Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement (g) een samenvatting van de acties die
de desbetreffende lidstaat zal ondernemen om de administratieve capaciteit van de uitvoering van de Fondsen te versterken.
(g) een samenvatting van de acties die de desbetreffende lidstaat zal ondernemen om de bestuurlijke capaciteit van de uitvoering van de Fondsen en zijn beheers- en controlesysteem te versterken.
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – alinea 1 – letter g bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement (g bis) in voorkomend geval een geïntegreerde benadering om de
demografische uitdagingen van regio's en gebieden het hoofd te bieden en/of te voorzien in hun specifieke behoeften;
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – alinea 1 – letter g ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement (g ter) een communicatie- en zichtbaarheidsstrategie.
Amendement 96
Voorstel voor een verordening Artikel 8 – alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement
De EIB kan op verzoek van de lidstaten deelnemen aan de voorbereiding van de partnerschapsovereenkomst, alsook aan activiteiten in verband met de
voorbereiding van concrete acties, financieringsinstrumenten en PPP's.
Amendement 97
Voorstel voor een verordening Artikel 8 – alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement Met betrekking tot de doelstelling
Europese territoriale samenwerking (Interreg) bevat de
partnerschapsovereenkomst alleen de lijst van geplande programma's.
Met betrekking tot de doelstelling Europese territoriale samenwerking (Interreg) bevat de
partnerschapsovereenkomst alleen de lijst van geplande programma's en de
grensoverschrijdende
investeringsbehoeften in de betrokken lidstaat.
Amendement 98
Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 1. De Commissie beoordeelt de
partnerovereenkomst en haar
overeenstemming met de onderhavige verordening en de fondsspecifieke
voorschriften. Bij haar beoordeling houdt de Commissie met name rekening met de relevante landspecifieke aanbevelingen.
1. De Commissie beoordeelt de partnerovereenkomst en haar
overeenstemming met de onderhavige verordening en de fondsspecifieke
voorschriften. Bij haar beoordeling houdt de Commissie rekening met de bepalingen van de artikelen 4 en 6, de relevante landspecifieke aanbevelingen, evenals de maatregelen in verband met de
geïntegreerde nationale energie- en
klimaatplannen en de manier waarop deze
worden aangepakt.
Amendement 99
Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 2. De Commissie kan binnen drie
maanden na de datum waarop de
partnerschapovereenkomst door de lidstaat is ingediend haar opmerkingen doen toekomen.
2. De Commissie kan binnen twee maanden na de datum waarop de
partnerschapovereenkomst door de lidstaat is ingediend haar opmerkingen doen toekomen.
Amendement 100
Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 3. De lidstaat evalueert de
partnerschapsovereenkomst en houdt rekening met de opmerkingen van de Commissie.
3. De lidstaat evalueert de partnerschapsovereenkomst en houdt rekening met de binnen een maand na de datum van indiening ervan door de Commissie gemaakte opmerkingen.
Amendement 101
Voorstel voor een verordening Artikel 9 – lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 4. Uiterlijk vier maanden na indiening
van de partnerschapsovereenkomst door de desbetreffende lidstaat stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling een besluit vast tot goedkeuring van de partnerschapovereenkomst. De
partnerschapovereenkomst wordt niet gewijzigd.
4. Uiterlijk vier maanden na de eerste indiening van de
partnerschapsovereenkomst door de desbetreffende lidstaat stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling een besluit vast tot goedkeuring van de partnerschapovereenkomst. De
partnerschapovereenkomst wordt niet gewijzigd.
Amendement 428
Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 1. Lidstaten kunnen in de
partnerschapsovereenkomst of in het verzoek tot wijziging van een programma het bedrag van EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds en het EFMZV toewijzen dat aan InvestEU moet worden bijgedragen en door middel van begrotingsgaranties moet worden verstrekt. Het aan InvestEU bij te dragen bedrag mag niet meer bedragen dat 5 % van de totale toewijzing van elk Fonds, behoudens in naar behoren gemotiveerde gevallen. Dergelijke bijdragen zijn geen overdrachten van middelen overeenkomstig artikel 21.
1. Vanaf 1 januari 2023 kunnen lidstaten, met instemming van de betrokken beheersautoriteiten, in het verzoek tot wijziging van een programma een bedrag van maximaal 2 % van het EFRO, het ESF+, het Cohesiefonds en het EFMZV toewijzen dat aan InvestEU moet worden bijgedragen en door middel van begrotingsgaranties moet worden verstrekt.
