• No results found

Analyse van de segmenten van concurrenten

2.4 Analyse van de concurrenten van Foster Parents Plan

2.4.3 Analyse van de segmenten van concurrenten

De vier, in §2.4.1 genoemde, segmenten zullen elk afzonderlijk geanalyseerd worden. Er zal daarbij aandacht worden besteed aan het aantal concurrenten in het segment, de omvang, en ook de sterkte van de concurrenten. Daarnaast worden de bekendheid- en ook de sterktes en zwaktes van de concurrenten onderzocht [Aaker, 2005, p.57]. In de analyse van de concurrenten wordt gesproken over baten van eigen

fondsenwerving. Daarmee wordt het geld bedoeld dat organisaties zelf binnenhalen, door middel van bijvoorbeeld collectes en mailingacties. Geld dat de organisaties krijgen van loterijen, de overheid en gezamenlijke acties is daarin niet meegenomen. Aangezien vooral wordt ingegaan op de mate waarin een concurrent in staat is om geld bij consumenten weg te halen, leveren gegevens over eigen fondsenwerving van de concurrenten de meeste informatie voor deze analyse. De gegevens die voor deze analyse worden gebruikt komen grotendeels uit 2001. Van de beschikbare gegevens ligt deze gegevensperiode namelijk het dichtst bij de te analyseren periode.

In tabel 2.3 is de omvang van de verschillende segmenten op twee manieren weergegeven. De eerste indeling is gebaseerd op het aantal organisaties in elk segment. Op de fondsenwervingmarkt zijn in totaal bijna duizend charitatieve organisaties actief [cbf,1]. De tweede indeling is gebaseerd op het bedrag aan beschikbare fondsen per segment. Op de verschillen tussen beide indelingen zal later per segment worden ingegaan.

Segment Percentage van het totale aantal organisaties

Percentage van het totale bedrag aan beschikbare fondsen

Gezondheid 25% 16%

Welzijn 25% 24%

Internationale hulp 30% 45%

Natuur en Milieu 20% 16%

Tabel 3 Omvang van de segmenten van concurrenten [Wegener DM, 2004 en CBF, 2005]

Segment gezondheid

In het segment Gezondheid vallen charitatieve organisaties die zich richten op de volksgezondheid, gehandicaptenzorg en blinden en slechtzienden. In tabel 2.3 is te zien dat ongeveer 25% van de charitatieve organisaties in dit segment valt.

Het bedrag aan beschikbare fondsen van dit segment bestaat uit 16% van het totale bedrag aan beschikbare fondsen. Twee organisaties uit dit segment staan hoog in de top tien van organisaties met de hoogste opbrengsten uit eigen fondsenwerving. Dat zijn KWF Kankerbestrijding op plaats 2 en de Hartstichting op plaats 5 [CBF, 2005]. Sommige charitatieve organisaties in dit segment genieten een hoge

naamsbekendheid. In een onderzoek van Wegener DM is respondenten gevraagd tien charitatieve organisaties te noemen. De resultaten zijn weergegeven in tabel 2.4.

Fonds Spontaan genoemd (%) Fonds Spontaan genoemd (%) 1. Nederlandse Hartstichting 60,84 34. Ronald McDonald 3,45 2. Kankerbestrijding 38,54 35. Epilepsie Fonds 3,33 3. Nierstichting 34,88 36. Stichting DOEN 3,19 4. Wereld Natuur Fonds 34,63 37. Postcode Loterij 31,90 5. Jantje Beton 33,78 38. Gehandicaptenzorg 2,94 6. Astma Fonds 27,50 39. Prinses Beatrix Fonds 2,80 7. Rode Kruis 24,22 40. MS Stichting 2,50 8. Koningin Wilhelmina Fonds 22,93 41. Juliana Fonds 2,49 9. Greenpeace 21,72 42. Kinderhulp 2,49 10. Unicef 19,62 43. IFAW 2,24 11. Reumafonds 19,47 44. Terre des Hommes 2,19 12. Artsen zonder Grenzen 16,93 45. Vluchtelingen Werk 2,18 13. Dierenbescherming 16,12 46. Mensen in Nood 1,81 14. Anjer Fonds / Stichting 11,91 47. Doe Een Wens 1,76 15. Natuurmonumenten 11,59 48. Sponsorloterij 1,70 16. Amnesty International 11,36 49. Kerk 1,56 17. War Child 9,58 50. Vogelbescherming 1,48 18. Zonnebloem 8,55 51. Kinderpostzegels 1,39 19. Foster Parents / Plan 8,02 52. Hersenstichting 1,32 20. Cliniclowns 7,69 53. Humanitas 1,07 21. Aids Fonds 7,29 54. Dorcas 1,05 22. Diabetes Fonds 6,26 55. Wilde Ganzen 1,01 23. Leger des Heils 5,89 56. Stop Aids Now 1,00 24. Maag Lever Darm Stichting 5,79 57. Amref Flying Doctors 0,97 25. Stichting AAP 5,61 58. Parkinson Vereniging 0,91 26. Memisa 5,57 59. Simavi 0,91 27. Novib 5,40 60. Waddenvereniging 0,90 28. Prins Bernhard Cultuurfonds 5,37 61. Clubactie 0,83 29. Alzheimer 5,27 62. VBOK 0,79 30. Liliane Fonds 5,25 63. Spierenvoorspieren 0,76 31. Brandwonden Stichting 4,82 64. Kerkinactie 0,75 32. Lepra Stichting 4,54 65. Stichting Kika 0,70 33. SOS Kinderdorpen 3,91 66. Milieudefensie 0,70 Tabel 4 Spontane naamsbekendheid charitatieve organisaties [Wegener DM, 2004]

