Naast de al aangesloten GNSS-protocolsimulator wordt de AIS-protocolsimulator opnieuw aangesloten.

j) De positie van het eigen vaartuig wordt afgelezen van de kaart en bevestigd. Bekeken wordt of de positie van de AIS- of de GNSS-ontvanger wordt gebruikt.

k) De AIS-protocolsimulator verstrekt positie-informatie van hogere kwaliteit (DGNSS) voor positie A.

l) De positie van het eigen vaartuig wordt afgelezen van de kaart en bevestigd. Bekeken wordt of de positie van de AIS- of de GPS-ontvanger wordt gebruikt.

m) De GNSS-protocolsimulator wordt ingesteld op de differentiële modus (DGPS).

n) De positie van het eigen vaartuig wordt afgelezen van de kaart en bevestigd. Bekeken wordt of de positie van de AIS- of de GPS-ontvanger wordt gebruikt.

o) Het verkregen resultaat wordt vergeleken met de in het derde lid vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

3. Vereiste testresultaat

Inland ECDIS houdt er rekening mee dat er mogelijk verschillende positiebronnen van uiteenlopende kwaliteit zijn.

Artikel 5.21

Configuratie van de interfaces

1. Referentie

Deze bepaling heeft betrekking op deel I, hoofdstuk 2, artikel 2.07, tweede lid.

2. Testmethode

a) Deze bepaling is alleen van toepassing als de fabrikant een ROT-weergave voorziet.

b) De test wordt uitgevoerd in een laboratorium.

c) Het Inland ECDIS wordt ingesteld op de standaardbedrijfs-setup zoals gedefinieerd in artikel 4.02, derde lid, van dit deel.

d) Een vooraf opgenomen praktijkscenario (“scenario 01”) wordt afgespeeld en in het Inland ECDIS ingevoerd.

e) De fabrikant verstrekt een volledige en definitieve lijst van alle sensoren, actoren en signalen die op het Inland ECDIS moeten worden aangesloten.

i) Als het de bedoeling is om een bochtaanwijzer (ROT) aan te sluiten op het Inland ECDIS:

Bekeken wordt of er een digitale interface is toegepast en of het ontwerp in overeenstemming is met het in het derde lid, onderdeel b.

j) Het verkregen resultaat wordt vergeleken met de in het derde lid, onderdeel b, vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

k) De lengte van de schaal wordt gemeten met een geschikt meetinstrument (bv. een liniaal).

De schaal wordt vergeleken met de in het derde lid, onderdelen c en d, vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

l) Een variabele spanningsbron met een outputimpedantie van 100 Ohm wordt op het Inland ECDIS aangesloten.

m) De schaal wordt ingesteld op 90 deg/min.

n) De variabele spanningsbron wordt ingesteld op 20 mV, 40 mV, 200 mV, 400 mV, 1,2 V, 1,8 V.

o) Als het Inland ECDIS een digitale interface heeft voor ROT worden gepaste NMEA strings met waarden van 1 grad°/min, 2 deg/min, 10 deg/min, 20 deg/min, 60°/min en 90°/min achtereenvolgens in de interface ingevoerd.

p) Wat de ROT aangeeft wordt vergeleken met de in het derde lid, onderdeel e, vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

q) De schaal wordt ingesteld op 300°/min.

r) De variabele spanningsbron wordt ingesteld op 20 mV, 40 mV, 200 mV, 2,0 V, 4,0 V, 6,0 V.

s) Als het Inland ECDIS een digitale interface heeft voor ROT alleen, worden gepaste NMEA strings met waarden van 1 deg/min, 2 deg/min, 10 deg/min, 100 deg/min, 200 deg/min en 300 deg/min in de interface ingevoerd.

t) Wat de ROT aangeeft wordt vergeleken met de in het derde lid, onderdeel e, vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

u) Er wordt een negatieve analoge spanning van -1,2 V of een negatieve digitale waarde van -60 deg/min in de interface ingevoerd.

v) De richting die wordt aangegeven, wordt vergeleken met de in het derde lid, onderdeel f, vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

w) Er wordt een analoge spanning van 0,67 mV of een negatieve digitale waarde van 0,3 deg/min in de interface ingevoerd.

vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

aa) Er wordt een analoge spanning van 1,2 V of een negatieve digitale waarde van 60 deg/min in de interface ingevoerd.

bb) De spanning wordt verhoogd tot 1,212 V (60,6 deg/min).

cc) De weergave van de ROT wordt vergeleken met de in het derde lid, onderdeel i, vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

3. Vereiste testresultaat

a) Elke interface kan worden geconfigureerd voor de aangesloten sensor of actor of het aangesloten signaal. Elke interface voldoet aan de bestaande interfacespecificaties.

b) Wanneer een ROT op het Inland ECDIS wordt aangesloten, moet aan de volgende vereiste worden voldaan: het ontwerp van de digitale interface is in overeenstemming met de Europese normen (documenten waarnaar wordt verwezen in hoofdstuk 2, onderdeel d tot en met g).

c) De draaisnelheid wordt aangegeven op een schaal met een lineaire verdeling en het nulpunt in het midden. De richting en omvang van de draaisnelheid kunnen met de nodige nauwkeurigheid worden afgelezen. Het gebruik van andere indicatoren dan wijzers en staafindicatoren (bar-graphs) is niet toegestaan. Volledig digitale indicatoren zijn niet toegestaan.

d) De schaal van het aanwijsinstrument is minstens 20 cm lang en mag cirkelvormig of langwerpig zijn. Langwerpige schalen mogen alleen horizontaal worden geplaatst.

e) De weergave van de draaisnelheid komt overeen met het equivalent van een analoge spanning van 20 mV/deg/min. De aangegeven draaisnelheid wijkt niet méér dan 2% van de eindwaarde van het bereik af of niet meer dan 10% van de werkelijke waarde (afhankelijk van welke van beide het grootst is).

f) De polariteit is positief wanneer het vaartuig naar stuurboord draait en negatief wanneer het naar bakboord draait.

g) Het reactiepunt bedraagt niet meer dan 0,3 deg/min.

h) De afwijking van het nulpunt bedraagt niet meer dan 1 deg/min bij temperaturen van 0 tot + 40 °C.

i) Het reactiepunt is kleiner dan of gelijk aan een wijziging van de hoeksnelheid die overeenkomt met 1% van de aangegeven waarde.

2. Testmethode

a) De test wordt uitgevoerd in een laboratorium.

b) De fabrikant verstrekt adequate installatie- en onderhoudshandleidingen, alsook een gebruikershandleiding.

c) Door middel van een visuele inspectie wordt nagegaan of de handleidingen in overeenstemming zijn met de in het derde lid vastgelegde vereiste testresultaten om aan te tonen dat aan de vereiste is voldaan.

d) De fabrikant verstrekt een document waarin een verklaring staat welke talen worden ondersteund door de gebruikersinterface.

3. Vereiste testresultaat

a) De documentatie (handleidingen) bevat uitvoerige informatie over:

i) het Inland ECDIS, ii) de installatie, iii) de bediening,

iv) het onderhoud van het Inland ECDIS.

b) Informatie voor de gebruiker moet duidelijk, begrijpelijk en zonder onnodig technisch taalgebruik worden weergegeven.

c) De gebruikershandleiding is bij voorkeur beschikbaar in alle talen die door de gebruikersinterface worden ondersteund, maar ten minste in het Engels.

d) De technische documentatie in ten minste in het Engels beschikbaar.

e) In de documentatie van de fabrikant wordt de nominale kijkafstand voor het scherm vermeld.

Artikel 5.23