• No results found

Activiteiten en resultaten op het thema Klimaat

In document Inhoud Bestuursverslag (pagina 50-54)

Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de economie en de maatschappij. Als zogenaamd systeemrisico is klimaatverandering potentieel ontwrichtend voor het financiële stelsel en de reële economie, en daarmee heeft het een grote invloed op onze beleggingen. Tegelijkertijd hebben wij ook een effect op klimaatverandering door de beleggingen die we doen. De risico’s voor onze beleggingen, de toenemende wet- en regelgeving, het belang dat deelnemers hechten aan dit onderwerp en de maatschappelijke druk op aandeelhouders om dit onderwerp serieus te nemen, onderstrepen de urgentie voor de aanpak van klimaatverandering.

In 2021 namen wij een belangrijke volgende stap in het klimaatbeleid. Als eerste grote pensioenfonds verkocht PME alle beleggingen in bedrijven in de fossiele olie- en gaswinning. Deze stap beïnvloedt het verwachte totale rendement van de beleggingen niet. Door het klimaatbeleid van PME waren de beleggingen in olie- en gaswinning al gekrompen. Beleggingen in de energietransitie komen voor deze beleggingen in de plaats. Daar nemen we enkele jaren de tijd voor. Wij willen weloverwogen in goede bedrijven beleggen. Niet alleen in zonnepanelen en wind-molens, maar ook in slimme netwerken, waterstof oplossingen, schone mobiliteit en energieopslag.

Mede als gevolg van deze en eerder genomen maatregelen is onze CO2 reductie-doelstelling, om in 2025 de CO₂-uitstoot van onze aandelenportefeuille te halveren ten opzichte van 2015, inmiddels ruimschoots behaald (zie paragraaf 5.6.2). PME is voornemens om voor eind 2022 nieuwe CO2 reductiedoelstellingen te formuleren voor 2030, voor alle relevante beleggingen.

Bij de beleggingen in nutsbedrijven, de kostbare metalensector, de luchtvaart en de staalsector kiezen wij voor zogenaamde best-in-class aandelen. Dat zijn aandelen in bedrijven die zich binnen hun sector het meest inspannen voor de aanpak van klimaatrisico’s en invulling geven aan de energietransitie.

Voor alle aandelenbeleggingen en beleggingen in bedrijfsobligaties geldt dat we deze waar relevant monitoren op hun blootstelling aan fysieke klimaatrisico’s.

We gebruiken onze invloed als aandeelhouder bij de ondernemingen waarin we aandelen houden. Ten aanzien van klimaatverandering zijn we in dialoog met de bedrijven binnen onze portefeuille die een grote blootstelling naar klimaatrisico’s hebben. We dringen er bij deze bedrijven op aan om inzicht te geven in de

klimaatrisico’s, om doelstellingen te formuleren om CO₂-uitstoot te verminderen en te rapporteren volgens het TCFD-raamwerk.

Ook worden steeds vaker zogenaamde klimaatresoluties geplaatst op de agenda’s van de aandeelhoudersvergadering van beursbedrijven. Klimaatresoluties zijn doorgaans een oproep aan een bedrijf om de CO₂-uitstoot te beperken en de energietransitie te versnellen. We kijken zorgvuldig naar klimaatresoluties, en als de vraag in een klimaatresolutie past binnen ons beleid op klimaatverandering dan ondersteunen we de resolutie.

Bij onze beleggingen in vastgoed en infrastructuur kijken we naar de klimaatimpact van de onderliggende projecten. Externe vastgoedmanagers zijn verplicht om deel te nemen aan de Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB) en stelselmatig mee te werken aan energiecertificering volgens de Europese (BREAAM) en

Amerikaanse (LEED) standaarden.

Naast het beperken van klimaatrisico’s willen we dus ook bijdragen aan het

bevorderen van de energietransitie. We beleggen in schone energie om daarmee de energietransitie te bevorderen en te bespoedigen. Voorbeelden daarvan zijn wind- en zonneparken waarin we beleggen. Dergelijke beleggingen zorgen daarnaast voor extra banen in onze eigen sector.

