• No results found

Andere instellingen

In document Archeologie in De Marne (pagina 56-61)

Staatsbosbeheer Lauwersmeer

Naar het interview met boswachter Jan Willems

Staatsbosbeheer Lauwersmeer is aan zowel de Groningse als de Friese kant van het Lauwersmeer actief waarvan het Groningse deel zich in gemeente De Marne bevind. De voormalige Lauwerszee was

negenduizend hectare groot waarvan Staatsbosbeheer nu vijfduizend hectare in beheer en eigendom heeft. De rest is militair terrein en landbouwgrond. Hiernaast heeft het gebied tweeduizend hectare open water wat in het bezit is van Rijkswaterstaat. Staatsbosbeheer heeft alleen de ondiepe wateren in haar bezit en beheer die interessant zijn voor onder andere vogels. Het Lauwersmeer is tevens

aangewezen als Nationaal Park. Aangezien Staatsbosbeheer daarbinnen het meerendeel van de grond bezit organiseert zij onder de vlag van Nationaal Park Lauwersmeer ook veel activiteiten om de mensen te informeren. Zo hebben ze enkele maanden geleden een nieuw activiteitencentrum geopend op Lauwersoog wat volgens de heer Willems de basis vormt voor de voorlichtingen in het Lauwersmeer. Vanuit hier vertrekken onder andere verschillende excursies en laatst vond er zelfs een trouwpartij plaats laat Willems weten. Hiernaast biedt Staatsbosbeheer ook arrangementen aan. Staatsbosbeheer Lauwersmeer doet ook hele speciale dingen volgens Willems. Zo bieden zij een viertal literaire

wandelingen aan met dichter Erik Gritter. De boswachter verteld onderweg informatie over de natuur waarbij de dichter af en toe een gedicht voordraagt. Om de mensen te informeren over de activiteiten die Staatsbosbeheer en Nationaal Park Lauwersmeer ondernemen maken zij gebruik van de krant, de Nationaal Park-krant en de website van het Nationaal Park Lauwersmeer

http://www.np-lauwersmeer.nl/documents/home.xml?lang=nl. Hiernaast heeft Staatsbosbeheer ook een eigen website http://www.staatsbosbeheer.nl/ waar je volgens Willems door kan linken naar de pagina van

Staatsbosbeheer Lauwersmeer. De laatste wordt overigens beheerd door het hoofdkantoor van Staatsbosbeheer. Op deze website zou volgens Willems ook allerlei film- en fotomateriaal staan echter valt dat voor de afdeling Lauwersmeer wat tegen. Zo staan er wel kleine fototjes op maar kan ik geen filmpjes vinden. Je kan wel filpjes vinden als je op de hoofdpagina van Staatsbosbeheer zoekt op bepaalde termen zoals de erg populaire zeearend die in het Lauwersmeergebied is gesignaleerd. Vanwege deze zeearend is Staatsbosbeheer Lauwersmeer dit voorjaar regelmatig in de schijnwerpers gezet. Zo verschenen ze regelmatig in de krant, op de radio van zowel regionale als landelijke zenders (radio 1) en op de regionale (RTV Noord en Omroep Friesland) en landelijke televisie (Nederland 2 en bij Paul de Leeuw).

Verder staan er sinds kort in het Lauwersmeergebied informatiezuilen die mensen via een touchscreen voorzien van informatie over het gebied. Deze staan onder andere bij het restaurant het Booze wijf, in Esonstad, ‘Natuurlijk Kollumeroord’, in de sloepenloods van Zoutkamp en op de bosschuur van het Staatsbosbeheer krijgen ze een informatiecentrum. Dit is volgens Willems een erg mooi systeem en ook een goede manier om het publiek te interesseren voor het gebied. Hiernaast is Staatsbosbeheer met het Nationaal Park Lauwersmeer bezig om in het Booze wijf, een restaurant bij Lauwersoog een heel

