• No results found

Hoofdstuk 6 Conclusies

6.3 De nieuwe mogelijkheid voor een nader onderzoek

6.3.3 De ACAS

(On)verplicht advies

Als aan de gewezen verdachte een gevangenisstraf van zes jaar of meer is opgelegd, is de procureur-generaal verplicht het advies in te winnen van de ACAS over de wenselijkheid van het verrichten van een nader onderzoek. In het onderzoek zijn geen gevallen aangetroffen waarin het

127 vragen van het advies ten onrechte achterwege is gebleven. Dat niet in elke zaak ACAS-advies verplicht is, wordt in de praktijk, blijkens het onderzoek, als redelijk gezien.

De procureur-generaal kan ook in zaken waarin dit niet verplicht is de ACAS inschakelen om zich te laten voorlichten. Hij maakt daarvan in zo goed als alle zaken gebruik. Hiervoor is geen beleid ontwikkeld. De ACAS wordt steevast om advies gevraagd omdat het verzoek, vanwege de samenstelling van de ACAS, aldus van alle kanten wordt belicht. Dat kan het parket tijd besparen. De adviezen hebben een grote waarde voor de advocaten-generaal. De beslissing op het verzoek komt met de handelswijze in alle gevallen niet alleen bij de procureur-generaal te liggen. In slechts één zaak, te weten de Hilversumse showbizzmoord-zaak, werd door de procureur-generaal geen advies gevraagd. Dat vond zijn grond in het feit dat het verzoek door hem direct is toegewezen. Aldus werd tijd bespaard.

Het valt te appreciëren dat de procureur-generaal in alle gevallen waarin hij niet direct van mening is het verzoek in te kunnen willigen, de ACAS toch om advies vraagt. Hoewel de afdoening van het verzoek daardoor kan worden vertraagd, is het een voordeel dat met een ruime(re) blik naar de wenselijkheid van een nader onderzoek wordt gekeken. Ondanks dat het oordeel van de ACAS veelal is dat er geen reden voor een nader onderzoek bestaat, kan deze wijze van het stelselmatig aanwenden van de wettelijke mogelijkheid naar buiten toe leiden tot meer draagvlak voor de (daaropvolgende) afwijzende beslissing van de procureur-generaal. Uit het bovenstaande volgt dat deze meerwaarde door de meeste benaderde advocaten en de wetenschappers niet altijd herkend of zo beleefd wordt. Zij menen dat de ACAS een te strenge toets aanlegt en te veel een voorschot op de zaak neemt.

Het effect van de wettelijke positie van de ACAS als verplichte – en in de praktijk ook onverplichte – adviseur is vanuit dit perspectief en gelet op de voor de gewezen verdachten tot op heden teleurstellende resultaten, dat de ACAS deels als bliksemafleider fungeert voor de procureur-generaal. Formeel is en blijft de ACAS in alle gevallen immers slechts adviseur van de procureur-generaal.

Wettelijke taak en bevoegdheden; het verschil met de CEAS

De ACAS heeft de (thans wettelijke vastgelegde) taak de procureur-generaal te adviseren over de wenselijkheid van het verrichten van een nader onderzoek naar het bestaan van een novum. In enkele gevallen heeft de ACAS zich ook uitgelaten over de (niet-)ontvankelijkheid van de gewezen verdachte in diens verzoek, omdat door het desbetreffende strafbare feit de rechtsorde volgens haar niet zou zijn geschokt (zie par. 3.2.2). Gelet op artikel 462, tweede lid, Sv lijkt het echter aan de procureur-generaal voorbehouden eerst op dit punt een oordeel te vellen, waarna hij vervolgens de ACAS om (inhoudelijk) advies over de wenselijkheid van het verzochte vraagt.De ACAS komt zo bezien aan de ontvankelijkheidsvraag niet toe.

De ACAS heeft bij het uitvoeren van haar taak enkele onderzoeksbevoegdheden, zoals het inschakelen van een deskundige, maar zij is niet in het leven geroepen om zelf het nader

128 onderzoek te verrichten. De ACAS heeft aangegeven goed uit de voeten te kunnen met de bevoegdheden die zij heeft onder de nieuwe wet.

