• No results found

5 Analyse Rotterdamse publiek- (semi)private investeringsfondsen

5.3 De aanpak van de gemeente Rotterdam

Om antwoord te geven op deelvraag 3: ‘welke aanpak wordt door de gemeente Rotterdam toegepast bij publiek- (semi)private investeringsfondsen om een bijdrage te leveren aan het Rotterdamse publieke belang?’ wordt de Rotterdamse handelwijze geanalyseerd. Respondent 10 (bijlage 2) geeft aan dat de gemeente Rotterdam beseft dat men dingen kan realiseren zonder dat hiervoor subsidies

verstrekt hoeven te worden. Zolang de middelen niet marktverstorend zijn en inspelen op het gebrek aan durfkapitaal en marktfalen. Dit wordt bevestigd door meerdere respondenten.

“Er moet marktfalen zijn want de gemeente Rotterdam geeft goedkoop geld en er bestaat een kans op marktverstoring. De gemeente Rotterdam mag pas ingrijpen met overheidsgeld al er sprake is van een marktverstoring” (Respondent 2, p. 14, bijlage 2).

“Het ingrijpen door overheden bij een gebrek aan durfkapitaal gaat gepaard met een bepaalde mate van risico. Je moet als gemeente de afweging maken wat het oplevert aan publiek belang en of je politieke overeenstemming hebt. Het zou fout zijn als een gemeente in een investeringsfonds participeert zonder een publiek belang te dienen” (Respondent 10, p. 104, bijlage 2).

Respondenten geven aan dat de gemeente Rotterdam vooraf aan de oprichting van een investeringsfonds een kapitaalmarktonderzoek doet. Om te kijken of er sprake is van marktfalen en om te onderzoeken op welke wijze dit verholpen kan worden. Wanneer het noodzakelijk geacht wordt om een investeringsfonds op te richten kan de gemeente Rotterdam afhankelijk van de investeringsstrategie verschillende rollen aannemen. Wanneer je als gemeente initiatief toont moet je wel beschikken over voldoende kennis. Respondenten geven nog een andere reden waarom de gemeente Rotterdam kiest voor het toepassen van publiek-(semi)private investeringsfondsen.

Namelijk het feit dat overheden langdurige samenwerkingen willen aangaan met (lokale) private partijen en deze binden aan een stad of regio. Private partijen en investeerders zoeken de overheid op om afspraken te maken voor de langere termijn en hebben behoefte aan vastigheid. Private partijen geven een voorkeur aan een publiek-(semi)privaat investeringsfonds dat losstaat van de politieke waan van de dag. Dit sluit aan bij de eerdere omschreven handelwijze van de gemeente Rotterdam in paragraaf 3.2. Hier wordt aangegeven dat de gemeente Rotterdam moet opperen als een betrouwbare overheid en moet beschikken over een helder, toegankelijk en professioneel beleid. Daarnaast is het belangrijk dat potentiële investeerders en private partijen weten welke kansen en ontwikkelingen de gemeente Rotterdam te bieden heeft. Dit wordt bevestigd door ondervraagde respondenten. In paragraaf 3.2 wordt aangegeven dat naast investerend vermogen ook organiserend vermogen noodzakelijk is. Vooral voor het binden van partijen voor een langere periode aan de stad Rotterdam. Bij voorkeur voor een langere periode. Respondenten geven aan dat publiek-(semi)private investeringsfondsen een uitstekend middel zijn om de geldstromen van meerdere partijen bij elkaar te brengen. Door middel van het aanbrengen van kaders wordt richting geven aan de gewenste ontwikkelingen. Daarbij is een investeringsfonds een middel met een juridische structuur die aan de basis staat van een samenwerking. Daarnaast geven respondenten aan dat voor private partijen een investeringsfonds aantrekkelijk is vanwege de lange tijdlijn en het wegnemen van risico door de publieke partij. De gemeente Rotterdam vindt investeringsfondsen aantrekkelijk vanwege het grotere bedrag dat geïnvesteerd wordt in de regio dat anders wellicht was uitgebleven. Daarnaast worden risico’s genomen door private partijen die anders wellicht vermeden werden. Respondenten geven tot slot aan dat veel private partijen het beheer van de financiële middelen liever niet overlaten aan de gemeente Rotterdam. Dit heeft te maken met de invloed die de politiek en de gemeenteraad heeft. De gemeente Rotterdam heeft het incentive om maatschappelijke doelen te realiseren en niet om rendement te maken. Andersom is het voor een financiële investering ongewenst dat de politiek zich ermee bemoeid.

