HOOFDSTUK 3 JAARREKENING
3.1 BALANS EN TOELICHTING
ACTIVA (bedragen x € 1.000)
Vaste activa
Immateriële vaste activa 251 342
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een
bepaald actief 42 118
Bijdragen aan activa in eigendom van derden 209 224
Materiële vaste activa 38.338 38.815
Investeringen met een economisch nut: 23.404 23.917
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan
worden geheven 6.240 6.512
Investeringen in de openbare ruimte met een
maatschappelijk nut 8.665 8.357
- overige verbonden partijen 244 365
Overige langlopende leningen 1.494 1.517
k orter dan één jaar 2.455 1.082
Vorderingen op openbare lichamen 404 363
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een
rentetypische looptijd korter dan één jaar. 1.299 0
Overige vorderingen 752 719
Liquide middelen 27 20
Kassaldi 6 5
Banksaldi 21 15
Overlopende activa 3.268 3.703
De van de Europese en Nederlandse
overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel uitgesplitst naar de nog te ontvangen bedragen van:
- Europese overheidslichamen 0 0
- Het Rijk 0 29
- Overige Nederlandse overheidslichamen 34 30
Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van
volgende begrotingsjaren komen 3.234 3.644
Totaal vlottende activa 9.907 12.108
Totaal - generaal 57.429 61.432
BALANS GEMEENTE OLST-WIJHE per 31 december 2019
31-12-2018 31-12-2019
PASSIVA (bedragen x € 1.000)
Vaste passiva
Eigen vermogen 15.125 16.920
Algemene reserve 11.160 12.544
Bestemmingsreserves 3.363 3.645
Gerealiseerd resultaat 602 731
Voorzieningen 5.663 5.375
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en
risico's 1.435 1.099
Voorzieningen voor middelen van derden waarvan
de bestemming gebonden is 4.228 4.276
Vaste schulden met een rentetypische looptijd
van 1 jaar of langer 27.315 29.646
Onderhandse leningen van:
- binnenlandse banken en overige financiële
instellingen 27.314 29.646
- waarborgsommen 1 0
Totaal vaste passiva 48.103 51.941
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden met een rente typische
looptijd k orter dan 1 jaar 6.111 6.980
Kasgeldleningen aangegaan bij openbare
lichamen 0 0
Overige kasgeldleningen 3.200 4.500
Banksaldi 537 436
Overige schulden 2.374 2.044
Overlopende passiva 3.215 2.511
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde
verplichtingen van vergelijkbaar volume 2.730 2.102
De van de Europese en Nederlandse
overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek
bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren uitgesplitst naar de ontvangen bedragen van:
- Europese overheidslichamen 0 0
- Het Rijk 81 19
- Overige Nederlandse overheidslichamen 330 351
Overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate
van volgende begrotingsjaren komen 74 39
Totaal vlottende passiva 9.326 9.491
Totaal - generaal 57.429 61.432
Gewaarborgde geldleningen 25.803 26.300
Garantstellingen 0 0
31-12-2018 31-12-2019
BALANS GEMEENTE OLST-WIJHE per 31 december 2019
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden.
Balans Vaste activa
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven gedurende de restant looptijd van de betrokken geldlening.
Bijdragen aan activa van derden zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen.
De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak.
Investeringen met economisch nut.
In erfpacht uitgegeven gronden
De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen.
Overige investeringen met economisch nut en investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht;
in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.
Conform het B&W-besluit van 15 december 2009 worden met ingang van de jaarrekening 2009 de afschrijvingslasten in het jaar van investering op nihil gesteld en wordt op investeringen afgeschreven vanaf het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin het gereed komt/verworven wordt.
In het algemeen wordt gebruik gemaakt van de lineaire afschrijvingsmethode.
Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt gebruik gemaakt van de annuïtaire afschrijvingsmethode.
Op grondbezit met economisch nut wordt niet afgeschreven.
Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken. Volledigheidshalve vermelden wij dat op investeringen die vóór 2004 gedaan zijn soms extra is afgeschreven zonder economische noodzaak (ter verlichting van toekomstige lasten). Ook zijn in voorkomende gevallen reserves op dergelijke investeringen afgeboekt.
