• No results found

3.1 Respecteert de academie de erkenningsvoorwaarden?

3.1.1 Voldoet de academie aan de onderwijsdoelstellingen?

3.1.1.1 Beeldende kunst: algemeen beeldende vorming

De vraag-gestuurde werking aan deze academie enthousiasmeert de leerlingen van deze optie om actief te participeren aan een volledig onderwijskundig aanbod conform de minimum leerplannen. De leerlingen bereiken met grote overtuiging de leerplandoelstellingen.

Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid

Sinds de vorige doorlichting daalde het leerlingenaantal van deze optie met 5,8%. Op Vlaams niveau steeg dit met 22%. De academie werd niet in staat gesteld, ondanks pogingen, om extra filialen op te starten, in tegenstelling tot de rest van Vlaanderen. Het leerlingenaantal schommelt de afgelopen 15 jaar tussen een stijging van 6% en een daling van 2%.

Het aandeel van deze optie aan deze academie blijft met 62,7% stabiel in deze periode maar blijft hiermee iets onder het Vlaams niveau van 64,1%

verhoudingsgewijs met hetzelfde studieaanbod in deze academie. Op basis van enkele steekproeven verklaart de academie dat de doorstoom van de leerlingen uit het eerste jaar naar het zesde jaar schommelt tussen de 0% en 45%. Van de leerlingen die vorig jaar het zesde leerjaar aanvatten begon 33% tot 57% dit jaar in de middelbare graad met de optie beeldende vorming. Dit is

vergelijkbaar met de doorstroom op Vlaams niveau.

Onderwijsaanbod

De optie streeft, conform het APP, ernaar dat de leerlingen en leerkrachten pedagogische en artistieke projecten creëren die de geest van het actueel kunstgebeuren in zich dragen. Het APP stelt dat de academie niet de plek wil zijn waar het kunnen wordt geleerd maar waar ze de mentale en materiële omstandigheden creëert waarin kunst kan ontstaan. De academie stelt hierbij het kunstenaarsatelier als inspiratie voor haar werking. Ze ziet het atelier als een autonome artistieke pedagogische plek die de ‘vrije’ of ‘onbestemde’ tijd mogelijk maakt en waar, vanuit het domein van de beeldende kunst,

voornamelijk gefocust wordt op de verhouding tussen de leerling en de wereld.

De leerling staat centraal en vormt de aanleiding voor de bepaling van de opdrachten.

Het uitgangspunt van de optie is gelijk aan het hoofddoel uit het

minimumleerplan en vormt de basis van haar werking. Dit houdt de realisatie van een beeldend leerproces door de leerling in waarbij de creatieve

ontwikkeling de manuele vaardigheden, het technisch inzicht en een

belangstelling voor cultuur stimuleert. De optie slaagt met overtuiging in haar opzet. De leerinhouden ontstaan vanuit een voortdurende dialoog tussen de leerling en de leerkracht.

De jaarplannen, aan de academie ‘intentieverklaringen’ genoemd, geven duidelijk aan dat de vakgroep de doelstellingen uit het APP nastreeft. Specifieke leerinhouden zijn er niet in opgenomen. De plannen verwijzen weliswaar duidelijk naar de leerplandoelstellingen uit het minimum leerplan. In deze intentieverklaringen gaat de aandacht vooral uit naar een gelijkgerichte visie en onderwijsmethodiek. Hierdoor kennen ze een sterk horizontaal verband. Meer gelijkgerichte afspraken kunnen dit verband nog versterken. Voor het gebruik van het schets-of logboek zijn er geen leerlijnen ontwikkeld. De wijze waarop de beginsituatie bij de leerling wordt onderzocht en hoe de begeleiding hierop wordt afgestemd is door de jarenlange ervaring weliswaar effectief maar is binnen het lerarenteam niet op elkaar afgestemd. Dit geldt eveneens voor de doelgerichtheid bij het bewaren van informatie van het leerproces van elke leerling en hoe dit kan bijdragen tot de evaluatie. Het verticaal verband tussen de intentieverklaringen is sterk dankzij de leerlijnen voor technieken en voor artistieke creatie. Nieuwe leerlingen en deze van de jongste leeftijdscategorie leren regelmatig in groep basistechnieken en elementaire beeldaspecten.

Ervaren leerlingen werken steeds meer vanuit zelfgekozen thema’s of opdrachten.

