• No results found

SNEL, INTUÏTIEF & ALTIJD BESCHIKBAAR?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "SNEL, INTUÏTIEF & ALTIJD BESCHIKBAAR?"

Copied!
138
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESCHIKBAAR?

VERKENNEND ONDERZOEK NAAR HET AANBOD VAN SMARTPHONE-APPS DOOR DE NEDERLANDSE KRANTENSECTOR

Arjen Hoekstra • Studentnummer: 1386883

(2)

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 3

Samenvatting 4

1. Inleiding 5

1.1 Introductie onderwerp en onderzoeksproject 5

1.2 Hoofd- en deelvragen 7

1.3 Onderzoeksmethode 8

1.4 Leeswijzer 9

2. Theoretisch kader 11

2.1 Medialogica van online journalistiek 11 2.2 Smartphone-apps als nieuwsplatform 18 2.3 Betalingsbereidheid voor nieuws-apps 21 2.4 Betaalmodellen achter smartphone-apps 24 2.5 Conclusie: conceptueel raamwerk 26

3. Methode 29

3.1 Beschrijving onderzoeksmethode 29

3.2 Analysemodel 30

3.3 Selectie van cases 32

4. Onderzoeksresultaten 38

(3)

4.3 Conclusie: samenvatting onderzoeksresultaten 61

5. Conclusie 65

5.1 Beantwoording deelvragen 65

5.2 Beantwoording hoofdvraag 69

5.3 Aanbevelingen aan de Nederlandse krantensector 70 5.4 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek 72

Bibliografie 75

1 – Boeken & artikelen 75

2 – Elektronische bronnen 76

Appendices 79

Appendix A – Analysemodel 79

(4)

VOORWOORD

Voor u ligt mijn masterscriptie Snel, intuïtief & altijd beschikbaar – Verkennend onderzoek naar het aanbod van smartphone-apps door de Nederlandse krantensector. Met dit werkstuk rond ik mijn Masteropleiding Journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen af, en begint het “echte leven”.

Ik bedank Alexander Pleijter voor de begeleiding bij het tot stand komen van mijn scriptie. Ook bedank ik iedereen die mij tijdens het onderzoek- en schrijfproces heeft ondersteund.

In het bijzonder bedank ik Leonie voor haar steun en motivatie bij het schrijven van mijn scriptie, en mijn moeder voor het vertrouwen dat ze tijdens mijn studie in mij heeft gehad.

(5)

SAMENVATTING

Dit is een exploratief onderzoek, dat dient om in kaart te brengen in hoeverre Nederlandse kranten gebruik maken van smartphone-apps en om te beschrijven in hoeverre deze apps voldoen aan de voorwaarden waaronder gebruikers bereid zijn te betalen voor- en krantenuitgevers kunnen verdienen aan deze producten.

Deze verkenning heeft plaatsgevonden aan de hand van deskresearch. Er zijn zowel kwantitatieve als kwalitatieve data verzameld. Het kwantitatieve onderzoek omvat alle betaalde Nederlandse kranten, zowel landelijk als regionaal. Het kwalitatieve onderzoek omvat een deel van de in het kwantitatieve onderzoek gevonden smartphone-apps.

Op basis van de kwantitatieve onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat de Nederlandse krantensector op vrij grote schaal smartphone-apps aanbiedt. Niet alle kranten bieden echter verschillende typen apps aan (d.w.z. nieuws-apps en e-reader apps).

Wanneer men kijkt naar de kwalitatieve onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat de smartphone-apps die worden aangeboden over het algemeen voldoen aan de algemene voorwaarden waaronder gebruikers bereid zijn te betalen voor deze producten. Dit betekent onder meer dat de apps actueel, snel en gebruiksvriendelijk zijn. De onderzoeksresultaten wijzen echter ook uit dat apps niet voldoende extra functionaliteiten bieden: dit betekent onder meer dat de apps onvoldoende regionaal en lokaal nieuws aanbieden, en dat de gebruiker de apps maar mondjesmaat aan zijn eigen voorkeuren kan aanpassen. De onderzoeksresultaten tonen ook aan dat er achter de onvoldoende sprake is van voor het medium succesvolle betaalmodellen.

