• No results found

Analyse van de individuele prestaties van de banken

Voor de individuele analyse geef ik eerst een overzicht van de gemiddelde prestaties van de banken per land om te zien of er eventuele kenmerken op landelijk niveau op te merken zijn. Vervolgens bespreek ik per land de banken individueel en probeer hierbij verklaringen te geven voor opvallende aspecten. Daarnaast toets ik de correlatie tussen de prestaties van de banken op de vier genoemde categorieën. Tot slot vergelijk ik de prestaties van de individuele banken met de ‘duurzaamheidsscore’ die zij in het onderzoek van 2001 kregen en probeer eventuele strategieveranderingen te verklaren. Voor de individuele analyse deel ik bovengenoemde criteria in de eerder genoemde vier categorieën in, te weten:

- gedragscodes, duurzaamheidsverslaggeving en milieuzorgsystemen

- milieuzorg in de praktijk

- financiële producten met een duurzaam karakter

- sociaal-economische activiteiten en sponsoring

De individuele en landelijke analyse vinden plaats aan de hand van een tweezijdige t-toets met een significantieniveau van 5%. De tweezijdige t-toets is een parametrische statistische toets om na te gaan of het gemiddelde van een normaal verdeelde grootheid mogelijk afwijkt van een bepaalde waarde (het gemiddelde). Aan de hand van de t-toets is het mogelijk te bepalen of banken significant verschillend (zowel in positieve en negatieve zin) presteren van het gemiddelde. De t-toets is hier van toepassing aangezien er bij de resultaten, met uitzondering van de categorie ‘sociaal-economische activiteiten’ op individueel niveau sprake is van een normale verdeling. Dit komt naar voren aan de hand van de éénzijdige Kolmogorov-Smirnov toets, welke bedoeld is om te toetsen of de steekproefwaarnemingen afkomstig zijn van een normale verdeling.53 Aangezien de resultaten van de ‘sociaal-economische activiteiten’ op individueel niveau niet normaal verdeeld zijn, analyseer ik deze aan de hand van de Wilcoxon rangtoets. Ik toets hier of de resultaten significant (op 5% niveau) afwijken van de testwaarde. Dit gebeurt door de resultaten te ordenen en van een rang te voorzien.54 De resultaten geef ik weer in een tabel waarin zowel de score als de significantie af te lezen is. De prestaties van de banken zijn in te delen als: significant beter dan gemiddeld, significant slechter dan gemiddeld of een afwijking van het gemiddelde die niet significant is.

53

Zie Bijlage 3 voor toelichting op de Kolmogorov-Smirnov toets en Wilcoxon rangtoets uitkomsten

54 Als testwaarde kies ik het gemiddelde; 94% aangezien het merendeel van de waarden gelijk is aan de mediaan, welke 100% is.

De vergelijking van de resultaten uit dit onderzoek en de duurzaamheidsscore die de banken in het onderzoek van Jeucken in 2001 kregen, zijn niet helemaal op dezelfde criteria gebaseerd omdat er in dit onderzoek meer criteria in beschouwing zijn genomen dan in 2001. Aangezien de uitbreiding criteria in alle categoriën betreft en onder andere bestaat uit criteria die in 2001 nog niet van toepassing waren (bijvoorbeeld de Equator Principles), vergelijk ik toch het totaal van mijn resultaten met de score van Jeucken. Bovendien is duurzaamheid een begrip dat de afgelopen vijf jaar zelf ook breder is geworden, waardoor het interessant is om alle criteria in beschouwing te nemen en niet enkel diegene die Jeucken ook in zijn onderzoek betrok. Anders schetst de vergelijking naar mijn idee geen goed beeld van de ontwikkeling die banken op duurzaam gebied hebben doorgemaakt. Hiervoor moeten ook aspecten als de Equator Principles, die na 2001 van kracht zijn geworden in beschouwing worden genomen. Tot slot is bij het onderzoek van Jeucken onbekend hoe de duurzaamheidsscore tot stand komt en in hoeverre de criteria deel uitmaken van de totale score. Hierdoor is het bij voorbaat al niet mogelijk om een vergelijking te maken die gebaseerd is op gelijke grond.