56 volgend jaar gaan realiseren. Boswachter Willems geeft aan wel eens gezocht te hebben naar

cultuurhistorische elementen in het landschap maar heeft daarbij eigenlijk alleen oude

landaanwinningswerken en sommige strekdammen aangetroffen. Het lijkt de heer Willems zelf erg leuk om daar een keer aandacht aan te schenken in een expositie of iets dergelijks. Staatsbosbeheer en Nationaal Park Lauwersmeer waarin Staatsbosbeheer het meerendeel van in bezit en beheer heeft is dus actief bezig om het publiek te informeren en te betrekken bij het natuurgebied. Echter wordt er volgens Willems financieel enorm gekort op Staatsbosbeheer waardoor ze een personeelstekort hebben. Om die reden bekleed de heer Willems reeds twee functies, namelijk die van boswachter en beheerder. Verder zijn er volgens hem plannen genoeg om het gebied aan het publiek te brengen, maar is het aan de beheerder of hij/zij dat oppakt. Aangezien er volgens Willems weinig zichtbare

cultuurhistorische waarden in het gebied aanwezig zijn zal Staatsbosbeheer zich dan waarschijnlijk ook voornamelijk richten op de natuurlijke waarden van het gebied. Wel zouden zij meer aandacht kunnen schenken aan de cultuurhistorie en geschiedenis door middel van het vertellen van, (streek-)verhalen, of het houden van tentoonstellingen over de bewoningsgeschiedenis, de robbenjacht, visserij- en

scheepvaarthistorie van het gebied. Hierbij zouden ze oude landkaarten, een wrakkenkaart en (opgeviste) vondsten uit het gebied kunnen tonen.

Op de website van Staatsbosbeheer Lauwersmeer

(http://www.staatsbosbeheer.nl/Natuurgebieden/Lauwersmeer.aspx) wordt zeer weinig aandacht besteed aan de wording van het Lauwersmeer. Deze wordt in ongeveer zes zinnen besproken waarna de aandacht volledig op de natuur wordt gericht. Hiernaast wordt er wel aandacht besteed aan de

activiteiten die Staatsbosbeheer Lauwersmeer organiseerd en wordt de toegankelijkheid besproken. Verder wordt er geen aandacht beteed aan de cultuurhistorie van het gebied voor de afsluiting van de zee in 1969. Op de website van het Nationaal Park Lauwersmeer staat wel een kopje historie

(http://www.np-lauwersmeer.nl/documents/cultuurhistorie.xml?lang=nl) waarbij onder andere de bewoningsgeschiedenis (terpen, wierden, dijken), landaanwinning, visserij, afsluiting Lauwerszee en het nationaal park kort worden behandeld waardoor mensen in een notendop de geschiedenis van het gebied overzien. De teksten zijn niet erg lang maar lang genoeg om de mensen een beeld van te geven van de eerste bewoning in het gebied en hoe zich dat heeft ontwikkeld tot wat het nu is. Hierbij komt dus zowel cultuurhistorische- (visserij, landaanwinning) als archeologische informatie

(bewoningsgeschiedenis, wierden, eerste dijkenbouw) aan bod. Als deze informatie tevens wordt behandeld door de informatiezuilen van het Nationaal Park Lauwersmeer ben ik zeer tevreden over de informatieverstrekking aangezien deze het publiek dan een zeer volledig beeld geeft van hoe het gebied zich vanaf de eerste menselijke aanwezigheid heeft ontwikkeld. Op de website van het Nationale Park staat tevens een activiteiten overzicht maar ook actueel nieuws over de activiteiten en is er een speciale pagina voor jeugd en onderwijs waar Nationaal Park ook heel actief mee bezig is. Op deze pagina worden programma’s voor basisscholen aangeboden waaronder verschillende theaternatuurtochten van Poppen- en Creaturentheater 'Eya Popeya StiPP' uit Zoutkamp, natuurspeurders en vogels tracken. Hierbij staat het beleven van de natuur volgens de website voorop. Al met al zet het Nationaal Park Lauwersmeer zich dus zeer actief en op een originele manier in voor het betrekken van publiek (jong en oud) bij het Lauwersmeergebied. Dit doet zij naar mijn mening op een zeer grondige manier aangezien zij daarbij niet alleen de natuur maar ook de cultuurhistorie in ogenschouw neemt.