(6)

1 – INLEIDING

In dit hoofdstuk wordt de keuze voor het onderwerp verklaard en wordt de relevantie van het onderzoeksproject toegelicht. Ook worden de hoofd- en deelvragen en de manier van aanpak beschreven. Het hoofdstuk sluit af met een korte beschrijving van de inhoud van het werkstuk.

1.1 INTRODUCTIE ONDERWERP EN ONDERZOEKSPROJECT

De Nederlandse krantensector zit in zwaar weer. De sector wordt geconfronteerd met afnemende abonnementenaantallen en verminderde advertentie-inkomsten. Naar verwachting zullen de inkomsten uit de lezersmarkt jaarlijks met 2,2 procent afnemen. Naast deze structurele uitdagingen heeft ook het huidige economische klimaat een sterke negatieve impact op de industrie (PwC, 2010: 7).

De verandering van de vraag – ook gedreven door de opkomst van goedkopere of zelfs gratis journalistieke alternatieven en afzetkanalen – heeft geleid tot afnemende abonnementenaantallen. Steeds minder mensen zijn geïnteresseerd in een papieren krant (PwC, 2010: 8). Op het web kunnen kranten echter weinig inkomsten genereren: de advertentie-inkomsten en de betalingsbereidheid voor nieuws op het web zijn klein. Conventionele mediaconcepten voldoen niet langer en verliezen terrein aan innovatieve online media (Küng, 2008: 41-42). Kranten moeten op een strategische wijze innoveren.

(7)

people and digital content wherever a wireless network reaches’ (Horrigan, 2009: 4). Het is duidelijk dat de krantensector haar aanbod hierop goed moet afstemmen. Dit onderzoek gaat naar mobiele applicaties (apps) voor de smartphone. Deze vorm van digitale output is een goede manier om lezers te winnen en behouden. De belangrijkste redenen hiervoor zijn:

 Zo’n 45 procent van alle Nederlanders bezit een smartphone (gfK, 2011).

 Smartphonegebruikers geven wanneer het om nieuws gaat de voorkeur aan apps (Eyck, 2010).

 Smartphonegebruikers zijn bereid om te betalen voor nieuws-apps (Eyck, 2010).

Wereldwijd investeren kranten en omroepen, van The New York Times tot de Volkskrant en van de NOS tot BBC News, geld in onderzoek naar het gebruik van smartphone-apps. Dit wordt algemeen gezien als een goede ontwikkeling: kranteneigenaren, omroepbazen en journalisten zijn voorzichtig optimistisch (George-Palilonis, 2010: 2).

Het doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen in hoeverre Nederlandse kranten gebruik maken van smartphone-apps en om te beschrijven in hoeverre deze apps voldoen aan de voorwaarden waaronder gebruikers bereid zijn te betalen voor- en krantenuitgevers kunnen verdienen aan deze producten. Het doel is om de stand van zaken te beschrijven op zowel het gebied van kwantiteit als kwaliteit.

(8)

ook over een aantal decennia, wanneer de papieren krant nog meer aan bestaansrecht heeft ingeboet, recht overeind blijven.

Dit onderzoek is wetenschappelijk relevant, omdat dergelijk onderzoek nog niet eerder is uitgevoerd. Het wetenschappelijk onderzoek naar nieuws-apps is zeer beperkt en richt zich vooral op de mogelijkheden van het nieuwe medium (Eyck, 2010). Dit onderzoek gaat verder: het toetst in hoeverre die mogelijkheden worden ingezet. Deze studie wil een uitgangspunt voor verder onderzoek zijn. Het schetst de stand van zaken wat betreft deze vorm van journalistiek en het wil een stevig fundament zijn voor een volgende onderzoeksfase.

