• No results found

Aanbevelingen voor vervolgonderzoeken

Naar aanleiding van dit onderzoek wordt aanbevolen om de volgende onderwerpen nader te onderzoeken om de haalbaarheid van het ontwikkelen van geschikte huisvesting nader te evalueren en te bekrachtigen:

 De regionale verschillen in Nederland. De locatie waar men geschikte huisvesting wil gaan ontwikkelen, is bepalend voor de input in het studiemodel en staat daarmee direct in verband met de haalbaarheid. In dit onderzoek is de regio Eindhoven als uitgangspunt gebruikt. Zodra ervoor gekozen wordt om voor een andere regio de haalbaarheid te toetsen, dienen de inputgegevens van het studiemodel (exploitatielasten, huurprijzen, bouwbudgetten, opbouwstichtingskosten) opnieuw geëvalueerd te worden.

 Nieuwe en/of bestaande woonconcepten (door) te ontwikkelen. Door slimme en efficiënte woonconcepten te ontwikkelen kunnen de stichtingskosten beperkt worden. Zodra stichtingskosten omlaag gaan, kunnen de huisvestingslasten omlaag. Op deze manier kan een grotere groep bereikt worden en blijven de woningen betaalbaar. Anderzijds is er meer ruimte voor een hoger geëist rendement, waardoor het voor beleggers interessanter is om te investeren.

 De toepassing van domotica. Door domotica toe te passen in extramurale woningen wordt de zelfredzaamheid van de woonconsument vergroot. De woonconsument is daardoor minder afhankelijk van derden, waardoor zorgkosten voor ondersteuning of verpleging lager zullen uitvallen of bij innovatieve oplossingen zelfs komen te vervallen.

 De mogelijkheden van woningaanpassingen en het transformeren van de bestaande woningvoorraad en leegstaand vastgoed. Zodra woningen op een geschikte wijze kunnen worden aangepast, kan de woonconsument langer in de huidige woning blijven wonen. Dit komt echter niet ten goede van de doorstroming, maar sluit wel aan bij de wens van de woonconsument. Het transformeren van de bestaande woningvoorraad en leegstaand vastgoed kan een oplossing zijn om het oplopende tekort van geschikte huisvesting terug te dringen. Een vervolgonderzoek zou dit moeten uitwijzen.

60  Het consumeren van vermogen. Veel ouderen hebben anno 2015 een aanzienlijk vermogen. In hoeverre het vermogen toch aangewend zou kunnen worden voor het betalen van huisvestingslasten, dient nader onderzoek aan te tonen. Bij een positieve uitkomst zou de betaalbaarheid en dus de haalbaarheid in theorie toenemen.

 Nieuwe en/of bestaande financieringsmogelijkheden. Uit onderzoek blijkt dat commerciële beleggers terughoudend zijn met het investeren in plattelandsgemeenten en in de randgemeenten van Nederland. Hierdoor is het soms lastig om een passende afnemer te vinden voor de geschikt huisvesting. Voor deze locaties kunnen nieuwe financieringsvormen een oplossing bieden om geschikte huisvesting te realiseren. Een voorbeeld hiervan is crowdfunding. Nader onderzoek zou kunnen aantonen hoe een dergelijke financieringsmethode opgetuigd dient te worden.

 Nieuwe samenwerkingsvormen. Onderzoek doen naar hoe de stakeholders elkaar kunnen versterken. Uit de interviews is namelijk naar voren gekomen dat de communicatie tussen partijen niet transparant is waardoor er geen effectieve samenwerking tot stand komt. Wanneer de stakeholders beter op de hoogte zijn van elkaars belangen, kunnen er betere resultaten behaald worden. Zo wordt het proces transparanter en krijgt de woonconsument meer keuzevrijheid.

 Een bredere doelgroep. In dit onderzoek is hoofdzakelijk onderzoek gedaan naar de woonconsument van 65 jaar en ouder. Dit neemt niet weg dat mensen jonger dan 65 jaar geen behoefte hebben aan geschikte huisvesting. Door hier onderzoek naar te doen kunnen de ontwikkelkansen voor geschikte huisvesting verbreed worden.

 Extramurale koopwoningen. In dit onderzoek is uitsluitend onderzoek gedaan naar de (ver)huurmogelijkheden van extramurale geschikte huisvesting. Dat neemt echter niet weg dat er ook woonconsumenten zijn die de voorkeur geven aan een geschikte koopwoning op grond van bijvoorbeeld lagere huisvestingslasten. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat voornamelijk paren met een hoog opleidingsniveau en een hoog niveau van welvaart kiezen voor een koopwoning. Anderzijds kan nog onderzocht worden of het voor een projectontwikkelaar interessanter is om koopwoningen af te zetten dan huurwoningen.

 Energetische maatregelen in relatie tot geschikte huisvesting. Door energetisch te bouwen kunnen de maandelijkse servicekosten omlaag worden gebracht. Hoe dit zich verhoudt in het haalbaarheidsmodel, is onduidelijk. Door dure energetische maatregelen te treffen lopen de bouwkosten op en dat kan ten koste gaan van het rendement en/of de huurprijs.