Verder kan maximaal 3 % van de totale toewijzing van elk Fonds aan InvestEU worden toegewezen in het kader van de tussentijdse evaluatie. Dergelijke bijdragen zijn beschikbaar voor investeringen die stroken met de
doelstellingen van het cohesiebeleid en die bestemd zijn voor dezelfde regiocategorie als de middelen uit de oorspronkelijke Fondsen. Indien een bedrag van het EFRO, het ESF+ of het Cohesiefonds wordt bijgedragen aan InvestEU, zijn de in artikel 11 en in de bijlagen III en IV bij deze verordening beschreven
randvoorwaarden van toepassing.
Toewijzingen zijn alleen mogelijk voor middelen van toekomstige kalenderjaren.
Amendement 103
Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 2. Voor de
partnerschapsovereenkomst kunnen middelen van het huidige en toekomstige kalenderjaar worden toegewezen. Voor een verzoek tot wijziging van een
programma kunnen alleen middelen van toekomstige kalenderjaren worden toegewezen.
Schrappen
Amendement 104
Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 3. Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt
gebruikt voor de voorziening van het deel van de EU-garantie in het compartiment van de lidstaat.
3. Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt gebruikt voor de voorziening van het deel van de EU-garantie in het compartiment van de respectieve lidstaat.
Amendement 105
Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 4 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement Indien vóór 31 december 2021 geen
bijdrageovereenkomst, als vermeld in artikel [9] van de [InvestEU-Verordening]
is gesloten voor een in lid 1 bedoeld bedrag dat is toegewezen in de
partnerschapsovereenkomst, dient de lidstaat een verzoek tot wijziging van een programma of programma's in, teneinde gebruik te maken van het desbetreffende bedrag.
Indien uiterlijk op 31 december 2023 geen bijdrageovereenkomst, als vermeld in artikel [9] van de [InvestEU-Verordening]
is gesloten voor een in lid 1 bedoeld bedrag, dient de lidstaat een verzoek tot wijziging van een programma of
programma's in, teneinde gebruik te maken van het desbetreffende bedrag.
Amendement 106
Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 4 – alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement De bijdrageovereenkomst voor een in lid 1
bedoeld bedrag dat is toegewezen in het verzoek tot wijziging van een programma, wordt gelijktijdig met de goedkeuring van het besluit tot wijziging van het
programma gesloten.
De bijdrageovereenkomst voor een in lid 1 bedoeld bedrag dat is toegewezen in het verzoek tot wijziging van een programma, wordt gelijktijdig met de goedkeuring van het besluit tot wijziging van het
programma gesloten of, naargelang van het geval, gewijzigd.
Amendement 107
Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 5. Indien binnen negen maanden na de
goedkeuring van de bijdrageovereenkomst geen garantieovereenkomst, als
omschreven in artikel [9] van de [InvestEU-Verordening], is gesloten, worden de respectievelijke bedragen die naar het gemeenschappelijk
voorzieningsfonds zijn overgemaakt als voorziening, terug overgedragen naar een programma of programma's en dient de lidstaat een overeenkomstig verzoek tot programmawijziging in.
5. Indien binnen negen maanden na de goedkeuring van de bijdrageovereenkomst geen garantieovereenkomst, als
omschreven in artikel [9] van de [InvestEU-Verordening], is gesloten, worden de respectievelijke bedragen die naar het gemeenschappelijk
voorzieningsfonds zijn overgemaakt als voorziening, terug overgedragen naar het oorspronkelijke programma of de
oorspronkelijke programma's en dient de lidstaat een overeenkomstig verzoek tot programmawijziging in. In dit specifieke geval kunnen de middelen van afgelopen kalenderjaren worden gewijzigd, zolang de vastleggingen nog niet zijn uitgevoerd.
Amendement 108
Voorstel voor een verordening Artikel 10 – lid 7
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 7. De middelen die worden
gegenereerd door of toe te schrijven zijn aan de bedragen die worden bijgedragen aan InvestEU en verstrekt door middel van begrotingsgaranties, worden ter
beschikking gesteld aan de lidstaat en gebruikt voor steun in het kader van
dezelfde doelstelling of doelstellingen in de vorm van financiële instrumenten.
7. De middelen die worden
gegenereerd door of toe te schrijven zijn aan de bedragen die worden bijgedragen aan InvestEU en verstrekt door middel van begrotingsgaranties, worden ter
beschikking gesteld aan de lidstaat en de bij de bijdrage betrokken lokale of
regionale autoriteit en gebruikt voor steun in het kader van dezelfde doelstelling of doelstellingen in de vorm van
financieringsinstrumenten.
Amendement 109
Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 1 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement Voor elke specifieke doelstelling worden in
deze verordening voorafgaande voorwaarden ("randvoorwaarden") vastgesteld voor de daadwerkelijke en
Voor elke specifieke doelstelling worden in deze verordening voorafgaande
voorwaarden ("randvoorwaarden") vastgesteld voor de daadwerkelijke en
doeltreffende tenuitvoerlegging ervan. doeltreffende tenuitvoerlegging ervan. De randvoorwaarden zijn van toepassing voor zover zij bijdragen aan de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen van het programma.
