• No results found

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

9. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Omschrijving

De algemene dekkingsmiddelen worden niet als baten in de diverse programma’s opgenomen, conform de toelichting op het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Uit oogpunt van leesbaarheid en transparantie kiezen wij ervoor om toch een soortgelijke indeling te gebruiken als bij de andere programma’s.

Ook bij algemene dekkingsmiddelen is immers sprake van beleidskaders, activiteiten en ontwikkelingen en autoriseert de raad de baten en lasten bij dit overzicht. In dit programma lichten we de inkomsten en uitgaven van de gemeente toe die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen.

Tot dit programma behoren de volgende productgroepen:

 Geldleningen

 Algemene uitkeringen

 Baten Onroerende zaakbelastingen

 Uitvoering Wet WOZ

 Baten overige belastingen

 Lastenheffing en invordering gemeentelijke belastingen

 Algemene baten en lasten

 Saldo rekening voor bestemming

 Mutaties reserves

 Saldo rekening na bestemming Beleidsnota’s en verordeningen

 Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten

 Treasurystatuut (2010)

 Verordening artikel 212 (2011)

Productgroepen

Geldleningen

Hieronder vallen activiteiten die verband houden met de treasuryfunctie, dat wil zeggen met de baten en lasten van uitzettingen en leningen. Daarnaast horen hier ook de baten bij die verband houden met de bespaarde rente door interne financiering via reserves en voorzieningen.

Wat wilden we bereiken?

1. We minimaliseren de in- en externe lasten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities en we optimaliseren de renteresultaten.

Wat hebben we bereikt?

1. Minimaliseren lasten, optimaliseren renteresultaten:

1.1 We wegen steeds op basis van recente renteontwikkeling en het verloop van de financiële posities af of we kort- of langlopende geldleningen moeten aantrekken. Hierbij dienen de wet Fido, het schatkistbankieren en het treasurystatuut als kader.

1.2 In 2017 sloten we twee vaste leningen van een jaar af tegen rentepercentages van-0,30%.

Algemene uitkeringen

Hier wordt de algemene uitkering uit het gemeentefonds geraamd. In de oorspronkelijke begroting 2017 en de meerjarenramingen zijn de consequenties van de mei- en septembercirculaire 2016 verwerkt. Bij de

meicirculaire zijn onder andere de effecten van de voorjaarsnota en bij de septembercirculaire de effecten van de miljoenennota van het Rijk verwerkt.

In 2017 zijn via de collegerapportage de effecten van de decembercirculaire 2016 en de meicirculaire 2017

verwerkt. Bij de decembercirculaire 2016 zijn door het rijk extra middelen beschikbaar gesteld voor

armoedebestrijding onder kinderen en het aardbevings- en toekomstbestendig maken van schoolgebouwen. Via de meicirculaire 2017 stelde het rijk onder meer middelen beschikbaar voor compensatie van de aanloopkosten van de herindeling en voor de kosten in verband met de verhoogde asielinstroom en zijn de integratie uitkeringen voor het sociaal domein geactualiseerd. De overige mutaties van de algemene uitkering bleven in hoofdzaak beperkt tot actualisatie van het accres en de verdeelmaatstaven.

Baten Onroerende zaakbelastingen

Wat wilden we bereiken?

1. We willen de eventuele lastenstijging voor onze inwoners zoveel mogelijk beperken.

2. Wij willen, mede gezien de steeds verdergaande samenwerking, komen tot een harmonisatie van de tarieven voor belastingen en leges met omliggende gemeenten.

Wat hebben we bereikt?

1. We hebben in 2017 de OZB-opbrengst met 0,6 procent geindexeerd.

2. De OZB-tarieven 2018 voor Midden-Groningen zijn in maart 2018 vastgesteld door de gemeenteraad.

Uitvoering Wet WOZ

Op dit product worden de lasten geraamd die worden gemaakt in het kader van de Wet waardering onroerende zaken. Een nadere uitleg over de Wet WOZ staat in de paragraaf Lokale heffingen.

Baten overige belastingen

Op dit product worden de baten geraamd van de toeristen- en forensenbelasting.

Lastenheffing en invordering gemeentelijke belastingen

Op dit product worden de lasten geraamd die worden gemaakt voor het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen.

Algemene baten en lasten

Op dit product worden onder andere baten en lasten geraamd die nog niet aan producten toegerekend kunnen worden. Zo is aan de batenkant bijvoorbeeld de bezuinigingstaakstelling opgenomen voor het sociaal domein.

