• No results found

Algemene opbouw per discipline

9. Nadere toelichting aanpak in planMER

9.1. Algemene opbouw per discipline

Volgende disciplines worden door een erkend MER-deskundige behandeld:

mobiliteit;

geluid;

lucht;

bodem;

grondwater;

oppervlaktewater;

fauna en flora;

landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie;

mens (socio-organisatorische aspecten).

De coördinator zal erover waken dat ook het aspect “gezondheid” wordt geïntegreerd binnen de discipline mens – socio-organisatorische aspecten.

9.1.2. Indeling per discipline

De bespreking per milieudiscipline verloopt volgens een vaste indeling per discipline, met name:

Afbakening studiegebied Referentiesituatie

Huidige situatie

Geïntegreerd ontwikkelingsscenario

5

Beschrijving en beoordeling milieueffecten Tov huidige situatie

Tov geïntegreerd ontwikkelingsscenario Cumulatieve effecten

Alternatievenafweging Milderende maatregelen Synthese

Leemten in de kennis

5 Geïntegreerd ontwikkelingsscenario: de ontwikkelingen die zich in het plan- en studiegebied zouden voordoen onafhankelijk van de realisatie van het plan.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het plangebied en het studiegebied. Het plangebied is het huidige rallycross-circuit en de zoekzones voor parkeren. Het plan is dus gelijk aan het gebied dat het voorwerp uitmaakt van het PRUP en de afgebakende zoekzones voor parkeren. Het studiegebied is ruimer en omvat het volledige gebied tot waar de milieueffecten van de vooropgestelde ingrepen zich (kunnen) voordoen. Het invloedsgebied of studiegebied is afhankelijk van de beschouwde discipline/effectgroep en wordt voor elke discipline/effectgroep afzonderlijk bepaald. In de hierna volgende bespreking van de methodiek per discipline wordt reeds een indicatie gegeven van de afbakening van het studiegebied.

9.1.4. Beschrijving referentiesituatie

Twee situaties worden als referentiesituatie beschouwd, namelijk de huidige situatie en een toekomstige situatie die zich ongeacht (de impact van) de planologische herbestemming van het rallycross-circuit naar verwachting zal voordoen, het zogenaamde geïntegreerd ontwikkelingsscenario.

Voor de beschrijving van de referentiesituatie worden de elementen samengebracht uit het voorbereidend onderzoek aangevuld met informatie uit andere studies, informatie op bestaand kaartmateriaal en informatie verzameld tijdens een terreinbezoek. De beschrijving spitst zich toe op de elementen die relevant zijn voor de effectbeoordeling op planniveau.

Bij de methodiek per discipline wordt aangegeven welke elementen in de respectievelijke discipline zullen beschreven worden en welke gegevensbronnen hiervoor zullen gehanteerd worden naast degene die reeds vermeld staan onder

‘beschikbare informatie uit bestaande onderzoeken’. Indien dit een toegevoegde waarde heeft, wordt er nog een verder duiding gegeven.

9.1.5. Effectvoorspelling en –beoordeling

Het plan-MER brengt de milieueffecten in kaart van het voorgenomen plan en formuleert mogelijke milderende maatregelen om negatieve effecten te milderen of positieve effecten te versterken. Belangrijk is dat de onderbouwing van de resultaten transparant is. Dit betekent dat de toetsingscriteria duidelijk gedefinieerd zijn en dat de evaluatie van de effecten gebaseerd is op een duidelijk omschreven waardering.

De beoordeling van de milieueffecten gebeurt systematisch (aan elk effect wordt een significantie-oordeel toegekend), onderbouwd (aan de hand van meer specifieke criteria per discipline/effectgroep) en op een uniforme wijze. Volgende terminologie en codering wordt gebruikt in de significantiebepaling:

Zeer significant negatief (---);

Significant negatief (--);

Matig negatief (-);

Verwaarloosbaar of geen effect (0);

Matig positief (+);

Significant positief (++);

Zeer significant positief (+++);

Nadere toelichting aanpak in planMER Dossiernummer: PRUP-2011-0050

Per discipline worden de beoordelingscriteria aangegeven en wordt telkens zo goed mogelijk de significantie gemotiveerd. Deze motivering is waar mogelijk kwantitatief onderbouwd. Voor de meest cruciale disciplines/effectgroepen wordt reeds in deze kennisgeving een voorstel van significantiekader gegeven. Deze kunnen in het kader van het MER indien nodig nog aangepast en verfijnd worden.