Naast ondernemingen spreken we ook met maatschappelijke organisaties en belangengroepen. Zo kunnen zij aan ons duidelijk maken wat zij van ons verwachten op het terrein van klimaatverandering en de energietransitie. Ook kunnen wij laten zien wat we al doen en kunnen we de relevantie van klimaatverandering en de energietransitie voor PME benadrukken.

5.6.1 Het Nederlandse klimaatcommitment

In lijn met de afspraken die gemaakt zijn in het commitment van de financiële sector aan het Nederlandse klimaatakkoord zijn wij voornemens om voor alle relevante beleggingen de carbon footprint te rapporteren en carbon reductiedoelstellingen vast te stellen voor 2030 (per uiterlijk 2022). Om te bepalen of een beleggings-categorie relevant is, wordt hoofdzakelijk gekeken naar de volgende factoren:

1. De mogelijkheden die wij hebben om invloed uit te oefenen op de CO₂-uitstoot van deze beleggingen.

2. De mogelijkheden die wij hebben om te meten welke bijdrage de beleggingen leveren aan de energietransitie.

3. De omvang van de beleggingscategorie in onze portefeuille.

Wij zien de volgende beleggingscategorieën als relevant:

Beursgenoteerde aandelen

Bedrijfsobligaties

Vastgoed

Real assets (infrastructuur en bosbouw)

De beleggingscategorie beursgenoteerde aandelen is duidelijk relevant. Wij kunnen op deze beleggingscategorie invloed uitoefenen middels het stembeleid, met engagement, en door bepaalde beleggingen uit te sluiten voor opname. In deze beleggingscategorie zijn relatief veel mogelijkheden om de CO2 impact van

beleggingen te meten, en de beleggingscategorie maakt een substantieel onderdeel uit van de beleggingsportefeuille. Voor beursgenoteerde aandelen meten we al vanaf 2015 de carbon footprint en zijn reductiedoelstellingen geformuleerd.

Voor de beleggingscategorieën bedrijfsobligaties, vastgoed, infrastructuur en bosbouw verwachten wij dat er voldoende informatie beschikbaar is om voor het eind van 2022, op basis van data een beeld te kunnen geven bij de CO2 impact van onze beleggingen en een eerste kwantitatieve doelstelling te formuleren. Daarbij moet worden opgemerkt dat het inzicht in de bijdrage die onze beleggingen leveren aan de CO2 uitstoot nog onvolledig is en de verwachting is dat dit de komende jaren zal verbeteren. Het is waarschijnlijk dat wij onze doelstellingen en actieplannen op basis daarvan zullen aanscherpen.

52/188 De beleggingscategorie private equity is relevant vanuit de eerste invalshoek; wij

kunnen managers die de private equity portefeuilles beheren bijvoorbeeld mede op basis van hun ambities op het thema klimaat selecteren en beoordelen, en hen de opdracht mee te geven om de CO₂-uitstoot mee te nemen in de beleggings-beslissingen. De portefeuille maakt een veel kleiner, maar ook substantieel onderdeel uit van de beleggingsportefeuille van PME. De mogelijkheden om de CO2

impact van deze beleggingen te meten zijn echter nog dermate beperkt, dat het ons vooralsnog niet zinvol lijkt om op basis hiervan een carbon footprint te rapporteren of doelstellingen vast te stellen.