57 Verder laat Boswachter Willems weten dat Staatsbosbeheer het Lauwersmeergebied zo natuurlijk mogelijk wil beheren. Het huidige beheer betreft volgens hem een overgangsbeheer waarbij ze gebruik maken van schotse hooglanders, konik’s en vee van boeren. Op de lange termijn zouden ze graag zien dat natuurlijke grazers zoals bijvoorbeeld wisenten het van deze dieren over gaan nemen aangezien deze hier volgens Willems vroeger ook voorkwam. De enige reden dat ze nu koeien hebben ingezet is omdat ze geen machines mogen gebruiken om het landschap zo natuurlijk mogelijk half open, half gesloten te houden. Als deze dieren in de toekomst inderdaad in het gebied worden uitgezet, zouden ze het publiek naar mijn mening ook uit moeten leggen waarom ze dit doen en waarom ze gekozen hebben voor de wisent. Op die manier wordt het publiek geïnformeerd over zowel de doelstelling van

Staatsbosbeheer om het gebied half open, half gesloten te houden als over de bestaansgeschiedenis van de wisent in Nederland.

Erg inventief is het gebruik van sociale media om het publiek te bereiken. Zo heeft boswachter Willems zijn eigen ‘Twitter’ account waarmee hij mensen overal op de hoogte kan houden van zijn bezigheden en belevenissen in het Lauwersmeergebied. Op die manier is ook de ‘hype’ rondom het voorkomen van de zeearend in het Lauwersmeergebied ontstaan laat Willems weten. Hierdoor werd duidelijk dat hij aardig wat volgers heeft op Twitter die geïnteresseerd zijn in het Lauwersmeer. Aangezien veel

bedrijven en personen tegenwoordig ook veel gebruik maken van de sociale media is het misschien ook een idee voor archeologische bedrijven of archeologen van de Rijksuniversiteit Groningen om zichzelf en diens bezigheden op deze manier op grote schaal kenbaar te maken aan het publiek.

Staatsbosbeheer Midwolda

Naar het telefonisch interview met Henk Maring, oud beheerder van het Hoogeland.

Volgens de heer Maring beheert en bezit Staatsbosbeheer Midwolda verschillende archeologische en cultuurhistorische waarden in de gemeente De Marne waaronder de borgstee van de verdwenen borg Starkenborg en diens laan. Om het publiek te informeren heeft bij deze borgstee altijd een

informatiebord gestaan. Dit informatiebord was al vrij oud en is vanwege de slechte staat ervan weggehaald. Blijkbaar heeft Staatsbosbeheer niet de behoefte of het geld gehad om er een nieuwe te plaatsen wat ik erg jammer vind. Door middel van een informatiebord geef je mensen kennis van de aldaar aanwezige cultuurhistorische en/of archeologische waarden die zij anders misschien niet waar zouden nemen. Zo zou je mensen bijvoorbeeld kunnen wijzen op de kenmerken en karakteristieken van desbetreffende cultuurhistorische waarde waardoor zij deze ook waar kunnen nemen. Verder bezit en beheert Staatsbosbeheer verschillende terreinen rondom de borg Verhildersum in Leens.

Staatsbosbeheer heeft een aantal jaar geleden in samenwerking met Landschapsbeheer Groningen de wierde Beusum nabij Vierhuizen opgeknapt. Hierbij zouden onder andere bomen zij gekapt en zou er een informatiepaneel bij de wierde geplaatst worden maar dat is nog tot op heden nog niet gebeurt. Om dezelfde reden als zojuist benoemd vind ik dit erg jammer. In De Marne hebben vroeger aardig wat borgen gestaan. Zo staan er op de archeologische verwachtingenkaart veertien borgterreinen

aangegeven. Naast borg Verhildersum die een eigen stichting heeft, zijn er nog een aantal borgstedes bewaard gebleven waaronder die van de Asingaborg die onder het beheer van de gemeente valt en de