De drie meest genoemde organisaties komen alle drie uit het segment gezondheid. De meest genoemde organisatie was de hartstichting, daarna de kankerbestrijding en op de derde plek stond de nierstichting. Dit betekent dat een deel van de organisaties in dit segment een zeer hoge spontane naamsbekendheid geniet.

Charitatieve organisaties in dit segment kunnen op veel sympathie van de donateur rekenen. 95% van de Nederlanders geeft wel eens aan een organisatie in dit segment. Daarmee is het segment gezondheid het segment dat door de meeste mensen wordt gesteund. Daarnaast is het zo dat veel donateurs een emotionele binding hebben met de charitatieve organisaties in dit segment, vaak omdat ze iemand kennen die de betreffende ziekte heeft of heeft gehad. Dit geldt vooral erg sterk voor de KWF Kankerbestrijding. Het voordeel daarvan is voor deze organisaties dat ze niet telkens het belang van hun organisatie hoeven uitleggen. Dat is een sterkte van de charitatieve organisaties in dit segment.

Segment welzijn

Het segment welzijn bestaat uit charitatieve organisaties die zich bezig houden met maatschappelijke en sociale doelen, mensenrechten, kunst, cultuur, sport, recreatie, onderwijs, onderzoek, kerk en levensbeschouwing. In tabel 2.3 is te zien dat ongeveer 25 % van de charitatieve organisaties binnen dit segment valt. Van het totale bedrag aan beschikbare fondsen is 24% voor het segment welzijn (zie tabel 2.3). Er staat slechts één organisatie uit dit segment in de top tien van organisaties die het meeste geld uit eigen fondsenwerving binnenhalen. Dat is het Leger des Heils op plaats tien [CBF, 2005]. Als het gaat om eigen fondsenwerving presteren de charitatieve organisaties in dit segment, minder dan charitatieve organisaties in de andere segmenten.

Ook wat betreft de spontane naamsbekendheid scoort dit segment niet hoog. Jantje Beton scoort het hoogst en staat op plaats vijf, daarna komt het Anjerfonds op plaats veertien, Amnesty International op plaats zestien en het Leger des Heils staat op plaats 23 (zie tabel 2.4). De overige charitatieve organisaties uit dit segment nemen nog lagere plaatsen in. De grote bekendheid van Jantje Beton kan deels verklaard worden door de jaarlijkse huis-aan-huis collecte. Een dergelijke collecte draagt namelijk bij aan een hoge naamsbekendheid [Wegener DM, 2004]. De lage

naamsbekendheid van de overige organisaties in dit segment kan als een zwakte van het segment worden beschouwd.

Segment internationale hulp

Het segment internationale hulp bestaat uit organisaties die zich richten op

ontwikkelingswerk, vluchtelingenhulp en slachtofferhulp. Volgens tabel 2.3 valt het grootste gedeelte, namelijk ongeveer 30%, van de charitatieve organisaties binnen dit segment. Uit tabel 2.3 blijkt dat dit segment ook het grootste bedrag aan fondsen beschikbaar heeft, namelijk 45% van het totaal. Daarmee heeft dit segment het grootste aandeel op de fondsenwervingmarkt. Dit is ook terug te zien in het feit dat vijf organisaties uit dit segment terug te vinden zijn in de top tien van organisaties die de meeste opbrengsten halen uit eigen fondsenwerving. De organisaties zijn Foster Parents Plan op plaats één, Kerkinactie op plaats vier, Rode Kruis op plaats zes, Artsen zonder grenzen op plaats zeven en Unicef op plaats negen. De charitatieve organisaties in dit segment scoren elk redelijk op spontane naamsbekendheid. Het Rode Kruis neemt daar de vijfde plaats in, Unicef plaats tien, Artsen Zonder Grenzen plaats twaalf, Warchild plaats zeventien en FPP plaats negentien. Dit betekent dat, gelet op opbrengsten van eigen fondsenwerving en naamsbekendheid, FPP een aantal geduchte concurrenten heeft binnen dit segment.