“Overheden vinden het lastig om een investeringsfonds te organiseren mede omdat er weinig politieke aandacht voor is. Daarnaast heeft de gemeente weinig kennis over de governance van investeringsfondsen. In Nederland zijn maar weinig overheden die een eigen fonds hebben”

(Respondent 10, p. 104, bijlage 2).

De manier waarop de gemeente Rotterdam in investeringsfondsen participeert is afhankelijk van het maatschappelijk vraagstuk dat gerealiseerd moet worden. Voor innovatie en de economische clusteraanpak geldt: in de vroege fase (Seed Capital en Early-stage Venture Capital) is sprake van een gebrek aan durfkapitaal dit wordt weergegeven in figuur 1 in paragraaf 2.8. Investeringen in deze fasen zijn echter wel cruciaal voor een goede erkende innovatieketen. In deze fase is een initiërende rol van de overheid gepast. Een voorbeeld van een publiek-(semi)privaat investeringsfonds dat aansluit op dit gebrek is Innovation Quarter. In een latere fase (Late-stage Venture Capital) is sprake van een meer privaat initiatief. Investeerders zijn steeds meer bereid om te participeren in investeringsfondsen. Publieke betrokkenheid kan de juiste stimulans geven om een fonds op te richten. Voor deze fase en type investering geldt dat de gemeente Rotterdam open staat voor fondsinitiatieven van marktpartijen en desgevraagd overweegt te participeren. Hoewel niet uitgesloten is dat de gemeente het initiatief zelf ter hand neemt. Een voorbeeld van zulk publiek-(semi)privaat investeringsfonds is ICFII (Gemeente Rotterdam, 2015).

Respondenten bevestigen dat de gemeente Rotterdam verschillende rollen hanteert. “Je ziet dat de gemeente Rotterdam op verschillende plekken anders acteert” (Respondent 12, p. 121, bijlage 2). Zo wordt aangegeven dat bij een investeringsfonds als ICFII bewust is gekozen voor een private koers met corporate mede investeerders. Waarbij de gemeente Rotterdam een minderheidsinvestering heeft in het publiek-(semi)privaat investeringsfonds. Bij een investeringsfonds als Innovation Quarter is juist gekozen voor alleen maar publieke en semipublieke partijen. Dit is een ander type investeringsfonds met andere doelstelling, activiteiten en uiteindelijk investeringen. Voor beide investeringsfondsen zijn andere afwegingen gemaakt bij de oprichting. De investeringsfondsen bevinden zich in een ander segment. “Dat zie je ook bij SOFIE. Dit is een fonds waar een Europese cofinanciering gedaan is. Je ziet dat daar andere criteria gehanteerd worden”

(Respondent 12, p. 121, bijlage 2). Zowel bij de investeringsfondsen van ICFII als SOFIE is gekozen voor een onafhankelijk fondsmanagement en een Advisory Board. Maar in beide speelt de gemeente Rotterdam op een andere manier een rol. Dit komt mede omdat SOFIE locatie gebonden is en dit bij ICFII geen vereiste is. De gemeente Rotterdam maakt voortdurend een analyse van: wat zijn de mogelijkheden, wat zijn de opgaven of knelpunten voor het segment of cluster en in hoeverre wordt ingespeeld op een passend aanbod. Tot slot geven respondenten aan dat deze wijze van aanpak momenteel niet concreet staat vastgelegd in beleidstukken. Daarbij is het de vraag of de gemeenteraad op deze wijze publiek-(semi)private investeringsfondsen wilt inzetten.

Tot slot geeft een merendeel van de respondenten aan dat publiek-(semi)private investeringsfondsen veelal bestuurd worden door een fondsmanager of fondsbeheerder. De gemeente Rotterdam geeft aan dat bij investeringsfondsen met een nauwe interactie tussen private en publieke partijen het wenselijk is om een professionele fondsbeheerder/fondsmanager aan te stellen. Een fondsmanager beschikt over meer kennis van de markt en is in de ontwikkelingsfase van een investeringsfonds een toegevoegde waarde. Respondenten geven aan dat bij de oprichting van een publiek-(semi)privaat investeringsfonds er altijd hordes zijn die genomen moeten worden. Een investeringsfonds opzetten is voor niemand makkelijk en voor iedereen relatief nieuw. Een goede fondsmanager dient ervoor te zorgen dat dit proces soepel verloopt. Wanneer de gemeenteraad toestemming geeft voor de oprichting van het investeringsfonds helpt het als een fonds gemanaged

wordt door een externe onafhankelijke fondsmanager (Respondent 6, bijlage 2). Een professionele fondsmanager zorgt naast het professioneel en marktconform managen van een investeringsfonds.