Op 6 december 2005 heeft het college van Burgemeester en Wethouders de nota “Waardering en
afschrijving vaste activa 2005” vastgesteld. In deze nota zijn de navolgende afschrijvingstermijnen opgenomen:
Immateriële activa
- Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het maximaal de looptijd
saldo van agio en disagio van de geldlening
- Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief ten hoogste 5 jaar Activa met een meerjarig economisch nut
- (Onder)Gronden va geen afschrijving
- Gebouwen 40 jaar
- CV-installatie 15 jaar
- Rioleringswerken 40 jaar
- Pompen riolering 15 jaar
- Transportmiddelen 7 jaar
- Transportmiddelen Brandweer (minder intensief gebruikt) 15 jaar
- Motorvaartuigen 20 jaar
- Technische installaties en machines 15 jaar
- Vaste inventaris, veiligheidsvoorzieningen, groot onderhoud 10 jaar - Gereedschappen, inventaris, meubilair en overig materiaal Naar gangbare
ervaringsnormen of voorge-schreven normen over de gebruiksduur, wordt deze bij de aanschaf bepaald (meestal 5 jaar) - Automatisering (pc´s, printers en servers etc) 5 jaar
- Automatisering (software) 7 jaar
Activa met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte (als er geactiveerd wordt):
- Wegen (wegdek, bermen, talud en wegmeubilair) 25 jaar - Wegreconstructies (wegdek, bermen, talud en wegmeubilair) 25 jaar
- Rotondes 25 jaar
- Verkeerslichtinstallaties en openbare verlichting 15 jaar - Bruggen, viaducten en ov. grotere kunstwerken 20 jaar
Met ingang van 2005 is het in deze nota vermelde afschrijvingsbeleid voor nieuwe investeringen gehanteerd.
Conform de notitie grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019) van de commissie BBV zijn NIEGG en bouwgronden in exploitatie (BIE) die per 1 januari 2016 uit exploitatie zijn genomen, op basis van een overgangbepaling tegen de boekwaarde per 1 januari 2016 (ingangsdatum Wijzigingsbesluit) geherrubriceerd naar de materiële vaste activa. Deze overgangsbepaling heeft een looptijd van 4 jaar. Uiterlijk 31 december 2019 zal een toets plaatsvinden op de marktwaarde van deze gronden tegen de geldende bestemming op het moment van de marktwaardetoets.
De gemeente Olst-Wijhe heeft ten aanzien van de Meente Noord gebruik gemaakt van deze overgangsbepaling.
De grondexploitatie met betrekking tot de Meente Noord is bij raadsbesluit van 9 maart 2020 geopend.
Het in voorraad hebben van een bescheiden volume bedrijventerrein in de grote kernen zorgt ervoor dat ontwikkelingen mogelijk blijven.
Ten aanzien van de waardering van de grondexploitaties bestaat een schattingsonzekerheid.
Hoewel de op dit moment meest waarschijnlijke inschatting is opgenomen in de jaarrekening, kan de realisatie in de toekomst aanzienlijk afwijken van deze inschatting. Deze schattingsonzekerheid ontstaat door de looptijd van de grondexploitaties alsmede de onzekerheid met betrekking tot de fasering van de uit te geven kavels op het bedrijventerrein.
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle
investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt alleen voor investeringen die vanaf begrotingsjaar 2017 worden gedaan.
Door de invoering van de nieuwe systematiek blijven verschillen bestaan in de wijze waarop mag worden afgeschreven op investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut die vóór het begrotingsjaar 2017 zijn gedaan. Om inzicht te geven in het deel van de activa dat wel vergelijkbaar is qua systematiek is in het verloopoverzicht in de toelichting op de balans aangegeven welk bedrag volgens de nieuwe syatematiek is verantwoord en welk deel volgens een andere systematiek.
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs.
Vlottende activa
Voorraden
De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie (BIE) zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die
rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.
Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voorzover die met voldoende
mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.
Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
Liquide middelen en overlopende posten.
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeeerd.
De wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders zijn eveneens tegen contante waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
De waardering van de verplichting uit hoofde van de financial leasing van de vervoermiddelen vindt plaats tegen de contante waarde van de contractueel verschuldigde leasetermijnen.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
Toelichting op de balans per 31 december 2019
(bedragen x € 1.000)
ACTIVA
VASTE ACTIVA
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
Boekwaarde 31-12-2019
Boekwaarde 31-12-2018
Kosten onderzoek en ontwikkeling voor
een bepaald actief € 42 € 118 Bijdragen aan activa in eigendom van
derden € 209 € 224
Totaal € 251 € 342
Onderstaand overzicht geeft het verloop van de weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2019
Boekwaarde
31-12-2018 Herrubricering Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Bijdragen van
derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2019 Kosten onderzoek en ontwikkeling voor
een bepaald actief € 118 € - € 335 € 401 € - € 10 € - € 42 Bijdragen aan activa in eigendom van
derden € 224 € - € - € - € 15 € - € - € 209
Totaal € 342 € - € 335 € 401 € 15 € 10 € - € 251
De kosten voor onderzoek en ontwikkeling van het project Olstergaard is overgeboekt naar de voorraden onderhanden werk.
Dit grondexploitatieproject is geopend bij raadsbesluit d.d. 2 december 2019.
De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in het hierna opgenomen overzicht vermeld. Per investering staat het ter beschikking gestelde krediet aangegeven, het in 2019 daadwerkelijk bestede bedrag en het totaalbedrag dat tot en met 2019 ten laste van het krediet is gebracht.
Beschikbaar Werkelijk Cumulatief
gesteld krediet besteed in 2019 besteed t/m 2019 Meente Noord € 45 € 14 € 42 Zonnekamp Oost (proeftuin)/Olstergaard € 275 € 321 € 411
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
Balanswaarde per 31-12-2019
Balanswaarde per 31-12-2018 Investeringen met een economisch nut € 23.404 € 23.917 Investeringen met een economisch nut,
waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
6.240
€ € 6.512 Investeringen in de openbare ruimte met
maatschappelijk nut € 8.665 € 8.357 In erfpacht uitgegeven gronden € 29 € 29
Totaal € 38.338 € 38.815
De investeringen met een economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Balanswaarde per 31-12-2019
Balanswaarde per 31-12-2018 Gronden en terreinen € 4.814 € 4.819 Woonruimten € - € -Bedrijfsgebouwen € 16.623 € 16.800 Grond-, weg- en waterbouwkundige
werken € - €
-Vervoermiddelen € 127 € 165 Machines, apparaten en installaties € 42 € 82 Overige materiële vaste activa € 1.798 € 2.051
Totaal € 23.404 € 23.917
Het hierna opgenomen overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met een economisch nut weer:
Boekwaarde 31-12-2018
Stand voorziening per
31-12-2018
Balanswaarde
31-12-2018 Herrubricering Investeringen
Des-investeringen Afschrijvingen Bijdragen van
derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2019
Stand voorziening per
31-12-2019
Balanswaarde 31-12-2019 Gronden en terreinen € 5.569 € 750 € 4.819 € 75 € 155 € - € - € - € 5.489 € 675 € 4.814 Woonruimten € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -Bedrijfsgebouwen € 16.800 € 16.800 € 426 € - € 603 € - € - € 16.623 € - € 16.623 Grond-,weg- en waterbouwkundige
werken € - € - € 3 € - € - € 3 € - € - € - € -Vervoermiddelen € 165 € 165 € - € - € 38 € - € - € 127 € - € 127 Machines, apparaten en installaties € 82 € 82 € - € - € 40 € - € - € 42 € - € 42 Overige materiële vaste activa € 2.051 € 2.051 € - € - € 253 € - € - € 1.798 € - € 1.798
Totaal € 24.667 € 750 € 23.917 € - € 504 € 155 € 934 € 3 € - € 24.079 € 675 € 23.404
Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen.
De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in het hierna opgenomen overzicht vermeld.
