• No results found

Art Spiegelman: Een verhaal uit beelden

Inleiding

Dit is een foto van Richieu, de oudste zoon van Vladek Spiegelman. De foto doet denken aan de vele kinderportretten in het In Memoriam, het meer dan duizend pagina’s tellende gedenkboek van Guus Luijters. Achter iedere foto gaat een ver-haal schuil. Als kleuter sterft Richieu aan een dosis vergif die zijn tante Tosha hem tijdens de Shoah toedient. Tosha draagt het vergif bij zich in Zawiercie, een getto in Polen waar Richieu enkele maanden eerder bij zijn familie in veiligheid is ge-bracht. Op het moment dat het getto ontruimd wordt door de Duitsers en mensen verzameld worden op een plein om naar Auschwitz te worden weggevoerd, besluit Tosha zichzelf, de twee kinderen Bibi en Lonia en haar neefje Richieu een gang naar de gaskamers te besparen (mi 111).1

‘Ik verzeker je, het was de tragedie der tragedies. Het was zo’n vrolijke, prach-tige jongen!’, zo herinnert Vladek Spiegelman zich de dood van zijn zoon (mi 111). Zelf overleeft hij de pogroms en het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau, net als zijn vrouw Anja. Hun tweede zoon Art, die na de oorlog geboren wordt, hoort als kind vrij weinig over de geschiedenis van zijn Joodse ouders:

Anja vertelde me over dingen die haar in de kampen waren overkomen (…) maar ze gaf er geen enkele context of achtergrond bij, en als kind vond ik de verhalen vooral dood-eng. Ik herinner me niet dat Vladek destijds veel vertelde over wat hij had meegemaakt, maar toen ik volwassen werd, nam hij de tijd om mijn vragen te beantwoorden en zijn verhaal te vertellen, alsof hij vond dat het mijn geboorterecht was om zulke dingen te we-ten (mm14).

Op vierentwintig jarige leeftijd onderwerpt Art Spiegelman zijn vader aan een uit-voerige reeks diepte-interviews die de basis vormen voor het tweedelige beeldver-haal Maus. Vertelling van een overlevende.2 De eerste serie gesprekken vindt plaats in de zomer van 1972, buiten op het terras van het ouderlijk huis in Queens (New

1 Uitleg bij dit referentiesysteem (mi/mii/mm + nummer) wordt gegeven in de verantwoording in de

bij-lage.

2 De oorspronkelijk Engelstalige editie van het beeldverhaal – Maus. A Survivor’s Tale – bereikt het

be-oogde lezerspubliek in fragmenten. De eerste zes hoofdstukken verschijnen successievelijk vanaf 1980 in

Raw – het Graphix Magazine dat Art Spiegelman uitgeeft, samen met zijn Franse vrouw Françoise Mouly.

In 1986 besluit Art Spiegelman de hoofdstukken te bundelen en als eerste deel onder te brengen bij Pan-theon Books, getiteld My Father Bleeds History (‘Mijn vader bloedt geschiedenis’). Met behulp van een

Guggenheim Fellowship kan Spiegelman het beeldverhaal in de jaren daarna complementeren. De vijf

reste-rende hoofdstukken verschijnen als tweede en afsluitende deel onder de titel And Here My Troubles Began (‘En hier begon mijn ellende pas’) bij dezelfde uitgever in 1991. Voor een close reading van beide boekdelen zie later in dit hoofdstuk.

York City), waar Art en zijn ouders kort na de oorlog naartoe zijn verhuisd. Art neemt een bandrecorder en blocnote mee.3 Na deze serie gesprekken keert hij regelmatig terug om zijn vader naar meer details en achtergronden te vragen – tot aan zijn vaders dood in 1982. Sinds het overlijden van zijn moeder Anja, die in 1968 zelfmoord pleegde, was het moeilijk geweest een normale vader-zoonrelatie te onderhouden. Ontmoe-tingen eindigden altijd in akelige ruzies, zo herinnert Art zich in een terugblik op deze periode, en de eisen die zijn vader stelde kon hij onmogelijk waarmaken (mm 24). De gesprekken met zijn vader in Queens, over diens belevenissen vóór en tijdens de oorlog, veranderden de si-tuatie. ‘Er was een gevoel van intimiteit met hem dat op andere momenten ont-brak’ (mm 25), concludeert Art achteraf in een interview, waarin hij eerder aan-gaf:

De ironie is juist dat de relatie tussen mijn vader en mij het meest ontspannen was als we spraken over de momenten waarop hij groot gevaar liep, toen er zoveel op het spel stond en er overal rampen gebeurden. Maar voor ons beiden was er een soort knus gezinsge-voel, doordat we het er nu eens niet over hadden dat we in elkaar teleurgesteld waren. Dat moest ik in het boek overbrengen: de plaatjes van Art en zijn vader die tapes vol praten, vormen niet een klein onderdeel van een relatie; ze vormen driekwart van die relatie. Dat gaf ons een plek waar we een relatie konden hebben (mm 24).

