• No results found

3 Werkwijze beoordeling vouchersystemen

3.2 Beschrijven kenmerken en aspecten vouchersysteem

3.2.2 Aspect haalbaarheid

Het aspect haalbaarheid is gericht op de beleidsvorming, daarbij is het vooral van belang of het voucher- systeem past binnen de institutionele context, of de voor het functioneren van het vouchersysteem vereiste infrastructuur aanwezig is en of er bij betrokken partijen draagvlak is voor het vouchersysteem. Dit zijn tevens de criteria voor de beoordeling van de haalbaarheid (tabel 3.3). Omdat haalbaarheid betrekking heeft op de situatie voordat het vouchersysteem is ingevoerd, wordt bij een functionerend vouchersysteem gekeken naar de situatie voorafgaand aan de (besluitvorming over de) invoering.

Bij alle criteria staat de vraag centraal of aan het criterium is voldaan en als dit niet het geval is, welke inspanningen (kosten) en tijd zijn vereist om hieraan wel te voldoen.

Criterium institutionele context

Bij het criterium institutionele context wordt gekeken of het vouchersysteem past binnen de vigerende wet- en regelgeving en of is voldaan aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, wat in dit verband beperkt blijft tot het gelijkheids- en het evenredigheidsbeginsel (zie bijlage 1). De formele beginselen van behoorlijk bestuur en de overige materiële beginselen zijn buiten beschouwing gelaten, omdat ze betrekking hebben op de wijze waarop een besluit tot stand komt en niet zozeer op de inhoud van het besluit (introductie van vouchers), die hier aan de orde is.

De karakteristieken bij dit criterium betreffen:

– eventueel vereiste aanpassing van wet- en/of regelgeving. Afhankelijk van de beschikbare informatie moet worden aangegeven of aanpassing is vereist, welke aanpassing is vereist en wat de voor aanpassing vereiste inspanningen zijn;

– gelijke behandeling van alle potentiële vragers en aanbieders, waarbij vooral de te hanteren selectiecriteria van belang zijn. Een onderwerp hierbij is het risico bij vouchers (zie hoofdstuk 2) van ongelijke kansen of drempels, die worden opgeworpen door zaken als onduidelijke of veel administratieve handelingen, het ver- eist zijn van voorfinanciering, de hoogte van een verplichte eigen bijdrage of reiskosten;

– de redelijkheid van gemaakte afspraken en/of opgelegde voorwaarden (voor vragers en aanbieders), die er ondermeer voor moeten zorgen dat transacties met vouchers als fair worden beoordeeld.

Criterium infrastructuur

De primaire vraag bij dit criterium is welke infrastructuur (uitvoeringsorganisatie) is vereist voor het kunnen functioneren van het vouchersysteem en in hoeverre deze infrastructuur al voor de invoering aanwezig is. De organisatie van de uitvoeringsorganisatie is genoemd als een belangrijke slaagfactor (tabel 2.2). Een tweede slaagfactor is de bekendheid van het vouchersysteem bij de (beoogde) betrokkenen. Voor hen moet het duidelijk zijn wat dit systeem inhoudt en wat hun rechten en plichten zijn. Ook hier is het relevant in hoeverre de vereiste (informatie)infrastructuur al aanwezig is. Een derde slaagfactor betreft de markt voor de betreffende voorziening. Voor een succesvolle toepassing van het vouchersysteem moet de markt ondermeer gemakkelijk toegankelijk zijn. Ook moeten vraag en aanbod transparant en bij alle betrokkenen bekend zijn. Een vierde slaagfactor betreft de mogelijkheden voor begeleiding en advies van zowel vragers als aanbieders. Bij alle slaagfactoren geeft de discrepantie tussen de vereiste en bestaande infrastructuur inzicht in de voor de invoering van het vouchersysteem vereiste veranderingen en in de (verwachte) inspanningen en tijd die daarmee zijn gemoeid.

De basis voor de beoordeling ligt bij de beschrijving van de werkwijze, die duidelijk maakt (of moet maken) welke infrastructuur nodig is. Relevante infrastructuur betreft:

– de uitvoerder, waarbij niet alleen de ‘inrichting’ voor de opgelegde taken aan de orde is, maar ook of een instantie moet worden ingesteld of dat de taken kunnen worden vervuld door een bestaande instantie (met of zonder aanpassing), dit geldt ook voor de infrastructuur voor de informatievoorziening over het

vouchersysteem naar vragers en aanbieders (twee aparte karakteristieken);

– de markt voor de betreffende voorziening, waarbij kan worden gekeken naar de partijen op de markt (vragers, aanbieders, intermediairs), transparantie van de markt (informatie over aanbod, prijzen en kwaliteit), mate van mededinging (keuzevrijheid van vragers en werking prijsmechanisme), kwaliteits- beheersing, afhandeling van klachten et cetera;

– de begeleiding van betrokken partijen bij het gebruik van vouchers en eventueel overlegstructuren en samenwerkingsverbanden binnen en tussen de verschillende partijen (regie en kaders).

Een kanttekening hierbij is dat het begrip infrastructuur niet eenduidig is gedefinieerd, maar dat (globaal) is aangeduid wat hieronder wordt begrepen. Dit is gedaan omdat zo’n globale duiding voldoende lijkt voor de beoordeling van de haalbaarheid en de uitvoerbaarheid.

Criterium draagvlak

Het bestaan van draagvlak voor het vouchersysteem bij de betrokken partijen voorafgaand aan de invoering is genoemd als een slaagfactor (tabel 2.2). Een andere slaagfactor is voorafgaand aan de invoering van het vouchersysteem enkele experimenten uit te voeren om de werking van het systeem te evalueren en op basis daarvan bij te stellen (aanpassen kenmerken), en die kunnen bijdragen aan het creëren van draagvlak bij betrokken partijen.

Tabel 3.3

Beschrijving aspect haalbaarheid van een vouchersysteem.

Criterium karakteristiek beschrijving

Haalbaarheid

institutionele context vigerende wettelijke context passen vouchers binnen vigerende regels/procedures beginselen behoorlijk bestuur gelijke behandeling vragers en aanbieders

redelijkheid gemaakte afspraken (vragers/aanbieders) Infrastructuur uitvoerder is er een instantie die als uitvoerder kan functioneren

informatievoorziening verspreiding informatie over vouchersysteem markt marktstructuur voor de voorziening

begeleiding structuur begeleiding (en overleg) betrokken partijen Draagvlak draagvlak overheid mate waarin de overheid vouchers steunt

draagvlak uitvoerder mate waarin de uitvoerder vouchers steunt draagvlak aanbieders mate waarin aanbieders vouchers steunen draagvlak vragers mate waarin vragers vouchers steunen