• No results found

Andere belangrijke factoren

In document George Hendrik Breitner (pagina 47-51)

Zoals uit de vorige paragraaf is gebleken, had Breitner veel mogelijkheden binnen handbereik, die essentieel waren om aan het einde van de negentiende eeuw een plaats te veroveren en te behouden op de hedendaagse kunstmarkt: contact met een gerenommeerde kunsthandelaar, verschillende specialisaties en de gelegenheid om

152 Stolwijk 1998, p. 32. 153 Stolwijk 1998, p. 33.

48 kunst tentoon te stellen.154 Was dit ten slotte voldoende om naast een goede positie ook een goede marktwaarde te genereren of waren er ook andere elementen, die bepalend zijn voor een goede verkoop van de kunst?

Een eerste factor was het commerciële karakter van de kunstenaar zelf. Voor de kunstenaar was het namelijk ook onontbeerlijk om zich te richten op de vraag van het koperspubliek en in de smaak te vallen bij de potentiële kopers. Breitner moest weten hoe hij zijn kunst kon gebruiken om zijn marktpositie te verstevigen en op zoveel mogelijk verkooptentoonstellingen te exposeren. Breitner was, volgens Stolwijk, echter een kunstenaar, die zich bewust afzette tegen het establishment en zijn vrijheid beschouwde als de kern van het echte kunstenaarschap, zelfs als die vrijheid tot armoede leidde.155 Breitner stond er inderdaad om bekend slechts datgene te schilderen, waar hij zin in had en waarmee hij zichzelf kon verbeteren. Daardoor zat hij ook altijd in geldnood en richtte hij zich bij het maken van zijn schilderijen niet op de markt.

De economische ontwikkelingen in Nederland waren daarnaast ook een belangrijke factor, die van invloed was op een goede afzet van de hedendaagse kunst. Tussen 1850 en 1880 kwam in Nederland een proces van moderne economische groei op gang, die in de jaren tachtig van de negentiende eeuw werd onderbroken door een landbouwcrisis.156 Hierdoor werd er minder gehandeld in eigentijdse kunst, omdat de gevolgen van de recessie in de kunsthandel werden gevoeld. In de loop van dit decennium steeg de verkoop van Nederlandse hedendaagse kunst wel, ondanks de dalende economie.157 Het inkomen per inwoner van Nederland steeg namelijk in die jaren, waardoor de vraag naar kunst toch groter werd.158 Dit zou voordelig kunnen zijn geweest voor Breitner, omdat hij toen zijn serie Japanse meisjes heeft vervaardigd. In het geval van een groeiende economie zullen kopers sneller hedendaagse kunst kopen, omdat ze dan het risico durven te nemen van de nog onbekende waarde van de kunst. Een derde belangrijke factor die bepalend is voor de verkoop van kunstwerken is mode. In Stolwijks boek Uit de schilderswereld; Nederlandse kunstschilders in de tweede helft

154 In 1901 en 1902 heeft Breitner een overzichtstentoonstelling gekregen bij Arti et Amicitiae, terwijl hij nog in leven was. Dit was zeer bijzonder en een bevestiging van zijn behaalde positie in de kunstwereld. 155 Stolwijk 1998, p. 34.

156 Stolwijk 1998, p. 121-122. 157 Stolwijk 1998, p. 218. 158 Stolwijk 1998, p. 27.

49

van de negentiende eeuw wordt niet ingegaan op elementen die de verkoop van kunst

kunnen beïnvloeden, zoals mode. Wel wordt er in zijn onderzoek gezegd dat het in de negentiende eeuw door sommige kunstenaars en kunstcritici zeer kwalijk werd gevonden als een kunstenaar naar de mode schilderde. De kunstenaar zou dan geen goede kunstenaar zijn volgens de critici. De kunstenaar zou dan namelijk slechts kunst maken om er zijn brood mee te verdienen.159 Deze gedachte volgt uit de mythe dat een schilder slechts kunst vervaardigt voor zichzelf en niet om er geld mee te verdienen.160

Geld is desalniettemin een noodzaak om het schildersvak uit te kunnen oefenen en om een redelijk bestaan te kunnen leiden. Er bestonden daarom haast geen kunstenaars die volgens deze bohémiengedachte leefden. Alhoewel Breitner wel lijkt te hebben geleefd volgens deze mythe van wat kunstenaarschap inhoudt.

William D. Grampp, John Russell Taylor & Brian Brooke en George Savage zeggen daarentegen dat mode een belangrijke factor is bij het verkrijgen en bepalen van de marktpositie van een kunstenaar. Grampp stelt namelijk dat de waarde van kunst afhankelijk is van de esthetische waarde die eraan wordt gegeven.161 De esthetische waarde is, volgens hem, weer afhankelijk van verscheidene factoren, zoals de heersende waardering voor een kunstenaar, maar ook de geldende mode. Taylor en Brooke beamen ook dat mode één van de factoren is die bepalend is voor de staat van de kunstmarkt. Naast mode, zouden volgens hen, ook de mogelijkheid om kunst te verkopen en de economische welvaart in de wereld factoren zijn die de kunstmarkt beïnvloeden.162 Savage zegt verder over mode, dat het veel invloed heeft op de vraag naar kunst. Daardoor heeft mode, volgens hem, vooral effect op de prijs van een kunstwerk.163 Als iets in de mode is, is er meer vraag naar, waardoor de prijs zal stijgen. Tijdens het maken van Breitners serie Japanse meisjes was het Japonisme een modetrend, die wellicht gevolgen heeft gehad voor de prijs van deze schilderijen en als gevolg daarvan voor Breitners positie op de kunstmarkt. Hierbij is van belang in hoeverre de kunsthandel op deze modetrend heeft ingespeeld bij het organiseren van tentoonstellingen. In de diverse boeken over het Japonisme wordt niet ingegaan op de vraag of westerse kunstenaars, die kunst geïnspireerd door het Japonisme maakten, 159 Stolwijk 1998, p. 15. 160 Stolwijk 1998, p. 15. 161 Grampp 1989, p. 15. 162 Taylor, Brooke 1969, p. 6. 163 Savage 1969, p. 34.

50 toen meer verdienden of een betere positie verworven dan anderen. Om te achterhalen in hoeverre de factor mode en in dit geval het Japonisme invloed heeft gehad op de positie van Breitner in de eigentijdse kunstmarkt aan het einde van de negentiende eeuw, zal dit in het volgende hoofdstuk aan de hand van kritiek op, tentoonstellingen van en verkoopinformatie betreffende de serie Japanse meisjes worden nagegaan.

51

4 Receptie op de kunstmarkt: tentoonstellingen, handel en

kritiek

In document George Hendrik Breitner (pagina 47-51)