• No results found

Beantwoording deelvragen

In document BIM Procesoptimalisatie (pagina 65-71)

5 Conclusie en discussie

5.3 Beantwoording deelvragen

53

5 Conclusie en discussie

In dit hoofdstuk worden de conclusies, welke gebaseerd zijn op de resultaten van dit onderzoek inzichtelijk gemaakt. Op basis van de conclusies kunnen er aanbevelingen worden gedaan aan de betreffende partijen.

De conclusies worden onderbouwd en maken de resultaten daarmee valide en bruikbaar.

Daarmee ligt vooral de focus op de optimalisatie van het BIM-proces en de structuur die nodig is om dit te realiseren.

De aanbevelingen kennen een praktische inslag, waarop de organisatie zijn vervolgstappen kan baseren. Deze aanbevelingen geven tevens antwoord op de centrale hoofdvraag van dit onderzoek.

5.1 Conclusie onderzoek

De vraag vanuit van de Ven bouw en ontwikkeling is ontstaan door het niveau verschil wat werd opgemerkt tussen de verschillende projectpartners in een BIM-project.

BIM kan alleen efficiënt worden toegepast als alle projectpartners op gelijke hoogte zitten qua kennis en het juiste gebruik van de systemen.

Homij Technische Installaties Eindhoven is een VolkerWessels zuster bedrijf van Van de Ven, en in eerste instantie een vaste partner in projecten.

Van de Ven merkte op, dat met name Homij Technische Installaties Eindhoven in BIM-projecten niet goed mee kon komen en onderzoek naar de oorzaak was gewenst.

Om tussen de verschillende disciplines in een bouwteam dit niveau verschil te bevestigen, zijn er een aantal projecten geanalyseerd.

Hierbij zijn van drie projecten de aannemer, architect, constructeur en installateur in kaart gebracht. Bij deze projecten is Homij continu de installateur geweest. Dit, om te bevestigen dat de manier van werken repeterend was.

Samen met de aannemer, architect en constructeur vormen deze vier partijen de basis samenstelling van een VolkerWessels BIM-project.

Om een indicatie te krijgen van de werkstijl van Homij zijn er interviews afgenomen bij zowel de directeur als het personeel. Hieruit is gebleken dat er nogal wat verschillende opvattingen zijn over de term BIM en over de volwassenheid van BIM binnen de organisatie.

Hieruit kon direct worden opgemaakt dat niet iedereen dezelfde gedachten had over deze werkstijl en ook als het gaat over het kennisniveau binnen de organisatie zit niet iedereen op één lijn. De essentie van het gebruik van BIM is juist, alle neuzen binnen de organisatie dezelfde kant op. De structuur die aan de basis hoort te liggen van het BIM-proces, is bij Homij Technische Installaties Eindhoven onzichtbaar.

Er zijn geen concrete missie en visie vastgelegd, waardoor het personeel nauwelijks weet wat er wordt verwacht en welke doelstellingen er worden beoogd.

BIM-processen zijn beperkt gedefinieerd waardoor er geen vaste leidraad beschikbaar is. De processen worden daardoor onvoorspelbaar en hangen af van persoonlijke competenties. Ook de rol- en taakverdeling die essentieel zijn in dit proces, zijn niet gedefinieerd.

Dit resulteert in het feit dat deze rollen worden vervult door werknemers met onjuiste competenties of als extra taken op hun normale werkzaamheden.

Daarnaast zijn twee gedetacheerde modelleurs diegene met het meeste ervaring.

Tevens is de lagenstructuur (organogram) binnen de organisatie niet beschikbaar voor werknemers, waardoor de interne communicatie belemmerd word.

Door het ontbreken van deze structuur is het ook voor externe partners lastig om inzage te krijgen in het proces van Homij, wat tevens negatieve invloed heeft op de communicatie.

54

5.2 Beantwoording hoofdvraag

Centrale hoofdvraag:

‘’Hoe kan de samenwerking middels BIM tussen project partners op een efficiënte en generieke manier worden geoptimaliseerd?’’

Voorafgaand aan een project zal er een selectie gemaakt worden welke projectpartners deel kunnen nemen aan het BIM-proces. Door de beoogde partner gericht te toetsen, wordt er een indicatie verkregen van het BIM-niveau binnen deze organisatie.

Deze manier van toetsing, wordt afgenomen in de vorm van een korte digitale vragenlijst, welke door het betreffende bedrijf ingevuld kan worden.

De vragenlijst is gebaseerd op de zwaarst wegende knelpunten die geconstateerd zijn tijdens het onderzoek.

