• No results found

4 Dakloosheid, overlast en lokaal beleid

4.2 Achtergrond van dakloosheid

Daklozen uit Midden- en Oost-Europese landen belanden om uiteenlopende redenen op straat, zo maken we op uit de afgenomen interviews en bestudeerde documen-ten. In onderzoeksrapporten, beleidsdocumenten en door professionals uit de zorgsector worden uiteenlopende indelingen gehanteerd als het gaat om oorzaken van dakloosheid van migranten uit deze landen. Vaak gaat het om een indeling in vier of vijf categorieën. Op basis van alle informatie die wij voor dit onderzoek hebben verzameld over de achtergrond van dakloze migranten uit Midden- en Oost-Europa in de vijf grote steden en na raadpleging van andere onderzoeksrapporten over dakloze migranten (o.a. Engbersen et al., 2011a; Garapich, 2011; Snel et al., 2011a), stellen we vast dat sprake is van twee uitersten die tezamen een continuüm vormen. Bij het ene uiterste gaat het om arbeidsmigranten die naar Nederland zijn gekomen om te werken en hier ook hebben gewerkt of dat nog steeds doen, on-danks het dakloze bestaan. Structurele factoren zoals meervoudige afhankelijk- heid en korte flexibele arbeidscontracten liggen ten grondslag aan de situatie van dakloosheid. Aan het andere uiterste gaat het om mensen die het eigen land zijn ontvlucht vanwege alimentatieschulden, criminele antecedenten, verslavings-problemen of een combinatie van deze zaken. Deze laatste groep heeft nooit in Nederland gewerkt en ernstige individuele problemen liggen ten grondslag aan de dakloosheid. Hoewel bij deze laatste groep feitelijk niet gesproken kan worden van ‘arbeidsmigranten’, betrekken we deze groep wel bij deze bespreking omdat het in de beleidspraktijk van overlastbestrijding vaak niet goed mogelijk is om een onder-scheid te maken tussen verschillende groepen overlastveroorzakers: ze overlappen, gaan na verloop van tijd in elkaar over of veranderen van gedaante.

Uiteenlopende groepen dakloze migranten uit Midden- en Oost-Europa kunnen aan de hand van hun achtergrond en beweegredenen om naar Nederland te komen, geplaatst worden op een positie op het continuüm tussen de twee uitersten. Verder-op in deze paragraaf volgen een aantal veelgenoemde groepen, maar eerst gaan we uitvoeriger in op het ene uiterste van het continuüm: arbeidsmigranten die naar Nederland komen om te werken en hun huis kwijtraken wegens verlies van hun inkomsten.

Onzekere arbeidspositie en verlies van inkomen

Zoals al eerder beschreven, wordt door geïnterviewden gewezen op de meervoudige afhankelijkheid van arbeidsmigranten; zowel voor wonen als voor werken leunen ze vaak op de bemiddeling van uitzendbureaus. Werk, huisvesting en vervoer wordt door uitzendbureaus vaak als een ‘package deal’ aangeboden, dat geldt niet alleen voor malafide uitzendbureaus maar evenzeer voor de bonafide bureaus. Het gaat, met andere woorden, vaak om ’georganiseerde arbeidsmigratie’ (Engbersen et al., 2011a). Uiteenlopende sleutelinformanten, uit verschillende grote steden, zeggen dat een deel van de migranten na een aantal maanden door het uitzendbureau minder werk aangeboden krijgen, waardoor het moeilijker wordt de huur nog te betalen. Zo vertelt een Poolse medewerker van een informatiepunt uit een stad, die

dagelijks spreekuur houdt met Poolse migranten, dat een van de problemen van migranten die bij haar komen is, dat ze te weinig uren kunnen maken, waardoor ze de huur niet of nauwelijks meer kunnen betalen. Een gemeentefunctionaris uit een andere stad heeft eveneens die ervaring:

‘Het is vaak zo dat de malafide uitzendbureaus de mensen uit de MOE- landen hier naartoe halen, met de belofte van werk en een prachtige toekomst. Eenmaal hier hebben zij dan werk en dan houdt het ineens op of het wordt sterk onder-betaald, of de huisvesting die eraan verbonden is, is zo duur, of het is aan elkaar gekoppeld zodat het ene wegvalt als het andere ook wegvalt.’

