• No results found

32 gemeten. Er is besloten om de lengte en het gewicht te gebruiken die de patiënt zelf heeft ingevuld, anders werd er bij de voormeting gebruik gemaakt van een andere weegschaal (van het ziekenhuis) dan bij de nameting (van de patiënt zelf). Bij het controleren van de gegevens is wel gekeken of de lengte en het gewicht die de patiënt zelf had ingevuld, overeenkwam met wat de arts of nurse practitioner heeft gemeten. Bij één patiënt verschilde dit zo erg (er werd een BMI gemeten van 45, terwijl de BMI volgens de patiënt zelf 39,3 was), dat deze niet meegenomen wordt in de effectmeting. Bij de nameting gaf hij namelijk een lengte en gewicht aan die bij een BMI van 42,9 horen. Volgens hem zelf was zijn BMI dus in een maand tijd met meer dan 3 gestegen. Doordat zijn voormeting al zo afweek van wat de arts / nurse practitioner had gemeten, wordt verondersteld dat de nameting ook niet klopt. Om die reden wordt deze weggelaten. Bij de rest van de patiënten verschilde het gemeten BMI erg weinig of was zelfs gelijk aan het zelf ingevulde BMI.

In het schema hieronder zijn van deze gegevens de gemiddelden weergegeven.

Het gemiddelde BMI is zowel bij de voormeting als de nameting te hoog. De BMI van ouderen is namelijk te hoog als deze 27 of hoger is. Wel is er een significante daling te zien in de BMI (Z = -2,533; p = 0,011). Zie bijlage VIII voor de uitgebreidere details.

Het gemiddelde van het bewegingsniveau was 5,3 dagen per week. Dit betekent dat er gemiddeld al voldoende bewogen werd voor de voorlichting. Er wordt namelijk voldoende bewogen bij 5 dagen per week. Wel is er een significante stijging te zien in het bewegingsniveau (Z = -2,508; p = 0,012). Voor de uitgebreidere details zie bijlage VIII.

Ook het motivatieniveau is significant gestegen met een p-waarde van 0,005 (zie bijlage VIII). Het motivatieniveau was voor de voorlichting 3,7 en een maand na de voorlichting 4,78.

Gegeven Gemiddelde voormeting Gemiddelde nameting

BMI 29,077 28,600

Nederlandse Norm

Bewegen

5,3 6,09

33

C

ONSEQUENTIE

-

BETROKKENHEID

Voor de consequentie-betrokkenheid kon iemand maximaal 25 punten scoren, er waren namelijk 5 vragen waar per vraag 5 punten gescoord konden worden. Hoe hoger de score, hoe hoger de consequentie-betrokkenheid. Voor zowel het bewegen als het afvallen is er een lineaire stijging te zien in de consequentie-betrokkenheid.

De gemiddelde consequentie-betrokkenheid voor het voldoende bewegen was bij de voormeting 17,38 en bij de nameting 18,95. De gemiddelde consequentie-betrokkenheid voor het afvallen was bij de voormeting 14,63 en bij de nameting 15,90. Deze stijgingen zijn niet significant (zie bijlage VIII).

V

OORKENNIS EN OVERTUIGINGEN

Omdat de overtuigingen worden bepaald aan de hand van de voorkennis die de patiënt heeft, worden deze twee punten hier tegelijk besproken. In de vragenlijst werd gevraagd naar voordelen en nadelen van bewegen en voordelen en nadelen van afvallen. Vaak werden deze vragen, of één van deze vragen, niet ingevuld. Zie het schema hieronder:

Vraag Aantal personen dat de vraag niet heeft ingevuld

bij de voormeting (van totaal 23 respondenten)

Aantal personen dat de vraag niet heeft ingevuld

bij de nameting (van totaal 23 respondenten) Voordelen bewegen 6 7 Nadelen bewegen 14 11 Voordelen afvallen 9 11 Nadelen afvallen 17 14 17,38 18,95 14,63 15,9 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Voormeting Nameting Consequentie-betrokkenheid bewegen Consequentie-betrokkenheid afvallen

34 “Weet niet goed wat te antwoorden bij deze vraag.”

(citaat uit de vragenlijst)

Citaat

“Ik beweeg voldoende. Doe alle huishoudelijke dingen. Fiets elke dag,

boodschappen doen ± 6 km en dan nog 1 avond in de week ± 25 km. Soms nog in de zomer 1 dagje uit fietsen ± 35 km. Lopen gaat wat

moeilijk.”

(citaat uit de vragenlijst)

“Voor mijn leeftijd ben ik zeer actief, dat is een groot voordeel als ik mijzelf vergelijk met mede leeftijd genotes.”

(citaat uit de vragenlijst)

Er waren vooral veel respondenten die geen nadelen hebben genoemd van afvallen en bewegen. Sommige respondenten gaven expliciet aan dat zij deze vraag niet gingen beantwoorden. Een voorbeeld hiervan is: “Echte nadelen zijn er natuurlijk niet gezien mijn overgewicht”. Sommige respondenten hebben helemaal niets ingevuld.