58 borgstee van Borgweer of Starkenborg die onderhouden wordt door Staatsbosbeheer. Hiernaast zijn er nog een paar borgstedes bewaard gebleven die hoogstwaarschijnlijk in particulier bezit zijn. Ik vind het jammer dat er niet meer bekend is over de huidige staat van de borgstede van andere verdwenen borgen en/of steenhuizen in De Marne. Wel staat de geschiedenis van de meeste borgen of steenhuizen uit De Marne op internet vermeld maar de huidige staat van de borgstee wordt daarbij niet altijd genoemd waardoor men aan moet nemen dat het land in particulier (boeren) bezit is. Er was wel een overkoepelende borgen stichting maar die richtte zich voornamelijk op de nog bestaande borgen in de provincie Groningen. De bestaande en dus zichtbare borgen hebben veelal een eigen stichting opgezet. De oude borgterreinen die niet in het beheer zijn van een organisatie die ze aan het publiek kan brengen zoals Staatsbosbeheer zouden daarentegen wel een organisatie of een initiatief kunnen gebruiken waarbij men het publiek over de oorsprong en ‘levenscyclus’ van deze terreinen informeert. Zo zou er door een van de bestaande borgen in De Marne een tentoonstelling gegeven kunnen worden over alle voormalige borgen in het gebied. Op die manier krijgen mensen een veel overzichtelijker beeld van het aantal borgen en de rol die ze gespeeld hebben in de historie van De Marne. Verder zou er met de medewerking of toestemming van eigenaren een initiatief genomen kunnen worden om oude borgterreinen die in particulier bezit zijn wat zichtbaarder te maken voor het publiek. Dit kan door middel van een informatiebord (in combinatie met) of door een kunstwerk die verwijst naar

cultuurhistorische en archeologische waarde van het terrein. Als desbetreffend terrein geen dienst doet als landbouwgrond zou men ook andere vormen kunnen gebruiken om duidelijk te maken dat het terrein een voormalig borgterrein is. Zo zou men de beplanting zo kunnen aanleggen dat de contouren van de borg zichtbaar worden zoals gedaan is in het Asingapark in Ulrum. Waarom Staatsbosbeheer wij de wierde Beusum en de Starkenborg niet (meer) voorziet in informatieborden is mij onduidelijk en zal waarschijnlijk een financiele aard hebben.

Op de website van Staatsbosbeheer

(http://www.staatsbosbeheer.nl/Natuurgebieden/Hogeland/Meer%20info.aspx) staat een korte omschrijving van de karakteristieken van het Hoogeland en wat voor soort terreinen ze daar zoal beheren. Zo staat op de website dat ze enkele voormalige borgterreinen beheren waarvan ze twee bij naam noemen. Echter zijn deze twee oude borgterreinen niet in De Marne gesitueerd. Kortom, de getoonde informatie is wat summier (niet alle borgterreinen worden genoemd) maar voorziet wel in de omschrijving van de bezigheden van Staatsbosbeheer op het Hoogeland. Verder is het een

overzichtelijke website met een mooie vormgeving. Er wordt verder redelijk gebruik gemaakt van fotomateriaal en ze voorzien in informatie over enkele activiteiten. De hoeveelheid aciviteiten valt echter erg tegen. Zo staat er maar één activiteit online

(http://www.staatsbosbeheer.nl/Natuurgebieden/Hogeland.aspx?tab=Activiteiten). Op die manier trekt de afdeling Midwolda dus niet echt het publiek naar zich toe. De landelijke website van Staatsbosbeheer voorziet wat dat betreft wat beter in allerlei activiteiten waarin ze zich niet alleen richten op de

volwassenen maar ook aandacht besteden aan kinderen. Door hen te prikkelen met allerlei speurtocht- en spelmateriaal wordt hun aandacht voor met name de natuur volop getrokken.

59 Waterschap Noorderzijlvest

Naar het e-mailcontact met Rik Andreae, namens het Waterschap Noorderzijlvest

Volgens de website van het waterschap (http://www.noorderzijlvest.nl/waterschapstaken) is het waterschap een overheidsorganisatie die openbare functies op het gebied van waterbeheer vervult tegen zo laag mogelijke kosten. Als integraal waterschap heeft Noorderzijlvest volgens de website http://www.noorderzijlvest.nl/organisatie de zorg voor het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het oppervlaktewater, de zorg voor de waterkering en het vaarwegbeheer in Noord- en West-Groningen, Noordwest-Drenthe en het Friese deel van het Lauwersmeer.

