• No results found

3.2 Compassion

3.2.2 Analyse strategisch manoeuvreren

In deze paragraaf zal ik overgaan tot het analyseren van het strategisch manoeuvreren in deze tekst. Ik bespreek de drie verschillende aspecten: topische selectie, publieksaanpassing en presentatiekeuzes.

Topische selectie

In paragraaf 2.2.1 en 2.2.3 heb ik de pragma-dialectische theorie over standpunten en argumenten besproken. Ik heb toen vastgesteld dat het standpunt ‘Word kindsponsor’ een prescriptief standpunt is: de protagonist stuurt aan op een toekomstige handeling van de antagonist die volgens hem wenselijk is. Daarna heb ik toegelicht hoe het type standpunt consequenties heeft voor de rechtvaardiging die wordt aangedragen om dat standpunt te

36

verdedigen. Van Eemeren beschrijft dat in het geval van een prescriptief standpunt

argumentatie moet worden aangedragen waarin de noodzaak wordt onderstreept voor de luisteraar of lezer om de actie uit te voeren die wordt gepresenteerd in het standpunt (Van Eemeren, 2010, p. 237). Een geschikt argumentatietype hiervoor is pragmatische argumentatie, waarbij de protagonist wijst op de wenselijke gevolgen van een bepaalde actie (Van Poppel, 2013).

Het standpunt van Compassion is ‘Help ook een kind’. Dit standpunt is prescriptief: Compassion wil de potentiële donateur activeren om een kind te helpen. Het is voor de

websitebezoeker duidelijk op welke manier Compassion dit bedoelt: de zin ‘Help ook een kind’ is een klikbare button die de websitebezoeker doorstuurt naar een pagina waar direct een sponsorkind kan worden gekozen. Met de zin ‘Help ook een kind’ bedoelt Compassion dus dat de donateur een kind kan helpen door kindsponsor te worden bij Compassion. Het standpunt zou daarom ook gereconstrueerd kunnen worden als: ‘Help ook een kind door kindsponsor te worden bij Compassion’, waarbij het laatste deel impliciet is en pas expliciet gemaakt wordt in de reconstructie.

In de argumentatie ter ondersteuning van dit standpunt motiveert Compassion waarom het helpen van een kind wenselijk is. Het argumentatieschema is hiermee pragmatische

argumentatie. Het schema bij de argumentatiesoort pragmatische argumentatie ziet er als volgt uit:

1 Handelswijze X is wenselijk

1.1a Want: Handelswijze X leidt tot gevolg Y 1.1b En: Gevolg Y is wenselijk

(1.1a-1.1b’ Als X leidt tot het wenselijke gevolg Y, dan is X wenselijk)

De argumenten van Compassion in deze tekst passen daar als volgt in:

37

1.1a Want: als jij een kind helpt (1.1.1a) geven wij hulp op elk gebied van hun leven en leidt dat tot (1.1.1b) een kans op een toekomst zonder armoede.

1.1b En: een kans op een toekomst zonder armoede voor een kind is wenselijk.

(1.1.a-1.1b’) Als het feit dat jij een kind helpt leidt tot een kans op een toekomst zonder armoede voor een kind, dan is het feit dat jij een kind helpt wenselijk.)

Om de aanvaardbaarheid van de aangedragen argumentatie te beoordelen dient men de kritische vragen die horen bij het gebruikte argumentatietype te beantwoorden (Van Eemeren en Snoeck Henkemans, 2017, p. 84). Ik gebruik hiervoor de kritische vragen van de pragma- dialectiek gespecificeerd en aangevuld voor pragmatische argumentatie door Van Poppel (2013):

1. Is datgene wat in de argumentatie als het resultaat wordt geschetst daadwerkelijk (on)wenselijk?

2. Leidt datgene dat wordt voorgesteld als oorzaak daadwerkelijk tot het genoemde (on)wenselijke resultaat?

3. Zijn er nog andere factoren die aanwezig moeten zijn samen met de voorgestelde oorzaak om het genoemde (on)gewenste resultaat te creëren?