1.2 HOOFD- EN DEELVRAGEN

Dit is een onderzoek naar het aanbod van mobiele applicaties (apps) voor de smartphone door de Nederlandse krantensector. Hierbij wordt gekeken naar de kwantiteit en kwaliteit van dit aanbod.

Smartphone-apps worden voor deze studie gedefinieerd als speciale softwaretoepassingen voor smartphones, gemaakt voor een specifieke taak of set van informatie. Dit onderzoek gaat naar twee soorten smartphone-apps in het bijzonder: nieuws-apps en e-reader apps. Nieuws-apps worden gedefinieerd als apps die erop zijn gericht het online nieuws op een smartphone te kunnen lezen. Onder e-reader apps worden apps verstaan die erop zijn gericht de gedrukte krant op een smartphone te kunnen lezen.

De Nederlandse krantensector wordt voor dit onderzoek gedefinieerd als een gedeelte van de Nederlandse maatschappij dat op regelmatige basis voorziet in gedrukt of digitaal nieuws, andere stukken en advertenties. Onder krantenuitgevers worden bedrijven verstaan die enerzijds informatie leveren aan nieuwsconsumenten, en anderzijds een advertentieplatform bieden aan adverteerders (Econtrack, 2010). De belangrijkste vraag waarop dit onderzoek antwoord moet geven luidt:

(9)

aan de voorwaarden waaronder krantenuitgevers kunnen verdienen aan deze producten?

Aan de hand van deze onderzoeksvraag kan geconcludeerd worden of er per categorie trends en verschillen waarneembaar zijn. Omdat de hoofdvraag vrij omvangrijk is, zal de beantwoording gestructureerd worden door de hantering van de volgende deelvragen:

1. In hoeverre bieden Nederlandse kranten(uitgevers) smartphone-apps aan en voor welke platforms zijn deze apps beschikbaar?

2. In hoeverre voldoen de smartphone-apps die worden aangeboden aan de algemene voorwaarden – snelheid, intuïtiviteit en offline beschikbaarheid – waaronder gebruikers bereid zijn te betalen voor deze producten?

3. In hoeverre voldoen de smartrphone-apps die worden aangeboden aan de extra functionaliteiten / mogelijkheden – regionaal / lokaal nieuws, push functie, integratie sociale media, interface zelf in te stellen, al-gelezen functie, multimedia – waaronder gebruikers bereid zijn te betalen voor deze producten?

4. In hoeverre is er bij de smartphone-apps die worden aangeboden sprake van voor het medium succesvolle betaalmodellen – productbundelingen, in-app betalingen?

1.3 ONDERZOEKSMETHODE

(10)

kunnen verdienen aan deze producten. Naar dit specifieke onderwerp is nog geen eerder onderzoek verricht.

Deze verkenning vindt plaats aan de hand van deskresearch. Er worden zowel kwantitatieve als kwalitatieve data verzameld. Het kwantitatieve onderzoek gaat naar alle betaalde Nederlandse kranten, zowel landelijk als regionaal. Dit gedeelte van het onderzoek dient om in kaart te brengen in hoeverre de Nederlandse krantensector nieuws-apps dan wel e-reader apps aanbiedt, en voor welke platforms deze apps beschikbaar zijn. Het kwalitatieve onderzoek gaat naar een deel van de in het kwantitatieve onderzoek gevonden smartphone-apps. Dit betekent dat de data worden verzameld aan de hand van een aantal casestudies. Er is voor deze methode gekozen omdat op deze manier zowel het aanbod als het gehalte waarin de apps voldoen aan de verdienvoorwaarden voor krantenuitgevers accuraat en methodisch onderzocht kan worden. Dit gedeelte van het onderzoek dient om in kaart te brengen in hoeverre de smartphone-apps die worden aangeboden voldoen aan de algemene voorwaarden en extra functionaliteiten waaronder gebruikers bereid zijn te betalen voor deze producten, en om in kaart te brengen in hoeverre er achter de smartphone-apps sprake is van voor het medium succesvolle betaalmodellen.

