• No results found

Afwijken van de gebruiksregels

In document bestemmingsplan Kernen Egmond (pagina 119-131)

Inhoud van de regels

Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschappelijke waarden

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

5.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1:

a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 5.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd;

b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd.

5.5.2 Afwijken ten behoeve van detailhandel

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - afwijkingsgebied - detailhandel' bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1 ten behoeve van:

a. grootschalige detailhandel;

b. detailhandel bij bedrijven in de vorm van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd of toegepast in het productieproces, met uitzondering van voedings- en genotmiddelen, met dien verstande dat de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

c. het karakter van het bedrijventerrein behouden blijft.

Artikel 6 Cultuur en ontspanning

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. een museum;

b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - galerie':

uitsluitend een galerie;

c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, bergbezinkbassins en water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging of sierwater.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

6.2.1 Gebouwen en overkappingen

a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;

b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte;

c. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 1/3 van het dakvlak bedraagt;

4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 2/3 van het dakvlak bedraagt;

d. de goothoogte van hoofdgebouwen mag aan de achterzijde bij niet-vrijstaande hoofdgebouwen worden overschreven door dakopbouwen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakopbouw, gemeten vanaf de voet van de dakopbouw, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van de dakopbouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;

e. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt binnen het bouwvlak ten hoogste 2 m bedragen en buiten het bouwvlak ten hoogste 1 m;

b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 7 Detailhandel

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. detailhandel, uitgezonderd een supermarkt;

b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, bergbezinkbassins en water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging of sierwater.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.2.1 Gebouwen en overkappingen

a. gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;

b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;

c. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;

4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70%

van het dakvlak bedraagt;

d. de goothoogte van hoofdgebouwen mag aan de achterzijde bij niet-vrijstaande woningen worden overschreven door dakopbouwen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakopbouw, gemeten vanaf de voet van de dakopbouw, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van de dakopbouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;

e. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag binnen het bouwvlak niet meer dan 2 m bedragen en buiten het bouwvlak niet meer dan 1 m bedragen;

b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

7.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

a. een supermarkt is niet toegestaan;

b. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;

c. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;

d. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan.

Artikel 8 Gemengd - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen, al dan niet met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;

b. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;

c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf': tevens een bedrijf uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens een horecabedrijf uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;

e. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens kantoren;

f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, bergbezinkbassins en water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging of sierwater.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

8.2.1 Gebouwen en overkappingen

a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;

b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' is per bouwvlak ten hoogste 1 vrijstaande woning toegestaan;

c. woningen zijn uitsluitend in het hoofdgebouw toegestaan;

d. de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte;

e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - stolp' is vergroting en verandering van de bestaande stolp niet toegestaan;

f. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;

4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70%

van het dakvlak bedraagt;

g. de goothoogte van hoofdgebouwen mag aan de achterzijde bij niet-vrijstaande woningen worden overschreven door dakopbouwen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakopbouw, gemeten vanaf de voet van de dakopbouw, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van de dakopbouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;

h. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.

8.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen

a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden geplaatst;

b. de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen, en overkappingen mag ten hoogste 50 m² bedragen; in afwijking van artikel 2 Wijze van meten, worden ondergrondse gebouwen voor zover niet onder een bovengronds gebouw gelegen tevens meegerekend in de oppervlakte;

c. in afwijking van het bepaalde onder sub b mag de maximale oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bouwpercelen met een oppervlakte:

1. tussen de 500 m² en 600 m² : ten hoogste 55 m² bedragen;

d. de oppervlakte per bijgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen; in afwijking van artikel 2 Wijze van meten, worden ondergrondse gebouwen voor zover niet onder een bovengronds gebouw gelegen tevens meegerekend in de oppervlakte;

e. de diepte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouw en aangebouwde overkapping aan de achtergevel van een hoofdgebouw mag ten hoogste 3 m bedragen gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw;

f. de breedte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouw en aangebouwde overkapping mag ten hoogste 3,5 m bedragen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw;

g. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouw en aangebouwde overkapping mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m;

h. bij vrijstaande hoofdgebouwen mag de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen ten hoogste 3 m en de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedragen;

i. bij niet-vrijstaande hoofdgebouwen mag de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen ten hoogste 3 m bedragen;

j. bijgebouwen mogen niet voorzien worden van dakkapellen, dakopbouwen of gevelopbouwen;

k. bij een platte afdekking mogen de maximale hoogten zoals bepaald in sub g, h en i worden overschreden ten behoeve van lichtkappen met een oppervlakte van ten hoogste 1/3 van de oppervlakte van het dakvlak en tot een hoogte van 1 m.

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag binnen het bouwvlak ten hoogste 2 m bedragen en buiten het bouwvlak ten hoogste 1 m;

b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

8.3 Afwijken van de bouwregels 8.3.1 Kap

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.2 sub i ten behoeve van een kap op aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij niet-vrijstaande woningen, met dien verstande dat:

a. afwijking uitsluitend is toegestaan indien een kap in verband met afstemming op de karakteristiek van de woning, wenselijk is;

b. de goothoogte van de aan- of uitbouw en het bijgebouw niet meer bedragen dan de in lid 8.2.2 sub g en i genoemde bouwhoogte;

c. afwijking niet mag leiden tot onevenredige aantasting van de gebruikswaarde van naburige erven.

8.3.2 Stolp

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1 sub e teneinde de bestaande stolp te vergroten en/of te veranderen mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het beeldbepalende karakter van de bestaande stolp en voorts de overige bepalingen in dit artikel in acht worden genomen.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

8.4.1 Algemene bepalingen

a. onder de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen en de daarbij behorende bebouwing door de bewoner ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:

1. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 50 m²;

2. ten behoeve van de aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt voorzien;

3. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is en gelieerd aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;

b. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;

c. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;

d. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan;

e. het is niet toegestaan om gronden in gebruik te nemen/hebben/of te laten gebruiken voor paardenbakken en mestopslag is niet toegestaan;

f. het is niet toegestaan om gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken voor het stallen van paarden;

g. het is niet toegestaan om bijgebouwen, niet zijnde recreatiewoningen, te gebruiken of te laten gebruiken als slaapgelegenheid;

h. het is niet toegestaan om woningen te gebruiken of te laten gebruiken als recreatiewoning.

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. plantsoenen;

b. groenvoorzieningen;

c. beplantingen;

d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voetbalkooi': tevens een voetbalkooi;

e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - skatebaan': tevens een skatebaan;

f. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': tevens een mast voor alarminstallatie;

g. speelvoorzieningen;

h. parken;

i. voet- en fietspaden;

j. in- en uitritten;

k. bermen en bermsloten;

alsmede voor:

l. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen, bergbezinkbassins en water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging of sierwater.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijn de, worden gebouwd;

b. de bouwhoogte van lantaarnpalen bedraagt ten hoogste 9 m;

c. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 4 m;

d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 10 Horeca

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;

b. ter plaatse van de aanduiding 'horecabedrijven tot en met horecacategorie 2':

horecabedrijven tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;

c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;

d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

10.2.1 Gebouwen en overkappingen

a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;

b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is per bedrijf is ten hoogste 1 bedrijfswoning toegestaan;

c. de inhoud van een bedrijfswoning mag ten hoogste 650 m³, inclusief aan- en uitbouwen, bedragen;

d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' ten hoogste het aangegeven percentage van het aangeduide gedeelte van het bouwvlak; indien geen bebouwings-percentage is aangegeven, geldt een bebouwingsbebouwings-percentage van 100% van het bouwvlak of het gedeelte van het bouwvlak waarvoor geen aanduiding is opgenomen;

e. de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte;

f. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;

4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70%

van het dakvlak bedraagt;

g. de goothoogte van hoofdgebouwen mag aan de achterzijde bij niet-vrijstaande woningen worden overschreven door dakopbouwen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakopbouw, gemeten vanaf de voet van de dakopbouw, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van de dakopbouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;

h. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.