Deze digitale vragenlijst is tevens het eindproduct wat word opgeleverd door de afstuderende studenten aan Van de Ven Bouw en Ontwikkeling.

5.3 Beantwoording deelvragen

Hoe staan de VolkerWessels projectpartners er op dit moment voor m.b.t. het gebruik van BIM?

De projectpartners waarbij het BIM-niveau is onderzocht zijn in de basis de samenstelling voor het BIM-team. Dit team bestaat in de basis uit de aannemer, architect, constructeur en installateur. Om een oordeel te vellen over het huidige BIM-niveau van de verschillende disciplines, zijn er in totaal drie projecten geanalyseerd.

Eén project is vanuit Van de Ven (aannemer) geanalyseerd, de overige twee projecten vanuit Stam en de Koning (aannemer).

Bij de drie verschillende projecten zijn drie verschillende architecten en constructeurs betrokken, de installateur Homij Technische Installaties Eindhoven is bij alle projecten betrokken geweest. Het BIM-niveau van de projectpartners is gemeten op basis van de door TNO ontwikkelde BIM- QuickScan, de door de Universiteit van Twente ontwikkelde BIM-Maturity scan en door observaties tijdens de BIM-sessies.

De resultaten van de metingen per discipline zijn in alle projectteams verschillend, maar de niveaus per discipline staan in ieder project in dezelfde volgorde. Het volgende resultaat kon worden vastgesteld.

Discipline QuickScan (gem.) BIM-Maturity (gem.) Observatie (niveau) Max. 100% Max. 80 punten

Aannemers (2) 67,34% 61 punten Hoog

Architecten (2) 58,53% 37.5 punten Hoog

Constructeurs (1) 48,81% 26 punten Gemiddeld

Installateur (1) 48,28% 19 punten Matig

Het onderzoek is gebaseerd op de vier BIM-implementatie gebieden namelijk; organisatie en management, mentaliteit en cultuur, informatiestructuur en informatiestromen en techniek en toepassing. De uiteindelijke score is een gemiddelde van de score per onderwerp.

55

Hoe staat Homij Technische Installaties Eindhoven er op dit moment voor m.b.t. het

gebruik van BIM?

De vraag vanuit Van de Ven bouw en ontwikkeling is ontstaan doordat Homij Technische Installaties Eindhoven ten opzichte van andere deelnemende projectpartners niet beschikt over het juiste kennisniveau en de juiste competenties op het gebied van BIM. Deze constatering is bevestigd in het onderzoek en er is getracht om de oorzaak van dit niveau verschil te achterhalen.

Voor de samenwerking middels een BIM, spelen een aantal factoren een belangrijke rol.

Tijdens het onderzoek zijn deze factoren zowel binnen Homij, als binnen de andere deelnemende projectpartners onderzocht. Hieruit blijkt dat de ontbrekende zaken die bij Homij zijn geconstateerd, wel degelijke impact hebben op het BIM-niveau van de gehele organisatie.

Door de toepassing van het 7S model en interne interviews, is de organisatie van Homij Eindhoven volledig in kaart gebracht, waardoor een valideerbare conclusie is ontstaan.

Homij staat op het gebied van BIM niet geheel meer in de kinderschoenen. Er zijn een aantal werknemers met enige (geringe) ervaring en vanuit het management is er tot op zekere hoogte draagvlak om als organisatie verder te ontwikkelen.

Op het gebied van soft- en hardware wordt er voldoende geïnvesteerd om aan de eisen vanuit de aannemer te kunnen voldoen.

Toch lukt het tot op heden nog niet om te voldoen aan het gewenste niveau van de VolkerWessels zuster aannemers. De oorzaak hiervan kan als volgt worden samengevat.

Binnen Homij Technische Installaties Eindhoven is er onder het vaste personeel enige kennis aanwezig op het gebied van BIM. Echter is deze kennis niet toereikend om aan de vraag vanuit andere partijen te voldoen. Er zijn momenteel twee modelleurs met veel ervaring ingehuurd, wat een positief effect heeft op het algemene kennis niveau.

Het nadeel van deze ingehuurde modelleurs, is dat er door de eigen werknemers geen vaste structuur word opgebouwd. Er blijft op deze manier onduidelijkheid over de manier van werken en er zit geen structuur in de aanpak. Deze is hierdoor iedere keer anders en er word als het ware continu geïmproviseerd.

Een ander nadeel van deze ingehuurde modelleurs is dat er weinig kennisoverdracht plaats vind richting het eigen personeel. Er lopen een aantal projecten tegelijk waardoor er voor hen geen tijd over is om dit ernaast te doen.