Een belangrijk onderdeel van milieueffectrapportage, naast de beoordeling van de milieueffecten van het bestaande rallycircuit, is de alternatievenafweging van de verschillende zoekzones voor parkeren. Voor voorliggend plan betekent dit dat de verschillende zoekzones voor het parkeren worden beoordeeld en onderling vergeleken op vlak van milieueffecten. Op basis van de milieubeoordeling kan de meest geschikte zoekzone (eventueel mits randvoorwaarden) worden bepaald.

Als resultaat van de plan-MER wordt enerzijds aangegeven met welke bijkomende randvoorwaarden en aandachtspunten rekening kan worden gehouden om bestaande knelpunten en milieueffecten tgv het aanwezige rallycross-circuit te milderen en te verbeteren.

Anderzijds zal voor elke zoekzone voor parkeren worden aangegeven in welke mate het gebruik voor parkeren verantwoord is vanuit milieuoogpunt en welke milderende maatregelen aangewezen zijn.

Alle disciplines worden op een evenwichtige manier ten opzichte van elkaar afgewogen. Een overzichtstabel met de significantiebeoordeling van de milieueffecten (in combinatie met de mogelijke milderende maatregelen) per effectgroep wordt hiertoe opgemaakt. De mate waarin de vastgestelde milieueffecten redelijkerwijze kunnen worden gemilderd is een element dat in belangrijke mate mee de afweging van de zoekzone zal bepalen. De mate waarin de vastgestelde milieueffecten binnen een bepaalde discipline aanvaard zijn zou niet meer relevant mogen zijn, gezien door de voorafgegane kwetsbaarheidsanalyse deze milieueffecten reeds worden uitgesloten.

9.1.6. Cumulatieve effecten

In het MER zal niet alleen de impact van de planologische herbestemming van het rallycircuit en de bijkomende parkeerruimte binnen de afgebakende zoekzones worden onderzocht. De cumulatieve effecten ten gevolge van de planologische herbestemming van het rallycross-circuit en het gebruik van de zoekzones als parkeerruimte worden afgetoetst. Dit zijn de cumulatieve effecten ten gevolge van voorliggend plan. De cumulatieve effecten van het rallycircuit met alle zoekzones voor parkeren worden niet afgetoetst, gezien dit geen situatie is die zich in realiteit zal voordoen.

Tevens worden bij de bespreking van het geïntegreerd ontwikkelingsscenario de effecten ten gevolge van de herbestemming van het rallycircuit en de invulling van één van de zoekzones voor parkeren besproken.

Op deze manier wordt nagegaan of bepaalde effecten worden beïnvloed en eventueel versterkt door de realisatie van de geplande ontwikkelingen. Dit kan beschouwd worden als een bespreking van de cumulatieve effecten van het plan in relatie tot de geplande ontwikkelingen in de omgeving.

9.1.7. Alternatievenafweging

De beschikbare alternatieven die aan de milieubeoordeling worden onderworpen

zijn de verschillende zoekzones voor parkeren. De zoekzones worden in het

plan-MER onderzocht op hun haalbaarheid en mogelijke milieueffecten en er worden

Bij de methodiek per discipline wordt alvast aangegeven welke van de bovenstaande afwegingen relevant geacht worden binnen de respectievelijke discipline.

9.1.8. Milderende maatregelen

Het luik ‘milderende maatregelen’ omvat een opgave van alle relevante maatregelen ter voorkoming of ter vermindering van negatieve effecten en ter bevordering van positieve effecten tov gedetecteerde bestaande knelpunten. Deze milderende maatregelen kunnen suggesties zijn voor een aangepaste inrichting van het bestaande rallycross-circuit. Dit luik is van groot belang in het plan-MER aangezien dit elementen zijn die sterk bepalend zijn voor de finale milieu-impact van het plan.

9.1.9. Synthese

In de eindsynthese per discipline worden als besluit van het milieueffectbeoordeling de effecten per effectgroep en per zoekzone in tabelvorm samengevat evenals de significantie van de effecten en de mogelijke impact van milderende maatregelen.

9.1.10. Leemten in de kennis

Per discipline wordt aangegeven welke de leemten in de kennis zijn waarmee de deskundigen worden geconfronteerd. Deze leemten worden ingedeeld volgens:

Leemten met betrekking tot het plan (bijvoorbeeld onduidelijke of onvoldoende gegevens inzake de plankenmerken).

Leemten met betrekking tot de inventaris (bijvoorbeeld ontbrekende informatie inzake omgevingskenmerken).

Leemten met betrekking tot de methode en het inzicht (bijvoorbeeld

onvoldoende kennis in dosis-effectrelaties).

Nadere toelichting aanpak in planMER

Dossiernummer: PRUP-2011-0050