In de gemeente De Marne heeft het waterschap Noorderzijlvest volgens de heer Andreae twee

(cultuur)monumenten in haar bezit namelijk de brug ‘Zuidema’s klap’ en de spuisluis ‘de Hunsingosluis’. Beide liggen in het Hunsingokanaal. De sluis van Lammerburen en de bijbehorende brug zouden volgens Andreae ook in aanmerking kunnen komen maar deze zijn op dit moment van de gemeente De Marne. Verder staat er volgens Andreae sowieso één rolpaal aan het Hunsingokanaal die gesitueerd is bij de Leenstertillen. Of het waterschap er meer in haar bezit heeft is de heer Andreae onduidelijk. De enige manier waarop het waterschap weleens in aanraking is gekomen met archeologie, is tijdens het baggeren. Af en toe treffen ze daarbij een vondst aan. Het is volgens Andreae vaak een alerte medewerker die dit opmerkt. De heer Andreae is verder niet op de hoogte van een eventueel beleid hierover maar geeft aan dat het waterschap zich wel aan de wetgeving van het Verdrag van Malta houdt. Ik heb de heer Andreae gevraagd of het waterschap de monumenten die zij in haar bezit heeft ook onder de aandacht van het publiek brengt en zo ja, hoe? Maar op deze vraag en op de vraag of zij de archeologische vondsten die zij doen ook melden bij bijvoorbeeld de provinciaal archeoloog, heb ik geen antwoord gekregen. Ik werd namelijk doorverwezen naar een collega waarvan ik niets meer gehoord heb.

Volgens de website (http://www.noorderzijlvest.nl/werk_in_uitvoering/baggeren-0) van het waterschap voert zij het merendeel van de baggerwerken niet zelf uit, maar besteedt zij dit uit aan gespecialiseerde baggerbedrijven. Dit heeft te maken met de omvang en moeilijkheid van het werk. Met betrekking op beleid staan er op de website http://www.noorderzijlvest.nl/publicaties#Waterbodembeleid,

verschillende stukken in te zien waaronder het ‘Waterbodembeleidsplan’, het ‘Baggerbeleidsplan 2003-2013’ en het ‘Uitvoeringsprogramma Baggeren 2011-2016’. In alle genoemde stukken, behalve in het baggerbeleidsplan wordt de archeologie in ieder geval genoemd. Zo wordt in het Uitvoeringsprogramma Baggeren 2011-2016 (2011, 14) bij de voorbereiding en uitvoering van projectmatig baggerwerk

aandacht gevraagd voor de archeologie. In het Waterbodembeleidsplan 2011-2016 (2011, 16) wordt er wat dieper ingegaan op de procedure rondom archeologie. Zo staat er vermeld dat als uit het

vooronderzoek blijkt dat er aanleiding bestaat om specifieker naar de archeologie te kijken, er in overleg met het bevoegd gezag een op dit gebied te volgen werkwijze wordt afgestemd. Het bevoegd gezag is veelal de gemeente waarin de werkzaamheden plaatsvinden. Hetzelfde beleidsplan (2011, 16) laat weten dat onderzoek en maatregelen met betrekking tot onder andere archeologie worden uitgevoerd door bedrijven die hierin gespecialiseerd zijn. Waarom in het baggerbeleidsplan en in het

Uitvoeringsprogramma Baggeren 2011-2016 de archeologie niet met dezelfde uitvoerigheid wordt besproken is mij onduidelijk aangezien het hier tevens van belang is dat de procedure rondom archeologie gevolgd wordt. Echter is nu wel duidelijk dat er wel degelijk een beleid gevoerd wordt bij het waterschap rondom archeologie. Of dit er in de praktijk ook voor zorgt dat er meer rekening met

60 eventuele archeologische vondsten wordt gehouden is nog maar de vraag. Zo is mij nog steeds

onduidelijk of het waterschap de vondsten die zij doet ook meldt zodat deze in een programma zoals Archis II geplaats kunnen worden.

De website biedt verder een duidelijk overzicht van de taken en projecten van het waterschap en krijgt men een overzicht van de werkzaamheden. Daarnaast staat er ook recreatieve informatie over onder andere zwemwater (http://www.noorderzijlvest.nl/actueel/actueel_zwemwater) en het vaarwater (http://www.noorderzijlvest.nl/waterschapstaken/vaarwegbeheer) op de website en worden de publicaties van het waterschap aangeboden. Zo zijn er ook informatieve folders over de taken en eigendommen van het waterschap te downloaden (http://www.noorderzijlvest.nl/publicaties). Op deze manier houdt het waterschap het publiek dus goed op de hoogte van haar bezigheden.

4. Kaart van het bereik van de verschillende actieve instanties, verenigingen en

In document Archeologie in De Marne (pagina 56-61)