• No results found

Afhandeling van zaken

In document Pro Facto (pagina 127-131)

4. Het systeem in werking

4.6. Functioneel Parket

4.6.4. Afhandeling van zaken

Wanneer een opsporingseenheid een zaak heeft afgerond dan wordt het proces-verbaal met het strafdossier van de zaak aan het FP overgedragen. Het FP schrijft een zaak in in ‘Compas’, het digitale registratiesysteem van het OM. Het FP regi-streert zoals gemeld uitsluitend indien het strafdossier in de ogen van de zaaksof-ficier in beginsel toereikend is voor vervolging. Met name wanneer wordt nagela-ten bij de aanvang, of gedurende de loop van het onderzoek, afspraken te maken tussen het politieteam en de officier van justitie kan een afgerond onderzoek voor de officier niet hanteerbaar blijken. Als een zaak niet in Compas wordt geregi-streerd, telt het betreffende onderzoek niet mee als een door het team geleverde prestatie. Bij de beoordeling van de vraag of het team aan de jaarlijkse taakstelling heeft voldaan telt zo’n (soms veel menskracht kostend) onderzoek dan niet mee. Dit geeft aanleiding tot frustratie bij zo’n politieteam.

Bij de politieteams bestaat behoefte aan standaardisatie om het verkeer met het FP te vereenvoudigen en de aansturing effectiever te maken. Het FP zou bijvoorbeeld een lijst kunnen verstrekken met die aspecten die leidend moeten zijn voor de

120

reikwijdte van een onderzoek en ook een lijst met vereisten waaraan een strafdos-sier in milieuzaken moet voldoen. Voorts zouden de politiemilieuteams en het FP standaard processen verbaal voor verschillende soorten zaken kunnen overeen komen. Dergelijke sturingsdocumenten worden thans niet gebruikt, met uitzonde-ring van een document met algemene maatstaven waaraan processen-verbaal en procesdossiers moeten voldoen. De leiding van het FP onderkent dat de commu-nicatie tussen het FP en de politie op dit punt verbeterd zou kunnen worden. 4.6.5.2. Vervolging en strafmaat

De tabellen 4.18 t/m 4.21 bevatten gegevens omtrent de afhandeling van zaken die het FP in 2006 en 2007 heeft verwerkt. Wanneer beide jaren met elkaar vergele-ken worden valt op een aantal punten een stijgende lijn te constateren. Het aantal zaken, het aantal transacties en geldboetes, de gemiddelde hoogte van opgelegde geldboetes en het aantal zwaardere zaken (blijkend uit het aantal zittingen voor de meervoudige kamer) zijn in 2007 allemaal hoger dan in 2006. Dit komt overeen met de doelstellingen die het FP nastreeft.

Tabel 4.18: Aantal zaken en verdeling instroom per handhavingseenheid

2006 2007

Aantal zaken percentage Aantal zaken percentage

Amsterdam 3083 21,8% 2906 25,6%

Den Bosch 3682 26,0% 2484 21,9%

Rotterdam 2218 15,7% 1857 16,4%

Zwolle 5163 36,5% 4096 36,1%

Totaal 14146 100% 11343 100%

Bron: Jaarverslag 2007 HE Rotterdam; Jaarrapportage Milieu 2006, cluster BKF, afd. bedrijfsvoering, 9 maart 2007,

Tabel 4.18 geeft het aantal milieuzaken weer dat in 2006 en 2007 is binnengeko-men bij het OM. Het gaat daarbij niet alleen om zaken van een RMT, IMT en BOD die worden afgehandeld door het FP, maar ook (voor een aanzienlijk deel) om lichte zaken bijvoorbeeld afkomstig van provincies en gemeenten die door ar-rondissementen zijn afgedaan. De tabel laat zien dat het aantal zaken gedaald is. Tabel 4.19: Transacties in zaken aangebracht door regiokorpsen

2006 2007 Aantal transacties 4282 3290

Totaalbedrag transacties € 2.777.981,- € 3.120.150,-

Gemiddeld bedrag per transactie € 648,76 € 948,37

Bron: Jaarverslag 2007 HE Rotterdam; Jaarrapportage Milieu 2006, cluster BKF, afd. bedrijfsvoering, 9 maart 2007,