De omvang van alle relevante portefeuilles is € 34,8 miljard en 57% van de waarde van de totale beleggingsportefeuille. De omvang van de aandelenportefeuilles is

€ 20,1 miljard en 58% van de waarde van de relevante beleggingen2. In de onderstaande tabel wordt weergegeven voor welk deel van de beleggingen PME momenteel de CO₂-uitstoot meet en rapporteert:

Beleggingscategorie Omvang in € miljoen

per eind 2020

Aandelen 20.124

Bedrijfsobligaties 12.124

Overige relevante beleggingen 2.597

Totale omvang relevante portefeuilles 34.845

Totale omvang beleggingen 60.977

Relevante portefeuilles in % van totaal 57%

Onderdeel van het commitment is ook dat wij aangeven hoe het fonds de voortgang op de actieplannen monitort en in hoeverre er prikkels zijn opgenomen in het beoordelingsbeleid. Onze uitvoerder MN en de betrokken medewerkers van PME monitoren de voortgang op de actieplannen en rapporteren hierover aan het bestuur van PME. Wij kennen geen prestatiegerelateerde beloningen of bonussen voor onze

2Voor de waarde van de relevante portefeuilles is het cijfer van ultimo 2020 genomen, omdat dit ook de waarde is die wordt gebruikt bij de berekening van de CO₂-voetprint van de aandelenportefeuille. De

bestuurders of werknemers, waarmee PME zich houdt aan de Code Pensioenfondsen, de gedragscode voor de pensioensector.

5.6.2 CO2-voetafdruk PME

Sinds 2015 wordt de CO2-voetafdruk (CO2 uitstoot) van onze aandelenportefeuille al gemeten. Wij hebben de ambitie om de CO2-voetafdruk ook voor andere beleggings-categorieën te meten en te rapporteren. In 2021 is de CO2-voetafdruk van de bedrijfsobligatieportefeuille voor het eerst volledig gemeten. In 2020 was hiertoe al een eerste stap gezet door het uitvoeren van een nulmeting voor de

bedrijfsobligatieportefeuille (zowel investment grade als hoogrentend).

De brondata die gebruikt is voor de berekening van de carbon footprint wordt geleverd door ISS. Deze dataleverancier verkrijgt gegevens uit vier verschillende bronnen, die hierna gerangschikt zijn op basis van kwaliteit (van hoog naar laag):

MVO- of Jaarverslagen: veel bedrijven meten zelf hun uitstoot van broeikasgassen en publiceren deze in hun jaarverslag of MVO-verslagen;

Carbon Disclosure Project: een deel van de bedrijven publiceert hun uitstoot via het Carbon Disclosure Project (CDP), een non-profit organisatie die bedrijven hierbij ondersteunt;

Andere rapportages, bijv. die van NGO’s: bedrijven die zelf geen uitstoot gegevens publiceren worden soms door externe partijen onderzocht die de gegevens vervolgens publiceren;

Modelering: samen met het Zwitserse Federale Instituut voor Technologie (ETH) in Zurich heeft ISS een model ontwikkeld waarmee de uitstoot van bedrijven waarvan gepubliceerde gegevens ontbreken of onbetrouwbaar zijn geschat kunnen worden.

De uitstootcijfers omvatten de scope 1 en 2 carbon footprint. Scope 1 is de directe uitstoot, bijvoorbeeld als gevolg van het gebruik van bedrijfsfaciliteiten en

voertuigen. Scope 2 is de indirecte uitstoot die gepaard gaat met de productie van ingekochte elektriciteit. In lijn met het ‘ownership principle’ van het Greenhouse Gas Protocol wordt een investeerder ‘eigenaar’ van (een deel van) de uitstoot van een waarden sluiten niet helemaal aan. Dit heeft te maken met verschil in timing van de vaststelling van de meting van de CO₂-voetprint en de definitieve waardering van de portefeuilles ultimo 2020.

bedrijf wanneer het eigenaar wordt van aandelen van het bedrijf. De uitstoot is aan ons toegewezen op basis van het deel van het uitstaande aandelenkapitaal van een bedrijf dat wij in bezit hebben. Als wij 0,1% van de aandelen van een bedrijf bezitten, wordt 0,1% van de uitstoot van dit bedrijf aan ons toegewezen. De statistiek die gebruikt wordt om de CO₂-voetafdruk van de aandelenportefeuille uit te drukken is de uitstoot-intensiteit, uitgedrukt als Emission Exposure per € 100 geïnvesteerd vermogen. Deze statistiek laat zien hoeveel kilogram CO₂ een investeerder met elke geïnvesteerde 100 euro financiert. Van belang is dat alle gebruikte gegevens op hetzelfde moment worden gemeten, in dit geval 31 december 2020.