Beschikbaar Werkelijk Cumulatief gesteld krediet besteed in 2019 besteed t/m 2019 Brandweergarage Wesepe € - € 501 € 501 Passantenhaven € - € 3 € 3
Totaal € - € 504 € 504
Het hierna opgenomen overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven weer:
Boekwaarde
31-12-2018 Investeringen Des-investeringen Afschrijvingen Bijdragen van
derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2019 Overige materiële vaste activa € 6.512 € 180 € 28 € 328 € 96 € - € 6.240
Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen.
De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in het hierna opgenomen overzicht vermeld.
Beschikbaar Werkelijk Cumulatief tlv gesteld krediet besteed in 2019 besteed t/m 2019 Afvalstoffen € 235 € 52 € 251 Riolering € 1.229 € 128 € 1.061 Totaal € 1.464 € 180 € 1.311
De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Boekwaarde per 31-12-2019
Boekwaarde per 31-12-2018 Grond-, weg- en waterbouwkundige
werken € 6.576 € 6.401
Overige materiële vaste activa € 2.089 € 1.956
Totaal € 8.665 € 8.357
Om inzicht te geven in het deel van de activa dat wel vergelijkbaar is qua systematiek wordt in het verloopoverzicht een scheiding aangebracht tussen welk bedrag volgens de nieuwe systematiek is verantwoord en welk deel volgens een andere systematiek. De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut had het volgende verloop:
Boekwaarde
31-12-2018 Investeringen Des-investeringen Afschrijvingen Bijdragen van
derden Afwaarderingen Boekwaarde 31-12-2019 Maatschappelijk nut vóór 2017
Grond-,weg- en waterbouwkundige
werken € 6.212 € 32- € - € 393 € - € - € 5.787 Overige materiële vaste activa € 1.835 € 43 € - € 99 € 13 € - € 1.766
Subtotaal € 8.047 € 11 € - € 492 € 13 € - € 7.553
Maatschappelijk nut vanaf 2017
Grond-, weg- en waterbouwkundige
werken € 189 € 647 € - € 12 € 35 € - € 789 Overige materiële vaste activa € 121 € 219 € - € 8 € 9 € - € 323
Subtotaal € 310 € 866 € - € 20 € 44 € - € 1.112
Totaal € 8.357 € 877 € - € 512 € 57 € - € 8.665
Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan het betrokken actief. Onder de afwaarderingen staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen.
De volgende investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn in het boekjaar geactiveerd.
Beschikbaar Werkelijk Cumulatief tlv
gesteld krediet besteed in 2019 besteed t/m 2019 Wegen c.a. € 6.181 € 588 € 1.622 Openbare verlichting € 487 € 209 € 330 Recreatie en Toerisme € 151 € 80 € 125 Totaal € 6.819 € 877 € 2.076
Financiële vaste activa
Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2019 wordt in het hierna opgenomen overzicht weergegeven:
Boekwaarde 31-12-2018
Stand voorziening per
31-12-2018
Balanswaarde
31-12-2018 Investeringen
Des-investeringen
Afschrijvingen / aflossingen
Boekwaarde 31-12-2019
Stand voorziening per
31-12-2019
Balanswaarde 31-12-2019
Kapitaalverstrekkingen aan:
- deelnemingen € 74 € - € 74 € - € - € - € 74 € - € 74 - gemeenschappelijke regelingen € - € - € - € - € - € - € - € - € - overige verbonden partijen € - € - € - € - € - €
-Langlopende leningen aan:
- openbare lichamen € 1.029 € - € 1.029 € - € - € 528 € 501 € - € 501 - woningbouwcorporaties € 6.886 € 6.886 € - € - € 462 € 6.424 € 6.424 - deelnemingen € 296 € - € 296 € - € - € 100 € 196 € - € 196 - overige verbonden partijen € 365 € - € 365 € - € - € 121 € 244 € - € 244 Overige langlopende leningen € 1.517 € - € 1.517 € 5 € - € 28 € 1.494 € - € 1.494 Totaal € 10.167 € - € 10.167 € 5 € - € 1.239 € 8.933 € - € 8.933
VLOTTENDE ACTIVA
Voorraden
De in de balans opgenomen voorraden worden uitgeslpitst naar de volgende categorieën:
Onderhanden werk: waaronder gronden in
Van de bouwgronden in exploitatie kan van het verloop in 2019 het volgende overzicht worden weergegeven:
Boekwaarde
31-12-2018 Herrubricering Investeringen Opbrengsten Aanwending
voorziening Winstuitname Boekwaarde 31-12-2019
Complex Zonnekamp West is conform raadsbesluit d.d. 04-11-2019 afgesloten in 2019. De nog te realiseren verkoopopbrengst ad € 226.480 is opgenomen als boekwaarde onder voorraad gereed product op de balans.