Het atelier en haar uitrusting maken aan deze academie eigenlijk mee deel uit van de jaarplannen of de intentieverklaringen, hoewel ze er niet in beschreven staan. De vele tentoongestelde werken van de medeleerlingen en een

overvloed aan materiaal en gereedschap prikkelen de leerlingen zodanig dat, mede dankzij de dialoog met de leerkracht, meer dan voldoende gevarieerde en kwaliteitsvolle leerinhouden aan bod komen.

Uit de verschillende atelierbezoeken kon de inspectie vaststellen dat de leerlingen enthousiast en geconcentreerd aan het werk zijn. De leerlingen komen in contact met een grote waaier aan materialen en technieken. De grote diversiteit aan opdrachten laat hen de beeldaspecten goed begrijpen en ze passen deze heel gericht toe. Ze hebben inzicht in veel werk van kunstenaars of andere culturen. Het gerealiseerde werk getuigt van creatief denken en een goede technische bagage. De leerlingen bereiken met grote overtuiging een beeldend leerproces op cognitief, dynamisch-affectief en psychomotorisch vlak.

De leerlingen zijn trots op hun werk en tonen veel respect voor dat van anderen.

Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek

De academie voorziet in voldoende logistieke ondersteuning, gereedschap en didactisch materiaal. Daarnaast zijn ook tal van specifieke middelen

voorhanden zoals een kleine basisuitrusting voor non-toxische grafische

technieken, een pers en zeefdruk. Het materiaal van het beeldhouwatelier zoals was, massief hout, veel vindmateriaal, 3D-tekenpennen, hout- en

steenkapmateriaal, slijpmachines, een lintzaag, bakoven voor keramiek,… is eveneens ter beschikking Voor elk atelier is er een tablet of computer met internetverbinding. Opmerkelijk is het jaarlijks voorzien van een levend model in volledige enscenering volgens een bepaalde, prikkelende, leefwereld. Een uitgebreide kunstbibliotheek van een vierduizendtal boeken is toegankelijk voor elke leerling.

Infrastructuur Verschillende groepen werken simultaan in een groot atelier dat met kasten en wandpanelen in aangename kleinere open ruimtes en werkhoeken is

onderverdeeld. Deze inrichting werkt als een overzichtelijk en artistiek

inspirerend landschap gevormd door kasten, panelen, grote tafels, werkzones, toonruimtes, enz. Deze multifunctionele locatie biedt veel plaats voor ruimtelijk en tweedimensionaal werk van leerlingen. Dit is tegelijk inspirerend en werkt ondersteunend voor de leerkracht. De ruimte is voldoende akoestisch

absorberend waardoor er geen hinderlijk geluidsniveau ontstaat. De ruimte is goed voorzien van daglicht en kwaliteitsvol kunstlicht.

Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar

Evalueren is inherent aan de werking van deze academie. Naast de permanente evaluatie tijdens de begeleiding organiseert de vakgroep regelmatig

toonmomenten per atelier. Hiermee sluit de optie telkens een cyclus af waarbij inspirerende inzichten ontstaan die leiden tot nieuwe doelstellingen voor volgende opdrachten.

Tweemaal per jaar evalueert iedere leerkracht zijn leerlingen aan de hand van een gelijkgerichte evaluatiefiche. De evaluatiecriteria zijn enerzijds gelinkt aan de leerplandoelstellingen uit het minimum leerplan. Anderzijds vloeien ze voort uit de algemene doelstellingen van de academie en de intentieplannen. Dit maakt de evaluatie evenwichtig en representatief. De criteria zijn helder en de wijze waarop ze worden getoetst maakt de evaluatie betrouwbaar. De

transparantie kan groter door de leerlingen bij aanvang van een evaluatieperiode duidelijk over de evaluatiecriteria te informeren.

In een persoonlijk gesprek overloopt de leerkracht de bevindingen over een afgelopen periode en maakt samen met de leerling nieuwe plannen.

Rapporteringspraktijk De evaluatiefiches worden veelal ingevuld in het bijzijn van de leerling maar worden niet duidelijk aan de leerling bekend gemaakt of met hen meegegeven.

Ze staan in het secretariaat te beschikking voor de leerlingen die ernaar vragen.

Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem

Het concrete hoofddoel in deze optie, met name de leerlingen authentiek beeldende werken te laten creëren, wordt aan de hand van leerlijnen nagestreefd. Bij startende leerlingen, of aan het begin van een schooljaar, krijgen de leerlingen af en toe groepsopdrachten om hen een basis aan techniek en inzichten in de beeldaspecten mee te geven. Zo snel als mogelijk werken de leerlingen vanuit individuele opdrachten die vertrekken vanuit hun verhaal, interesses of verlangens. De leerlingen worden bewust gestimuleerd om zelfstandig te werken.

