• No results found

Artikel 172a en 172b Gemeentewet (voetbalvandalisme en ernstige overlast)

In document O RDE IN DE OPENBARE ORDE (pagina 48-51)

DEELONDERZOEK I: Openbare-ordebevoegdheden burgemeester

3. Artikel 172a en 172b Gemeentewet (voetbalvandalisme en ernstige overlast)

Tekst bepalingen: Artikel 172a

1. Onverminderd artikel 172, derde lid, en hetgeen bij gemeentelijke verordening is bepaald omtrent de bevoegdheid van de burgemeester om bevelen te geven ter handhaving van de openbare orde, kan de burgemeester aan een persoon die individueel of in groepsverband de openbare orde ernstig heeft verstoord of bij groepsgewijze ernstige verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, dan wel herhaaldelijk individueel of in groepsverband de openbare orde heeft verstoord of bij groepsgewijze verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, bij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde een bevel geven:

a. zich niet te bevinden in of in de omgeving van een of meer bepaalde objecten binnen de gemeente, dan wel in een of meer bepaalde delen van de gemeente;

b. zich niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een voor het publiek toegankelijke plaats zonder redelijk doel met meer dan drie andere personen in groepsverband op te houden, of c. zich op bepaalde tijdstippen te melden op of vanaf bepaalde plaatsen, al dan niet in een andere gemeente.

2. De burgemeester kan tevens een bevel geven aan een persoon aan wie door een private organisatie een sanctie is opgelegd, wegens gedrag dat bij de burgemeester de ernstige vrees doet ontstaan dat die persoon de openbare orde zal verstoren.

3. De burgemeester van een andere gemeente kan een burgemeester verzoeken om een persoon tevens namens hem een overeenkomstig bevel te geven, indien de burgemeester die het bevel geeft, de ernstige vrees heeft dat die persoon ook in de andere gemeente de openbare orde zal verstoren. Het verzoek bevat een aanduiding van de objecten of gebieden waar de aanwezigheid van die persoon niet gewenst is en van de tijdstippen of perioden waarvoor het bevel geldt. De burgemeester zendt een afschrift van het bevel dat hij namens een andere burgemeester heeft gegeven, aan die burgemeester. 4. Van een bevel zich te melden in een andere gemeente, wordt tijdig mededeling gedaan aan de

burgemeester van die gemeente.

5. Indien de officier van justitie een persoon als bedoeld in het eerste lid een gedragsaanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 509hh, tweede lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering, geeft de burgemeester aan deze persoon niet een bevel als bedoeld in het eerste lid, onder a of b, voor hetzelfde gebied.

6. Het bevel geldt voor:

a. een door de burgemeester vast te stellen periode van ten hoogste drie maanden, in welk geval het bevel ten hoogste driemaal kan worden verlengd met een door de burgemeester vast te stellen periode van telkens ten hoogste drie maanden, of

b. door de burgemeester vast te stellen tijdstippen of perioden, verspreid over ten hoogste negentig dagen binnen een tijdvak van ten hoogste vierentwintig maanden.

7. Op grond van nieuwe feiten of omstandigheden kan de burgemeester het bevel wijzigen ten nadele van betrokkene.

8. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van de verboden of geboden die voortvloeien uit het bevel, dan wel van een of meer onderdelen daarvan. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

9. Indien nieuwe feiten of omstandigheden daartoe aanleiding geven, wijzigt de burgemeester het bevel ten gunste van betrokkene. Het bevel wordt ingetrokken zodra het niet langer nodig is ter voorkoming van verdere verstoringen van de openbare orde.

Artikel 172b

1. De burgemeester kan aan een persoon die het gezag uitoefent over een minderjarige die herhaaldelijk in groepsverband de openbare orde heeft verstoord en de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, bij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde een bevel geven zorg te dragen:

a. dat de minderjarige zich niet bevindt in of in de omgeving van een of meer bepaalde objecten binnen de gemeente, dan wel in een of meer bepaalde delen van de gemeente, tenzij de minderjarige wordt begeleid door een persoon die het gezag over hem uitoefent of door een andere meerderjarige als bedoeld in het derde lid; of

b. dat de minderjarige zich op bepaalde dagen gedurende een aangegeven tijdvak tussen 8 uur ’s avonds en 6 uur ’s ochtends niet bevindt op voor het publiek toegankelijke plaatsen, tenzij de minderjarige wordt begeleid door een persoon die het gezag over hem uitoefent of door een andere meerderjarige als bedoeld in het derde lid.

2. Het bevel geldt voor een door de burgemeester vast te stellen periode van ten hoogste drie maanden. 3. De burgemeester kan voor de toepassing van het eerste lid ten hoogste twee andere meerderjarigen

naast de persoon of personen die het gezag uitoefenen over een minderjarige aanwijzen ter begeleiding van de minderjarige.