De geselecteerde kranten(uitgevers) en apps worden bestudeerd aan de hand van een analysemodel dat gebaseerd is op verschillende theorieën en concepten die worden beschreven in hoofdstuk 2, ‘Theoretisch Kader’. Aan de hand van de onderzoeksresultaten kunnen de deelvragen en uiteindelijk de hoofdvraag worden beantwoord. De onderzoeksmethode wordt uitgebreid toegelicht in hoofdstuk 3, ‘Methode’. Zie voor het gebruikte analysemodel Appendix A, ‘Analysemodel’.

1.4 LEESWIJZER

(11)

In hoofdstuk 2 – ‘Theoretisch kader’, wordt de theoretische context waarbinnen dit onderzoek valt beschreven: de relevante inhoudelijke keuzes en vooronderstellingen worden beschreven, de belangrijkste termen en concepten worden gedefinieerd en er wordt een overzicht geboden van theorieën die de achtergrond vormen van de hoofdvraag. Het hoofdstuk sluit af met een toelichting op de manier waarop het theoretisch kader wordt toegepast in het onderzoek.

In hoofdstuk 3 – ‘Methode’, wordt de manier waarop het onderzoek is uitgevoerd beschreven, en worden de keuzes die daarbinnen zijn gemaakt verantwoord. Ook wordt er een overzicht gegeven van de kranten en uitgeefconcerns die het onderzoek omvat, en wordt de selectie van cases toegelicht.

In hoofdstuk 4 – ‘Onderzoeksresultaten’, worden de onderzoeksresultaten beschreven. Dit gebeurt aan de hand van het analysemodel. Eerst wordt een overzicht geboden van de smartphone-apps die de Nederlandse krantensector aanbiedt. Vervolgens worden de onderzoeksresultaten van de casestudies beschreven. De onderzoeksresultaten en de daarbinnen gevonden overeenkomsten en verschillen worden behandeld op basis van de vier niveaus van het analysemodel. Het hoofdstuk sluit af met een concluderende samenvatting van de resultaten.

(12)

2 – THEORETISCH KADER

In dit hoofdstuk wordt de theoretische context waarbinnen dit onderzoek valt beschreven. De belangrijkste termen en concepten worden gedefinieerd en er wordt een overzicht geboden van de theorieën die de achtergrond vormen van de hoofdvraag. Het hoofdstuk sluit af met een toelichting op de manier waarop het theoretisch kader wordt toegepast in het onderzoek.

2.1 MEDIALOGICA VAN ONLINE JOURNALISTIEK

Online journalistiek wordt in de literatuur ook wel beschreven als ‘cyberjournalistiek’, ‘internetjournalistiek’ en ‘webjournalistiek’. Ook de termen ‘e-journalistiek’ en ‘netwerkjournalistiek’ worden door sommige auteurs gebruikt. In dit onderzoek wordt de term online journalistiek gebruikt.

Online journalistiek kan worden gedefinieerd als ‘journalistiek die online beoefend wordt’ (Deuze en Dimoundi, 2002: 87). Deze vorm van journalistiek is ontstaan in 1997, in het begin van het tijdperk van de digitalisering. Technologische ontwikkelingen leidden tot interne en externe automatisering. Met interne automatisering wordt de digitalisering van nieuwsredacties bedoeld. Deze digitalisering heeft grote invloed gehad op de manier waarop journalisten werken. Onder externe automatisering wordt de opkomst van online journalistiek verstaan (Paulussen, 2004: 174). De content van online journalistiek wordt sinds het ontstaan in 1997 steeds meer exclusief voor online presentatie en distributie geproduceerd. Online journalistiek onderscheidt zich van print- radio- en tv-journalistiek door de vorm waarin het nieuws gepubliceerd wordt – het online mediaformat (Paulussen, 2004:287). Online journalistiek wordt, met andere woorden, bepaald door een eigen (media)logica.