Bij de vergelijking van de individuele prestaties van de banken in 2001 en 2006 maak ik gebruik van de antwoorden op de enquête die ik heb ontvangen van de banken. Met behulp van deze antwoorden probeer ik eventuele strategieveranderingen van banken te verklaren. Daarnaast gebruik ik de enquêtes om te bekijken in hoeverre de prestaties van een bank verklaard kunnen worden door de factoren die een bank van belang acht voor de strategie die zij volgt op gebied van duurzaamheid. Aangezien de respons beperkt is gebleven tot 11 van de 32 verstuurde enquêtes, is het niet mogelijk dit consequent te doen. Door de beperkte respons en het feit dat er geen eenduidig beeld naar voren komt uit de beantwoorde enquêtes is het naar mijn idee niet goed mogelijk om de enquêtes voor een bredere strategieverklaring te gebruiken.

Algemene analyse op landelijk niveau

Figuur 2 tot en met 6 geven een overzicht van de prestaties per categorie en in totaal van de verschillende landen. Hieruit kan worden afgelezen hoe de banken per land gemiddeld scoren op de verschillende aspecten van duurzaamheid.55

Figuur 2 geeft de prestaties op het gebied van ‘gedragscodes, duurzaamheidsverslaggeving en milieuzorgsystemen’ weer. Hieruit is af te lezen dat Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk een leidende positie hebben op dit gebied en dat de banken in Noord-Europa56 hier het laagst scoren.

55 Onderliggende cijfers voor de figuren 2 tot en met 6 staan vermeld in bijlage 5 (Excel bestand)

Figuur 2: Gemiddelde prestaties van de banken per land op gebied van duurzaamheidsverslaggeving, richtlijnen en milieuzorgsystemen in 2006

Duurzaamheidsverslaggeving, richtlijnen en milieurzorgsystemen

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Canada VS België Noord Europa Frankrijk Duitsland Italië Nederland Spanje Zwitserland VK Australië Japan

Figuur 3 geeft een overzicht van de gemiddelde prestaties van de banken per land op het gebied van milieuzorg in de praktijk. Hier heeft Australië opvallend een leidende positie. Dit is mede toe te schrijven aan het feit dat er in dit onderzoek maar één bank uit Australië is opgenomen. Na Australië volgen Duitsland, Nederland, de VS en het Verenigd Koninkrijk.

Figuur 3: Gemiddelde prestaties van de banken per land op gebied van milieuzorg in de praktijk in 2006 Milieuzorg in de praktijk 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% Canada VS België Noord Europa Frankrijk Duitsland Italië Nederland Spanje Zwitserland VK Australië Japan

Figuur 4 laat de gemiddelde prestaties van de banken per land zien op het gebied van duurzame producten. Dit figuur geeft aan hoeveel verschillende duurzame producten en diensten worden aangeboden. Hierbij is dus geen rekening gehouden met banken die bijvoorbeeld meerdere duurzame fondsen voeren, maar het is enkel een weergave van de verschillende producten. Nederland heeft hier een leidende positie en de Noord-Europese banken presteren gevolgd door de Italiaanse banken het slechtste op dit gebied.

Figuur 4: Gemiddelde prestatie van de banken per land op gebied van duurzame producten in 2006 Duurzame producten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Canada VS België Noord Frankrijk Duitslan Italië Nederla Spanje Zwitserl VK Australi Japan

Figuur 5 geeft aan hoe de banken per land gemiddeld presteren op sociaal gebied. Het is duidelijk dat banken aan het sociale onderdeel veel aandacht geven in hun bedrijfsvoering. Een groot aantal landen scoort maximaal op deze criteria. Ook de andere landen (met uitzondering van Noord Europa) scoort positief op het overgrote deel van de sociale criteria. Uiteraard is dit deels te verklaren door het verplichte karakter van het opstellen van principes voor bedrijfsethiek.

Figuur 5: Gemiddelde prestatie van de banken per land op gebied van sociaal-economische activiteiten in 2006 Sociaal-economische activiteiten 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% Canada VS België Noord Frankrijk Duitslan Italië Nederla Spanje Zwitserl VK Australi Japan

Tot slot geeft figuur 6 weer hoe de banken gemiddeld per land scoren op het totaal van alle duurzaamheidscriteria. Hieruit blijkt dat de Nederlandse banken gemiddeld het beste presteren, gevolgd door Duitsland, Zwiterland en het Verenigd Koninkrijk. Het zijn dus de Europese banken die een leidende positie hebben. Daar tegenover presteren de banken uit Noord-Europa, Italië en Japan het slechtst, wat aangeeft dat de verschillen in prestaties binnen Europa erg groot zijn.

