• No results found

ANDERE SECTORALE WETGEVING

In document GEMEENTE LEDE VERZOEK TOT RAADPLEGING (pagina 16-26)

Het Onroerenderfgoeddecreet voorziet de vaststelling van vijf inventarissen:

▪ de inventaris van het bouwkundig erfgoed;

▪ de landschapsatlas;

▪ de inventaris van de archeologische zones;

▪ de inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde;

▪ de inventaris van historische tuinen en parken.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen geïnventariseerd en vastgesteld onroerend erfgoed. Geïnventariseerd onroerend erfgoed is opgenomen in een wetenschappelijke inventaris. Zo’n opname heeft geen rechtsgevolgen. Het goed wordt enkel beschreven en gedocumenteerd. Vastgesteld onroerend erfgoed is opgenomen in de inventaris én via een juridische procedure ‘vastgesteld’. Bij een vastgesteld item moet de overheid, eigenaar of beheerder rekening houden met bepaalde rechtsgevolgen, die verschillen naargelang de inventaris.

Het Onroerenderfgoeddecreet voorziet daarnaast vier mogelijke beschermingsstatuten:

▪ een beschermd monument;

▪ een beschermd cultuurhistorisch landschap;

▪ een beschermd stads- of dorpsgezicht;

▪ een beschermde archeologische site.

Het plangebied grenst aan het beschermd cultuurhistorisch landschap ‘Honegem – Solegem – Sint-Apollonia’.

Het door de Molenbeek doorsneden gebied Honegem – Solegem omvat een grote verscheidenheid aan landschapselementen met een grote floristische verscheidenheid tot gevolg. Het landschap wordt gekenmerkt door een afwisseling van graslanden, akkers en bossen. Het veen in de Honegemdepressie werd als turf gewonnen. Aan de rand van het gebied komen enkele hoeven en een watermolen voor.

Het beschermingsdossier motiveert de bescherming als volgt:

Natuurwetenschappelijke waarde:

▪ floristische waarde: De verscheidenheid van de onderzochte landschapselementen, met name populierenbos, gemengd loofbos, hakhout, houtwallen, hooiland, grasland, moeras, … en de ligging van het gebied op de overgang van de leemstreek naar de zandleemstreek resulteren in een grote floristische diversiteit. Daarnaast werden een betrekkelijk groot aantal soorten aangetroffen die zeldzaam tot vrij zeldzaam zijn voor ons land: addertong, bosvogelmuur, zachte duizendknoop, bosveldkers, wegedoorn, reuzenbalsemien, pijptorkruid, bosvergeet-mij-nietje, rivierhelmkruid, rode waterereprijs, draadereprijs, schildereprijs, knikkend tandzaad, groengele zegge, valse ciperzegge, veelwortelig kroos, bosgeelster, breedbladige orchis en welriekende ganzenvoet. Van deze soorten worden onder andere bosveldkers, draadereprijs, schildereprijs en bosgeelster op verscheidene plaatsen in grote aantallen aangetroffen. De volgende in de plantenlijst vermelde soorten werden beschermd bij koninklijk besluit van 16 februari 1976:

duizendguldenkruid, breedbladige orchis en breedbladige wespenorchis.

▪ faunistische waarde: Het voorgesteld gebied is belangrijk als broed-, foerageer- en rustgebied voor talrijke vogelsoorten. Het voorgesteld gebied - vooral Honegem sensu strictu - herbergt vrij zeldzame broedvogels zoals dodaars, meerkoet, zomertaling, torenvalk, waterral, ransuil en ijsvogel.

Het voorkomen van volgende amfibieën wordt vermeld: groene kikker, bruine kikker, pad, vinpootsalamander en kleine watersalamander.

▪ geomorfologische waarde: De Honegemdepressie zou ontstaan zijn door de laterale erosie van de Molenbeek. De meanders die hierdoor ontstonden breidden zich breed uit, sommige van deze meanders werden afgesneden.

Het is waarschijnlijk dit laatste dat zich hier heeft voorgedaan. Tijdens het atlanticum werd in de brede dalbodem heel wat klei afgezet, tegelijkertijd greep een verlandingsproces plaats. Eerst ontstond er laagveen, daarna hoogveen.