De ACAS moet wel onderscheiden worden van de CEAS en kan niet als de opvolger daarvan worden gezien. Dit ondanks dat veel leden van de CEAS ook lid zijn (geweest) van de ACAS en ondanks dat door respondenten wel wordt aangegeven dat er feitelijk niet veel veranderd is in de manier waarop de ACAS haar werkzaamheden uitoefent. De CEAS verrichtte het onderzoek zelf en zocht daarbij naar ernstige manco’s in de opsporing, waarna zij rapporteerde aan het College van procureurs-generaal. De ACAS is, zoals gezegd, een adviesorgaan van de procureur- generaal en dient zich enerzijds ‘alleen’ uit te laten over de wenselijkheid van een nader onderzoek naar het bestaan van een novum, waarbij hooguit bescheiden onderzoek door de ACAS zelf wordt uitgezet. Anderzijds betreft het advies wel mogelijk onderzoek naar een novum als herzieningsgrond; in zoverre is het object van het advies directer met de (mogelijke aangewezen) herziening van een strafzaak verbonden dan het object van werken van de CEAS. Dat de op ad hoc basis bestaande CEAS nu een formele status heeft gekregen in de vorm van de ACAS met de taakstelling die de ACAS gekregen heeft, wordt door vertegenwoordigers van alle relevante actoren als een verbetering gezien. Wij kunnen dat alleen maar onderschrijven. De wet voorziet op dit punt uitdrukkelijk in een behoefte, niet alleen aan een wettelijke verankering van de mogelijkheid van onderzoek, maar ook meer naar de aard van de ACAS dan van de CEAS.

Samenstelling en adviezen

Verscheidene respondenten benadrukken het belang van de ACAS als een commissie die uit leden van verschillend ‘pluimage’ bestaat en waarin dus nadrukkelijk ook niet-juristen, zoals een rechtspsycholoog en een forensisch arts, zitting hebben. Het aantal niet-juristen mag volgens enkele respondenten nog wel toenemen. Dat zou mogelijk zijn als een aantal leden in 2020 aftreedt. Het verdient overigens aanbeveling dat leden gefaseerd toe- en uittreden uit de ACAS. Verwacht wordt dat een aldus samengestelde commissie met andere ogen naar verzoeken kijkt en daardoor een meerwaarde heeft binnen het geheel van de herziening als buitengewoon rechtsmiddel van soms noodzakelijke correctie van een eerder onherroepelijk rechterlijk oordeel c.q. van onderzoek of die noodzaak zich voordoet. De procureur-generaal en advocaten-generaal bij het parket benadrukken tevreden te zijn met de rapporten die zij ontvangen van de ACAS. Er wordt in alle gevallen in hoofdzaak overeenkomstig het advies beslist. Bovendien wordt de ACAS, zoals gezegd, ook om advies gevraagd wanneer hiertoe wettelijk niet de verplichting bestaat.

Werkwijze

De geinterviewde leden van de ACAS geven aan ‘breed’ naar de zaak te kijken om te zien of er mogelijkerwijs aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat de zaak inderdaad niet klopt, zoals de gewezen verdachte beweert. Deze respondenten geven aan dat de ACAS niet vanaf het begin voorsorteert op de wettelijke vraag of uiteindelijk sprake kan zijn van een novum en of

129 een nader onderzoek daarnaar wenselijk is. De advocaten en wetenschappers die in dit

onderzoek zijn geinterviewd zien dat, zoals hiervoor gerelateerd, evenwel anders. Zij denken voornamelijk dat de ACAS al op de stoel van de Hoge Raad gaat zitten om te bezien of er een novum is.

Op dit punt komt het beeld naar voren dat de ACAS bij de beoordeling van de zaak met een brede blik kijkt en zoekt naar ‘touwtjes’ om een zaak op een mogelijk novum te laten onderzoeken als daarvoor een reden zou bestaan. Zulks eerst nog los van de wettelijke eis van een novum. Het kan vervolgens in het rapport – naar mening van de advocaten en wetenschappers – niet voldoende tot uiting komen, omdat in het uiteindelijke advies dan (toch) wordt aangesloten bij de wettelijke vereisten om tot een nader onderzoek te adviseren. Gelet op de wettelijke taak van de ACAS bevreemdt die uiteindelijke opstelling niet. De ACAS is immers in het leven geroepen om de procureur-generaal te adviseren over de wenselijkheid van een nader onderzoek naar een grond voor herziening in de vorm van een novum, zodat het uiteindelijke advies bij dat criterium zal aansluiten. Het lijkt meer inhoudelijk ook niet opportuun nader onderzoek te adviseren als de resultaten daarvan zo´n grond niet zouden kunnen opleveren. Voor een nader onderzoek moet bij aanvang al voldoende aanleiding bestaan. Die aanleiding mag niet eerst in de (eventuele) resultaten van een nader onderzoek gevonden worden.