In alle leeftijdscategorieën is er systematisch aandacht voor een stapsgewijze werkwijze om tot een opdracht te komen en het resultaat te evalueren. Dit start met een verkennend onderzoek aan de hand van een gesprek en het schetsboek en gaat over naar het maken van keuzes voor materiaal en techniek. Permanent worden de leerlingen bevraagd Aan het eind van een opdracht is er een toonmoment. Deze toonmomenten zijn vaak gegroepeerd per atelier. Dan schenken de leerlingen veel aandacht aan elkaars werk. Deze momenten vormen de aanleiding voor evaluatiegesprekken waarna nieuwe opdrachten worden vooropgesteld. De leerkracht formuleert in samenspraak met de leerling specifieke doelstellingen die haalbaar en uitdagend zijn.

Het korps verkrijgt tijdens deze gesprekken ‘bruikbare’ verhalen en laat leerlingen voldoende uitdagingen aangaan door stimuli in te bouwen. De leerleerkracht reikt suggesties aan omtrent ideeënverwerking, materiaal en techniek. Hij doet dit steeds vanuit zijn persoonlijke knowhow waardoor de leerling nieuwe mogelijkheden ontdekt of inspiratiebronnen aanboort. Het experimenteel zoeken is aan deze academie de normale weg tot

kennisverwerving tot het ontwikkelen van vaardigheden en het ontplooien van een attitudevorming. Andere initiatieven zoals projectwerking,

tentoonstellingsbezoeken en videoprojectie werken eveneens ondersteunend.

Het leren consulteren van bronmateriaal zoals de bibliotheek of het internet stimuleert leerlingen in hun zelfstandig leerproces.

Het schetsboek is in de begeleiding een belangrijk ondersteunend instrument dat leerlingen goed weten te gebruiken om hun eerste ideeën in op te tekenen.

De leerkrachten kijken dit heel regelmatig in tijdens hun gesprekken met de leerlingen. Indien de verwachtingen bij de leerlingen en de leerkrachten ver uit elkaar liggen worden deze door de begeleiding dichter bij elkaar gebracht. De leerkrachten weten zich eveneens gestimuleerd en geïnspireerd door de leerlingen. Getalenteerde leerlingen kunnen rekenen op gepaste uitdagingen en leerlingen met bepaalde noden krijgen de gepaste omkadering.

De optie slaagt er goed in om een verdiepend aanbod te organiseren via verschillende werkhoeken. Daar kunnen de leerlingen met specifieke materialen aan de slag die een andere omkadering vragen zoals klei, papier-maché of gips. Eveneens vinden zij daar extra ondersteuning door een leerkracht met een specifieke expertise, zoals voor vele grafische druktechnieken.

In elk atelier beschikt de leerkracht over een digitaal tablet om het proces en de vele stappen van de leerlingen bij te houden. Dit functioneert als een

leerlingvolgsysteem binnen één atelier, voor één leeftijdsgroep. De

doelgerichtheid in het verzamelen en bewaren van deze informatie is binnen het team nog niet bepaald. Hoe deze informatie kan bijdragen tot de

evaluatiepraktijk en een leerlingvolgsysteem over de verschillende leeftijdsgroepen heen is nog onduidelijk.

Sociale en emotionele begeleiding

Klasklimaat Sociale vaardigheden

Het lerarenkorps is waakzaam om een aangename sfeer te creëren en de leerlingen de vreugde van handenarbeid te leren kennen om zo kunstwerken te laten ontstaan. De leerkrachten zijn rustig en tonen hun oprechte interesse in de leerlingen. De sfeer in het atelier is aangenaam, wat de kinderen een goed gevoel biedt.

Deskundigheidsbevordering Verspreiding van expertise Nascholingen

Dankzij de open atelierruimtes kunnen de aanwezige leerkrachten regelmatig informeel overleggen. Ze zien heel goed het werk van elkaars leerlingen en de cultuur leeft in de groep om elkaar te ondersteunen in het aanbieden van al de leerplandoelstellingen.

De academie denkt na over een systematische zelf-evaluatie, voor de

leerkracht, aan het eind van elk leerjaar, met als doel om de intentieverklaring voor het daarop volgend jaar te actualiseren en nieuwe doelen of uitdagingen voor de leerkracht te formuleren. Een systematische uitwisseling van deze evaluaties zal bevorderend werken voor de deskundigheid van het korps.

3.1.1.2 Beeldende kunst: beeldende vorming