Uit tabel 4.19 blijkt dat het aantal zaken dat getransigeerd is, in 2007 is gedaald ten opzichte van 2006. Verder maakt de tabel inzichtelijk dat het gemiddelde be-drag van een transactie is gestegen. Tabel 4.20 laat zien dat het aantal opgelegde geldboetes stijgt en dat ook het gemiddelde bedrag van een onvoorwaardelijke geldboete in 2007 hoger ligt dan in 2006. Uit tabel 4.21 blijkt dat het aantal

zittin-121

gen bij een meervoudige kamer een stijgende lijn laat zien. Deze cijfers onder-steunen de stelling van het FP dat een opwaartse trend is ingezet. Deze trend bete-kent dat minder getransigeerd wordt, de handhavingseenheden zwaardere zaken ter zitting brengen, en/of dat de rechter zaken zwaarder bestraft. De opbouw van kennis en ervaring bij het FP heeft hier volgens de respondenten van het FP posi-tief aan bij bijgedragen.

Tabel 4.20: Opgelegde geldboetes

2006 2007 Aantal geldboetes 1667 2369 Totaalbedrag geldboetes € 3.009.620,- € 6.265.954,- - Voorwaardelijk € 1.220.488,- € 2.118.480,- - Onvoorwaardelijk € 1.789.132,- € 4.147.474,- Gemiddelde geldboete € 1.805,41 € 2.644,98 - Voorwaardelijk - 197 - - Onvoorwaardelijk € 1.073,26 € 1.751,-

Bron: Jaarverslag 2007 HE Rotterdam; Jaarrapportage Milieu 2006, cluster BKF, afd. bedrijfsvoering, 9 maart 2007

Tabel 4.21: Zittingen meervoudige kamer

2006 2007

Aantal zittingen meervoudige kamer 421 465

Bron: Jaarverslag 2007 HE Rotterdam; Jaarrapportage Milieu 2006, cluster BKF, afd. bedrijfsvoering, 9 maart 2007

Met betrekking tot de hoogte van de geëiste straffen bestaat een verschil in per-ceptie tussen respondenten van de politieteams en respondenten van het FP. Van-uit de politie meent men dat het FP te lage straffen eist, te vaak schikt en te weinig optreedt tegen natuurlijke personen. De respondenten van de politieteams ver-moeden dat dit komt door een te hoge werkdruk bij het FP en door een gebrek aan specifieke kennis van het milieurecht die vereist is om complexe zaken goed te vervolgen. Respondenten van het FP wijzen erop dat de hoogte van de straf recht-streeks samenhangt met de zwaarte van de aangeleverde zaken. Te veel zaken zijn in hun ogen nog ‘bagatellen’, waarvoor de strafmaat nu eenmaal niet hoog is. En wat het grote aantal schikkingen betreft: dat zou vooral te maken hebben met de kwaliteit van de aangeleverde processen-verbaal. Het FP zal een goed uitgere-chercheerd strafdossier bij voorkeur voor de rechter brengen. Niettemin erkent de leiding van het FP dat ook op dit punt de communicatie tussen politie en FP ver-beterd kan worden.

Op één punt is de verbetering al in gang gezet: de terugrapportage. De meeste handhavingseenheden namen in het verleden niet steeds de moeite om de politie-teams op te hoogte te stellen van de wijze waarop de officier van justitie

197. Het is niet mogelijk op basis van de bij de onderzoekers beschikbare gegevens het gemiddelde bedrag van voorwaardelijke boetes per zaak uit te rekenen. Dit omdat in een zaak zowel een onvoorwaardelijke als een voorwaardelijke geldboete kan worden opgelegd.

122

verde zaken verder afhandelde. Slechts één van de handhavingseenheden heeft van meet af steeds verslag gedaan over de verdere afhandeling. Inmiddels wordt steeds vaker automatisch of tijdens overleg tussen het FP en RMT’s en IMT’s in-formatie over de afloop van zaken teruggekoppeld.

123

In document Pro Facto (pagina 127-131)