Met ander woorden, als het werk onverwachts stopt of veel minder wordt, kan als gevolg van inkomstenderving de huur niet meer worden betaald en kunnen mensen na verloop van tijd hun huis kwijtraken. Of het uitzendbureau verbreekt na beëin-diging van het werk het huurcontract. Sommige arbeidsmigranten belanden dan op straat en raken dakloos. Als mensen weer (tijdelijk) werk vinden, wordt vaak weer ergens onderdak gevonden.

Een medewerkster van een Poolse hulpverleningsorganisatie die gericht is op dak-loze migranten uit Midden- en Oost-Europa, meent dat veel arbeidsmigranten die op straat zijn beland, arbeidscontracten hadden voor maar twee dagen, terwijl ze het volledige huurbedrag voor de woonruimte moesten betalen. Zij heeft het vermoeden dat uitzendbureaus opzettelijk teveel arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europa naar Nederland halen, om er zeker van te zijn dat er dekking is als mensen uitvallen of als er onverwachts een spoedklus binnenkomt. Dit beleid is niet onwettig, zo stelt zij, maar wel onwenselijk omdat het mensen in nijpende financiële situaties brengt. Gericht onderzoek naar deze personeelspraktijken zou kunnen uitwijzen in hoeverre dat op structurele wijze gebeurt.

Een aantal hulpverleners wijst nog op een andere dimensie van de meervoudige afhankelijkheid, namelijk de volstrekte onwetendheid en het gebrek aan zelfred-zaamheid van (een deel van de) arbeidsmigranten. Voor arbeidsmigranten die met behulp van een uitzendbureau en package deal naar Nederland zijn gekomen, is vanuit het land van herkomst in principe alles geregeld. Ze zijn met een busje naar Nederland gebracht, worden met een busje ook weer opgehaald voor de reis naar het werk en hebben woonruimte die voor hen is geregeld. Als gevolg daarvan weten ze weinig tot niets van Nederland of van de regio of stad waar ze wonen. Als men-sen dan hun huis kwijt raken en op straat terechtkomen, bezitten ze vaak niet de kennis en vaardigheden om naar andere huisvesting of werk op zoek te gaan. Wel komen ze al snel in een circuit terecht waarbij in hun eigen taal informatie wordt uitgewisseld over opvangvoorzieningen en gratis soep, dat maken we althans op uit interviews met hulpverleners en politiefunctionarissen. En als mensen eenmaal in het daklozencircuit zijn beland, komen ze volgens veel geïnterviewden snel in een neerwaartse spiraal. Daarover later meer.

Onrealistische verwachtingen

Tussen de uiterste posities op het continuüm bevinden zich andere groepen. Een groep die door hulpverleners wordt genoemd, betreft mensen die naar Nederland zijn gekomen om te werken, maar in eigen land al kampte met een alcoholver-slaving. Sommige arbeidsmigranten hadden het alcoholprobleem redelijk onder controle toen ze hier kwamen, maar zijn hun baan verloren vanwege een terugval; ze zijn toch weer gaan drinken en kregen dat niet onder controle. Anderen kwamen hier al verslaafd aan, op eigen gelegenheid, en hen is het zoeken naar werk niet of nauwelijks gelukt. Sommigen hebben nu en dan een klus, veelal zwart en vuil werk. Een politiefunctionaris noemt als voorbeeld ‘het verwijderen van asbest’.