Het kwam ook voor dat de respondenten echt geen voordelen of nadelen wisten te noemen. Een voorbeeld hiervan is: “Ik zou voor mijzelf zo geen nadelen kunnen noemen.”. Daarnaast vulden de mensen de vragen misschien niet in, omdat ze dachten dat ze al voldoende bewogen en een gezond gewicht hadden. Eén respondent gaf als antwoord bij de voordelen van afvallen: “Ik ben niet te dik.”. Ook begrepen sommige respondenten de vragen niet goed en vulden deze daarom niet in.

Naast het feit dat veel respondenten geen voor- en nadelen hebben gegeven, werden deze vragen ook vaak verkeerd geïnterpreteerd. Een aantal respondenten gaf bij de voordelen en nadelen van bewegen de activiteiten aan die zij deden. Eén respondent gaf

bijvoorbeeld bij de voordelen van bewegen aan “lopen, fietsen, huishouden” en bij de nadelen “traplopen, in- en uitstappen auto”. Deze respondent gaf waarschijnlijk goed uit te voeren activiteiten aan als de voordelen en activiteiten die nog veel moeite kosten als de nadelen.

Ook wilden veel respondenten gewoon even hun verhaal kwijt,

en vulden zo wel wat in, maar gaven geen antwoord op de vraag. Voorbeelden hiervan zijn: “Ik wil wel bewegen, maar kan niet ivm pijn aan knie en heupen.” Of “Er zijn geen nadelen aan afvallen, maar ik hou het niet vol. Mijn eigen schuld.”

Van de ingevulde vragen kunnen de volgende resultaten weergegeven worden: Er zijn vijf voordelen van bewegen die bij de voormeting het vaakst genoemd werden, en dus ook

gezien kunnen worden als de overtuigingen voor het bewegen. Deze vijf voordelen zijn: het is gezond, je krijgt er een betere conditie van, je voelt je fit, het geeft plezier en het geeft ontspanning. Bij de nameting waren er vier voordelen die het vaakst genoemd werden: je voelt je fit, je krijgt een betere conditie, het is gezond en het helpt af te vallen. Drie van deze voordelen komen overeen met de nameting.

35 “Enige nadeel is het Jojo effect en

mijn humeur!! Haha”

(citaat uit de vragenlijst)

“Ik doe niet aan vermageren.” (citaat uit de vragenlijst)

“Zijn er nadelen aan bewegen???”

(citaat uit de vragenlijst)

“Als ik in de spiegel kijk en denk nou dat ziet er nog redelijk uit! Grapje”

(citaat uit de vragenlijst)

Er is één nadeel voor bewegen dat bij de voormeting het vaakst genoemd werd door de respondenten, dat was pijn. Deze werd 6 keer genoemd.

De oorzaak van deze pijn kwam waarschijnlijk door de

operatie. Verder werd ‘jezelf overschatten’ genoemd als nadeel. De rest van de nadelen werd niet meer dan één keer genoemd. Ook bij de nameting was ‘pijn’ het grootste nadeel. Daarna werden ‘ik ben te moe’ en ‘het kost tijd’ drie keer genoemd door de respondenten.

Wat betreft de voordelen van afvallen, werd bij de voormeting ‘je kunt je makkelijker en beter bewegen’ het vaakst genoemd; 11 van de 23 respondenten noemden dit. Daarna werd ‘goed voor de gezondheid’ genoemd als voordeel. Dit werd vier keer genoemd. De rest van de voordelen werd niet meer dan twee keer genoemd. Er is dus ook geen duidelijke overtuiging te noemen, behalve deze twee voordelen. Voor de nameting werd ook het gemakkelijker en beter bewegen het vaakst genoemd. Ook werd ‘je voelt je beter’ en ‘het is goed voor de gewrichten’ genoemd. De rest werd niet vaker dan één keer genoemd.

De vraag over de nadelen van afvallen werd, zoals net ook al genoemd, niet vaak beantwoord. Bij de voormeting gaven slechts zes respondenten antwoord op deze vraag, bij de nameting negen. Van deze zes gaven vier respondenten aan dat het een nadeel was dat je lekkere dingen moet laten staan, je kunt minder snoepen. Daarna werd een slecht

humeur als grootste nadeel genoemd. Ook bij de nameting werd genoemd dat het een nadeel was dat je lekkere dingen moet laten staan.

In het schema op de volgende pagina staan de meest genoemde voordelen en nadelen overzichtelijk weergegeven. De voor- en nadelen die zowel bij de voormeting als bij de nameting genoemd zijn, zijn opgenomen in de tabel. Daarnaast zijn de uitzonderlijke voor- en nadelen die vaak genoemd werden, ook al werden ze niet bij beide metingen genoemd, opgenomen in de tabel.

36

Voordelen / nadelen van bewegen /