Ter afsluiting van het ‘intieme materiaal’ dat Art naar eigen zeggen tijdens de ge-sprekken met zijn vader verzamelt, besluit Vladek de eerste serie interviews met een publieke mededeling. Was hij daarvoor met zijn persoonlijke verhaal bezig ge-weest, de tapes eindigen met een boodschap voor het nageslacht: ‘Nu kunnen jullie

3 In MetaMaus, de publicatie waarin het ontstaansproces van Maus wordt toegelicht, zijn veertig

bladzij-den gewijd aan het transcript van deze eerste serie gesprekken. Een aanvullende interviewregistratie is te vinden op de bijbehorende dvd. Art Spiegelman geeft de lezer niet alleen inzicht in de feitelijke registratie maar ook in zijn eigen bewerking van de gespreksgegevens. De sprongen in de tijd en de herhalingen die in het verhaal van zijn vader voorkomen, maar ook de onderbrekingen die in de registratie ontstaan zijn omdat Art Spiegelman zijn bandrecorder weleens vergeet af te zetten en per ongeluk over bestaand mate-rieel heen opneemt, dit alles wordt in de registratie van de gesprekken op schrift visueel gemarkeerd. Het resultaat omschrijft de auteur van Maus zelf als ‘een licht geredigeerde, letterlijke transcriptie van mijn op-names van deze eerste sessies. Dit is mijn vaders verhaal, zoals hij het me destijds vertelde’ (mm 237-277).

‘Ik verzeker je, het was de tragedie der tra-gedies. Het was zo’n vrolijke, prachtige jon-gen!’ (citaat Vladek Spiegelman) Maus ii 165 © Art Spiegelman & Pantheon Books

weten wat er is gebeurd’, zo spreekt Vladek rechtstreeks in de microfoon, ‘en laten we er in godsnaam voor zorgen dat het nooit weer gebeurt!’ (mm 23).

Intieme journalistiek

De publieke verslaglegging van persoonlijke verhalen heeft een maatschappelijk be-lang, zo formuleerde ik als eerste deelhypothese in de conclusie van hoofdstuk 3. Aan de hand van het beeldverhaal van Art Spiegelman werk ik deze stelling verder uit. Ik verhelder zijn werk in dit verband vanuit het denken over de zogenoemde ‘intieme journalistiek’.

Walt Harrington, hoogleraar journalistiek en voormalig stafmedewerker van het Washington Post Magazine, introduceerde deze term in de Verenigde Staten. In het boek Intimate Journalism. The Art and Craft of Reporting Everyday Life,4

onderzoekt Harrington de meerwaarde van een journalistieke methode die zich in het bijzonder richt op:

De verhalen uit het alledaagse leven – over de gedragingen, motieven, gevoelens, geloofs-overtuigingen, houdingen, grieven, hoop, vrees en prestaties van mensen, terwijl zij zoe-ken naar zin en een doel in hun leven, verhalen die vensters vormen op onze universele menselijke worsteling (…).5

Een anonieme massa mensen verandert binnen de intieme journalistiek in herken-bare individuen die, door datgene wat er in de wereld om hen heen gebeurt, geraakt worden in hun ultieme wezen. Mensen met een naam, soms ook met een gezicht en een verhaal. Ervaringen die verbonden zijn met gebeurtenissen uit het alledaag-se leven staan in deze vorm van verslaglegging centraal: de context waarin menalledaag-sen zichzelf verstaan, waarin zij de samenleving vormgeven, hun waarden delen en ge-dragingen uiten. De intieme journalistiek documenteert hetgeen het voortgaande leven bijzonder maakt – zowel in normale als abnormale leefomstandigheden. Zij brengt de verhalen die hiervan een uitdrukking zijn op een niet-sentimentele wijze in beeld.6 In relatie tot de herinnering aan de Shoah betekent dit het einde van de clichématige presentatie van ‘de Holocaustoverlevende’, zoals Art Spiegelman zich voorneemt in de uitbeelding van zijn vaders personage in Maus:

Ik probeerde hem niet te sentimentaliseren: het kwam nooit in me op een heroïsche fi-guur van hem te maken, en zeker niet hem af te schilderen als een overlevende die is ge-louterd door zijn lijden – een heel christelijk idee, de overlevende als martelaar. En dat betekende een onopgesmukt verhaal, inclusief mijn hatelijke opmerkingen (mm 33).