Verschillende geïnterviewden stellen dat sommige arbeidsmigranten die dakloos zijn geworden, van te voren een onrealistisch beeld hadden van de mogelijkheden in Nederland. Een Poolse hulpverlener die in meerdere grote steden contact heeft met daklozen uit Midden- en Oost-Europa zegt daarover:

‘De meeste mensen die hier naartoe komen [uit Midden- en Oost-Europa] hebben de intentie om te werken, maar sommigen zijn onvoorbereid, zij hebben te hoge

verwachtingen. Onrealistische verwachtingen.’43

In één gemeente wordt in deze context gesproken over ‘slecht voorbereide

geluks-zoekers’. In de studie van Snel et al. (2011a), waarin vijftien dakloze migranten zijn

geïnterviewd – veertien Polen en een Bulgaar – zegt een deel van de daklozen op straat te zijn beland omdat familie of vrienden eerdere afspraken niet na zijn ge-komen. Werk en huisvesting zouden voor hen geregeld worden, maar dat bleek bij aankomst in Nederland een loze belofte. Van deze groep zou eveneens gezegd kunnen worden dat ze met te hoge verwachtingen naar Nederland is gekomen.

‘Dutch adventure’

Verder wordt door hulpverleners en andere geïnterviewden gewezen op een andere (kleine) groep daklozen uit Midden- en Oost-Europa, namelijk migranten die in eigen land ook al een zwervend bestaan leidden. Of zoals een wijkagent zegt: ‘En

dan heb je nog mensen die in Polen al op straat slapen en deze kant op komen, want hier is het beter dan dat het daar is.’ Deze groep is volgens geïnterviewden

meestal verslaafd, lijdt soms aan psychische stoornissen, zwerft door Europa en komt op de bonnefooi naar Nederland toe. Nederland zou voor hen een aantrekkelijk land zijn omdat de voorzieningen hier over het algemeen beter zijn dan in eigen land en de winters minder koud. Een Poolse hulpverlener vertelt dat deze mensen de komst naar Nederland zien als ‘Dutch adventure: they come to Holland to have

fun, maybe pick up a job’. Overigens bestaat deze groep in sommige grote steden al

langer en ging het voorheen om daklozen uit andere delen van Europa zoals Duits-land, Ierland en Italië.

Afglijden

Vrijwel alle geïnterviewden stellen dat een groot deel van de EU- daklozen heeft gewerkt in Nederland. Functionarissen van gemeente, politie en hulpverlening uiten hun zorgen over het snelle ‘afglijden’ van arbeidsmigranten die net dakloos zijn geworden. Eenmaal in het daklozencircuit terechtgekomen, kan verslavingspro-blematiek ontstaan of kan deze ernstiger worden, wanneer uiteenlopende groepen daklozen elkaar treffen op straat en bij de opvang. Daar komt bij dat mensen zich naarmate ze langer dakloos zijn, gaan aanpassen aan de straatcultuur (vlg. Van Doorn, 2002). Het harde bestaan op straat en het contact met groepen daklozen die al kampen met ernstige verslavingsproblematiek, maakt dat arbeidsmigranten snel in een neerwaartse spiraal terecht kunnen komen. Naast gevolgen voor de gezond-heid is een gevolg dat mensen steeds minder goed bemiddelbaar worden voor een andere baan. Ook wordt de kans op overlastgevend gedrag groter naarmate men langer in het daklozencircuit verkeert. Verschillende geïnterviewden, uit verschil-lende sectoren en verschilverschil-lende steden, wijzen om die reden op het belang van vroegtijdige interventies. Mensen zouden snel naar een andere baan geleid moeten worden of geholpen moeten worden met hun terugkeer naar het land van herkomst.

‘Hoe langer ze hier zijn in die omstandigheden [buiten op straat] hoe minder geld ze hebben en hoe verslaafder ze raken en hoe minder aanspreekbaar’, aldus een

politiefunctionaris. Beleid om mensen op te vangen en te begeleiden staan in de volgende paragrafen centraal.