Dahlgren beschrijft wat het begrip medialogica inhoudt:

(13)

on what gets represented in the medium and how it gets done. In other words, media logic points to specific forms and processes which organize the work done within a particular medium’ (Dahlgren, 1996: 63).

Volgens Paulussen verschilt online journalistiek in de eerste plaats qua vorm van traditionele print- radio en tv-journalistiek. Vorm heeft echter ook gevolgen voor de inhoud en de betekenis die de inhoud krijgt (Paulussen, 2004: 287).

Het merendeel van de auteurs onderscheidt drie basiskenmerken die centraal staan in de medialogica van online journalistiek: multimedia, interactiviteit en hypertext. Hiernaast worden onder meer ook non-lineariteit en individualisering genoemd. Deze vijf begrippen zijn het belangrijkst voor deze studie en worden hieronder nader toegelicht.

MULTIMEDIA

Dahlgren definieert het begrip multimedia als volgt:

‘By multimediality we mean the extent to which text, graphics, sound, voice and (still and moving) images are translated and integrated into a common digital form’ (Dahlgren, 1996:64).

Dit houdt in dat online journalistiek niet afhankelijk is van één soort input. Online journalistiek kan tekst, illustraties, audio en video integreren in een artikel. De term multimedia verwijst dus naar een nieuw mediaformat dat is ontstaan door het samenvoegen van oude media formats zoals print, audio en video.

Volgens Deuze kan het begrip multimedia op twee manieren worden omschreven: 1. ‘First, as the presentation of a news storage package on a website using two

or more media formats, such as (but not limited to) spoken and written word, music, moving and still images, graphic animations, including interactive and hypertextual elements’ (Deuze, 2003: 140).

(14)

not limited to) a website, a Usenet newsgroup, email, SMS, MMS, radio, television, teletext, print newspapers and magazines’ (Deuze, 2003: 140). Deuze kijkt verder dan Dahlgren: Dahlgren geeft niet aan of tekst, audio, video en afbeeldingen mediaformats of tekensystemen zijn. Volgens Deuze is multimedia 1) een combinatie van mediaformats en 2) een combinatie van tekensystemen.

Deuze maakt nog een onderscheid. Volgens hem bestaan er convergente en divergente multimedia. Hij definieert de twee typen multimedia als volgt:

Convergente multimedia: ‘(…) using two or more media formats, such as (…) spoken and written word, music, moving and still images, graphic animations, including interactive and hypertextual elements.’

Divergente multimedia: ‘(…) the integrated use of multiple media like a website, a usenet group, e-mail, sms, radio, television etc.’ (Deuze, 2004: 140). Deuze bedoelt met convergente multimedia dat verschillende mediaformats zoals tekst, foto’s, video, muziek gecombineerd worden binnen één medium, zoals een website. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een youtubefilm geïntegreerd is in een online artikel. Onder divergente multimedia verstaat Deuze verschillende media zoals radio, tv, sms, e-mail enz. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer hetzelfde youtubefragment niet is geïntegreerd in het online artikel, maar er via een hyperlink naar wordt verwezen.

In dit onderzoek wordt de definitie van convergente multimedia van Deuze gebruikt. Dit betekent dat de term multimedia wordt opgevat (of gebruikt) als de combinatie van verschillende mediaformats binnen één medium.

INTERACTIVITEIT

(15)

1. De eerste vorm heeft betrekking op de aanwezigheid van interactiviteit in de vorm van een tussenkomst in het communicatieproces, bijvoorbeeld via e-mail, een discussieforum of chat. Massey en Levy noemen dit ‘communication interactivity’ (Massey en Levy, 1999: 140).