Figuur 6: Gemiddelde prestaties van de banken per land voor de totaalscore in 2006 Totaalscore 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Canada VS België Noord Frankrijk Duitslan Italië Nederla Spanje Zwitserl VK Australi Japan

Tabel 33 geeft een overzicht van de gemiddelde prestaties per land op de verschillende categorieën. In deze tabel zijn zowel de percentages (aantal criteria per categorie waar de banken in een land gemiddeld positief op scoren) als de t-waarden van deze percentages aangegeven. Een waarde is negatief significant wanneer deze kleiner is dan de kritieke waarde -2,1788 (rood gekleurd) en positief significant wanneer deze groter is dan 2,1788 (groen gekleurd). De laatste waarde geeft de totale score van de bank aan op gebied van duurzaamheid. Dit is het gemiddelde van de scores op de vier voorgaande categorieën.

Tabel 33: Overzicht van de prestaties van de landen op de vier categorieën en totaal; in percentages en met t-waarde voor 200657

codes, etc milieuzorg producten Sociaal Totaal

score t-waarde score t-waarde score t-waarde score t-waarde score t-waarde

Landelijk Niveau Canada 38% -3,0276 67% -2,3604 62% 1,4146 100% 1,9522 67% -0,7877 VS 46% -1,2587 88% 2,3604 71% 3,1611 89% -1,5339 73% 1,2256 België 44% -1,7009 88% 2,3604 50% -0,7684 100% 1,9522 70% 0,3203 Noord Europa 25% -5,6810 50% -6,1371 14% -7,3701 58% -11,2253 37% -9,4348 Frankrijk 50% -0,3742 79% 0,4721 43% -2,0783 100% 1,9522 68% -0,3532 Duitsland 69% 3,6059 94% 3,7767 71% 3,1611 92% -0,6624 81% 3,5576 Italië 54% 0,5103 67% -2,3604 29% -4,6980 94% 0,2092 61% -2,4100 Nederland 63% 2,2792 92% 3,3046 86% 5,7808 100% 1,9522 85% 4,6004 Spanje 38% -3,0276 63% -3,3046 64% 1,8513 100% 1,9522 66% -0,9181 Zwitserland 81% 6,2593 75% -0,4721 71% 3,1611 92% -0,6624 80% 3,1013 VK 79% 5,8171 88% 2,3604 52% -0,3318 100% 1,9522 80% 3,0796 Australië 38% -3,0276 100% 5,1929 43% -2,0783 100% 1,9522 70% 0,2551 Japan 50% -0,3742 54% -5,1929 48% -1,2051 94% 0,2092 62% -2,2361 Gemiddeld 52% 77% 54% 94% 69%

Analyse van de banken op individueel niveau

Tabel 34: Overzicht van de prestaties van de banken op de vier categorieën en totaal; in percentages en met t-waarde voor 200658

codes, etc milieuzorg producten Sociaal Totaal

score t-waarde score t-waarde score t-waarde score Z score t-waarde

Noord-Amerika

Royal Bank of Canada 50% -0,8266 75% -0,4067 86% 7,1500 100% 78% 3,4333

Can. Imp. Bank Com. 38% -4,6055 63% -4,7445 57% 0,5181 100% 63% -2,2041

Bank of Montreal 25% -8,3844 63% -4,7445 43% -2,7978 100% 56% -5,0227 Citigroup 50% -0,8266 88% 3,9312 71% 3,8341 100% 75% 3,2454 Bank of America 38% -4,6055 88% 3,9312 57% 0,5181 83% 65% -1,3271 JP Morgan Chase 50% -0,8266 88% 3,9312 86% 7,1500 83% 77% 2,9949 Europa Fortis Bank 63% 2,9522 88% 3,9312 71% 3,8341 100% 81% 4,5608 KBC Bank 25% -8,3844 88% 3,9312 29% -6,1138 100% 59% -3,8953 Nordea AB 25% -8,3844 50% -9,0823 14% -9,4297 83% 43% -11,0986 BNP Paribas 63% 2,9522 75% -0,4067 43% -2,7978 100% 69% 0,2388 Credit Agricole 38% -4,6055 75% -0,4067 43% -2,7978 100% 63% -2,3920 Societe Generale 50% -0,8266 88% 3,9312 43% -2,7978 100% 69% 0,2388 Deutsche Bank 63% 2,9522 100% 8,2690 71% 3,8341 83% 80% 4,1223 Allianz 75% 6,7311 88% 3,9312 71% 3,8341 100% 84% 5,8762 Banca Intesa 38% -4,6055 63% -4,7445 0% -12,7457 100% 50% -8,2172 UniCredit Group 63% 2,9522 63% -4,7445 57% 0,5181 100% 69% 0,4267