Historische waarde:

Het veen in de Honegemdepressie kwam in historische tijden (vanaf 1741) voor turfsteken in aanmerking. Tot kort na de Tweede Wereldoorlog deed men in het gebied aan vlascultuur. Dit had - net zoals de turfwinning - zijn invloed op het landschap: nog altijd zijn de rootputten die gebruikt werden voor het roten van vlas te zien, althans bij laagwaterstand.

Esthetische waarde:

Het landschap is licht golvend en wordt doorsneden door de Molenbeek die een diepe vallei heeft uitgeschuurd en tevens de oorzaak is van het ontstaan van de Honegemdepressie. Naast open kouters vinden we in het gebied meer kleinschalige delen. Gemengde loofbosjes, populierenbosjes, hakhout, houtwallen, hooi- en graaslanden, … wisselen elkaar af. Kleine kronkelende wegeltjes doorkruisen het gebied. De landelijke bebouwing is geconcentreerd in de gehuchten gelegen aan de rand van het gebied. Het landschap in zijn geheel kan beschouwd worden als een vrij gaaf gebleven gebied.

natuurgebied N

T

woongebied met landelijk karakter gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO's

landschappelijk waardevol agrarisch gebied

gebied voor dagrecreatie GEWESTPLAN

woongebied

agrarisch gebied gemeentegrens

kadastrale percelen grens plangebied REFERENTIE

bufferzone LEGENDE

Gemeentebestuur Lede Markt 1

9340 LEDE

SOLVA Gentsesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

PROVINCIE OOST- VLAANDEREN GEMEENTE LEDE

OPDRACHTHOUDER OPDRACHTGEVER

Bron onderlegger: GRB, AGIV (december 2016) Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting.

Opmerking: de projectie van het GRB op het gewestplan is slechts een eigen interpretatie en heeft enkel een informatieve waarde

GEWESTPLAN

schaal 1 : 5000

RUP KEIBERG

m

0 50 100

4.2.2. NATUUR EN LANDBOUW

BODEMKAART

KAART HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED

KAART NATUUR

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART

Tabel [ 2 ] Natuur en landbouw NATUUR EN

LANDBOUW

BINNEN PLANGEBIED GRENZEND AAN PLANGEBIED BE2300044: Bossen van het zuidoosten van de

zandleemstreek

Habitatrichtlijngebied BE2300044: Bossen van het zuidoosten van de

Biologisch minder tot zeer waardevol. Een beperkt deel van het plangebied is tevens aangeduid als faunistisch belangrijk gebied.

Biologisch minder tot zeer waardevol. Een beperkt deel van het plangebied is tevens aangeduid als faunistisch belangrijk gebied.

4.2.2.1. Bodemkaart

De gemeente Lede wordt gekenmerkt door zandleemgronden waarvan de drainage bepaald wordt door het reliëf. De bodem in het plangebied bestaat uit natte zandleembodem zonder profiel centraal in het plangebied. In noord- en zuidrichting gaat dit over naar matig droge zandleembodem zonder profiel tot droge zandleembodem met textuur B horizont (bron: DOV Bodemverkenner).

4.2.2.2. Herbevestigd agrarisch gebied (HAG)

In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op voor landbouw, natuur en bos. Op 8 mei 2009 keurde de Vlaamse Regering de visie en de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 29.000ha agrarisch gebied (HAG) goed. Het grondgebied van Lede valt binnen de regio Schelde-Dender, deelruimte 3 Land van Wetteren-Lede. Het plangebied is niet gesitueerd in een herbevestigd agrarisch gebied.

4.2.2.3. Speciale beschermingszones

Artikel 36ter van het decreet betreffende het Natuurbehoud en het Natuurlijk milieu (decreet Natuurbehoud) bepaalt dat ieder plan dat – afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s – een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn voorgesteld of aanwezen zijn als speciale beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (richtlijn 79/409/EEG van 2 februari 1979) en de Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992). De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn zijn richtlijnen van de Europese Unie waarin aangegeven wordt welke soorten en natuurgebieden (habitats) beschermd moeten worden door de lidstaten. De gebieden die vallen onder de richtlijnen moeten uitgroeien tot een Europees netwerk van natuurgebieden. Dit netwerk wordt Natura 2000 genoemd.