 Onderzoek naar rentelasten. In het studiemodel zijn de rentelasten voor een belegger niet meegenomen in de exploitatielasten. Hiervoor is gekozen omdat het moeilijk te bepalen is hoeveel en tegen welk rentetarief een belegger kan en/of wil lenen. Nader onderzoek zou dienen aan te tonen in hoeverre het interessant is om gebruik te maken van vreemd vermogen. Daarnaast kan ook onderzoek gedaan worden naar de rentelasten van een ontwikkelaar, welke gemaakt worden bij bijvoorbeeld de aankoop van grond en het nader te doorlopen ontwikkeltraject.

61

Bibliografie

ABF research. (2013). Monitor investeren voor de toekomst 2012. Delft: Ministerie BZK. ABF research. (2013, april 4). Piramidemodel. Opgehaald van Piramidemodel:

http://www.piramidemodel.nl/ Activ. (2015, Mei 7). Care. Ede, Nederland.

Aedes-Actiz. (2015, maart 18). Veelgestelde vragen Scheiden Wonen Zorg. Opgehaald

van Aedes-Actiz kennis: Woon-Zorg:

http://www.kenniscentrumwonenzorg.nl/actueel/specials/scheiden_wonen_zorg Baarda, B. (2012). Basisboek: Methoden en Technieken. Noordhoff Uitgevers .

Belastingdienst. (2015, juni 15). Voorwaarden voor huurtoeslag. Den Haag, Zuid- Holland, Nederland.

Bennekom, H. v. (2014, April 30). Projectontwikkeling van extramurale huisvesting. (R. d. Haas, & A. v. Beek, Interviewers)

Berenschot. (2013, januari 24). Sluiting dreigt voor ruim 800 ouderenzorglocaties.

Boxmeer, H. v. (2015, mei 27). Bespreking input gegevens voor studiemodel. (R. d. Haas, & A. v. Beek, Interviewers)

Boxmeer, H. v., & Thijssen, R. (2015, mei 5). Opbouw van stichtingskosten. (R. d. Haas, & A. v. Beek, Interviewers)

Bureauvijftig. (2015). Woonmonitor 2015. Bureauvijfitg.

CBRE. (2014). Zorgvastgoed: chance of challange? Amsterdam: CBRE.

CBS. (2009). Regionale prognose 2009-2040: vergrijzing en omslag van groei naar krimp. Den Haag: Planbureau voor de leefomgeving en het CBS.

CBS. (2010, februari 26). Bestedingen; uitgebreide indeling naar huishoudkenmerken. Den Haag.

CBS. (2013). Inkomensklassen; particuliere huishoudens naar diverse kenmerken.

CBS. (2013). Vermogensklassen; particuliere huishoudens naar diverse kenmerken. Nederland.

CBS. (2014). Welvaart in Nederland. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. CBS. (2015, mei 21). Beleggingen van institutionele beleggers. Den Haag/Heerlen,

Nederland.

CBS. (2015, april 10). Prognose bevolking 2015-2060. Den Haag, Zuid-Holland, Nederland.

Centraal Fonds Volkshuisvesting. (2015, april 16). Driekwart corporaties heeft zorgvastgoed. Opgeroepen op 2015, van Centraal Fonds Volkshuisvesting: http://www.cfv.nl/nieuws/nieuwsbericht/Driekwart_corporaties_heeft_zorgvastgo ed#

Conijn, J., Kramer, B., Rouwendal, J., & Schilder, F. (2014). Verzilveren van Overwaarde. Amsterdam: ASRE research papers.

CPB. (2013). De toekomstige inkomenspositie van AOW'ers: drie scenario’s voor 2025. de Groot, C. M. (2008). Verhuiswensen en verhuisgedrag in Nederland. Den

Haag/Bilthoven: Planbureau voor de Leefomgeving.

De Kopgroep . (2008). Zo rekenen we aan maatschappelijk vastgoed. EIB. (2015). Beleggen in zorgvastgoed. Amsterdam.

Eskinasi, M. d. (2012). Effecten van de staatssteunregeling voor de middeninkomensgroep op de woningmarkt: een simulatie. Den Haag: Planbureau voor de leefomgeving.

Exploitatiekosten.com. (2015, juni 1). Marktaannames bij exploitatieopzet. 's- Hertogenbosch, Noord-Brabant, Nederland.

Exploitatiekosten.com. (2015). Servicekosten. Opgeroepen op juni 3, 2015, van Exploitatiekosten.com: http://www.exploitatiekosten.com/servicekosten

Filius, F. C. (1993). Huishoudensopheffing en woningverlating in vergrijzende samenleving. Rijksuniversiteit Utrecht, Faculteits der Ruimtelijke Wetenschappen. Fokkema, C. d.-G. (1993). Internal elderly migration: An exploration of the literature.

Den Haag: NIDI.