Bij het opstellen van de begroting 2017 zijn de ramingen voor WMO en Jeugd zoveel mogelijk vanuit de daadwerkelijke verwachtingen opgesteld. Omdat de integratie-uitkering sociaal domein volgens de mei- en septembercirculaire jaar-op-jaar dalen en de nieuwe taken WMO en Jeugd budgettair neutraal dienen te worden geraamd is het verschil tussen de opgenomen ramingen en de volgens de circulaires te ontvangen integratie-uitkering als taakstelling opgenomen waarbij de druk gecorrigeerd is en in overeenstemming is gebracht met de mei en septembercirculaire.

Daarnaast is aan de batenkant onder andere een post opgenomen voor de verwachte onderuit putting van de begroting, waarop de voordelen als gevolg van het niet geheel benutten van budgetten worden geraamd. Aan de lastenkant is voor frictiekosten een bedrag opgenomen om vastgestelde bezuinigingen te kunnen effectueren (het invullen van bepaalde bezuinigingen brengt soms in eerste instantie extra lasten met zich mee). Daarnaast is de post onvoorziene uitgaven geraamd, ter dekking van incidentele (niet voorziene) lasten.

Hieronder volgt een overzicht van de algemene lasten en baten 2017, begroot versus werkelijk:

Productnaam

Begroting 2017 primitief

Begroting 2017 actueel

Rekening 2017 Verschil begr.

actueel en rekening P6768

Algemene baten en lasten

lasten 3.434.735 8.093.997 6.027.953 2.066.044

baten 7.428.456 10.480.113 7.059.409 -3.420.704

saldo 3.993.721 2.386.116 1.031.455 -1.354.661

Een toelichting op de afwijkingen is opgenomen aan het einde van dit programma in de paragraaf ‘Wat heeft het gekost?’.

Post onvoorzien

Als onderdeel van de algemene lasten en baten is een budget geraamd voor onvoorzien. In de primitieve begroting bedraagt deze post € 78.500. In de actuele begroting is dit bijgesteld naar € 159.500. Voor een specificatie van de post onvoorzien verwijzen we naar bijlage 3.

Overhead

Vanaf de begroting 2017 komen op dit product de lasten en baten met betrekking tot de overhead tot uitdrukking.

Als gevolg van de wijzigingen BBV 2016 is er een notitie Overhead gepubliceerd die moet bijdragen aan de interne sturing door de raad en betere vergelijkbaarheid tussen gemeenten mogelijk moet maken. Om de raad op eenvoudige wijze meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven is voorgeschreven dat er een apart overzicht wordt opgenomen van de kosten van overhead. Het hoofduitgangspunt van het BBV is dat kosten zoveel mogelijk direct worden toegerekend aan de betreffende taken/activiteiten. Dit betekent dat alle bedrijfskosten (gebaseerd op de

productieve uren van de medewerkers en doorberekend op basis van een loonkostentarief) die direct verbonden zijn aan activiteiten/taken/producten die gericht zijn op de externe klant, op de betreffende taakvelden

(producten) tot uitdrukking worden gebracht. Alle overige kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces behoren tot de overhead. Dan hebben we het over ondersteunende taken die niet direct dienstbaar zijn aan de externe klant of het externe product en de door hiërarchisch leidinggevenden vervulde sturende taken.

Overhead bestaat in elk geval uit:

1. Leidinggevenden primair proces (hiërarchisch).

2. Financiën, toezicht en controle gericht op de eigen organisatie.

3. P&O / HRM.

4. Inkoop (inclusief aanbesteding en contractmanagement).

5. Interne en externe communicatie met uitzondering van klantcommunicatie (KCC).

6. Juridische zaken.

7. Bestuurszaken en bestuursondersteuning.

8. Informatievoorziening en automatisering (ICT).

9. Facilitaire zaken en Huisvesting.

10. DIV.

11. Managementondersteuning primair proces.

Op basis van voorgaande uitgangspunten volgt hier een overzicht van de overhead 2017, begroot versus

Rekening 2017 Verschil begr.

actueel en rekening Lasten

Overige goederen en diensten 31.500 31.500 45.257 -13.757

Kapitaallasten 3.110 3.110 3.109 1

Directie 259.417 259.417 164.619 94.798

Bedrijfsbureau 1.449.414 1.449.414 865.790 583.624

Concerncontrol 184.815 184.815 206.021 -21.206

Repro 104.100 104.100 69.309 34.791

Facilitair 543.232 493.732 279.147 214.585

Dienstverlening

(waaronder infor- en automatisering)

3.857.606 3.930.874 5.489.464 -1.558.590

Werk en inkomen 2.047.048 2.047.048 3.287.414 -1.240.366

Overige verrekeningen 890.234 965.166 211.998 753.168

Baten 0

Overige verrekeningen -96.829 -96.829 -314.291 217.462

Eindtotaal 9.273.647 9.372.347 10.307.837 -935.490

Een toelichting op de afwijkingen is opgenomen aan het einde van dit programma in de paragraaf ‘Wat heeft het gekost?’.