San Paolo IMI 63% 2,9522 75% -0,4067 29% -6,1138 83% 61% -3,0183

ABN Amro 75% 6,7311 88% 3,9312 86% 7,1500 100% 88% 7,3795 ING Groep 50% -0,8266 88% 3,9312 71% 3,8341 100% 78% 3,2454 Rabobank Groep 63% 2,9522 100% 8,2690 100% 10,4660 100% 91% 8,8828 BSCH 25% -8,3844 50% -9,0823 57% 0,5181 100% 56% -4,8348 BBVA 50% -0,8266 75% -0,4067 71% 3,8341 100% 72% 1,9300 Svenska Handelsbanken 25% -8,3844 50% -9,0823 14% -9,4297 33% 30% -16,3601 UBS 75% 6,7311 75% -0,4067 57% 0,5181 100% 75% 3,0575

Credit Suisse Groep 88% 10,5100 75% -0,4067 86% 7,1500 83% 83% 5,6256

HSBC Holdings 88% 10,5100 88% 3,9312 71% 3,8341 100% 84% 7,1916

Barclays Bank 75% 6,7311 100% 8,2690 71% 3,8341 100% 84% 7,1916

Royal Bank of Scotland 75% 6,7311 75% -0,4067 14% -9,4297 100% 66% -1,4524

Oceanie

Nat. Australia Bank 38% -4,6055 100% 8,2690 43% -2,7978 100% 69% 0,2388

Bank Tokyo Mitsu. 63% 2,9522 63% -4,7445 43% -2,7978 100% 66% -1,0766

Mizuho Financial Group 38% -4,6055 38% -13,4202 57% 0,5181 83% 52% -6,5887

Sumitomo 50% -0,8266 63% -4,7445 43% -2,7978 100% 63% -2,3920

Gemidddeld 53% 76% 55% 94% 0,7486 69%

58 De onderliggende cijfers en de scores op de individuele criteria voor tabel 34 staan vermeld in bijlage 4 en 5 (Excel bestand)

Tabel 34 geeft het overzicht van de score van de 32 banken uit dit onderzoek op de verschillende categorieën van duurzaamheid. Voor de verschillende categorieën (met uitzondering van ‘sociaal-economische activiteiten’) wordt per bank zowel de score als de t-waarde aangegeven. Een waarde is negatief significant wanneer deze kleiner is dan de kritieke waarde -2,0395 (rood gekleurd) en positief significant wanneer deze groter is dan 2,0395 (groen gekleurd). De laatste waarde geeft de totale score van de bank aan. Dit is het gemiddelde van de scores op de vier voorgaande categorieën. Voor ‘sociaal-economische activiteiten’ wordt de Z waarde weergegeven, berekend aan de hand van de Wilcoxon rangtoets. Aangezien deze waarde lager is dan de kritieke waarde van 1,645 voor een significantieniveau van 5%, neem ik de hypothese aan dat de resultaten niet significant afwijken van de getoetste score; het gemiddelde. Uiteraard komt presteert Svenska Handelsbanken met een score van 33% wel duidelijk slechter dan de andere banken. Dit is mede te vreklaren doordat de Wilcoxon rangtoets aanneemt dat de waarden van de toets symmetrisch verdeeld zijn. Dit is bij ‘sociaal-economische activiteiten’ echter niet het geval.

Japan: Bank of Tokyo Mitsubishi, Mizuho Financial Group, Sumitomo

Voor de banken in Japan is het opvallend dat zij alle drie een milieuzorgsysteem kennen, terwijl dit bij banken in andere regio’s geen veel voorkomend aspect is. Japanse banken scoren over het algemeen goed op de sociaal-economische aspecten, maar voor de criteria in de andere categorieën scoren de Japanse banken slechter dan gemiddeld. Over het geheel laat Japan een significant slechtere prestatie zien dan gemiddeld. Tabel 34 laat de prestaties van de verschillende Japanse banken op de verschillende categorieën van duurzaamheid zien.

