Proefwerk H3 Chemie VWO4
Toets A (18-19)
• In de Binas mag niet geschreven zijn
• Een (gewone) rekenmachine mag gebruikt worden
• De hulpmiddelen mogen onderling niet worden (uit)geleend
• Laat altijd je beredenering en/of je berekening zien, zonder deze krijg je geen
punten
I De Romeral vulkaan
In Columbia ligt de Romeral vulkaan die voor en na een uitbarsting gassen uitstoot.
Na onderzoek is gebleken dat in deze gassen verschillende koolwaterstoffen zitten.
Onderstaande tabel laat een overzicht zien van deze koolwaterstoffen, waarin ook
isomeren voorkomen.
Naam
vol
ppm
naam
vol
ppm
naam
vol
ppm
methaan
2430
propeen
1,465
cyclobutaan
3,750
ethaan
48,15
but-1-een
1,003
methylcyclopentaan
2,418
propaan
9,276
hexaan
11,83
trichlooretheen 2,792
benzeen
91,57
2,2-dimethylheptaan 5,901
4-ethylhexeen
2,874
1,2-dichloorbenzeen
0,1632
1. Geef de systematische naam van de isomeren met formule C
4H
8uit het
overzicht.
Maximumscore 2
1 punt voor elke correcte systematische naam: but-2-een en cyclobutaan.
2. In de tabel staan ook koolwaterstoffen die zogenoemde aromaten zijn. Teken
de structuurformules van de aromaten uit de tabel.
Maximumscore 2.
1 punt voor elke correcte structuurformule
II Koolwaterstoffen
Bij de verwerking van aardolieproducten worden verschillende koolwaterstoffen
gemaakt. Een manier is het kraken van alkanen waarbij grote alkanen sterk verhit
worden waarna er kleinere moleculen ontstaan.
35
Het antwoord moet de notie hebben dat alleen nonaan reageert en dat daarbij
een alkaan en een alkeen ontstaan:
Nonaan juist en voor de pijl: 1p
Een alkaan en een alkeen na de pijl en juiste CH balans: 1p
4. Geef van onderstaande koolwaterstoffen de systematische naam.
Maximumscore 4.
Per juiste systematische naam: 1p
a. 2,2-difluorpentaan
b. cyclopropaan
c. 1,3,5-tribroomhex-1-yn
d. ethylbenzeen
5. Teken de structuurformules van onderstaande systematische namen.
a. 1-chloor-3-methyloctaan
b. Hex-3-yn
c. 3-ethylhept-2-een
d. 1,3-dimethylbenzeen
Maximumscore 4.
Per juiste structuurformule: 1p
In een lab staan twee reageerbuizen met daarin pent-1-een en pentaan. De buizen zijn
niet gelabeld en de vloeistoffen zijn op het oog niet te onderscheiden van elkaar. Een
leerling wil de reageerbuis met pentaan vinden.
6. Leg uit met welke proef je erachter kunt komen welke stof in welke reageerbuis
zit. Vermeld daarbij duidelijk je waarnemingen en type reacties.
Maximumscore 3.
Door aan beide reageerbuizen broomwater toe te voegen kunnen de
reageerbuizen onderscheiden worden. Bij de buis met pent-1-een zal na
schudden van de buis de (gele) kleur gelijk verdwijnen omdat het broom
reageert met het alkeen. Dit is een additiereactie. Bij pentaan zal de reactie
langer duren en zal de kleur niet gelijk verdwijnen want de reactie duurt langer,
dit is een subsitutiereactie. Dus door te kijken bij weke reageerbuis de kleur als
eerst verdwijnt kunnen de buizen uit elkaar gehaald worden.
Toevoegen van broomwater: 1p
Bij pent-1-een verdwijnt de kleur sneller, het is een additiereactie: 1p
Bij pentaan verdwijnt de kleur overnacht, het is een substitutiereactie: 1p
Koolwaterstoffen kunnen verschillende zijgroepen hebben. Een koolwaterstof met
halogenen als zijgroep kan op verschillende manieren gemaakt worden. Een
voorbeeld hiervan is een reactie tussen fluor en butaan waarbij meerdere
reactieproducten kunnen ontstaan.