De Vogelrichtlijn bevat een lijst van zeldzame of bedreigde vogelsoorten. Voor deze vogelsoorten en voor belangrijke overwinteringsgebieden van trekvogels moeten speciale beschermingszones (vogelrichtlijngebieden) worden aangewezen. In Lede komen geen vogelrichtlijngebieden voor. Het dichtstbijzijnde vogelrichtlijngebied bevindt zich noordelijk langsheen de Schelde in buurgemeenten Wetteren, Wichelen en Berlare op een tweetal kilometer in vogelvlucht van noordelijke grens van Lede.

In de Habitatrichtlijn staat de bescherming van natuurlijke en half-natuurlijke habitats centraal. In de bijlagen van de Habitatrichtlijn worden 500 plantensoorten, 200 diersoorten (geen vogels, omdat die al onder de vogelrichtlijn vallen) en 198 habitats genoemd. Ze worden bovendien verdeeld over verschillende biogeografische regio's en in prioritaire en niet-prioritaire soorten.

Ook voor Habitatrichtlijn moeten speciale beschermingszones (habitatrichtlijngebieden) worden aangewezen.

Het plangebied is in het zuidoosten voor een klein gedeelte gesitueerd in het Habitatrichtlijngebied BE2300044: Bossen van het zuidoosten van de zandleemstreek. Op de biologische waarderingskaart staat het gebied gekarteerd als een populierenbestand op vochtige bodem met ondergroei van kruiden of ruigtevegetatie in combinatie met een alluviaal elzen-essenbos.

Art. 3. § 1 van het Besluit vermeldt de desbetreffende habitats van bijlage I van het Natuurdecreet, met vermelding van hun Natura 2000-code, waarbij het teken "*"

aangeeft dat het een prioritaire habitat betreft in de zin van de Habitatrichtlijn:

1° 2310 Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten;

2° 2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostissoorten op landduinen;

3° 3150 Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition;

4° 4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix;

5° 4030 Droge Europese heide;

6° 6230* Soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane gebieden in het binnenland van Europa);

7° 6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Eu-Molinion);

8° 6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland en van de montane en alpiene zones;

9° 6510 Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis);

10° 9120 Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei (Quercion robori-petraeae of Ilici-Fagenion);

11° 9130 Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetum;

12° 9160 Sub-Atlantische en Midden-Europese wintereikenbossen of eiken-haagbeukenbossen behorend tot het Carpinion betuli;

13° 91E0* Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padion, Alnion incanae, Salicion albae).

Het gebied wordt als speciale beschermingszone aangewezen voor de onderstaande soorten van bijlage II van het Natuurdecreet:

1° Kruipend moerasscherm - Apium repens;

2° Meervleermuis - Myotis dasycneme;

3° Bittervoorn - Rhodeus sericeus amarus;

4° Kamsalamander - Triturus cristatus.

4.2.2.4. Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)

Het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) is een samenhangend en georganiseerd geheel van de belangrijkste (bestaande of nieuwe) natuur- en bosgebieden, waarin een specifiek beleid inzake het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur wordt uitgevoerd via beschermingsmaatregelen. Het bestaat uit de Grote Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO).

Momenteel is zo’n 86.800 ha VEN-gebied vastgesteld.

Het plangebied grenst in het zuidoosten aan het GEN nr. 219: Valleien van de Molenbeken (Lede).

4.2.2.5. Biologische waarderingskaart

De biologische waarderingskaart (versie 2, 2014), is een inventaris opgemaakt door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en geeft een indicatie van de biologische waardering van de karteringseenheid op basis van de criteria biotoopzeldzaamheid, biologische kwaliteit, algemene kwetsbaarheid en

vervangbaarheid. De biologische waarderingskaart kan een goede inschatting geven of de (groene) gewestplanbestemming nog steeds adequaat is op een specifiek perceel.