Bank of Tokyo Mitsubishi presteert significant beter dan het gemiddelde op de criteria in het

gebied van ‘duurzaamheidsverslaggeving, richtlijnen en milieuzorgsystemen’. Op het vlak van milieuzorg en duurzame producten scoort deze bank echter significant lager dan het gemiddelde. De bank rapporteert zowel haar prestaties als haar doelstellingen op duurzaam gebied in kwalitatieve termen. De duurzaamheidsverslaggeving staat bij deze bank dan ook nog enigszins in de kinderschoenen aangezien Bank of Tokyo Mitsubishi in 2005 haar eerste duurzaamheidsverslag heeft uitgebracht. Totaal gezien presteert Bank of Tokyo Mitsubishi iets beter dan gemiddeld, maar dit is niet significant.

De Mizuho Financial Group presteert op alle categorieën, met uitzondering van ‘sociaal-economische activiteiten’ slechter dan het gemiddelde. Deze afwijkingen zijn allemaal significant, behalve voor de categorie ‘duurzame producten’. Ook deze bank heeft in 2005 haar eerste duurzaamheidsverslag uitgebracht en rapporteert enkel in kwalitatieve termen. Op het

sociaal-economische gebied is dit de enige bank in Japan die geen feedback van haar werknemers vraagt. De totale prestatie van de bank op duurzaamheid is significant slechter dan gemiddeld.

Sumitomo scoort goed op het gebied van sociaal-economische activiteiten. Voor de andere

categorieën doet de bank het echter slechter dan gemiddeld, waarvan deze afwijking significant is voor ‘milieuzorg in de praktijk’ en ‘duurzame producten’. Op sociaal-economisch gebied presteert deze bank op alle criteria positief, terwijl zij op milieuaspecten duidelijk achterblijft. Over het geheel gezien presteert Sumitomo significant slechter dan gemiddeld.

Australië: National Australia Bank

Er is in dit onderzoek slechts één bank opgenomen uit Australië. Deze bank presteert, zoals te zien in tabel 33 en 34 iets beter dan gemiddeld, maar niet significant.

National Australia Bank presteert significant beter dan gemiddeld op de criteria voor milieuzorg

in de praktijk, terwijl zij significant slechter dan gemiddeld presteert op duurzaamheidsverslaggeving, richtlijnen en milieuzorgsystemen en duurzame producten. Opvallend is dat deze bank geen enkele richtlijn (Equator Principles, Global Compact, etc.) heeft ondertekend. Daartegenover heeft zij wel, evenals de Japanse banken een milieuzorgsysteem en voert zij haar milieurisicoanalyses nauwgezet uit; zij hanteert zowel de OESO als de Wereldbank richtlijnen en handhaaft sectoruitsluitingen. Naast National Australia Bank zijn Rabobank en Deutsche Bank de enige die aan al deze criteria voldoen. Tot slot kan worden opgemerkt dat National Australia Bank officieel geen eigen duurzame beleggingsfondsen voert, maar via licenties bij andere fondshuizen wel een groot aantal duurzame beleggingsfondsen in haar universum heeft.

Het Verenigd Koninkrijk: HSBC Holding, Barclays en Royal Bank of Scotland

Uit tabellen 33 is af te lezen dat de banken uit het Verenigd Koninkrijk op een meerderheid van de aspecten significant beter presteren dan gemiddeld. Opvallend is dat alle drie de Britse banken alle richtlijnen in dit onderzoek volgen (met uitzondering van deelname aan het rapport ‘Who Cares Wins’) en deze drie banken ook allemaal een gecertificeerd milieuzorgsysteem hebben. Daarnaast gebeurt de rapportage over duurzaamheidsprestaties en –doelstellingen als CO2 -uitstoot, water- en papierverbruik bij deze drie banken in kwantitatieve termen, wat aangeeft dat de banken goed inzicht hebben in zowel duurzaamheidsprestaties als doelstellingen en hier ook inzicht in kunnen geven. De Britse banken kennen op dit gebied dus een hoge standaard. Tot slot scoren de banken ook op sociaal niveau alle drie maximaal.

HSBC Holdings presteert op alle aspecten significant beter dan gemiddeld. HSBC is één van de

drie banken die niet alleen alle richtlijnen uit dit onderzoek hebben ondertekend, maar ook hebben meegewerkt aan de publicatie van Who Cares Wins. HSBC presteert ook in totaal significant beter dan gemiddeld en is één van de best presterende banken uit dit onderzoek.

Barclays presteert evenals HSBC op alle categorieën, naast ‘sociaal-economische’ activiteiten,

significant beter dan gemiddeld. Daarnaast brengt Barclays als één van de eerste banken in dit onderzoek al sinds 1999 een duurzaamheidsverslag uit. Deze bank kent naast een groot deel van de in dit onderzoek eerder genoemde financiële producten met een duurzaam karakter een duurzame index (DSI) tracker. Ook Barclays behoort tot de best presterende banken uit dit onderzoek en scoort op het totaal significant beter dan gemiddeld.