4. Heeft de genoemde oorzaak ook (on)gewenste bijwerkingen?

5. Kan het genoemde resultaat ook op andere manieren bereikt of voorkomen worden?

Aangepast op de tekst van Compassion zien de vragen er als volgt uit en kunnen ze als volgt beantwoord worden op basis van de tekst:

1. Is een toekomst zonder armoede voor een kind daadwerkelijk wenselijk?

Op deze vraag wordt niet ingegaan in de tekst, maar dat is verklaarbaar. De tekstschrijver, ofwel de protagonist, zal in zijn tekst alleen anticiperen op kritische vragen als hij verwacht dat de antagonist op zijn minst twijfel zal uiten. Over de wenselijkheid van dit gevolg zullen zeer

38

weinig mensen twijfel uiten: kinderen in armoede is onomstreden onwenselijk en een toekomst zonder armoede onomstreden wenselijk.

2. Leidt het feit dat jij een kind helpt daadwerkelijk tot een toekomst zonder armoede voor een kind?

Hierop wordt uitgebreid ingegaan in de argumentatie. Compassion legt uit hoe door hun holistische aanpak kinderen worden geholpen aan betere leefomstandigheden. Via begeleiding en monitoring op het gebied van verstand, lichaam, hart en geest worden kinderen breed geholpen. Het gebied ‘geest’ is specifiek voor de christelijke achterban van Compassion. Die christelijke achterban zal het minstens zo belangrijk vinden dat een kind ‘geestelijk rijk’ is als dat een kind een leven zonder armoede kent. Met ‘geestelijk rijk’ bedoelen ze kennis van het christelijk geloof.

3. Zijn er nog andere factoren die aanwezig moeten zijn samen met het feit dat jij een kind helpt om een toekomst zonder armoede voor een kind te creëren?

In de tekst wordt hier niet expliciet op ingegaan, maar als lezer krijg je het idee dat jouw sponsorbijdrage alleen volstaat om een toekomst zonder armoede voor een kind te creëren. Ook op de webpagina Veelgestelde vragen lijkt dit in eerste instantie ook het geval te zijn. Op die pagina (https://www.compassion.nl/voor-sponsors/veelgestelde-vragen/) treft de lezer onder andere de volgende vragen en antwoorden aan:

‘Wat gebeurt er met mijn €33?’

‘We sturen je maandelijkse sponsorbijdrage niet rechtstreeks naar het kind, maar naar de lokale kerk die het Compassion-project van je sponsorkind uitvoert. Zo weten we zeker dat de inkomsten ook echt voorzien in de basisbehoeften van het kind (...).’

39

‘Met je sponsorbijdrage ondersteun je een sponsorkind persoonlijk. Hij/zij ontvangt hierdoor fysieke, sociale/emotionele, cognitieve en geestelijke ondersteuning via een lokaal Compassion-project. Praktisch betekent dat onder andere: medische zorg, extra onderwijs, gezonde voeding, emotionele en geestelijke zorg en andere

projectactiviteiten. De sponsorkinderen zouden deze hulp zonder het project waarschijnlijk nooit ontvangen.’

De toekomst zonder armoede voor een sponsorkind lijkt dus inderdaad direct afhankelijk van de gift van de kindsponsor. Al gaat de gift niet direct naar het kind, het wordt door de lokale kerk wel aan dit kind besteed. Het gebruik van het woord ‘waarschijnlijk’ in de laatste zin is opvallend en lijkt te impliceren dat de kinderen mogelijk wel hulp zouden ontvangen. De organisatie lijkt hier te aniticiperen op een mogelijk punt van kritiek. Na het zorgvuldig doorlezen van de website blijkt er inderdaad een andere factor mee te doen: het fonds Ongesponsorde kinderen. Hierover leest de websitebezoeker het volgende op de pagina

https://www.compassion.nl/doe-mee/doneer/geef-een-gift/ongesponsorde-kinderen/:

‘Fonds Ongesponsorde kinderen’

‘Zodra een kind opgenomen wordt in een Compassion-project, krijgt het alle hulp die nodig is om uit armoede te komen. Totdat er voor dit kind een sponsor gevonden is, betaalt Compassion deze hulp uit het fonds Ongesponsorde kinderen.’

Hoe groot dit fonds is, en hoeveel hulp aan hoeveel kinderen hieruit betaald wordt, staat er niet bij. In het jaarverslag van Compassion is hier meer informatie over te vinden. In het jaarverslag 2018-2019 staat dat Compassion in dat jaar € 168.018 heeft ontvangen voor dit fonds. Verder staat in dat jaarverslag dat door alle fondswervende landen waar Compassion actief is

2.100.921 kinderen worden geholpen. Het aantal kinderen hiervan dat gesponsord wordt is 1.876.699. Dat is 89.33% van het geheel, wat dus betekent dat 10,67% van de kinderen ongesponsord is en toch geholpen wordt. Het overgrote deel van de hulp wordt dus

40

gefinancieerd door sponsorgelden, maar het fonds Ongesponsorde kinderen is wel een andere factor die nodig is om de hulp aan kinderen te faciliteren.