Het plangebied bestaat uit verschillende karteringseenheden die biologisch waardevol tot zeer waardevol zijn. In het noorden van het plangebied bevindt zich een soortenrijk permanent cultuurgrasland en een bomenrij met dominantie van (al dan niet geknotte) wilg. Het gedeelte van het perceel in het zuiden van het plangebied dat aangeduid is als biologisch zeer waardevol betreft een populierenbestand op vochtige bodem met ondergroei van kruiden of ruigtevegetatie in combinatie met een alluviaal elzen-essenbos. Dit gebied is tevens aangeduid als faunistisch waardevol gebied (indicatieve aanduiding). Het zuidelijk gelegen complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle zones bestaat uit een soortenarm permanent cultuurgrasland, een bomenrij met dominantie van (al dan niet geknotte) wilg en een hoogstamboomgaard.

4.2.3. ONTSLUITING

Tabel [ 3 ] Wegen

WEGEN BINNEN PLANGEBIED GRENZEND AAN PLANGEBIED

Gewestwegen Geen Geen

Buurtwegen Voetweg nr. 160 Voetweg nr. 160 Buurtweg nr. 84

antropogeen

vochtig zandleem BODEMKAART

droge zandleem gemeentegrens

bestaande bebouwing

kadastrale percelen grens plangebied REFERENTIE

natte klei natte zandleem

Bron onderlegger: GRB, AGIV (december 2016) Bron: GDI - Vlaanderen

Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting.

BODEMKAART

schaal 1 : 5000 LEGENDE

SOLVA Gentsesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

PROVINCIE OOST- VLAANDEREN GEMEENTE LEDE

OPDRACHTHOUDER OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Lede Markt 1

9340 LEDE

m

0 50 100

RUP KEIBERG

HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED gemeentegrens

bestaande bebouwing

kadastrale percelen grens plangebied REFERENTIE

nr27: landbouwgebied tussen Erondegem en Lede nr28: landbouwgebied tussen Lede, Wichelen, Appels en Hofstade

Bron onderlegger: GRB, AGIV (december 2016) Bron: Departement Ruimte Vlaanderen Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting.

HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED

schaal 1 : 5000 LEGENDE

SOLVA Gentsesteenweg 1B

PROVINCIE OOST- VLAANDEREN GEMEENTE LEDE

OPDRACHTHOUDER OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Lede Markt 1

9340 LEDE

m

0 50 100

RUP KEIBERG

nr. 27

nr. 28

habitatrichtlijnengebied

VEN - gebieden NATUUR

gemeentegrens

bestaande bebouwing

kadastrale percelen grens plangebied REFERENTIE

BE2300044 'bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek'

219 'de valleien van de Molenbeken'

Bron onderlegger: GRB, AGIV (december 2016) Bron: GDI - Vlaanderen

Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting.

NATUUR

schaal 1 : 5000 LEGENDE

SOLVA Gentsesteenweg 1B 9520 SINT-LIEVENS-HOUTEM

PROVINCIE OOST- VLAANDEREN GEMEENTE LEDE

OPDRACHTHOUDER OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Lede Markt 1

9340 LEDE

m

0 50 100

RUP KEIBERG

BE2300044 219

faunistisch belangrijke gebieden complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen

complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen

biologisch zeer waardevol biologisch waardevol BIOLOGISCHE WAARDERING

gemeentegrens

bestaande bebouwing

kadastrale percelen grens plangebied REFERENTIE

Bron onderlegger: GRB, AGIV (december 2016) Bron: GDI - Vlaanderen

Opmerking: de afmetingen in dit plan zijn slechts een benadering. Dit plan is geen topografische opmeting.

BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART

schaal 1 : 5000 LEGENDE

SOLVA Gentsesteenweg 1B

PROVINCIE OOST- VLAANDEREN GEMEENTE LEDE

OPDRACHTHOUDER OPDRACHTGEVER

Gemeentebestuur Lede Markt 1

9340 LEDE

m

0 50 100

RUP KEIBERG

In document GEMEENTE LEDE VERZOEK TOT RAADPLEGING (pagina 16-26)