4 W. Harrington, Intimate Journalism. The Art and Craft of Reporting Everyday Life, Thousand Oaks

(et al.) 1997.

5 W. Harrington, Intimate Journalism, xiv. 6 W. Harrington, Intimate Journalism, xi-xvi.

Art Spiegelman wilde voorkomen dat zijn vader, of de relatie die hij met zijn vader had, in het boek zou worden voorgesteld als een karikatuur. ‘Ik stond mezelf toe mijn vader uit te beelden op een wijze die sommigen als negatief ervaren, maar ik zag dat hij ondanks zijn onmogelijke gebreken en de irritante manier waarop hij me als vader achter de vodden zat, als personage iets aandoenlijks heeft’ (mm 33). De intieme journalistiek, waarvan het beeldverhaal van Art Spiegelman een uitdruk-king is, brengt – zoals Harrington benadrukt – mensenlevens in beeld in hun com-plexe menselijkheid.7

Irene Costera Meijer, die zich in Nederland gespecialiseerd heeft in onderzoek naar deze journalistieke methode, legt uit wat de relevantie is van een mens- in plaats van gebeurtenisgerichte benadering.8 Met de publieke verslaglegging van de binnenwereld van mensen is een democratisch belang gemoeid. De intieme jour-nalistiek richt zich op het intrinsieke verlangen en de aspiraties van mensen van waaruit een samenleving richting gegeven wordt. De verhalen die zij verzamelt, voeden de voorstelling van een democratisch werkende gemeenschap en tonen de alledaagse maar wezenlijke keuzes die hiermee samengaan, ongeacht of het om een persoonlijk of maatschappelijk vraagstuk gaat.9 En, zo zal ik in dit hoofdstuk in het verlengde hiervan stellen, ongeacht of het om een situatie gaat waarin dit demo-cratische burgerschap wordt gestimuleerd, ontmoedigd of ontnomen. In de serie gesprekken die Art Spiegelman met zijn vader voert, komt naar voren dat zelfs op plaatsen waar democratische normen en procedures tot een minimum zijn terug-gebracht10 – het getto, het vernietigingskamp – er een manier van samenleven kan ontstaan die weerstand biedt aan een dominant en onderdrukkend machtssysteem. De intieme journalistiek maakt via verhalen en tegenstemmen zichtbaar hoe deze vorm van verzet gestalte krijgt.

Dierenmetafoor

De intieme (mens- en ervaringsgerichte) journalistiek streeft naar meer humane verhoudingen tussen mensen in bepaalde leefsituaties. De vorm die Art Spiegelman gekozen heeft voor de personages in zijn beeldverhaal lijkt op het eerste gezicht te contrasteren met deze doelstelling. Hij beeldt zichzelf en zijn ouders namelijk, overeenkomstig de Joodse personages in de rest van het verhaal, uit als dierlijke we-zens, als muizen:

Ik kon het me niet op een andere manier voorstellen, zelfs niet toen ik het zo waarheids-getrouw mogelijk besloot te doen. Paradoxaal genoeg kun je dankzij de muizen niet

al-7 Zie I. Costera Meijer, De toekomst van het nieuws, Amsterdam 2006, 103.

8 I. Costera Meijer, ‘Het persoonlijke wordt publiek. De maatschappelijke betekenis van intieme

jour-nalistiek’, in Tijdschrift voor Genderstudies 3 (2000) 3, 16-30, spec. 17.

9 I. Costera Meijer, De toekomst van het nieuws, 104; I. Costera Meijer, ‘Het persoonlijke wordt

pu-bliek’, 17.

leen meer afstand nemen van de gruwelen, maar ook dieper ingaan op het materiaal dan in een meer realistische stijl. (…) Het gaf me speling, het was niet erg als een detail niet klopte ondanks al mijn research. Ik hoefde niet het gezicht te verzinnen van een persoon die ik nooit heb gekend (mm 149).

