• No results found

8 Internationale vergelijking – Benodigde tijd voor labelopname

8.3 Aantal in te vullen variabelen

Het aantal parameters en variabelen over het gebouw dat ingevuld moet worden, is van invloed op de benodigde tijdsbesteding voor het vaststellen van het label. Voor gemeten energielabels geldt dat de gegevens (onder andere gebruiksgegevens, warmtebron, oppervlakte) in software of in een online platform worden ingevoerd, waarna het label automatisch wordt gegenereerd. Voor de berekende labels loopt het aantal variabelen dat ingevuld moet worden ter vaststelling van het label uiteen tussen de onderzochte lidstaten. In alle landen moeten zaken als oppervlakte, bouwjaar en oriëntatie worden ingevoerd, tezamen met gebouwkenmerken aangaande bijvoorbeeld vloeren, muren, daken, ramen, kozijnen, installaties, isolatie en leidingwerk.

Bij het bepalen van de relatie tussen aantal in te voeren variabelen en de opnametijd, moet worden opgemerkt dat tijdens de interviews de gemiddelde hoeveelheid in te vullen variabelen moeilijk te achterhalen was. Niet alle landen beschikken over lijsten met variabelen die ingevuld moeten worden. Deze variabelen zijn opgenomen in de software, welke alleen toegankelijk is met een abonnement. Daarnaast hangt het aantal in te vullen variabelen ook af van de complexiteit (veel verschillende vormen en type ramen en verschillende warmtesystemen) en het aantal warmtezones dat gemiddeld in woningen aanwezig is: wanneer per warmtezone bijvoorbeeld 100 variabelen ingevuld moeten worden, maakt het veel uit hoeveel warmtezones woningen kennen. Hierover is

41 Deze langere opnametijd wordt gecompenseerd door het feit dat in oude gebouwen vaker gebruik gemaakt wordt van default waarden. Bij nieuwe gebouwen is meer informatie bekend, waardoor meer parameters ingevuld moeten worden (zie paragrafen 8.4 en 8.5)

72 Prijspeiling en internationale vergelijking van het NTA 8800 energielabel

geen informatie gedocumenteerd in de lidstaten. Tot slot hangt het aantal in te vullen variabelen af van de parameters die worden ingevuld: in sommige gevallen leiden parameters tot aanvullende vragen die ook beantwoord moeten worden. In welke mate en wanneer dit optreedt is echter niet inzichtelijk te krijgen voor de verschillende lidstaten, daar dit zeer situatieafhankelijk is.

Om bovenstaande redenen wordt in navolgende een kwalitatieve indicatie gegeven van het aantal in te vullen variabelen in een gemiddelde situatie voor een eengezinswoning. Ondanks boven-staande connotaties, is uit de gesprekken voor de meeste lidstaten wel een algemeen beeld ontstaan over de hoeveelheid variabelen die per eengezinswoning ingevuld moeten worden. Hierbij geldt dat voor de gemeten labels in Duitsland en Estland het minste informatie geleverd moet worden om tot het label te komen. Daarna volgen België (Vlaanderen) en Frankrijk waar het aantal variabelen beperkt is. In Spanje en Hongarije wordt aangegeven dat het aantal variabelen dat ingevuld moet worden enigszins minder is dan in Nederland. Voor de overige landen geldt dat het aantal variabelen vergelijkbaar is met Nederland.

‘Dure landen’: veel in te vullen variabelen

In landen met hoge prijzen, duurt de opname en analyse relatief lang. In de regel geldt dat het aantal variabelen dat moet worden ingevuld hier relatief hoog ligt, veelal met de aanname dat veel variabelen leiden tot een nauwkeuriger en betrouwbaarder label. In Scandinavië, Oostenrijk en Duitsland geven de landen aan dat ongeveer 250 in te vullen variabelen gangbaar is, waarbij het aantal variabelen dat moet worden ingevoerd in sommige lidstaten kan oplopen tot 40042, wat een langere tijdsduur verklaart. Ook voor de woningen die niet ter plaatse worden bezocht in Oostenrijk, moeten alle gebouwkenmerken worden ingevoerd. Dit houdt in dat de eigenaar veel documenten moet verstrekken, welke bestudeerd en ingevoerd moeten worden. Voor de factoren die

overblijven, worden default waarden ingevoerd (paragraaf 8.4).

‘Gemiddelde’ prijsniveaus: een diffuus beeld

In de middencategorie (Nederland, België (Vlaanderen), Ierland, Portugal en Italië) wisselt het aantal in te vullen variabelen. Met name in Portugal moet een zeer uitgebreide Excelsheet worden ingevuld, waardoor de invoer van de data veel tijd in beslag neemt. Een laag uurtarief zorgt er hier voor dat het land in de middencategorie terecht komt qua prijsniveau. Het aantal variabelen in Nederland lijkt ook relatief hoog te liggen, vergelijkbaar met de ‘dure’ landen en hoog ten opzichte België (Vlaanderen) en Frankrijk. Vergeleken met bijvoorbeeld Denemarken en Finland duurt de opname in Nederland echter relatief kort. In Ierland lijkt het aantal variabelen vergelijkbaar te zijn met Nederland en lijkt de korte opnametijd samen te hangen met het veelvuldig gebruik van default waarden (zie paragraaf 8.4).