Complex De Enk is conform raadsbesluit d.d. 16-12-2019 afgesloten in 2019.
Verder is projecten Olstergaard toegevoegd. Dit complex is geopend bij raadsbesluit d.d. 2 december 2019.
Gereed product en handelsgoederen Boekwaarde
31-12-2018 Stand Voorziening 31-12-2018
Balanswaarde
31-12-2018 Herrubricering Investeringen Opbrengsten Afschrijvingen Boekwaarde 31-12-2019
Complex Zonnekamp West is conform raadsbesluit d.d. 04-11-2019 afgesloten in 2019. De nog te realiseren verkoopopbrengst ad € 226.480 is opgenomen als boekwaarde onder voorraad gereed product op de balans.
Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie wordt verwezen naar de toelichting op het programma/het jaarverslag en de paragraaf grondbeleid.
Boekwaarde 31-12-2019
Boekwaarde 31-12-2018
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Boekwaarde Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd
korter dan één jaar € 1.299 € - € 1.299 € -Overige vorderingen € 1.332 € 580 € 752 € 719
Totaal € 3.035 € 580 € 2.455 € 1.082
Drempelbedrag Schatkistbankieren (SKB)
1e kwartaal 2019 2e kwartaal 2019 3e kwartaal 2019 4e kwartaal 2019
Op dagbasis buiten 's Rijks schatkist gehouden middelen 228 241 233 259 Drempelbedrag € 332 € 332 € 332 € 332
Ruimten binnen limiet (+), overschrijding (-) € 104 € 91 € 99 € 73
Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
Boekwaarde
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:
De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel uitgesplitst naar de nog te ontvangen bedragen van:
- Europese overheidslichamen € - €
-- Het Rijk € - € 29
- Overige Nederlandse overheidslichamen € 34 € 30 Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen
die ten laste van volgende begrotingsjaren komen € 3.234 € 3.644
Totaal € 3.268 € 3.703
De in de balans opgenomen van het Rijk nog te ontvangen voorschotbedragen die zijn ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Saldo 31-12-2018 Toevoeging Ontvangen bedragen Saldo 31-12-2019 Ministerie van SZW; BUIG vangnetregeling € 11 € - € 11 €
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:
Boekwaarde Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd
korter dan één jaar € 1.299 € - € 1.299 € -Overige vorderingen € 1.332 € 580 € 752 € 719
Totaal € 3.035 € 580 € 2.455 € 1.082
Drempelbedrag Schatkistbankieren (SKB)
1e kwartaal 2019 2e kwartaal 2019 3e kwartaal 2019 4e kwartaal 2019
Op dagbasis buiten 's Rijks schatkist gehouden middelen 228 241 233 259 Drempelbedrag € 332 € 332 € 332 € 332
Ruimten binnen limiet (+), overschrijding (-) € 104 € 91 € 99 € 73
Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:
Boekwaarde
De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:
De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel uitgesplitst naar de nog te ontvangen bedragen van:
- Europese overheidslichamen € - €
-- Het Rijk € - € 29
- Overige Nederlandse overheidslichamen € 34 € 30 Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen
die ten laste van volgende begrotingsjaren komen € 3.234 € 3.644
Totaal € 3.268 € 3.703
De in de balans opgenomen van het Rijk nog te ontvangen voorschotbedragen die zijn ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Saldo 31-12-2018 Toevoeging Ontvangen bedragen Saldo 31-12-2019 Ministerie van SZW; BUIG vangnetregeling € 11 € - € 11 € -Ministerie van SZW; BBZ € 18 € - € 18 €
-Totaal € 29 € - € 29 €
-De in de balans opgenomen van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die zijn ontstaan door voorfinanciering
-De in de balans opgenomen van overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die zijn ontstaan door voorfinanciering