Vennootschapsbelasting (VPB)

Op basis van de inventarisaties van de activiteiten van de voormalige gemeente Hoogezand-Sappemeer zou mogelijk het grondbedrijf vennootschapsbelastingplichtig zijn. Voor het doen van aangifte

Vennootschapsbelasting maken wij voor de drie voormalige gemeenten over het boekjaar 2016 en 2017 gebruik van de diensten van Caraad Belastingadviseurs.

Eind week 14, 2018 heeft Caraad Belastingadviseurs overleg gehad met het BBO-team van de Belastingdienst dat over de vennootschapsbelastingplicht van overheidsondernemingen gaat. Doel van het overleg was de voortgang en de stand van zaken te bespreken van het grote aantal dossiers dat Caraad onder haar heeft.

Belangrijk onderwerp was ook de aangiftetermijn voor het jaar 2016, welke per 1 mei aanstaande zou verlopen.

Uit het gesprek kwam duidelijk naar voren dat de landelijke discussie maar langzaam vorm krijgt en dat op veel onderdelen nog de nodige vraagpunten bestaan, mede door de bijzondere omstandigheden die vaak spelen bij ondernemingen van gemeenten, provincies en andere overheden. Duidelijk is ook dat de Belastingdienst overheidsondernemingen niet anders kan en mag behandelen dan private ondernemingen, reden waarom ze erg voorzichtig zijn met het innemen van standpunten of het maken van praktische afspraken.

In verband met de nog voortdurende discussie is de Belastingdienst ook bereid om voor de dossiers die Caraad onder zich heeft de termijn voor de aangifte Vpb 2016 (de eerste aangifte vennootschapsbelasting, met de fiscale openingsbalans) te verlengen. De aangiften Vpb 2016 van cliënten van Caraad Belastingadviseurs dienen uiterlijk eind september 2018 te worden ingediend, en waar mogelijk eerder.

Reden voor het nadere uitstel is onder meer het nog steeds niet gepubliceerd zijn van de standpunten van de Belastingdienst over de fiscale verwerking van de grondexploitaties. Bij een grote gemeente heeft een uitgebreid afstemmingstraject plaatsgevonden waarvan de bevindingen via de VNG gepubliceerd zouden worden. De publicatie van deze stukken laat echter al maanden op zich wachten, reden waarom Caraad ook door is gegaan met het opzetten en inrichten van hun jaarwinstmodel. In het overleg werd aangegeven dat de publicatie van deze stukken waarschijnlijk in april 2018 of begin volgende mei 2018 zal plaatsvinden. Caraad is nog wat gereserveerd nu eerdere toezeggingen ook niet zijn gehaald. Voorts hebben eerdere stukken ook weinig concrete handvatten geboden.

Daarnaast zijn er de laatste tijd ook ‘speerpunten’ van de Belastingdienst losgekomen, die het maken dat

Gezien de wederom snel naderende termijn zal Caraad de komende periode voortvarend blijven doorwerken om

tot een goede opzet van de Vpb-aangifte van onze gemeente te komen. In overleg met u zullen wij -waar nodig- nog even wachten met het indienen van de aangifte totdat publicatie over de verwerking van de grondposities is verschenen. Afhankelijk van de mogelijk handvatten in deze notitie zouden we dan nog zaken kunnen bijstellen in de opzet. Dit voorkomt mogelijk het moeten indienen van een verbeterde aangifte.

Naar verwachting zullen de eventuele gevolgen van het (gedeeltelijk) vennootschapsbelastingplichtig worden van de (inmiddels voormalige) gemeente Hoogezand-Sappemeer relatief beperkt zijn.

Saldo rekening voor bestemming

Op dit product wordt het saldo vermeld waarbij nog geen rekening is gehouden met stortinge in en onttrekkingen aan reserves. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) maakt onder scheid tussen resultaten (saldi) voor en na bestemming. Als gevolg hiervan ontstaan twee exploitatiesaldi: een saldi voor en een saldo na

resultaatbepaling.

Saldo 2017 voor bestemming - € 8.151.867 (negatief)

Mutaties reserves op grond van bestaand beleid

Op dit product worden de stortingen en onttrekkingen aan de reserves geraamd. Voor een gedetailleerd overzicht zie de bijlage ‘Overzicht reserves en voorzieningen’. Volgens de voorschriften uit het BBV worden alle

reservemutaties hier apart verantwoord om de raad te kunnen informeren hoe bepaalde reserves worden gevoed (stortingen in de reserve ten laste van de exploitatie) en welke reserves er worden aangesproken (onttrekkingen ten gunste van de exploitatie).

