• No results found

AANBEVELINGEN VOOR VERVOLGONDERZOEK

In document SNEL, INTUÏTIEF & ALTIJD BESCHIKBAAR? (pagina 73-77)

Regionaal/Lokaal nieuws

GEMIDDELDE SCORE ALLE

3. IN HOEVERRE VOLDOEN DE SMARTPHONE-APPS DIE WORDEN AANGEBODEN AAN DE EXTRA FUNCTIONALITEITEN /

5.4 AANBEVELINGEN VOOR VERVOLGONDERZOEK

Dit werkstuk wordt afgesloten met een aantal aanbevelingen tot verder onderzoek. Zoals al eerder is aangegeven is er wel eerder wetenschappelijk onderzoek verricht naar onderwerpen die met deze studie samenhangen, maar is het wetenschappelijk onderzoek naar nieuwsapps zeer beperkt. Het richt zich bovendien vooral op de mogelijkheden van het nieuwe medium (Eyck, 2010). Het is daarom belangrijk dat er meer diepgaand en uitgebreid onderzoek wordt gedaan naar smartphone-apps en de manier waarop de Nederlandse krantensector deze vorm van online journalistiek in kan zetten.

Het onderzoek naar apps past binnen het onderzoek naar online journalistiek. Het onderzoek naar online journalistiek kent drie fasen:

1. Fase waarin wordt gespeculeerd over de mogelijkheden van deze nieuwe tak van journalistiek (Dahlgren, 1996);

2. Fase waarin wordt getoetst in hoeverre nieuwssites inderdaad de veronderstelde elementen van deze vorm van journalistiek implementeren (Boczkwski, 2004; Oblak, 2005; Paulussen, 2004);

3. Fase waarin wordt bekeken waarom bepaalde elementen van internetjournalistiek wel of niet worden ingezet (Domingo, 2008a; Domingo, 2008b).

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar apps. In elke fase is diepgaander en uitgebreider onderzoek nodig.

In de eerste fase moet het onderzoek zich richten op de wensen van consumenten. Aan welke algemene voorwaarden moet een app voldoen? Welke extra functies en mogelijkheden stellen consumenten op prijs? In hoeverre bestaat er betalingsbereidheid voor apps? Er zijn slechts enkele studies gedaan in deze richting – bijv. de in dit onderzoek besproken studies van de Infonomics & New Media-groep en PwC. Dit onderzoek kan op verschillende specifieke niveaus worden uitgevoerd: per krant, per uitgever etc. Bovendien kan het onderzoek naar verschillende typen apps gaan: smartphone nieuws-apps, smartphone e-reader apps, tablet nieuws-apps en tablet e-reader apps. Ook kan er in de eerste fase uitgebreid gebruikersonderzoek worden gedaan. Dit kan ook naar de hierboven beschreven niveaus en typen apps. Wie zijn de gebruikers? In hoeverre gebruiken ze een app (zowel kwantitatief – hoe vaak en hoe lang? – als kwalitatief – welke functies en mogelijkheden?)? Tenslotte kan in de eerste fase de koppeling met het gebruik van een krant en een website worden onderzocht. Hier richt het onderzoek zich meer op convergentie. In hoeverre haalt een consument zijn nieuws via verschillende platforms? Welk platform heeft zijn voorkeur? Welk nieuws komt waar vandaan? Hoe kan het aanbod hier nog beter op worden afgestemd?

In de tweede fase moet het onderzoek zich richten op de vraag in hoeverre bepaalde elementen van de app als nieuwsplatform worden ingezet. Deze studie gaat hier op in, maar er zijn meer mogelijkheden. Wanneer men kijkt naar het onderzoeksdomein (de Nederlandse krantensector), kan hetzelfde onderzoek kan worden uitgevoerd naar bijvoorbeeld apps van omroepen (landelijk, commercieel of regionaal). Het is interessant om tussen de verschillende domeinen vergelijkingen te trekken. Ook kan hetzelfde onderzoek over de grens worden uitgevoerd, bijvoorbeeld naar Britse of Amerikaanse kranten. Hier geldt dat men zowel de krantensector als de omroepwereld als onderwerp kan nemen. Opnieuw geldt dat dit boeiend

vergelijkingsmateriaal oplevert. Wanneer men kijkt naar het platform (smartphone-apps) kunnen dezelfde studies worden uitgevoerd voor de tablet.

In de derde fase moet het onderzoek zich richten op de vraag waarom bepaalde elementen van apps wel of niet worden ingezet – m.a.w. waarom een journalistiek medium een bepaald type app wel of niet aanbiedt, waarom bepaalde inhoudelijke en technische mogelijkheden die een app biedt wel of niet worden benut etc. Dit onderzoek kan opnieuw op verschillende specifieke niveaus worden uitgevoerd: per krant, per uitgever etc. Ook dit onderzoek kan naar verschillende typen apps gaan: smartphone nieuws-apps, smartphone reader apps, tablet nieuws-apps, tablet e-reader apps. Deze studies moeten onder meer gaan naar bedrijfsvoering: wie beslist over een app – in het geval van dit onderzoek: de uitgever, de krant, de internetredactie? Welke rol speelt geld? Welke rol speelt techniek? In hoeverre is de mate van convergentie binnen de organisatie bepalend voor de mate waarin de app voldoet aan het ideaalbeeld van deze vorm van journalistiek?

BIBLIOGRAFIE

1 – BOEKEN & ARTIKELEN

Beyers, H., De krant van morgen, nog steeds op papier? Kluwer Mediagids, 12, 2003: 115-130.

Brants, Kees, ‘Media, politiek en de spiraal van wantrouwen’, in: Bart Snels en Noortje Thijssen (red.), De grote kloof. Verhitte politiek in tijden van verwarring. (Amsterdam: Boom, 2008).

Dahlgren, Peter, Media logic in cyberspace: repositioning journalism and its publics. Javnost/The Public 1996, No. 3, pp. 59-72.

Deuze, Mark, Journalism and the web: An Analysis of Skills and Standards in an Online Environment. Gazette, 61 (5), 1999: 373-390.

Deuze, Mark, The Web and its journalisms: Considering the consequences of

different types of news media online. New Media and Society 5, 2003, pp. 203-230

Deuze, Mark, Journalism studies beyond media: On ideology and identity. Ecquid Novi, 25 (2), 2004: 275-293.

Deuze, Mark, What is multimedia journalism? Journalism Studies, 5 (2), 2004: 139-152.

Deuze, M. en Dimoudi, C., Online journalists in the Netherlands: Towards a profile of a new profession. Journalism, 3(1), 2002: 85-100.

George-Palilonis, Jennifer, e.a., Improving digital content with a graphically-enhanced, multimedia mobile news and advertising application: A case study. Ball State University, Omaha (Nebraska), 30 september-3 oktober 2010.

Kaye, Jeff en Quinn, Stephen, Funding Journalism in the Digital Age. Business Models, Strategies, Issues and Trends. New York: Peter Lang Publishing, 2010.

Küng, L., Strategic Management in the Media. Theory to Practice. Los Angeles: Sage, 2008.

Oblak, T., The lack of interactivity and hypertextuality in online media. Gazette, 67 (1), 2005: 87-106.

Massey, B.L. en Levy, M.R., ‘Interactive’ online journalism at English-Language Web Newspapers: A dependency Theory Analysis. Gazette, 61 (6), 1999: 523-538.

In document SNEL, INTUÏTIEF & ALTIJD BESCHIKBAAR? (pagina 73-77)