Ook ervoor dat de politiek bestuurlijke realiteit geen onmiddellijke impact heeft op de investeringsbeslissingen van het investeringsfonds. Op deze wijze is de overheid een stabielere en betrouwbaardere investeringspartner voor private partijen. Om de prestaties van een fondsmanager te prikkelen wordt het salaris van de fondsmanager afhankelijk gemaakt van het succes van het desbetreffende investeringsfonds. Het succes van het investeringsfonds wordt bepaald aan de hand van hoeveelheid succesvol gerealiseerde projecten van de investeringsstrategie (Gemeente Rotterdam, 2015).

“Je moet zorgen dat een investeringsfonds professioneel geleid wordt zodat de politieke context niet van grote invloed is op een investeringsfonds. Als gemeente moet je als een betrouwbare overheid functioneren. Daarom zijn deelnemingen en fondsen op gepaste afstand van de overheid en van de politieke waan van de dag geplaatst. Als je een fonds met 100% gemeentelijk aandeelhouderschap hebt kun je het beter als gemeente zelf doen” (Respondent 1, p. 8, bijlage 2).

“Bij een fonds geef je het mandaat aan iemand die je inhuurt bijvoorbeeld een fondsmanager. Alle macht ligt bij een fondsmanager. Een fondsmanager dien je afhankelijk te maken van het succes van het fonds omdat je op deze wijze ervoor zorgt dat hij of zij zich maximaal inzet om het fonds een succes te laten zijn. Of dit ervoor zorgt dat er meer nadruk op de financieel rendement komt te liggen is een vraag” (Respondent 10, p. 104, bijlage 2).

Eerder in paragraaf 2.8.2 wordt geconstateerd dat een fondsmanager een belangrijke rol vervult bij het bepalen welke investeringen worden gedaan door het investeringsfonds. Daarnaast is het goed functioneren van een fondsmanager cruciaal voor het behalen van de beoogde doelstellingen van een investeringsfonds. Door middel van de investeringsstrategie, die door de aandeelhouders van een fonds wordt opgesteld, wordt een publiek-(semi)private investeringsfonds aangestuurd. Dit gebeurt ook bij het merendeel van de onderzochten investeringsfondsen van de gemeente Rotterdam. Zowel ICFII, Swanbridge Capital en Erasmus MC Biomedical Fund beschikken over een professionele fondsmanager en SOFIE beschikt over een professioneel extern fondsmanagement. Het sturen op deze investeringsfondsen gebeurt aan de hand van de investeringsstrategie. De besluitvorming wordt door de fondsmanager uitgevoerd. De administratieve taken die bij het fondsbeheer horen, zoals het rapporteren over prestaties liggen bij de fondsbeheerder. De fondsmanager wordt inhoudelijk veelal bijgestaan door een investeringscomité die plannen inhoudelijk toetsen en kritische kanttekeningen kunnen plaatsen (Gemeente Rotterdam, 2015). Dit wordt ook beaamd door respondenten.

De aanpak die de gemeente Rotterdam hanteert bij publiek-(semi)private investeringsfondsen is het oprichten van investeringsfondsen bij het constateren van marktfalen. De gemeente Rotterdam opereert hierbij als een betrouwbare overheid met een helder en professioneel beleid. Potentiële investeerders en private partijen worden aan de stad verbonden door het inzichtelijk maken van de potentiele kansen en ontwikkelingen, publiek-(semi)private investeringsfondsen zijn hierbij een gepast financieringsinstrument. Door het toepassen van een investeringsstrategie wordt richting gegeven aan gewenste ontwikkelingen. Waarbij een publiek-(semi)privaat investeringsfonds uitstekend kan dienen als een juridische structuur, het bundelen van geldstromen en private partijen voor een langere periode aan de stad Rotterdam verbinden. Door het vooraf opstellen van de

investeringsstrategie door de betrokken actoren/aandeelhouders wordt ingespeeld op het publiek belang. Deze opgestelde doelstellingen worden beheerd en uitgevoerd door een extern aangestelde professionele fondsmanager of fondsmanagement. Die los van de politieke context moet zorgen dat de investeringsstrategie binnen de vastgestelde looptijd gerealiseerd wordt.