• No results found

Architectenopleiding

Praktijkopleidingen Architectuur en Stedebouw In januari 1996 zijn de Praktijkopleidingen Architectuur en Stedebouw van start gegaan. Het aantal cursisten bedroeg eind 1996 vijfenveertig, waarvan veertig architecten en vijf stedenbouwkundigen. Het aantal aangeboden praktijk- plaatsen bedroeg circa vijfenzestig.

De cursisten zijn vier dagen per week werkzaam op een architectenbureau en volgen daarnaast één dag per week onderwijs. De cursisten worden begeleid door een univer- sitair mentor en een bureaumentor. In 1996 werden de volgende opleidingsmodulen gegeven; Bouwen en regelge- ving, Beheer van stedelijke gebieden. Bouwen en procesma- nagement, Bouwen en bureaumanagement.

De deelname aan de opleiding blijft vooralsnog achter bij de prognoses. Bij de opzet van de opleiding is uitgegaan van een instroom van circa vijfenzeventig beginnende architecten. Vooruitlopend op een grotere evaluatie in 1997 werd daarom eind 1996 reeds een nader onderzoek naar de beschikbaarheid van praktijkplaatsen bij BNA- bureaus gedaan. Hieruit bleek dat men relatief goed bekend

is met PAS. Vanwege de werkzaamheden heeft men echter vaak nog geen praktijkplaats beschikbaar kunnen stellen.

Architectuuropleiding en overleg met de onderwijsinstellingen

Medio 1996 kwam het rapport van de Toetsingscommissie Architectuuropleidingen, het zogenoemde rapport Gie- tema, uit. Belangrijkste conciusie van dit rapport was dat de eisen in het architectenregister aangevuld zouden moeten worden met de els van praktijkervaring. De BNA heeft dit standpunt uiteraard onderschreven en daarbij aangegeven dat het zou moeten gaan om zeker twee jaar gekwalifi- ceerde praktijkervaring en dat PAS hier een goede toets voor zou kunnen zijn.

Met de Technische Universiteiten en Academies van Bouw- kunst is het rapport Gietema uitgebreid besproken. De TU’s onderschreven de conclusies van het rapport maar ten dele.

De BNA nam ook stelling in de discussies die ontstonden rond de afstudeerdifferentiatie Architectuur van de facul- teit Bouwkunde aan de TU Eindhoven. De BNA bepieitte

een prominente plaats van de discipline architectuur binnen de faculteit en in het onderwijs- en onderzoek- programma.

Architectuurbeleid

Reactie Architectuurnota

In het najaar 1996 verscheen de tweede Architectuurnota

‘De architectuur van de ruimte’. De BNA stelde in een reac- tie aan de Tweede Kamer dat het van belang is dat de rijks- overheid aandacht wil besteden aan het verbeteren van de materiële omstandigheden waaronder het planvorming- sproces plaatsvindt. Daarom drong de BNA aan op een aan- tal acties om dat voornemen daadwerkelijk uit te voeren.

Voorgesteld is verder de negatieve effecten van de Europese aanbestedingsregels te bestrijden, tot eenduidige afspraken te komen over de gang van zaken bij prijsvragen en meer- voudige opdrachten, de SR1997 als een goede basis voor architectuuropdrachten te erkennen, als voorwaarde voor inschrijving in het architectenregister twee jaar gekwalifi- ceerde praktijkervaring te eisen en het Bouwbesluit te ver- eenvoudigen.

De BNA beklemtoonde dat de overheid bij het voeren van architectuurbeleid zich moet richten op de onderwerpen die onder haar eigen verantwoordelijkheid vallen zoals onderwijs, bouwregelgeving en het eigen opdrachtgever- schap. De overheid kan stimuleren en motiveren, bijvoor- beeld door haar voorbeeldfunctie, maar marktpartijen zijn zelf verantwoordelijk voor het al dan niet kiezen voor archi- tectuur.

Lokaal architectuurbeleid

De BNA is deelnemer aan het Platform Architectuur Lokaal. De BNA heeft principieel bezwaar gemaakt tegen het voornemen van het bestuur van Architectuur Lokaal te onderzoeken op welke wijze teams van deskundigen vanuit Architectuur Lokaal gemeenten in een vroeg planstadium een laagdrempelig maar kwalitatief hoogwaardig advies kunnen geven. De taak van Architectuur Lokaal dient zich, conform het instellingsbesluit, te beperken tot informatie- en documentatiepunt over gemeentelijk architectuurbe- leid. Als het positieve gevolg daarvan is dat gemeenten be- hoefte hebben aan advies en begeleiding bij de uitvoering

van het beleid dan kunnen gemeenten deskundig personeel in dienst nemen dat daarmee belast wordt of gebruik ma- ken van externe deskundigen [stedenbouwkundigen en ar- chitecten] die tegen marktconforme tarieven hun diensten verrichten.