Royal Bank of Scotland scoort op de categorie ‘duurzaamheidsverslaggeving, richtlijnen en

milieuzorgsystemen’ significant beter dan gemiddeld. Op het gebied van duurzame producten is deze bank echter significant slechter dan gemiddeld. Royal Bank of Scotland biedt opvallend weinig duurzame producten en diensten aan, op dit vlak geven zij alleen aan microkredieten te verstrekken. Hierdoor presteert deze bank in totaal gezien iets slechter dan gemiddeld, maar dit is niet significant.

Zwitserland: UBS en Credit Suisse

Uit tabel 33 blijkt dat Zwitserland significant beter dan gemiddeld presteert op het gebied van duurzaamheid. Tabel 34 geeft een overzicht van de prestaties van de twee Zwitserse banken op de vier categorieën en in totaal. Beide banken presteren met name erg goed op het gebied van ‘duurzaamheidsverslaggeving, richtlijnen en milieuzorgsystemen’.

UBS presteert significant beter op de categorieën ‘duurzaamheidsverslaggeving, richtlijnen en

milieuzorgsystemen’. UBS behoort evenals Barclays tot de banken uit het onderzoek die als eerste actief waren op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving. UBS bracht haar eerste milieuverslag uit over de jaren 1998 / 1999. Ondanks het feit dat UBS minder verschillende duurzame producten en diensten aanbiedt dan gemiddeld, beheert UBS wel vijf duurzame beleggingsfondsen59. Totaal gezien presteert UBS significant beter dan gemiddeld.

Credit Suisse is één van de best presterende banken uit het onderzoek en scoort dan ook

significant bovengemiddeld. Opvallend is daarbij dat Credit Suisse niet aangeeft feedback van werknemers te vragen over hun tevredenheid over de bank als werkgever. Op gebied van

59 AST Aktien Oeko Performance Global, UBS IF Eco Performance, UBS Responsibility Fund European

duurzame producten is de bank wel erg sterk. Credit Suisse kent naast de in dit onderzoek genoemde producten, de ‘Charity Note’ waarmee investeerders een deel van hun rendement aan een foundation doneren die jeugdwerkeloosheid tegengaat. Daarnaast biedt zij de ‘Global Water Basket’ e n de ‘Alternative Energy Basket’. Tot slot behoort Credit Suisse tot de meest transparante banken, aangezien zij zowel over haar duurzaamheidsprestaties als –doelstellingen kwantitatief rapporteert. Credit Suisse presteert significant beter dan het gemiddelde en heeft volgens dit onderzoek ook nog een koppositie.

Spanje: BSCH en BBVA

In tabel 33 is te zien dat de Spaanse banken beide positief scoren op alle criteria in de categorie ‘sociaal-economische activiteiten’. De sociale aspecten van duurzaamheid lijken in Spanje meer aandacht te krijgen binnen de financiële sector dan milieuzorg aangezien de banken daar beide slechter dan gemiddeld scoren. Over het geheel bekeken presteert Spanje niet significant verschillende van het gemiddelde.

BSCH scoort slechter dan gemiddeld op alle categorieën, met uitzondering van

‘sociaal-economische activiteiten’. Deze afwijking is significant voor ‘duurzaamheidsverslaggeving, richtlijnen en milieuzorgsystemen’ en ‘milieuzorg in de praktijk’. BSCH biedt op dat gebied naast de behandelde duurzame producten een ander product aan; een creditcard in samenwerking met de Spanish Association Against Cancer (SAAC). Totaal gezien presteert BSCH significant slechter dan gemiddeld.

BBVA scoort significant beter op ‘duurzame producten’. Op de andere categorieën en over het

totaal gezien laat de bank geen significant verschil zien ten opzichte van de gemiddelde prestaties. Evenals BSCH biedt BBVA creditcards aan met een sociaal karakter; zij biedt haar klanten de ‘Visa Red Cross creditcard’, d e ‘international solidarity Visa Card’, en de ‘NGO World Vision card’. De prestaties van BBVA in dit onderzoek wijken niet significant af van het gemiddelde.

Nederland: ABN Amro, ING Groep en Rabobank

Uit tabel 33 blijkt dat de Nederland op alle aspecten (met uitzondering van ‘sociaal-economische