Vanuit het management is er wel enige draagvlak om verder te ontwikkelen, maar er wordt te snel geconcludeerd dat het proces teveel tijd kost en te weinig opbrengt. Dit is een logische

gedachtegang, omdat de installateur dit proces niet gewend is. Toch zal deze mindset enigszins moeten veranderen wil men op den duur de voordelen van het BIM gaan ervaren. De kost gaat voor de baat uit, zoals het spreekwoord zegt.

56

Het grootste aandachtspunt met betrekking op de huidige stand van zaken is de structuur die

ontbreekt binnen Homij Technische Installaties Eindhoven. Er zijn geen missie en visie gedefinieerd waardoor het voor het personeel binnen de organisatie niet duidelijk is wat er nu precies wordt verwacht.

Daarnaast is er geen vaste strategie gedefinieerd, wat in de basis de leidraad is voor de BIM- processen.

Ook de rol- en taakverdeling is niet vastgelegd. Hierdoor ontstaat onduidelijkheid over welke taken bij welke rol horen en wie deze rol dan invult.

Discipline QuickScan (gem.) BIM-Maturity (gem.) Observatie (niveau) Max. 100% Max. 80 punten

Installateur Homij 48,28% 19 punten Matig

De BIM-QuickScan is bij Homij intern afgenomen onder drie werknemers. De resultaten zijn een gemiddelde van de totaalscore per werknemer.

Hoe kan het BIM-proces geoptimaliseerd worden bij zowel Homij Technische Installaties Eindhoven als andere potentiele projectpartners?

De verwachting is dat BIM zich de komende jaren veel verder zal ontwikkelen. Bij de onderzochte aannemers is al duidelijk te zien dat er veel aandacht aan dit onderwerp wordt besteed. Om mee te kunnen blijven concurreren, is het voor de onderaannemers oftewel de potentiele projectpartners belangrijk om bij te blijven qua kennis en kunde.

Op dit moment komt het al voor dat een aanbesteding wordt gegund op basis van de BIM-ervaring die aanwezig is binnen een bedrijf.

Aan de hand van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat er binnen de organisatie een degelijke basisstructuur moet liggen om te kunnen deelnemen aan het BIM-proces.

Dit werkt niet alleen goed voor de organisatie met haar werknemers, maar het komt ook de samenwerking met externe partners ten goede.

Het is tevens bevestigd dat hoog scorende organisaties op dit moment al beschikken over deze basisstructuur.

Voor de deelnemende projectpartners zijn er een aantal basis principes die moeten worden nagestreefd, namelijk:

- De organisatiestructuur moet op orde zijn, met daarin een duidelijke rol- en taken verdeling; - De organisatie heeft een duidelijke missie en visie gedefinieerd, welke ook inzichtelijk is voor het personeel en andere projectpartners;

- Het standaard BIM-proces moet helder worden gedefinieerd, zodat er duidelijkheid ontstaat en er niet op ieder moment wijzigingen aan het proces plaatsvinden;

- De rol- en takenverdeling zijn gerelateerd aan de personen met de juiste competenties en kennisniveau;

- Binnen de organisatie is een roadmap of soortgelijk document aanwezig met daarop bovenstaande informatie, welke inzichtelijk is voor het personeel en externe partijen.

57

Hoe kan er vanuit VolkerWessels op gestuurd worden dat het niveau verschil tussen

zusterbedrijven beperkt wordt?

VolkerWessels is de overkoepelende organisatie die het liefst ziet dat dochterondernemingen samen projecten realiseren. Omdat een dergelijk niveau verschil is geconstateerd, zal er van bovenaf moeten worden bijgesprongen.

De aannemers waarbij een proces coördinator aanwezig is, scoren in het onderzoek dusdanig hoger. Dit is opvallend ten opzichte van de partijen waarbij dit niet het geval is.

Er is dus duidelijk een positief effect waarneembaar door de inzet van deze coördinator. Het is mogelijk om per onderneming een coördinator aan te stellen of aan te trekken. Dit zou eventueel ook mogelijk zijn op basis van inhuur, om zo de gehele structuur goed op de rit te zetten en over te dragen aan het vaste personeel. Zodra deze structuur goed zichtbaar is binnen de organisatie, zit de taak van deze coördinator er voor een groot deel op en zou deze weer overgeplaatst kunnen worden naar een andere dochteronderneming.

58

Aanbevelingen

In document BIM Procesoptimalisatie (pagina 65-71)