2. De tweede vorm van interactiviteit gaat over het selecteren van content. Massey en Levy noemen dit ‘content interactivity’ (Massey en Levy, 1999: 140). Dahlgren beschrijft interactiviteit dan ook zowel als interactie tussen journalisten en lezers/kijkers/luisteraars als de mogelijkheid dat gebruikers de manier waarop het nieuws wordt aangeboden kunnen personaliseren, bijvoorbeeld door te selecteren welke onderwerpen hen wel en welke hen niet aanspreken (Dahlgren, 1996: 65-66). Paulussen definieert de twee soorten interactiviteit als consultatie-interactiviteit en conversatie-interactiviteit. Consultatie-activiteit is:

‘(…) interactiviteit gerelateerd aan de mate waarin de consument controle verwerft over de informatie- en communicatiestroom. De gebruiker kan op het internet (…) zelf beslissen, waar, wanneer en hoe hij/zij een onlinemedium bezoekt en welke informatie hij/zij daar dan raadpleegt (Paulussen, 2004: 298).

Paulussen omschrijft conversatie-activiteit als volgt:

‘(…) [deze soort van interactiviteit] heeft betrekking op de mogelijkheden tot feedback en andere interactievormen tussen de mediaproducent en de consumenten en tussen de consumenten onderling’ (Paulussen, 2004: 289) In dit onderzoek wordt de definitie van conversatie-activiteit van Paulussen gebruikt. Dit betekent dat de term interactiviteit wordt opgevat (of gebruikt) als feedback en interactie tussen de mediaproducent en de consumenten en tussen de consumenten onderling.

HYPERTEXT

(16)

Volgens Dahlgren combineert hypertext tekstuele traditie met een non-lineaire manier van denken. Dahlgren doelt op het feit dat het door hypertext mogelijk is af te wijken van het lineaire karakter van traditionele media, maar ook op het feit dat artikelen steeds korter worden door de toevoeging van hyperlinks (Dahlgren, 1996: 64-65).

Paulussen stelt dat hyperlinks de essentie vormen van het internet: ‘Zonder hyperlinks zou het (…) onmogelijk zijn om via simpele muisklikken van webpagina naar webpagina te surfen, en van site tot site’ (Paulussen, 2004: 294).

Oblak maakt een onderscheid tussen ‘internal and external dimensions of hypertextuality’. De eerste dimensie, ‘interconnectedness’, verwijst via hyperlinks naar andere artikelen binnen hetzelfde medium – bijvoorbeeld een link in een artikel op de website van de Volkskrant, die verwijst naar een ander artikel op de website van de Volkskrant. De tweede – externe – dimensie verwijst naar artikelen die zich binnen een ander medium bevinden – bijvoorbeeld een link in een artikel op de website van de Volkskrant, die verwijst naar een artikel op de website Wikipedia (Oblak, 2005:96). Interne hyperlinks verwijzen dus naar pagina’s op de eigen nieuwswebsite en externe hyperlinks leiden de gebruiker weg van de eigen nieuwswebsite.

(17)

NON-LINEARITEIT

Het internet is non-lineair van karakter. Dit betekent dat de gebruiker niet gebonden is aan een vastgestelde volgorde van nieuwsconsumptie, zoals bij radio en tv wel het geval is. Gebruikers kunnen kiezen welk nieuws ze consumeren en kunnen het andere nieuws laten voor wat het is. In die zin verschilt online journalistiek fundamenteel van radio- en tv-journalistiek, waar de volgorde van het nieuws door een redactie wordt bepaald.

Volgens Massey en Levy wordt het non-lineaire karakter van internet versterkt omdat het internet geen grenzen heeft. Een radio- of tv-journaal is beperkt wat betreft tijd en ruimte en kan daarom slechts een fractie van de content van het internet bevatten – die content wordt bovendien op een lineaire manier weergegeven:

‘Online journalism’s contribution, therefore, is found in its capacity to free readers from the tyranny of linearity and the constraints of news space found in traditional media (Massey en Levy, 1999:139).

Dit leidt ertoe dat niet alleen de nieuwsconsumptie maar ook de structuur van online journalistiek verschilt van de structuur van radio- en tv-journalistiek. Informatie moet niet worden weergegeven als lange stukken tekst, maar in een presentatie van aan elkaar gelinkte overeenkomende artikelen. Gebruikers kunnen op die manier het hoofdartikel en vervolgens gerelateerde artikelen lezen. Ook kunnen ze indien gewenst doorklikken naar achtergrondinformatie.