Hierna rapporteren we over de CO2-uitstoot van onze aandelen- en bedrijfsobligatie-portefeuille. In de TCFD-rapportage (bijlage 2 van het jaarverslag) wordt nog meer gedetailleerd ingegaan op de methodologie voor het meten van de CO2-voetafdruk.

Aandelen

In 2019 hebben wij de eerder gestelde carbonreductiedoelstellingen voor de aandelenportefeuille aangescherpt. Wij stelden ons als doel om de CO2-uitstoot op basis van marktkapitalisatie per 2025 met 50% te reduceren ten opzichte van 2015.

Eind 2020 werd deze doelstelling al behaald toen de reductie ten opzichte van 2015 53,3% bedroeg. Over 2021 is de carbon footprint verder verlaagd. Dit resulteert in een totale reductie ten opzichte van 2015 van 65,7%.

Onze CO2-voetafdruk laat al jarenlang een sterk dalende trend zien. Dit resultaat is het gevolg van de volgende ontwikkelingen:

een relatief grote waardestijging van de posities

de selectie van aandelen in ontwikkelde en opkomende landen via ons Bewuste Selectie beleid

het sectorenklimaatbeleid

de verkoop van aandelen in ondernemingen na onvoldoende vorderingen in de periode van dialoog.

Overigens is in de berekeningen van de carbon footprint over 2021 nog niet het effect van de uitsluiting van olie- en gaswinning zichtbaar. Dit omdat de

berekeningen 2021 worden gemaakt op basis van de eindstanden en uitstoot van

2020. Wel hebben we een indicatie op basis van de gegevens die nu beschikbaar zijn.

Die berekening wijst op een verdere verlaging van de carbon footprint naar 68,2% als gevolg van de uitsluiting van olie- en gaswinning.

De carbon footprint is voor de aandelenportefeuille sinds 2015 op basis van marktkapitalisatie berekend. Naast de duidelijke absolute vermindering van de CO2 -uitstoot (in tonnen) van 46,2% ten opzichte van 2015, geeft deze berekening ook goed overzicht van hoe de carbon footprint zich voor de aandelenportefeuille sinds 2015 heeft ontwikkeld. Ook vergelijken wij de CO2-voetadruk van de aandelen-portefeuille met die van een brede aandelenindex (‘de benchmark’). Dit jaar werd er 43,1% minder uitgestoten dan de benchmark.

CO2eq reductie aandelenportefeuille 2021 2020 2015

Waarde aandelen (x € 1 miljoen)* 19.779 19.074 12.601

CO2eq-uitstoot (in ton) 1.590.603 2.086.126 2.953.557

CO2eq-uitstoot per € 100 vermogen 8,0 10,9 23,4

Vermindering CO2eq-uitstoot in % t.o.v. vorige meting -26,5% -29,4% - Vermindering CO2eq-uitstoot in % t.o.v. 2015 -65,7% -53,3% - Out/underperformance t.o.v. de benchmark -43,1% -27,9% -3,8%

* waarde aandelen ultimo voorgaand jaar

De intensiteit van de portefeuille kan ook worden berekend op basis van een genor-maliseerd vermogen waarbij de waardeverandering als gevolg van het behaalde beleggingsrendement buiten beschouwing wordt gelaten. Het voordeel van deze berekening is dat de bewegelijkheid van de markt geen invloed heeft op de gemeten CO2-uitstoot van de portefeuille. Het nadeel is dat er geen rekening wordt gehouden met de relatie tussen de economische groei en CO2-uitstoot. Bij economische groei neemt de productie door ondernemingen toe, wat naar verwachting gepaard gaat met hogere CO2-uitstoot.