Welstand

Het voornemen van staatssecretaris Tommel de categorie meldingsplichtige bouwwerken in de Woningwet af te schaffen is ondersteund. De driedeling vergunningvrij/mel- dingsplichtig/vergunningplichtig blijkt in de praktijk niette leiden tot een vermindering van de regeldruk voor de burger. Uit door VROM, in het kader van de voorbereiding van de evaluatie Woningwet/Bouwbesluit, verricht onder- zoek, waaraan werd deelgenomen door de Federatie Welstandstoezicht, is gebleken dat verruiming van de cate- gorie vergunningvrije bouwwerken geen negatieve invloed heeft gehad op de kwaliteit van de gebouwde omgeving.

Het BNA bestuur heeft besloten de BNA-vertegenwoordi- ging in het bestuur van de Federatie Welstandstoezicht te beëindigen. Het is beleidsmatig zuiverder indien de BNA niet rechtstreeks bestuurlijk betrokken is bij de federatie en dus geen bestuurlijke medeverantwoordelijkheid draagt.

Om de goede relatie tussen de beide organisaties te conti- nueren worden gezamenlijk projecten geëntameerd zoals

‘voorlichting opdrachtgevers’ en ‘instructies welstands- commissieleden’. Op deze manier wordt het interne con- tact met de BNA-leden, die als functionaris in welstand of als commissielid opereren geïntensiveerd.

Architectenlijstjes

Het hanteren van architectenlijstjes door gemeenten wordt gezien als een uitwas van verkeerd architectuurbeleid.

Steeds meer gemeenten dwingen opdrachtgevers tot een beperkte architectenkeuze door middel van ‘architecten- lijstjes’. Dat tast de keuzevrijheid van de burger aan en be- lemmert de vrije mededinging tussen architecten. Aan deze uitwas van architectuurbeleid ontbreekt elke wettelijke basis; ontwerpen moeten worden beoordeeld op criteria als Bouwbesluit, bestemmingsplan en welstandseisen. Het is de wettelijke taak en verantwoordelijkheid van de ge- meente deze toetsingscriteria vast te stellen. Het toetsen van de ontwerper als persoon, of door de ontwerper in het

21

Architecten maatschappij

verleden gerealiseerde ontwerpen, is een ongeoorloofd toetsingscriterium.

Soms wordt openlijk met deze lijstjes gewerkt [bijvoor- beeld in Amersfoort, Amsterdam, Amsteiveen, Eindhoven, Leidsche Rijn] maar ook heimelijk; die gevallen zijn moei- lijk te bewijzen omdat de opdrachtgever geen rumoer en mogelijke stagnatie wenst. Zowel richting het ministerie van Economische Zaken ais richting het ministerie van VROM heeft de BNA actie ondernomen met het doel dit fenomeen te bestrijden.

Publieksvoorlichting

Dag van de Architectuur

Een sprankelende Dag van de Architectuur was het resultaat van de inspanningen van Kringen, lokale architectuurtuur- instellingen en gemeentelijke overheden. Op meer plaat- sen dan ooit waren er architectuurroutes, wandel- fiets- en boottochten, lezingen, wedstrijden en tentoonstellingen.

De Dag van de Architectuur kon door een subsidie van het Stimuleringsfonds voor Architectuur breed worden opge- zet. Op lokaal niveau werd eveneens financiële ondersteu- ning gegeven.

Ook verscheen evenals in 1995 een extra uitgave van het BladNA met een overzicht van alle activiteiten omlijst door interviews met bekende Nederlanders. Ook was de zoge- naamde feestfax die per regio de meest actuele informatie verstrekt weer in werking.

Architectuur voor jongeren

De lesbrief‘Architectuur voor kinderen’, een gratis lesbrief voor de bovenbouw van het basisonderwijs, bleef ook in 1996 razend populair. Opnieuw gingen een kleine tiendui- zend exemplaren naar basisscholen. Behalve in lessen wordt de uitgave ook gebruikt bij projectweken en lokale manifestaties, bijvoorbeeld in Groningen en Eindhoven.

Veelvuldig werd de vraag voorgelegd; bestaat er ook zoiets voor de middelbare scholier? Omdat voor hen niets ade- quaats op de marktte vinden is, verschijnt in mei 1997 ‘Mijn gebouw wordt zo. Architectuur voor jongeren’. Deze uit- gave is gericht op de laatste klassen van het voortgezet on- derwijs - HAVO en VWO. Voor deze nieuwe publicatie wordt nauw samengewerkt met het Nederlands Architec-

tuurinstituut. NAi Uitgevers brengt de publicatie op de markt, NAi Educatie gaat scholen de gelegenheid bieden de opdrachten in het boekje in een speciaal ‘architectuur- atelier’ uit te werken. Anders dan het eerste boekje wordt voor deze uitgave van circa negentig bladzijden een bijdrage gevraagd. De scholen krijgen de boekjes aangeboden in setjes van vijf, voorzien van een docentenhandleiding en vijf toegangskaartjes voor het NAi, voor de prijs van

f

67,50.