De keuze voor de inzet van een dierenmetafoor wordt door Art Spiegelman gepre-senteerd als een parodie op een uitspraak van Adolf Hitler, waarmee het eerste deel van Maus begint: ‘De Joden zijn ongetwijfeld een ras, maar menselijk zijn ze niet’ (mi 10). Het tweede deel van Maus opent met een fragment uit een krantenartikel, afkomstig uit Pommeren (Duitsland) in het midden van de jaren dertig. ‘Mickey Mouse is het allermiezerigste ideaalbeeld dat ooit ten tonele is gevoerd … Elke on-afhankelijke jongeman en elk rechtschapen jong mens met gezonde gevoelens be-grijpt dat het smerigste en vervuilde ongedierte, de grootste verspreider van ziekten uit het dierenrijk, niet het ideale dier kan zijn … Weg met de verdierlijking van het volk door de Joden! Weg met Mickey Mouse! Draagt het hakenkruis!’ (mii 164).

De Joden worden in de nazipropaganda neergezet als nonhumans; geassocieerd met ongedierte om te worden verdelgd en weggevoerd – in de concentratiekampen werd daarvoor het pesticide Zyklon B gebruikt. ‘Mijn schokkendste ontdekking van een relevant, antisemitisch werk’, zo vertelt Art Spiegelman in reflectie op zijn beeldverhaal, ‘was Der ewige Jude, een Duitse “documentaire” die liet zien hoe de Joden door de stegen van een getto krioelden, bebaarde wezens in lange jassen, en daarna een shot van Joden als muizen – of eerder ratten – die in een riool krioelden, met de tekst “Joden zijn de ratten” of “het ongedierte van de mensheid”. Hierdoor begreep ik dat de ontmenselijking de kern van het vernietigingsproces vormde’ (mm 114-115).

Dehumanisering ligt aan de basis van genocide: ‘een term die na de Tweede We-reldoorlog werd uitgevonden om aan te duiden wat er met de Joden was gebeurd, omdat er nog geen woord was voor zo’n grootschalige misdaad: de poging een vol-ledige etnische groep te doden’, aldus Art Spiegelman (mm 115). Door de muizen in het beeldverhaal Maus te tekenen als rechtopstaande wezens, voorzien van kleren en nadrukkelijk in het bezit van menselijke emoties, keert Spiegelman de retoriek van de nazi’s om en bewerkstelligt hij ironisch gezien het tegenovergestelde effect van wat zij met hun dehumanisering beoogden: een re-humanisering van de muizen die Hitler persoonlijk tot ongedierte had verklaard.11 De dierenmetafoor in Maus biedt als zodanig weerstand tegen het op generalisatie en stereotype constructies gebaseerde racisme dat ten grondslag ligt aan de Holocaust en aan de vernietigings-projecten die wereldwijd zouden volgen (mm 115).

11 P. Codde, ‘(M)auschwitz en de grafische roman. Art Spiegelmans Maus’, lezing Symposium Holocaust

Waarden in conflict

Met de dierenmetafoor in Maus beoogt Art Spiegelman paradoxaal gezien een hu-mane samenlevingsvorm te verbeelden. De mensgerichte journalistiek gaat er van-uit dat het in dit verband van belang is om nieuw licht te werpen op enkele waar-dentegenstellingen die in de westerse cultuur zijn ingeslepen. Irene Costera Meijer wijst onder andere op het onderscheid tussen de openbare versus de privésfeer, emotie versus rationaliteit en een autonoom versus een relationeel mensbeeld.12

Wil een verhaal tonen hoe een democratie ‘werkt’, dan moet daarin afstand worden genomen van een eenzijdig concept van burgerschap dat alleen rationaliteit, de pu-blieke sfeer en een autonoom concept van het ‘zelf’ relevant acht.13 De intieme jour-nalistiek voorziet in een meer evenwichtige beeldvorming, zo meen ik met Costera Meijer en zo zal ik verderop in dit hoofdstuk illustreren aan de hand van een close-reading van het beeldverhaal Maus. Ik licht het drietal opposities die in dit kader mijn leesraster vormen nu eerst nader toe.