De genormaliseerde carbon footprint van de aandelenportefeuille is met 35,9%

gedaald ten opzichte van 2015.

54/188

CO2eq reductie aandelenportefeuille 2021 2020 2015

Genormaliseerde CO2eq-uitstoot per € 100 vermogen 15,0 17,8 23,4 Vermindering genormaliseerde CO2eq -uitstoot in %

t.o.v. vorige meting -15,7% -13,6% -

Vermindering genormaliseerde CO2eq -uitstoot in %

t.o.v. 2015 -35,9% -23,9% -

Omdat voor het berekenen van de carbon footprint van een obligatieportefeuille het gebruik van marktkapitalisatie zich niet leent, is in 2021 de reductie van de carbon footprint ook nog op basis van een derde methodiek uitgevoerd, namelijk op basis van enterprise value inclusief cash (EVIC). Het gebruik van deze methode wordt sinds kort geadviseerd door zowel PCAF als de EU TEG. De berekening van de carbon footprint van de aandelenportefeuille op basis van de EVIC is lager dan de footprint op basis van marktkapitalisatie. Dit komt omdat de aandelenbelegger zichzelf een kleiner deel van de uitstoot van een bedrijf hoeft toe te eigenen, omdat de uitstoot wordt verdeeld onder aandeelhouders en schuldhouders. De CO2-voetafdruk van de aandelenportefeuille bedraagt dan 5,3 uitstoot (kgCO2eq) per € 100 vermogen.

Bedrijfsobligaties

Dit jaar is de CO2-uitstoot van de bedrijfsobligatieportefeuilles gemeten. In 2020 werd reeds een nulmeting uitgevoerd. Voor een deel van de bedrijven is geen data bekend en deze worden niet meegenomen in de meting. De stijging van de CO2-uitstoot in 2021 ten opzichte van 2020 wordt onder meer verklaard doordat er van meer bedrijven data bekend zijn. De CO2-uitstoot van onze bedrijfsobligatieporte-feuille is vergeleken met de gewogen benchmarks die vanaf 2017 worden gebruikt voor deze portefeuilles. In vergelijking tot de benchmark stoten de bedrijfsobligatie-beleggingen van PME in 2021 14,6% minder uit . Alle bedrijfsobligatieportefeuilles worden actief beheerd. De outperformance wordt daarom volledig verklaard door de keuzes die managers maken op het gebied van sector- en bedrijvenselectie.

CO2eq uitstoot bedrijfsobligaties 2021 2020

Waarde (in miljoen €) 11.507 9.641

Emission Exposure (tCO2e) scope 1 en 2 1.449.092 1.115.932 Genormaliseerde CO2eq-uitstoot per € 100 vermogen 12,6 11,6

Out/Underperformance t.o.v. de benchmark -13,1% -11,1%

Nieuwe reductiedoelstellingen

In 2019 scherpten wij de eerder gestelde reductiedoelstellingen voor de

aandelenportefeuille aan en stelden wij als doel om de CO2-uitstoot op basis van marktkapitalisatie per 2025 met 50% te reduceren ten opzichte van 2015. In 2020 werd deze doelstelling al behaald. Dit jaar is de CO2-uitstoot verder verlaagd en hierin is het effect van de uitsluiting van olie- en gaswinning nog niet zichtbaar. Eind 2020 hebben wij de carbonreductiedoelstellingen voor de aandelenportefeuille aangevuld met doelstellingen op sectorniveau. Op deze manier wordt meer richting gegeven aan de wijze waarop wij de portefeuille in lijn willen brengen met de doelstellingen van het Parijs Akkoord. In 2022 gaan wij nieuwe klimaatdoelstellingen vaststellen, in lijn met het commitment aan het Klimaatakkoord. Wij streven hierbij naar een net zero doelstelling. De klimaatdoelstellingen worden voor de verschillende onderdelen van de portefeuille gedefinieerd en voorzien van tussentijdse doelstellingen.

In document Inhoud Bestuursverslag (pagina 50-54)