4. Heeft het feit dat jij een kind helpt ook ongewenste bijwerkingen?

Hier wordt in de tekst niet op ingegaan. Ook de webpagina Veelgestelde vragen gaat

Compassion hier wel op in, door hun donateurs ervan te verzekeren dat de overheadkosten zo laag mogelijk worden gehouden:

‘Hoe besteedt Compassion haar giften?’

‘Giften die aan een specifiek doel worden gegeven, worden ook aan dat doel besteed. Losse, extra giften aan je sponsorkind, de familie en het project worden gebruikt voor het doel waarvoor je het geeft. Compassion Nederland heeft het CBF Keurmerk. Dat houdt o.a. in dat een organisatie maximaal 25% van donaties aan fondsenwerving mag besteden. In 2018 lag dat percentage bij Compassion op 5,6%. In ons jaarverslag lees je alles over onze bestedingen.’

5. Kan een toekomst zonder armoede voor een kind ook op andere manieren bereikt worden?

Hier wordt in de tekst niet op ingegaan. Deze keuze van de tekstschrijvers zal ik bespreken bij het strategisch manoeuvreren op het gebied van presentatiekeuzes.

Publieksaanpassing

De metingen van het WWAV onder het Nederlands Donateurspanel (2017, 2020), zoals besproken in paragraaf 2.1.2, geven relevante informatie over wat door donateurs als belangrijk wordt gezien bij hun overweging om te doneren. In de meting in 2017 kwamen de onderstaande waarden hoog uit: de zekerheid krijgen dat het geld goed wordt besteed (4,1); overtuigd zijn van de nood of ernst van het probleem (3,9); een goed gevoel krijgen van de

41

donatie (3,8); het goede doel laat zich onafhankelijk toetsen op een effectieve besteding van zijn gelden (3,8); er is een duidelijk en concreet einddoel waar de bijdrage voor wordt gevraagd (3,8) (WWAV rapport, maart 2017). De meting van 2020 liet zien dat donateurs de volgende criteria het belangrijkst vinden bij het doen van een donatie: het bestedingsdoel, lage overheadkosten, de impact van de donatie, een betrouwbaar merk, een ANBI-status of CBF- Erkenning, en transparantie vanuit de organisatie (WWAV rapport, maart 2020).

Compassion speelt hier goed op in in de fondswervende tekst. Het doel en effect van de donatie, respectievelijk een kind en een toekomst zonder armoede voor dat kind, worden duidelijk en transparant naar voren gebracht. De donateur ziet daarmee een duidelijk en concreet einddoel. Bij nader onderzoek op de website blijkt echter wel dat Compassion ook werkt met een Fonds Ongesponsorde Kinderen. Het aantal kinderen dat door dit fonds geholpen wordt afgezet tegen de hoeveelheid kinderen die door sponsors geholpen wordt is echter laag: zo’n 10%. Bovendien is het ook zeer goed te begrijpen dat Compassion op deze manier te werk gaat. Het welzijn van het kind staat bij de organisatie voorop. Ook donateurs zullen het wenselijk vinden dat Compassion een dergelijk reservefonds heeft om ook

ongesponsorde kinderen deel te kunnen laten nemen aan een Compassion-project, zodat kinderen niet totaal afhankelijk zijn van de keuzes van westerse donateurs. Ter illustratie: stel dat westerse donateurs het liefst meisjes sponsoren, dan is het goed dat Compassion ook jongens kan opnemen in het project. Hoe het strategisch manoeuvreren op het gebied van publieksaanpassing verder concreet wordt vormgegeven, zal ik beschrijven bij het aspect presentatiekeuzes.

Presentatiekeuzes

Op kritische vragen 4 en 5 wordt niet ingegaan in de tekst. Deze presentatiekeuze van de tekstschrijver is logisch te verklaren. De tekstschrijver heeft als doel om de discussie

ongemengd te houden en ambieert acceptatie van zijn standpunt door de lezer. Daarom kiest hij ervoor om negatieve bijwerkingen en andere manieren om het gewenste resultaat te bereiken niet te bespreken. De niet-kritische lezer zal door deze strategische manoeuvre het

42

standpunt eerder accepteren dan wanneer de tekstschrijver ook aandacht zou besteden aan de negatieve aspecten.