10.2.2 Recreatiewoningen

Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende regels:

a. het aantal recreatiewoningen bedraagt het met de aanduiding 'maximumaantal recreatiewoningen' aangegeven aantal;

b. de maximale goothoogte van een recreatiewoning bedraagt niet meer dan 3 m en de maximale bouwhoogte niet meer dan 6 m;

c. de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen bedraagt ten minste 5 m;

d. de recreatiewoning dient voorzien te worden van een kap;

e. de inhoud van een recreatiewoning bedraagt ten hoogste 280 m³.

10.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning

Voor bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden geplaatst;

b. de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen, en overkappingen mag ten hoogste 50 m² bedragen; in afwijking van artikel 2 Wijze van meten, worden ondergrondse gebouwen voor zover niet onder een bovengronds gebouw gelegen tevens meegerekend in de oppervlakte;

c. in afwijking van het bepaalde onder sub b mag de maximale oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bouwpercelen met een oppervlakte:

1. tussen de 500 m² en 600 m² : ten hoogste 55 m² bedragen;

d. de oppervlakte per bijgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen; in afwijking van artikel 2 Wijze van meten, worden ondergrondse gebouwen voor zover niet onder een bovengronds gebouw gelegen tevens meegerekend in de oppervlakte;

e. de diepte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouw en aangebouwde overkapping aan de achtergevel van een hoofdgebouw mag ten hoogste 3 m bedragen gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw;

f. de breedte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouw en aangebouwde overkapping mag ten hoogste 3,5 m bedragen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw;

g. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, aangebouwd bijgebouw en aangebouwde overkapping mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw + 25 cm tot een maximum van 4 m;

h. bij vrijstaande hoofdgebouwen mag de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen ten hoogste 3 m en de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedragen;

i. bij niet-vrijstaande hoofdgebouwen mag de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen ten hoogste 3 m bedragen;

j. bijgebouwen mogen niet voorzien worden van dakkapellen, dakopbouwen of gevelopbouwen;

k. bij een platte afdekking mogen de maximale hoogten zoals bepaald in sub g, h en i worden overschreden ten behoeve van lichtkappen met een oppervlakte van ten hoogste 1/3 van de oppervlakte van het dakvlak en tot een hoogte van 1 m.

10.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag binnen het bouwvlak ten hoogste 2 m bedragen en buiten het bouwvlak ten hoogste 1 m;

b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

10.3 Specifieke gebruiksregels

a. Met betrekking tot het gebruik geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

b. Het is niet toegestaan om recreatiewoningen te gebruiken of te laten gebruiken voor permanente bewoning.

Artikel 11 Kantoor

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. kantoren;

b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, bergbezinkbassins en water ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, waterberging of sierwater.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

11.2.1 Gebouwen en overkappingen

a. gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;

b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven bouwhoogte;

c. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;

4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70%

van het dakvlak bedraagt;

d. de goothoogte van hoofdgebouwen mag aan de achterzijde bij niet-vrijstaande woningen worden overschreven door dakopbouwen, indien:

1. de afstand tot de dakvoet en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van de dakopbouw, gemeten vanaf de voet van de dakopbouw, ten hoogste 1,5 m bedraagt;

3. de breedte van de dakopbouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;

e. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag binnen het bouwvlak niet meer dan 2 m bedragen en buiten het bouwvlak niet meer dan 1 m bedragen;

b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

11.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt dat bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. openbare dienstverlening, kinderopvang, peuterspeelzalen en verenigingsleven;

b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats;

c. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne': uitsluitend een brandweerkazerne;

c. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne': uitsluitend een brandweerkazerne;

In document bestemmingsplan Kernen Egmond (pagina 119-131)