Segment natuur en milieu

Het segment natuur en milieu is het kleinste van de vier segmenten. Ongeveer 20% van de charitatieve organisaties bevindt zich in dit segment (zie tabel 2.3). Van het totale bedrag aan beschikbare fondsen komt slechts 16% in dit segment terecht. Op dat gebied presteert dit segment, evenals het segment welzijn minder dan de andere twee segmenten. Twee organisaties uit dit segment zijn terug te vinden in de top tien van organisaties met de hoogste opbrengsten uit eigen fondsenwerving. Dat zijn Natuurmonumenten op plaats drie en het Wereld Natuurfonds op plaats acht [CBF, 2005].

Enkele charitatieve organisaties uit dit segment scoren goed op de spontane

naamsbekendheid. Dat zijn het Wereld Natuurfonds op de vierde plek, Greenpeace op plek negen, de Dierenbescherming op plek dertien en Natuurmonumenten op plek vijftien. De overige charitatieve organisaties uit dit segment scoren aanzienlijk lager [Wegener DM, 2004].

Het segment natuur en milieu is dus het kleinste segment, maar heeft wel twee grote concurrenten van FPP, namelijk Natuurmonumenten en het Wereld Natuur Fonds.

2.4.4 Conclusie

Alle charitatieve organisaties worden als concurrenten van FPP beschouwd. Immers, ze concurreren allemaal om het budget van de donateur en een deel van de donateurs wisselt tussen verschillende soorten charitatieve organisaties.

Met betrekking tot de vijf factoren die de mate van concurrentie bepalen kan het volgende worden geconcludeerd. De kans op nieuwkomers op de

fondsenwervingmarkt is groot. Het zal echter enige tijd duren voor dit sterke concurrenten zijn, omdat ze een positieve naamsbekendheid en vertrouwen moeten opbouwen. De donateurs kunnen makkelijk overstappen van de ene charitatieve organisatie naar de andere. Dit betekent dat de onderhandelingspositie van donateurs ten aanzien van kwaliteit en de besteding van de fondsen goed is. Donateurs hebben naast de huidige charitatieve organisaties ook de keuze uit een substituut. Ze kunnen de hulp namelijk zelf gaan verlenen. De kans dat veel donateurs dit zullen doen is echter erg klein. De laatste factor die een rol speelt op de charitatieve markt is de concurrentie tussen de huidige charitatieve organisaties. Er zijn veel charitatieve organisaties, dus er moet sterk geconcurreerd worden om het budget van de donateur. Deze factoren samen maken dat de concurrentie op de fondsenwervingmarkt intens is. Dat maakt de fondsenwervingmarkt geen aantrekkelijke markt. Charitatieve

organisaties hebben echter geen uitwijkmogelijkheid naar een andere markt om fondsen te werven.

De huidige concurrenten kunnen, op basis van het doel dat ze nastreven, worden verdeeld in vier segmenten. De segmenten zijn gezondheid, welzijn, internationale hulp en natuur en milieu. FPP valt in het segment internationale hulp.

Het aandeel van de segmenten welzijn, natuur en milieu en gezondheid in de fondsenwervingmarkt is op basis van de beschikbare fondsen lager dan op basis van het aantal organisaties. Bij het segment internationale hulp ligt het precies andersom. Het segment internationale hulp haalt 45% van de beschikbare fondsen binnen, terwijl maar 30% van de charitatieve organisaties in dit segment valt. Op basis van deze gegevens lijken de charitatieve organisaties binnen het segment internationale hulp de sterkste concurrenten van FPP. Ze zijn goed in staat om fondsen te werven. De overige drie segmenten kennen echter elk een aantal grote concurrenten van FPP. Binnen het segment gezondheid is dat bijvoorbeeld de kankerbestrijding.

Voor de segmenten natuur en milieu en welzijn kunnen het Wereld Natuur Fonds en Jantje Beton als grote concurrenten worden beschouwd.

Het segment Gezondheid heeft tevens het voordeel dat veel Nederlanders een

emotionele binding hebben met één van de doelen in de sector. Dit geld slechts in veel mindere mate voor de andere sectoren.