Saldo rekening na bestemming

Op dit product wordt het saldo van de rekening van baten en lasten tot uitdrukking gebracht. In dit saldo is rekening gehouden met onttrekkingen en toevoegingen aan reserves voor zover de raad hierover een besluit heeft genomen. De mutaties in de reserves zijn verantwoord op de betreffende producten.

Saldo 2017 na bestemming - € 5.660.531 (negatief)

Wat wilden we bereiken?

1. We handhaven een structureel gezonde financiële positie van onze gemeente zodanig dat het weerstandsvermogen boven de 100% blijft en de gemeente ook in de jaren na 2017 aan haar

verplichtingen kan blijven voldoen.

Wat hebben we bereikt?

Het weerstandsvermogen per 31-12-2017 is onder de 100% uitgekomen. Het vermogen van de gemeente Hoogezand-Sappemeer

Wat heeft het gekost?

Totaal programma 9 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

l/b/s Begroting 2017 Begr. 2017 na.wijz. Rekening 2017 Verschil

Lasten 12.531.788 20.788.501 17.772.675 3.015.826

Baten 81.622.835 90.394.303 84.895.128 -5.499.175

Saldo 69.091.047 69.605.802 67.122.453 -2.483.349

Toelichting afwijkingen:

Ten opzichte van de begroting na wijziging is het voordelige saldo op dit programma met

€ 2,48 miljoen (n) toegenomen.

Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door:

- Hogere lasten gemeentelijke belastingen N 196

Betreft hoofdzakelijk extra inzet van eigen personeel voor de uitvoering van de wet WOZ en voor het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen. Deze extra inzet was nodig voor diverse conversieslagen in 2017 als gevolg van de herindeling.

- Stelpost nominale ontwikkeling V 510

Op begrotingsbasis is een bedrag voor nominale compensatie als stelpost opgenomen.

Dit bedrag is opgenomen in programma 9. De realisatie hiervan maakt onderdeel uit van de saldi op de overige programma’s.

- Budget herindeling Hoogezand-Sappemeer V 706 Betreft een geraamd budget voor de aanloopkosten van de herindeling in relatie tot de rijksvergoeding. Deze kosten zijn verantwoord bij programma 1 en dienen hierbij te worden betrokken. Zie ook de specificatie in programma 1.

- Stelpost sociaal domein V 296

Betreft een geraamde stelpost voor het sociaal domein. Deze stelpost dient betrokken te worden bij het totale tekort sociaal domein. Zie hiervoor programma’s 7 en 8.

- Saldo van kostenplaasten (overhead) N 779

Op het product saldo kostenplaatsen resteert per saldo een nadelig verschil van circa

€779.000. Dit wordt o.a. veroorzaakt door gewijzigde inzet van beschikbare uren van mederkers (bijvoorbeeld voor de herindeling) en daardoor gewijzigde toerekening van de overhead van afdelingskostenplaatsen.

- Lagere algemene uitkering N 183

Ten opzichte van de begroting na wijziging hebben we circa 183 duizend euro minder algemene uitkering ontvangen dan geraamd. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van het accres bij de septembercirculaire 2017.

- Vergoeding herindelingskosten Menterwolde en Slochteren V 762 Afdracht door Slochteren en Menterwolde ontvangen rijksmiddelen voor de herindeling, minus de gemaakte kosten. Hier staan kosten voor penvoering door de gemeente Hoogezand-Sappemeer tegenover. Deze kosten zijn verantwoord bij programma 1 en dienen hierbij te worden betrokken. Zie ook de specificatie in programma 1.

- Btw Compensatie Fonds (BCF) V 191

Betreft doorgeschoven btw in het kader van het Btw Compensatie Fonds.

- Taakstelling onderuitputting begroting N 1.190

Op begrotingsbasis is taakstellend een bedrag opgenomen, o.a. voor besparingen op personeel. Deze taakstellende post is opgenomen in programma 9. De realisatie hiervan maakt onderdeel uit van de saldi op de overige programma’s.

- Resultaat collegerapportage N 1.302

Bij de collegerapportage 2017 is een negatief resultaat geprognostiseerd van 1,3 miljoen euro. Hiervoor is via begrotingswijziging een onttrekking aan de algemene reserve geraamd van 1,3 miljoen euro. Conform de gebruikelijke systematiek heeft de werkelijke onttrekking niet plaatsgevonden, maar wordt dit betrokken bij het

jaarrekeningresultaat. Dit leidt ten opzichte van de actuele begroting 2017 tot een nadeel van 1,3 miljoen euro (en maakt dus onderdeel uit van het totale

rekeningresultaat 2017).

- Verzelfstandiging schoolbestuur N 1.232

Als gevolg van de lagere kosten bij het onderwijs is er een lagere onttrekking voor het transitiebudget. Hier staat een voordeel op programma 4 tegenover.

- Overige verschillen N 66

Betreft diverse overige verschillen.

PARAGRAFEN