Amendement 110
Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 2. Bij de voorbereiding van een
programma of de invoering van een nieuwe specifieke doelstelling als onderdeel van een programmawijziging, beoordeelt de lidstaat of de randvoorwaarden die samenhangen met de geselecteerde specifieke doelstelling, zijn vervuld. Een randvoorwaarde is vervuld wanneer is voldaan aan alle gerelateerde criteria. De lidstaat identificeert in elk programma of in de programmawijziging de vervulde en niet-vervulde randvoorwaarden en wanneer de lidstaat van oordeel is dat een
randvoorwaarde is vervuld, wordt dit door de lidstaat gemotiveerd.
2. Bij de voorbereiding van een
programma of de invoering van een nieuwe specifieke doelstelling als onderdeel van een programmawijziging, beoordeelt de lidstaat of de randvoorwaarden die samenhangen met de geselecteerde specifieke doelstelling, zijn vervuld. Een randvoorwaarde is vervuld wanneer is voldaan aan alle gerelateerde criteria. De lidstaat identificeert in elk programma of in de programmawijziging de vervulde en niet-vervulde randvoorwaarden en wanneer de lidstaat van oordeel is dat een
randvoorwaarde is vervuld, wordt dit door de lidstaat gemotiveerd. Op verzoek van een lidstaat kan de EIB bijdragen aan de beoordelingen van de acties die nodig zijn om aan de relevante randvoorwaarden te voldoen.
Amendement 111
Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 4 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement Binnen drie maanden na de ontvangst van
de in lid 3 bedoelde informatie voert de Commissie een evaluatie uit en stelt zij de lidstaat ervan in kennis of zij akkoord gaat met de naleving.
Binnen twee maanden na de ontvangst van de in lid 3 bedoelde informatie voert de Commissie een evaluatie uit en stelt zij de lidstaat ervan in kennis of zij akkoord gaat met de naleving.
Amendement 112
Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 4 – alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement Wanneer de Commissie het oneens is met
de beoordeling van de lidstaat, stelt zij de lidstaat hiervan in kennis en stelt zij de lidstaat in de gelegenheid zijn opmerkingen binnen een termijn van één maand kenbaar te maken.
Wanneer de Commissie het oneens is met de beoordeling van de lidstaat, stelt zij de lidstaat hiervan in kennis en stelt zij de lidstaat in de gelegenheid zijn opmerkingen binnen een termijn van maximaal twee maanden kenbaar te maken.
Amendement 113
Voorstel voor een verordening Artikel 11 – lid 5 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement Uitgaven die verband houden met concrete
acties die gekoppeld zijn aan de specifieke doelstelling, kunnen niet worden
opgenomen in de betalingsaanvragen totdat de Commissie de lidstaat ervan in kennis heeft gesteld dat de randvoorwaarde is vervuld overeenkomstig lid 4.
Uitgaven die verband houden met concrete acties die gekoppeld zijn aan de specifieke doelstelling, kunnen worden opgenomen in de betalingsaanvragen vóór de
Commissie de lidstaat ervan in kennis heeft gesteld dat de randvoorwaarde is vervuld overeenkomstig lid 4, onverminderd de schorsing van de vergoeding zelf totdat de voorwaarde is vervuld.
Amendement 115
Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 1 – alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement De lidstaat stelt een prestatiekader op dat
de mogelijkheid biedt tot toezicht op, rapportage over en evaluatie van de prestaties van het programma tijdens de uitvoering ervan en dat bijdraagt tot het meten van algemene prestaties van de Fondsen.
De lidstaat stelt, in voorkomend geval in samenwerking met de lokale en regionale autoriteiten, een prestatiekader op dat de mogelijkheid biedt tot toezicht op, rapportage over en evaluatie van de prestaties van het programma tijdens de uitvoering ervan en dat bijdraagt tot het meten van algemene prestaties van de Fondsen.
Amendement 116
Voorstel voor een verordening Artikel 12 – lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement 2. Mijlpalen en doelstellingen worden
vastgesteld met betrekking tot elke specifieke doelstelling binnen een programma, met uitzondering van technische bijstand en van de in
artikel [4(c)(vii)] van de ESF+ Verordening bedoelde specifieke doelstelling voor de aanpak van materiële deprivatie.
2. Mijlpalen en doelstellingen worden vastgesteld met betrekking tot elke
specifieke doelstelling binnen een programma, met uitzondering van
technische bijstand en van de in artikel [4, lid 1, onder xi),] van de ESF+ Verordening bedoelde specifieke doelstelling voor de aanpak van materiële deprivatie.
Amendement 117
Voorstel voor een verordening