Architectuuractiviteiten

BNA-Kubus

Op vrijdag 28 juni werd de BNA-Kubus uitgereikt aan het ABT Adviesbureau voor Bouwtechniek BV te Velp. Op ad- vies van de jury, bestaande uit ir J.M.R. Berger, voorzitter, prof. ir J. Brouwer, ir K.W. Christiaanse, ir H. Kerkdijk, ir J.G.

Kraus en ir J.H. Pesman, werd de kubus toegekend voor de creatieve wijze waarop ABT in haar adviezen [mee-]denkt vanuit het architectonisch concept. Met deze toekenning onderkent de BNA de steeds belangrijker rol van de con- structeur in een vroeg stadium van het ontwerpproces, voorzover het om grote complexe of innovatieve projecten gaat.

Océ/BNA Prijs voor industrie-architectuur

Tijdens een bijeenkomst op 2 december 1996 in Utrecht is in aanwezigheid van de minister van Economisch Zaken voor de tweede maal de Océ/BNA-prijs voor industrie- architectuur uitgereikt. Winnaar werd Kas Oosterhuis uit Rotterdam voor het Voorzieningengebouw afvalverwer- kingsterrein Elhorst/Vloedbelt te Zenderen.

De prijs is in 1994 ingesteld door Océ Nederlandse Ver- koopmaatschappij B.V. in samenwerking met de BNA. Doel is het stimuleren van het belang van industrie-architectuur.

De prijs is zowel voor de architect als voor de opdracht- gever.

De jury werd gevormd door C. Berendsen [redacteur Fi- nancieele Dagblad] voorzitter, drs J.G. Blankert [voorzitter vereniging NCW-VNO], mr LA. Geelhoed [secretaris- generaal ministerie van Economische Zaken], ir P.G. Ver- meulen [Van Mourik Vermeulen Architecten] en At. Tuns [Tuns + Horsting Architecten].

Symposia

Op 6 juni vondt het symposium ‘Architecten over hun toe- komst’ plaats. Aanleiding voor de discussie was de, tijdens het symposium gepresenteerde, gelijknamige SBR-publi- catie waarin architecten hun visie geven op ‘de kansen en bedreigingen voor het zelfstandige architectenbureau’.

Het symposium op 12 december had als onderwerp de per- soonlijkheidsrechten uit de Auteurswet. Tijdens het sym- posium kwam de vraag naar voren hoe de oorspronkelijke architect en de architect die een verandering aan een ge- bouw doorvoert met elkaar om moeten gaan.

Internationale activiteiten

Het XlXe UIA Congres in Barcelona

Een kleine BNA-delegatie woonde het driejaarlijkse con- gres van de Union Internationale des Architectes bij. In het kader van het thema ’Present and Futures - Architecture in Cities’, leverde de BNAeen bijdrage door de organisatie van een seminar over de toekomst van de na-oorlogse groot- schalige woningbouw. Op 3 juli opende in het voormalige gebouw voor gezondheidszorg van de architect Sert

‘Dispensari Antituberculos Abs Lluis Saye’ in de middel- eeuwse wijk van Barcelona de voorzitter van de BNA voor een volle zaal het seminar. Het onderwerp werd aan de hand van de casus Rotterdam-Alexanderstad behandeld.

Sprekers waren ir Joost Schrijnen, hoofd Stedenbouwkun- dige Dienst Rotterdam en de Barcelonese architect Rafael de Solè-Morales. Schrijnen lichtte eerst de situering en ge- schiedenis van de stad Rotterdam en het plangebied toe.

Hierbij namen de schetsen van architect joop Bakema een belangrijk plaats in. Solè-Morales ging op deze schetsen in en vertelde dat ze een inspiratiebron waren voor zijn, in het kader van AIR-Alexander, ontwikkelde plan voorde revita- lisering van het oudste deel van Alexanderpolder.

’s Avonds was er ten huize van de Nederlandse consul- generaal in Barcelona een ontvangst voor een groep con- gresdeelnemers en Nederlandse zakenlieden in Barcelona.

UIA Barcelona Studentenprijsvraag

De opgaaf voor de Studentenprijsvraag betrof de invulling van woningen en openbare ruimte in de wijk El Raval in het historische deel van de stad Barcelona. Het BNA-bestuur

had voor het team dat op de beste wijze het groen in de wijk had geïntegreerd een prijs ter beschikking gesteld van US$ 3.S00,-. De jury heeft deze prijs toegekend aan Juan Arregui López en Maria Fernandez Torrado uit Madrid. In totaal werden voor deze prijsvraag 17S inzendingen beoor- deeld.

23

Architect en maatschappij