• No results found

De banken geven tegenwoordig meest zichtwissels en telegrafische wissels af

137

Dagelijks worden in de dagbladen de koersnoteringen gepubliceerd, zoals die door de banken worden opgegeven.

Behalve deze noteringen worden tevens nog enige belangrijke koersen van de Amsterdamse, Londense en New-Yorkse beurs opgenomen.

Hieronder volgt de koerslijst, zoals die in de dagbladen voorkomt, waaruit blijkt voor hoeveel guldens de Factorij der Nederlandsche Handel Mij., de Ned.-Indische Escompta Mij. en de Ned.-Ind. Handelsbank te Batavia een zeker aantal vreemde valuta verkoopt.

Bij de banken zelf zijn koerslijsten opgehangen, waarin niet alleen de koers voorkomt, waarvoor de bank een zekere hoeveelheid vreemde valuta verkoopt, doch ook' waarvoor zij eenzelfde hoeveelheid koopt (zie op bldz. 139 van dit hoofdstuk).

Zicht: dit is de contante prijs, welke bij aankoop van zichtwissels betaald moet worden.

T.T. (telegrafie- of cable transfer):

dit is de contante prijs, welke in reke-ning wordt gebracht bij aankoop van wissels, die telegrafisch naar het land van uitbetaling worden overgeseind.

Zoals uit nevenstaande koerslijst te Batavia blijkt, bestaat er geen verschil tussen de T.T.- en de zichtnoteringen, hoewel de uitbetaling van een T.T.-wissel eerder zal plaats vinden dan die van een zichtwissel. Vroeger, toen de wissels nog per bootmail werden verzonden, was het tijdsverschil tussen beide soorten ± 4 weken en bestond er inderdaad ook verschil in koers; de T.T.-koers was altijd iets hooger dan de zichtkoers. Thans, nu de verzending per luchtpost geschiedt is het tijds-verschil slechts enige dagen, tenge-volge waarvan het verschil tussen T T . - en zichtkoersen verdwenen is.

2 en 3 maands koers: dit is de contante prijs, welke in rekening wordt gebracht bij aankoop van wis-sels, die over 2 of 3 maanden aan de

T.T. Japan

Andere plaatsen in Nederland Ms hoger.

LONDEN.

(Alles slot T.T. verkopers).

NEW-YORK.

17 Mei.

T.T. New-York—Londen 4.68/8

T.T. New-York—Parijs 2.647/8

„ Berlijn 75.15 75.05 Prolongatie % %

houders worden uitbetaald; zij zijn iets lager dan de T.T.- en zichtkoer-sen.

De koerslijst „Batavia" geeft de noteringen van de drie vooraanstaan-de banken op één dag; vooraanstaan-de anvooraanstaan-dere koerslijsten geven de noteringen van twee opeenvolgende dagen.

Alles slot T.T. verkopers betekent, dat de noteringen (zie Londen) be-trekking hebben op T.T.-koersen, waarvoor tegen het einde der beurs de banken of wisselmakelaars de wis-sels verkochten.

Biedkoers is de koers, waartegen de banken en wisselmakelaars de wissels kochten (ervoor boden).

Laatkoers is de koers, waarvoor de banken en wisselmakelaars de wissels verkochten (hebben gelaten, afge-staan).

Middenkoers is het gemiddelde van de bied- en laatkoers.

De in de noteringen vermelde koersen zijn voor de banken meestal niet verbindend, d.w.z. zij zijn niet ge-houden deze koersen bij aan- of ver-koop in rekening te brengen en indien zij intussen berichten hebben ontvan-gen, dat de koersen op andere beursen gewijzigd zijn, zullen zij bij transacties ook van de notering afwijken. Deze noteringen zijn dus niet bedoeld als vaste koersopgaven voor de volgende dag, doch bedoelen slechts een inzicht te geven in de prijzen der vreemde valuta. Daarom noemt men ze wel informatiekoersen.

De koersen in de notering te Batavia, Amsterdam en New-York geven aan hoeveel men in die plaatsen voor een onveranderlijk aantal vreemde valuta contant moet betalen in Indische- of Nederlandse guldens en dollars.

139

CLEARINGKOERSEN.

Den Haag, 18 Mei. De clearingkoersen met Duitschland en Italie bedragen per 18 Mei respectievelijk ƒ 75.06 en ƒ 9.90 (Anip-Aneta).