Op de eerste plaats, zo stelt Costera Meijer, bestaat er een moreel geladen on-derscheid tussen de openbare en persoonlijke levenssfeer. Het idee dat een verslag-legging van het dagelijkse leven belangrijk is voor burgers wordt vaak sceptisch benaderd. Democratie wordt geassocieerd met het publieke leven en het dagelijkse bestaan draagt hiermee in contrast zorg voor de ‘reproductie’ van de burger, zo is de common sense. De mentaliteit in een samenleving staat echter in nauwe verbin-ding met de privésfeer, waarin waarden worden aangeleerd (of niet). De publieke sfeer voorziet op haar beurt in een gezamenlijke taal en moraal om die situaties waarin zich een waardenbotsing voordoet, in beeld te brengen en betekenis te ge-ven. De openbare en privésfeer hebben, aldus Costera Meijer, weliswaar afzonder-lijk bestaansrecht maar worden ten onrechte asymmetrisch beoordeeld. De intieme journalistiek doet vanuit het oogpunt en belang van beide domeinen nauwgezet verslag van de maatschappelijke betekenis van veranderde dagelijkse normen, keu-zen en praktijken.14

Een van de gevolgen van deze vorm van verslaggeving is dat het vermogen tot empathie bij burgers bevorderd wordt. ‘Verhalen’, zo stelt Walt Harrington, ‘wor-den opgetekend en vormgegeven om de gevoelsdimensie van het leven van de per-sonen waarover ze gaan bloot te leggen en op te roepen. Ze bewerkstelligen dat le-zers af en toe buiten zichzelf treden en ervaren hoe het voelt om iemand anders te zijn’.15 Het vermogen zich in te leven in andere mensen en andere levensstijlen, kan gezien worden als een essentiële eigenschap voor burgers, zoals de Amerikaanse fi-losofe Martha Nussbaum in reflectie op goed onderwijs scherp stelt: ‘Als de

lite-12 I. Costera Meijer, De toekomst van het nieuws, 104-111; I. Costera Meijer, ‘Het persoonlijke wordt

publiek’, 24-27.

13 I. Costera Meijer, ‘Het persoonlijke wordt publiek’, 27.

14 I. Costera Meijer, De toekomst van het nieuws, 105-107; I. Costera Meijer, ‘Het persoonlijke wordt

publiek’, 25-26.

raire verbeelding compassie tot ontwikkeling brengt en als compassie essentieel is voor burgerlijke verantwoordelijkheid, dan is het terecht dat we werken onderrich-ten die de gewenste en noodzakelijke vormen van begripvol medeleven bevorde-ren’.16 In dit kader is het op de tweede plaats van belang om de publieke uitsluiting van emotie en de insluiting van ratio als morele concepten voor goed burgerschap te heroverwegen. Costera Meijer wijst op de taak die in dezen is weggelegd voor de intieme journalistiek. Zij weet de verbeeldingskracht van het publiek te verdiepen en te verbreden en draagt bij aan de vorming van morele vaardigheden in mensen, waarvan het inlevingsvermogen deel uitmaakt.17

Dit brengt me bij de derde waardentegenstelling die volgens Costera Meijer aan revisie toe is: het verkiezen van autonomie boven afhankelijkheid als normatief uit-gangspunt voor het ‘burger-zijn’ van mensen. In de praktijk voldoen slechts wei-nig mensen aan dit verlichtingsideaal. Mensen leiden in de regel geen autonoom be-staan maar hun leven en wezen krijgen in belangrijke mate betekenis in relatie tot andere mensenlevens. Costera Meijer spreekt in dit verband van ‘betekenisvolle an-deren’. De intieme journalistiek kan de morele en praktische betekenis van familie- en vriendschapsverhoudingen verdisconteren. Zij gaat uit van een relationeel mens-beeld dat de autonome opvatting van het ‘zelf’ complementeert.18

Het denken in bovenbeschreven tweedelingen heeft volgens Costera Meijer consequenties voor het zichtbaar maken of juist aan het oog onttrekken van maat-schappelijke in- en uitsluitingmechanismen.19 Zij toetste deze these eerder aan de hand van een analyse van de feministische receptie van ervaringsverhalen in de ja-ren zeventig, de tijd dat gemarginaliseerde groepen mensen een stem kregen en in dit verband ook de oral history haar intrede deed als onderdeel van de zogenoemde memory studies.20 In de serie diepte-interviews die Art Spiegelman in deze periode met zijn vader voert, worden de strategieën van in- en uitsluiting langzaam ont-maskerd in hun nietsontziende uitwerking: de confrontatie met afwezigheid, met de stemmen die verloren zijn en het verlies dat geleden is. De striptekenaar maakt daarmee zichtbaar wat het gevaar is van een herinneringscultuur die zich op basis van deze confrontatie met persoonlijk gemis dreigt op te sluiten in een eenzijdig