Ook Italië hanteert relatief veel variabelen, maar relatief lage lonen zorgen voor een gemiddelde prijs.

In België (Vlaanderen) ligt het aantal variabelen relatief laag (tussen 100 en 130) en kent het land met 2,5 uur een relatief korte opnametijd. In België (Vlaanderen) wordt in gesprekken aangegeven dat de keuze om het aantal variabelen te beperken, en daarmee de kosten te drukken, bewust is gemaakt. Hier geldt dat men kritisch heeft gekeken naar welke variabelen én goed meetbaar zijn én een belangrijke factor vormen voor het energiegebruik. Variabelen met een minder grote invloed zijn weggelaten of gesimplificeerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor koudebruggen, waarvan

verondersteld is dat dit te complex is om goed vast te stellen. Voor ventilatie en airconditioning worden in België (Vlaanderen) minder specificaties opgevraagd dan in bijvoorbeeld Nederland.43 Tot slot hoeft niet de lengte van alle leidingen opgemeten te worden, maar volstaat invoer van de

42 In Duitsland worden voor zeer complexe gebouwen 1.000 variabelen genoemd.

43 In Nederland kan gebruik worden gemaakt van default waarden voor dergelijke installaties. In België zijn dergelijke zaken niet opgenomen in de software die de onderzoekers hebben kunnen inzien tijdens het gesprek.

73 Prijspeiling en internationale vergelijking van het NTA 8800 energielabel

langste leiding in de woning. Het is mogelijk dat dergelijke zaken in Nederland ook vereenvoudigd zijn; de boodschap hier is voornamelijk dat een kritische benadering van het aantal benodigde variabelen en beperking van de mate van detail van specificaties bij kan dragen aan de beperking van de opnametijd.

Goedkope landen: kostenefficiency en lage tarieven

Net als in België (Vlaanderen), wordt in Frankrijk aangegeven dat het aantal variabelen bewust beperkt is gehouden (rond 100). Hier wordt het energielabel gezien als een van de middelen om energiebesparing te stimuleren, maar weegt het beperken van de prijs van een label mee in de afweging bij het aantal gebouwkenmerken dat moet worden verstrekt om het label vast te stellen.

Dezelfde overweging lijkt te spelen in Estland bij de keuze voor gemeten energielabels. In

Hongarije is het aantal variabelen enigszins minder dan in Nederland en zorgt een laag uurtarief in combinatie met een maximumprijs voor een relatief lage prijs ten opzichte van andere landen.

Voor Spanje geldt dat de opnametijd relatief kort is. Het aantal variabelen is enigszins minder dan in Nederland (gemiddeld 200). Daarnaast lijkt de kortere opnametijd net als in Ierland samen te hangen met het feit dat veel gebruik kan worden gemaakt van default waarden (zie paragraaf 8.4).

Daarnaast komen bodemprijzen in Spanje volgens de geïnterviewden relatief vaak voor. Ook in Spanje lijkt derhalve op kostenefficiency te worden gestuurd. Wel wordt het systeem voor opname binnen afzienbare tijd herzien. Details zijn op dit moment onbekend.

CEN-standaarden verlengen opnameduur

Veel geïnterviewden waren niet specifiek op de hoogte van de CEN-EPB normen. In de meeste landen is wel een eigen normeringssysteem opgezet dat lijkt afgeleid te zijn van de CEN-EPB, echter is dit niet met zekerheid vast te stellen. Wel is helder dat het volledig toepassen van de CEN-normen het aantal variabelen dat moet worden ingevuld, verhoogt. Om deze reden hebben België (Vlaanderen) en Frankrijk er bewust voor gekozen om een aantal normen over te nemen, maar de normen die veel tijdsbeslag met zich mee zouden brengen, te negeren. In Nederland wordt volledig aan de CEN-normering voldaan.

Nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van het label in relatie tot aantal variabelen

In de gesprekken is de aanname regelmatig naar voren gekomen dat het label nauwkeuriger en betrouwbaarder wordt in termen van energiegebruik per vierkante meter wanneer meer

invoerparameters worden gehanteerd. De systematiek is in landen met veel parameters echter dermate complex dat dit verband op basis van de gesprekken niet kon worden vastgesteld. Niet duidelijk is geworden of een systeem met veel variabelen een betere inschatting geeft van het gebouwgebonden energiegebruik in de praktijk: de methodiek betreft in de lidstaten met berekende labels een modelmatige benadering. Wel is het van belang om op te merken dat uit de gesprekken het beeld ontstaat dat een grotere hoeveelheid variabelen niet per definitie voor een nauwkeuriger label zorgt. Een groot aantal variabelen lijkt de kans op fouten bij de labelopname te vergroten en de resultaten voor het energiegebruik worden moeilijker herleidbaar naar specifieke

gebouwkenmerken. Er is per saldo onvoldoende informatie om vast te stellen of een woning in Frankrijk of Vlaanderen (weinig variabelen) een grotere kans heeft om in een ‘verkeerde’

labelklasse terecht te komen dan in bijvoorbeeld Denemarken of Hongarije (veel variabelen).

Daarnaast is op basis van dit onderzoek niet vast te stellen of bijvoorbeeld een energielabel A in landen met veel variabelen een betere weergave geeft van het werkelijke gebouwgebonden energiegebruik dan landen die weinig variabelen hanteren.

74 Prijspeiling en internationale vergelijking van het NTA 8800 energielabel