Presentatiekeuzes in het tonen van beelden zijn opvallend bij Compassion. Op de webpagina https://www.compassion.nl/doe-mee/sponsor-een-kind/ kan de donateur zijn sponsorkind uitkiezen. Compassion toont hier maar liefst 269 foto’s van kinderen in

ontwikkelingslanden, met daarbij naam, geboortedatum en land van herkomst. Die pagina ziet er als volgt uit:

43

De presentatiekeuze om zo’n groot aantal kinderfoto’s te tonen sluit aan bij het strategisch manoeuvreren op het gebied van publieksaanpassing. Compassion wil het einddoel van de donateursbijdrage zo ver mogelijk concretiseren. De doelen van de visuele argumentatie sluiten hiermee aan op de doelen van de tekstuele argumentatie: de donateur activeren om

kindsponsor te worden. Op de webpagina waar donateurs zich kunnen opgeven als kindsponsor staan eerst twee klikbare buttons: ‘Ik laat mijn keuze over aan Compassion’ en ‘Ik wil het langst wachtende kind sponsoren’. Daarnaast biedt Compassion de optie om zelf op basis van foto’s te kiezen. Boven de collectie foto’s staat een keuzemenu waarbij de donateur zelf het land,

geslacht en leeftijd van zijn sponsorkind kan kiezen. Als de donateur geen specifieke voorkeur heeft, kan hij door 269 kinderfoto’s scrollen om het kind naar zijn voorkeur uit te kiezen. Hiermee biedt Compassion de mogelijkheid aan donateurs om het einddoel van hun donatie zelf te specificeren.

Andere organiaties die een kindsponsorprogramma aanbieden doen dit anders. Bij de organisatie SOS Kinderdorpen ziet de nieuwe kindsponsor zijn sponsorkind pas na zijn

aanmelding als kindsponsor. De kindsponsor kan in zijn aanmeldingsformulier aangeven welk continent of geslacht zijn voorkeur heeft, waarbij de eerst voorgestelde optie is: ‘Waar het het hardst nodig is’. De website van de organisatie World Vision genereert zelf een foto van 1 kind, als de donateur op de button ‘Ja, ik wil direct sponsoren’ klikt. Daaronder kan de donateur direct zijn gegevens invullen en zich opgeven als kindsponsor van dat kind.

Zoals besproken in pragraaf 2.2.2 is er veel debat over de ethische kant van het gebruik van kinderfoto’s voor fondswerving. Is het geen vorm van exploitatie? Wordt kindsponsoring niet selectief als het kiezen van een sponsorkind is gebaseerd op voorkeuren van westerse sponsors? Compassion UK verantwoordt haar aanpak door het reageren op een aantal van deze meest voorkomende punten van kritiek in een blog op hun website (Bron:

https://www.compassionuk.org/blogs/is-child-sponsorship-ethical/). Hier lichten ze onder ander toe hoe ze de waardigheid van kinderen waarborgen: “(…) we take great care to ensure our photos maintain a child’s dignity. We avoid using images which display extreme need— what’s often called “the pornography of poverty”. Dit is inderdaad te zien op de foto’s: de kinderen zien er verzorgd uit en het merendeel oogt niet opvallend verdrietig. Hieruit kan

44

geconcludeerd worden dat Compassion inderdaad haar best doet om ethisch verantwoord te handelen en de waardigheid van kinderen te waarborgen: ondanks het feit dat uit onderzoek (Fisher en Ma, 2014) blijkt dat foto’s van verdrietige kinderen de donateur meer aanspreken, kiest Compassion er toch voor om neutrale foto’s te tonen.

De keuze voor het tonen van zo’n grote hoeveelheid foto’s is echter discutabel en ongebruikelijk in vergelijking met andere organisaties. Met deze strategie komt komt

Compassion haar donateurs bij uitstek tegemoet in hun wens om hun einddoel te concretiseren en het streven naar effectiviteit is daarmee succesvol. Het waarborgen van redelijkheid komt hiermee echter in het gedrang. Compassion zou hierin ethisch keuzes kunnen maken die meer verantwoord zijn, waarbij privacy van kinderen beter gewaarborgd wordt en de sponsoring minder afhankelijk is van voorkeuren van westerse donateurs.