4. Artikel 172a, zevende, achtste en negende lid, is van overeenkomstige toepassing.

1. Inleiding

De artikelen 172a en 172b Gemw bevatten de gemeentewettelijke en daarmee bestuursrechtelijke component van de Wet maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet MBVEO). De wet is in 2010 van kracht geworden en in 2015 flink gewijzigd. Met de titel is ook de belangrijkste doelstelling van de wet gegeven. Hoewel de verschillende bestanddelen van deze wet niet alleen kunnen worden toegepast op overlast door voetbalvandalisme (bij eventuele toepassing van artikel 172b ligt zulks zelfs niet voor de hand), gaat deze wet voor velen nog steeds door het leven als de ‘Voetbalwet’.107

Artikel 172a voorziet in een gebiedsverbod (lid 1, sub a), een groepsverbod (lid 1, sub b) en een meldingsplicht (lid 1, sub c), op te leggen aan iemand die:

- de openbare orde ernstig heeft verstoord (individueel of in groepsverband);

- bij groepsgewijze ernstige verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad;

- herhaaldelijk individueel of in groepsverband de openbare orde heeft verstoord;

107 Zie over deze wet recentelijk J.G. Brouwer & A.E. Schilder, Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast, in: A.E.M. van den Berg e.a. (red.), Hoofdstukken openbare-orderecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2015, p. 71 e.v.

38

- herhaaldelijk bij groepsgewijze verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad.

Deze maatregelen kunnen op grond van het eerste lid van artikel 172a echter alleen worden toegepast indien op het moment van het geven van het bevel ernstige vrees bestaat voor verdere verstoring van de openbare orde.

Artikel 172b is in zoverre bijzonder dat de daarin opgevoerde normadressaat per definitie niet degene is die de openbare orde heeft verstoord, maar degene die het gezag over hem of haar uitoefent. Dat heeft alles te maken met het gegeven dat artikel 172b handelt over openbare ordeverstoringen door kinderen die jonger zijn dan twaalf jaar (verder 12-minners).108 Het zijn in dat geval degenen die het gezag uitoefenen over deze minderjarige (veelal de ouders) tot wie het bevel van de burgemeester zich richt.

De Wet MBVEO kent ook een strafrechtelijke component, door middel van het geïntroduceerde artikel 509hh Sv. Dit artikel maakt gedragsaanwijzingen door de officier van justitie mogelijk. Ook deze gedragsaanwijzingen kunnen bestaan uit een gebiedsverbod en een meldingsplicht (ditmaal bij een opsporingsambtenaar), maar ook uit een contactverbod en verplichte hulpverlening. Hieronder zal zo nu en dan worden verwezen naar deze regeling, zij het dat voor een inhoudelijke beoordeling verwezen zij naar de bespreking van dat artikel.109

Verhouding tot andere bevoegdheden

Voor wat betreft de gebiedsverboden uit artikel 172a geldt dat deze ook voorkomen in APV’s en – binnen zekere grenzen – eveneens kunnen worden gebaseerd op de lichte bevelsbevoegdheid uit artikel 172 lid 3 Gemw. Ook samenscholingsverboden komen voor in APV’s. Zij verschillen in zoverre van groepsverboden dat zij groepsvorming in een bepaald gebied verbieden, ongeacht de personen uit wie die groep bestaat. Groepsverboden richten zich tegen groepsvorming door specifieke personen. De Wet MBVEO laat de gemeentelijke verordenende bevoegdheid in zoverre ongemoeid dat anterieure verordeningen niet van rechtswege zijn vervallen (artikel IIIA Wet MBVEO) en dat ruimte wordt geboden voor posterieure verordeningen via de zinsnede “onverminderd (…) hetgeen bij gemeentelijke verordening is bepaald”. Het eerste lid van artikel 172a Gemw bevat eenzelfde formule voor de toepassing van artikel 172 lid 3 Gemw. Eén en ander komt erop neer dat de burgemeester een zekere keuzeruimte heeft bij het bepalen welke regeling hij in dergelijke gevallen toepast.

108 Naar de letter van de wet zou daarmee in beginsel niet gezegd zijn dat artikel 172a niet toepasbaar is op 12-minners. De Circulaire Burgemeestersbevel twaalfminners (Stcrt. 2010, 13482, par. 2.2), is hieromtrent evenmin expliciet. Hierin wordt echter wel aangegeven dat de ‘normale’ bestuursrechtelijke maatregelen (bedoeld worden maatregelen op grond van de APV, op grond van de lichte bevelsbevoegdheid of op grond van artikel 172a Gemeentewet), bij kinderen jonger dan twaalf niet strafrechtelijk kunnen worden gehandhaafd bij niet-naleving. Kinderen jonger dan twaalf kunnen immers niet strafrechtelijk worden vervolgd. Het gegeven dat de enige argumentatie schuilt in een mogelijk strafrechtelijk handhavingstekort doet op zijn minst vermoeden dat de minister van BZK het ten principale voor mogelijk houdt dat aan kinderen jonger dan twaalf ook andere bestuursrechtelijke maatregelen wordt opgelegd. Het is echter moeilijk situaties voor te stellen waarin bestuursrechtelijk optreden tegen het kind zelf – en dus niet tegen de ouders – de proportionaliteitstoets kan doorstaan.

109 Zie par. 12 van deelonderzoek I.

39

De verhouding tot artikel 509hh Sv is geregeld in artikel 172 lid 5. Als een officier van justitie iemand een gebiedsverbod geeft op grond van artikel 509hh, is een gebieds- of groepsverbod op grond van artikel 172a niet langer mogelijk.

2. De bevoegdheid 110

In document O RDE IN DE OPENBARE ORDE (pagina 48-51)