7. Geef in molecuulformules de reactievergelijking van de reactie tussen fluor en
butaan waarbij een difluorbutaan ontstaat.
Maximumscore 3
Butaan en F
2voor de pijl: 1p
Difluorbutaan en HF na de pijl: 1p
Juiste coëfficiënten: 1p
8. Teken alle mogelijke isomeren van het reactieproduct bij vraag 7.
Maximumscore 3.
Zes juiste structuurformules: 3p
Vier of vijf juiste structuurformules: 2p
Twee of drie juiste structuurformules: 1p
Eén of geen juiste structuurformules :0p
Carin zegt dat het difluorbutaan ook gemaakt kan worden als je een stof hebt met de
algemene formule C
nH
2nen laat reageren met F
2. Vera zegt dat dit niet altijd zo is.
9. Beargumenteer wie er gelijk heeft en geef hierbij twee argumenten.
Maximumscore 3
Notie dat alkenen een additiereactie kunnen ondergaan en dat dus een
difluorbutaan ontstaat: 1p
Notie dat cycloalkanen substitutie geven en dat daarbij geen difluorbutaan
ontstaat: 1p
Conclusie in overeenstemming met gegeven argumenteren: 1p
Indien uitsluitend onjuiste argumenten: 0p
Indien additie en substitutiereactie consequent in het antwoord zijn omgekeerd,
maar daaruit getrokken conclusie juist: 1p
37
III Het klimaat
Tijdens de uitbarsting van een vulkaan is koolstofdioxide vrij gekomen. Koolstofdioxide
is een van de bekendste broeikasgassen. Het eten van vis heeft een invloed op het
broeikaseffect doordat er CO
2wordt uitgestoten bij het vangen van vis. Per kilo
kibbeling wordt 1,4 kg CO
2uitgestoten en per kilo zalm wordt 1,5 kg CO
2uitgestoten.
Het vervoeren van de kibbeling wordt gedaan in een vrachtauto die rijdt op benzine en
de zalm wordt vervoert door een auto die rijdt op biobrandstof. Het vervoeren van de
kibbeling wordt gedaan in een vrachtauto die rijdt op benzine en de zalm wordt vervoert
door een auto die rijdt op biobrandstof.
10. Leg in eigen woorden uit wat het voordeel is van het eten van zalm. Gebruik in
je antwoord de woorden broeikaseffect en klimaat. Ga hierbij vanuit dat beide
soorten vis in Noorwegen wordt gevangen.
Maximumscore 3
Het antwoord moet de notie bevatten dat ondanks dat zalm wel meer CO
2uitstoot per kilo dan kibbeling, het gunstiger is omdat het vervoer biobrandstof
CO
2neutraal is en benzine niet. Hierdoor zal de kibbeling meer CO
2uitstoten
per kilo met vervoer erbij, wat een grotere bijdrage levert aan het versterkte
broeikaseffect. Dit kan op lange termijn zorgen dat het warmer wordt en het
klimaat verandert.
Biobrandstof is CO
2neutraal en benzine niet: 1p
Kibbeling heeft een grotere bijdrage aan het versterkte broeikaseffect: 1p
Door het versterkte broeikaseffect wordt het warmer en kan het klimaat
veranderen: 1p
11. Geef één argument voor en één tegen het gebruik van biobrandstof.
Maximumscore 2
Voordeel: CO
2neutraal want wat vrijkomt is eerst opgeslagen in planten: 1p
Nadeel: Eten wordt verbrand, waardoor er een voedseltekort kan ontstaan of
de voedselprijzen zullen stijgen: 1p
Na een waarschuwing van voedselvergiftiging vanuit ziekenhuizen is de gevangen
zalm onderzocht. Hieruit kwam naar voren dat er kwik aanwezig is in de zalm. Een
stuk zalm van 87,4 g bevat 36,9 μg kwik.
12. Bereken hoeveel massa-ppb kwik in de zalm aanwezig is.
Maximumscore 2.
Het kwik weegt 36,9*10
-6g, dus het massa-ppb is (36,9*10
-6/ 87,4) *10
9=
422,197. Het massa-ppb = 422 ppb.
Omrekening van het kwik naar g of zalm naar μg gram: 1p
In document
Deij, Vera, Educatief Ontwerpen, Scheikunde
(pagina 34-38)