• No results found

Aanknopingspunten voor gemeentelijk beleid

Conclusies, discussie en

8.3 Aanknopingspunten voor gemeentelijk beleid

Preventie richten op risicogroepen

Kennis over risicogroepen geeft gemeenten aanknopings- punten voor het uitvoeren van passende preventie- activiteiten. Het is belangrijk om in te spelen op de

diversiteit in gezondheid en ondersteuningsbehoeften van ouderen en het ondersteuningsaanbod goed te laten aansluiten op de behoeften. Ouderen vanaf 75 jaar, oudere (alleenstaande) vrouwen, ouderen met een lage sociaal- economische status en allochtone ouderen zijn groepen ouderen die kwetsbaar kunnen zijn. Daarnaast is specifieke aandacht voor de mantelzorgers essentieel. De mantelzorger speelt een cruciale rol in de ouderen- gezondheidszorg en deze rol zal in de toekomst alleen maar toenemen. Een vijfde van de oudere mantelzorgers ervaart zelf gezondheidsproblemen en is dus extra kwetsbaar.

Kennis over wie tot een risicogroep behoort, is relevant voor het detecteren van een doelgroep voor preventieve activiteiten. Daarnaast kan de overgang naar het moment waarop iemand tot een risicogroep gaat behoren, benut worden als moment om preventie aan te bieden. Ouderen die alleen komen te staan, gaan bijvoorbeeld vanaf dat moment tot een risicogroep behoren. Hier zou met preventie op ingespeeld kunnen worden. Op dit moment is er nog niet zo veel bekend over welke soort overgangen in de levensfase (ook wel transities genoemd) extra gezondheidsrisico met zich meebrengen, maar voor de toekomst zou deze benadering kansrijk kunnen zijn. Doelgroep ziektepreventie afhankelijk van ziekte waarop preventie zich richt

Het voorkómen van ziekten bij ouderen is een taak van gemeenten. Hoewel ouderen nu als specifieke doelgroep zijn omschreven in de Wet publieke gezondheid, betekent dit niet dat ziektepreventie bij ouderen alleen op de doelgroep ouderen gericht moet zijn. Dit hangt af van de soort ziekte waar de preventie zich op richt. Voor bijvoor- beeld typische ouderdomsziekten als hart- en vaatziekten, diabetes en longkanker geldt dat de ziektepreventie vaak al op jonge leeftijd ingezet wordt vanwege de lange aanloopperiode waarmee dergelijke ziekten zich manifes- teren. Bij sommige andere ziekten, vooral infectieziekten, zijn ouderen wel een specifieke doelgroep voor preventie. Deze ziekten komen in de hele bevolking voor, maar kunnen vooral bij kwetsbare ouderen ernstige gevolgen hebben. Daarnaast zijn er ziekten die vooral bij ouderen voorkomen, maar waarbij ziektepreventie nog vrij weinig kan betekenen. Dit is bijvoorbeeld bij dementie het geval. Interventies ook richten op de oudste ouderen Het is opvallend dat het aanbod aan interventies zich vooral richt op de jongste ouderen, terwijl de oudste ouderen de meeste gezondheidsproblemen ervaren. Enerzijds lijkt dat de juiste keuze, omdat op jonge leeftijd nog veel gezondheidsverlies te voorkomen is, anderzijds zou een aanbod gericht op de oudste ouderen ertoe bij kunnen dragen dat de negatieve gevolgen van gezond- heidsproblemen kunnen worden ingeperkt. Dit betreft dan vooral functioneringsgerichte preventie.

Samenwerking nodig met andere beleidsterreinen Om zelfstandig wonende ouderen te ondersteunen, zijn er tal van maatregelen mogelijk in zowel de (publieke) gezondheidszorg, als ook op andere beleidsterreinen, zoals infrastructuur, wonen en welzijn. Dit vergt een integrale aanpak en samenwerking met beleidsterreinen binnen en buiten het domein van de volksgezondheid. Het ligt voor de hand om de mogelijkheden vanuit de Wmo en de Wpg te combineren. Dit wordt door het ministerie van VWS gestimuleerd en toegelicht in een brief aan gemeenten (VWS, 2009a). Juist bij ouderen, die vaak met verschillende zorgverleners te maken hebben en verschillende soorten problemen hebben, is hier winst te behalen. In het Nationaal Programma Ouderenzorg van ZonMw worden stappen gezet om de zorg voor ouderen met complexe hulpvragen te verbeteren. In dit programma werken partijen uit zorg, welzijn, wetenschap, onderwijs en bestuur samen, zowel op landelijk als op regionaal niveau.

Zorgvoorzieningen bieden aangrijpingspunten voor preventie en begeleiding

Ouderen maken veel gebruik van de huisarts, specialist en apotheek. Dit zijn binnen de zorg belangrijke ingangen die benut kunnen worden om ouderen te begeleiden bij het gezond ouder worden. Onder andere biedt dit mogelijk- heden voor het vroegtijdig opsporen of voorkómen van problemen en voor het geven van voorlichting, advies en begeleiding.

Wensen ouderen landelijk in kaart brengen Ouderen hebben zelf vaak een ander perspectief dan professionals. Zo spreken onderzoekers en professionals over ‘kwetsbaarheid’ terwijl dat begrip bij ouderen zelf niet leeft (Van Campen, 2011). Bij het inschatten van de hulpvraag en wensen voor begeleiding zijn hun eigen ideeën essentieel. Wat vinden ouderen in Nederland zelf belangrijk? Wat zijn hun gezondheidsopvattingen en participatiewensen? Welke zingevingsvragen zijn voor hen van belang? Voor de wensen en de visie van ouderen is bijvoorbeeld aandacht in het Nationaal Programma Ouderenzorg van ZonMw.

Gemeentelijk beleid afstemmen op wensen van de oudere inwoners

Op lokaal niveau kan een gemeente ervoor zorgen dat de oudere inwoners betrokken worden in de beleidsplannen. Die wensen zouden dan wel op lokaal niveau moeten worden geïnventariseerd. Het is immers goed voorstelbaar dat ouderen in Rotterdam iets heel anders van hun gemeente verwachten dan ouderen in Bladel of Wester- veld. Door verschillende vormen van inspraak te

organiseren kan een gemeente peilen wat er echt toe doet voor de ouderen in de eigen gemeente. Dat leidt tot doelstellingen van lokaal beleid die worden gedeeld door de betrokkenen zelf. Daarnaast zal het in de uitvoering ook bijdragen aan een beter bereik van interventies.

Literatuur en