De hoeveelheid contant te betalen guldens en dollars verandert dus steeds; het aantal vreemde valuta, dat men daarvoor ontvangt is echter steeds hetzelfde, nl. 100 of 1 stuks.

In de kolom „Factorij" der Bata-via-notering staat o.a.:

T.T. A'dam 100'/8; dwz., dat men voor 100 Nederlandse guldens contant zal moeten betalen 100/8 Indische gul-dens, dus n.c. ƒ. 100 = i.e. /. 100,12/2.

Zicht Londen 8,74 wil zeggen, dat men voor £ 1 contant moet betalen i.e. ƒ. 8,74.

Zicht Zwitserland 42% betekent, dat men voor Zw. frs. 100 contant moet betalen i.e. f. 42,12!/2.

(n.c. = Nederlandse courant; i.e. = Indische courant; courant = waarde).

De betekenis der Londen-noteringen:

Parijs 176,71; dwz., dat men voor

£ 1 kan kopen Fr. frs. 176,71.

Amsterdam 8,76%; dwz., dat men voor £ 1 kan kopen ƒ. 8,76%.

Uit bovenstaande koerslijsten blijkt dus, dat de noteringen plaats hebben öf in 100 eenheden of in 1 eenheid van de vreemde munt.

In Indië hebben we de notering met de vaste waarde in het buitenland, d.w.z.

men neemt een vaste hoeveelheid vreemd geld (100 Nederl. guldens, $ 1, £ 1, Yen 1 enz.) en geeft aan hoeveel Indische guldens men daarvoor contant betalen moet. De koers is hier dus een veranderlijke (contante) prijs voor een vaste hoeveelheid vreemde valuta.

Men noemt deze noteringen: prijsnoteringen.

De banken kopen en verkopen wissels.

Daardoor ontstaan koop- en verkoopkoersen.

Het verschil tussen in- en verkoop is de winst van de bank.

Kopen

Dit betekent:

de bank koopt 100 Nederl. guldens tegen contante betaling van 99% Ind.

guldens.

de bank koopt Yen 1 tegen contante betaling van 5 P/4 Ind. guldens.

de bank koopt £ 1 tegen contante betaling van 8,74 Ind. guldens.

de bank verkoopt 100 Nederl. guldens tegen contante betaling van 10014 Ind.

guldens.

In plaats van kopen en verkopen ziet men dikwijls staan: bieden en laten.

Londen noteert met de vaste waarde in het binnenland.

Noteert men daar bijv.

Op 6 Mei: Amsterdam 8,76^

Op 7 Mei: Amsterdam 8,78 dan betekent dit:

tegen contante betaling van £ 1 kan men te Londen op 6 Mei kopen 8,76%

Nederl. guldens.

tegen contante betaling van £ 1 kan men te Londen op 7 Mei kopen 8,78 Nederl. guldens.

Het eigen geld is bij de notering in Londen constant, het vreemde geld veran-derlijk. Hier is dus de koers het veranderlijke aantal vreemde valuta, dat men ontvangt voor een vast (contant) bedrag in eigen geld.

Deze noteringen noemt men wel: hoeveelheidsnotering.

Wisselpariteit.

In hoofdstuk 25 leerden we, dat de verhouding, welke er bestaat tussen de rekeningseenheden van twee landen op basis van hun gewicht aan fijn goud de muntpariteit wordt genoemd.

Neemt men bij deze verhouding niet voor elk land één rekeningseenheid, doch het aantal rekeningseenheden, waarin de wisselkoersen zijn uitgedrukt, dan noemt men de uitkomst de wisselpariteit.

Voor landen, waarvan de wisselkoersen per honderd eenheden worden geno-teerd (bijv. Duitsland, België, Frankrijk e.a.), is dus de wisselpariteit honderd maal de muntpariteit; voor de landen, waarvan de wisselkoersen per 1 eenheid worden genoteerd (o.a. Engeland, Amerika, Japan e.a.), is dus de wisselpariteit gelijk aan de muntpariteit.

Termijnnoteringen.

Dit zijn de noteringen van vreemde valuta, welke over enige tijd (bijv. 1, 2 of 3 maanden) worden geleverd en waarvan de gegeven koers eveneens op het tijd-stip der levering moet worden betaald. Men spreekt dan van termijnvaluta of termijnponden, driemaandsdollars enz.

141

28. ZEGELRECHT VAN WISSELS IN NED.-INDIË EN NEDERLAND.