Gemeente Eindhoven. (2015, januari 1). Rioolheffing. Opgeroepen op maart 17, 2015, van eindhoven.nl: http://www.eindhoven.nl/artikelen/Rioolheffing.htm

62 Hooijmeijer, P. W. (1986). Households in the reduction stage: Implications for the

Netherlands housing market.

ING. (2012). Woningcorporaties op weg naar 2020. Amsterdam.

Internet Connections BV. (2015, maart 18). Energievergelijker. Opgeroepen op maart 18, 2015, van Energievergelijker.nl: https://www.energievergelijker.nl/

Jukito. (2012). Gezondheidszorg in Nederland, cure vs. care. Opgehaald van mens-en- gezondheid.infonu.nl: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/95713- gezondheidszorg-in-nederland-cure-vs-care.html

Kien. (2015). Onderzoek gemeentebeleid woningaanpassingen ANBO. Groningen: ANBO. Kullberg, J. R. (2004). Met zorg gekozen? Woonvoorkeuren en woningmarktgedrag van

ouderen en mensen met een lichamelijke beperking. Den Haag: Ministerie van VROM.

Litwak, E. L. (1987). Migration patterns among the elderly: A developmental perspective. New York/Miami: The Gernotological Society of America.

Meer, M. v. (2006). Older adults and their sociospatial intergration in The Netherlands. Utrecht/Amsterdam.

Ministerie van Economische Zaken. (2015, April 11). Over crowdfunding. Opgehaald van Startcrowdfundig.nl: http://startcrowdfunding.nl/over-crowdfunding/

Nagelmaeker, S. (2014, April 23). Beleggen in zorgvastgoed. (R. d. Haas, & A. v. Beek, Interviewers)

Nederlandse Zorgautoriteit. (2012). Advies scheiden van wonen en zorg in de AWZ. NIBUD. (2014). Budget handboek 2014. Utrecht.

Planbureau voor de Leefomgeving. (2013). Vergrijzing en ruimte: gevolgen voor de woningmarkt, vrijetijdsbesteding, mobiliteit en regionale economie. Den Haag: PBL.

Platform 31. (2011). Wat is een woonzone?

Prevoo, E. (2015, mei 22). Markthuurprijzen voor geschikte huisvesting in de regio Eindhoven. (R. d. Haas, & A. v. Beek, Interviewers)

Quintis, Persblik en CorporatieNL. (2011). Maatschappelijk vastgoed: een nieuwe kerntaak. Zijn corporaties er klaar voor? Hoofddorp.

Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur. (2014). Langer zelfstandig, een gedeelde opgave van wonen, zorg en welzijn. Den Haag: RLI.

RIGO Research en Advies BV. (2014). Randvoorwaarden voor extramuraal wonen bij ZZP’s VV 01 t/m 04. Amsterdam: Rigo.

Rijksoverheid.nl. (2015, juni 1). Verhuurderheffing. Den Haag, Zuid-Holland, Nederland. Schellekens, E. (2010). Wat beweegt ouderen op de woningmarkt? .

Smith, A. E. (2009). Ageing in urban neighbourhoods. Place attachment and social exclusion. Great Britain: The Policy Press, University of Bristol .

Staals, R. (2014, Maart 23). Funcitoneren van servicecomplex Kastanjehof te Geldrop. (R. d. Haas, & A. v. Beek, Interviewers)

Syntrus Achmea. (2011, September). Zorgvastgoed schept nieuwe kansen voor institutionele beleggers. Spotlight, pp. 36-37.

Syntrus Achmea. (2014). Opgeroepen op 2015, van www.achmeavastgoed.nl: http://www.achmeavastgoed.nl/over-ons/nieuws/Paginas/syntrus-achmea-500- miljoen-in-zorgvastgoed-in-2015.aspx

Syntrus Achmea Real Estate & Finance. (2014). Beleggen in vastgoed en hypotheken. Amsterdam.

Syntrus Achmea real estate & finance. (2014). De meerwaarde van vastgoed in de beleggingsportefeuille. Amsterdam.

Trinitas Advies. (2014). Exploitatie van de diensten in de All-inclusive. Den Haag/Utrecht: Platform31 en Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg.

Vastgoedmarkt. (2014). Vastgoedexploitatiewijzer 2014. BIM media.

Vastgoedmarkt. (2014). Waterschapslasten. In Vastgoedexploitatiewijzer 2014 (p. 198). BIM media.

Vilans. (2014, maart 25). Mobiliteit van de zorgvrager. Opgehaald van Hulp middelen wijzer:

63 http://www.hulpmiddelenwijzer.nl/files/187213/mobiliteit+van+de+zorgvrager.pd f

VROM. (2009). De vraag naar wonen in een seniorenstad. Den Haag: Ministerie van VROM.

Woonkeur. (2012). Handboek Woonkeur Bestaande bouw rolstoelgebruik Eisen certificaat B. Opgehaald van Woonkeur: http://www.woonkeur-skw.nl/woonkeur-bestaande- woningen.html

WoonZorg Nederland b.v. (2014). Jaarverslag 2013. Amsterdam: Esperia en Woonzorg Nederland.

64