INDIVIDUALISERING

Deuze beschrijft wat individualisering inhoudt: ‘This means putting a journalistic product together to cater for the individual’ (Deuze, 1999: 378). Volgens Deuze zijn er twee soorten online content: ‘pull’ content en ‘push’ content. Onder ‘pull’ content verstaat Deuze informatie of nieuws waar de gebruiker zelf naar op zoek gaat:

(18)

through for free and at any time – in other words, ‘pull’ content’ (Deuze , 1999: 378).

Onder ‘push’ content (zoals een RSS-reader) verstaat Deuze informatie of nieuws dat de gebruiker automatisch ontvangt:

‘The second way is called ‘push’ content delivery, which means asking the individual user to draw up a list of what he or she wants to read and hear about and then delivering this individualized content automatically at any given or even prearranged time right on a computer screen where the user wants it’ (Deuze, 1999: 378).

Dit betekent dat de gebruiker zelf zijn voorkeuren kan aangeven. Hij kan zelf kiezen over welke onderwerpen hij push-berichten wil ontvangen. Ook kan hij het moment waarop en de hoeveelheid waarin hij berichten wil ontvangen instellen.

Behalve push en pull-berichten zijn de integratie van sociale media en de mogelijkheid om de interface zelf in te stellen kenmerken van het begrip indivisualisering. Heij en Beukers stellen dat deze twee mogelijkheden steeds belangrijker worden:

‘Vooral voor jongere gebruikers geldt dat zij de opzet van de papieren krant niet meer waarderen. Ze willen hun informatie op maat: ze willen hun eigen krant kunnen samenstellen, aangevuld met social media feeds’ (Heij en Beukers, 2012).

Volgens Heij moet de krantensector concurreren met technologie- en internetbedrijven. Makers van apps als de iPad-app Flipboard en concurrenten als Zine, Pulse en Taptu lijken beter te begrijpen wat lezers willen. Dit zijn in wezen vrij eenvoudige apps waarmee Twitter, Facebook en RSS-feeds gelezen kunnen worden. De apps zijn voorzien van een goede user interface en kunnen door de gebruiker naar wens aangepast worden. Bovendien trekken sociale nieuwsaanbieders als Google en Facebook nog veel meer bezoekers (Heij, 2012).

(19)

model van technologiebedrijven volgen: permanent investeren in productvernieuwing en R&D. Uitgevers focussen echter te weinig op technologie. De markt voor betaald (digitaal) lezen groeit minder snel dan gehoopt, consumenten wennen langzaam aan het betalen voor digitale content, betaalsystemen zijn nog niet gebruiksvriendelijk genoeg en adverteerders zijn conservatief. Uitgevers moeten zelf investeren in optimaal digitaal lezen, zowel front end (apps) als back-end (redactie-automatisering) (Heij, 2012).

Voor uitgevers van kranten (en websites) is deze manier van denken een grote stap. Een krant bevat de exclusieve keuze van redactie, vormgeving en indeling. Ook websites sluiten niet meer goed aan op moderne informatiebehoeften: lezers willen alleen de informatie die voor hen relevant is, in een zelfgekozen interface.

2.2 SMARTPHONE-APPS ALS NIEUWSPLATFORM

DEFINITIE VAN SMARTPHONE-APPS

Journalistieke media waaronder kranten kunnen hun content op twee manieren aanbieden op de smartphone: via mobiele applicaties (apps) en via mobiele websites. Smartphone-apps worden voor dit onderzoek gedefinieerd als speciale softwaretoepassingen voor smartphones, gemaakt voor een specifieke taak of set van informatie.1 Dit in tegenstelling tot mobiele websites, waaronder websites worden verstaan die zijn geoptimaliseerd voor smartphones, maar die alleen via een browser kunnen worden geopend.

In dit onderzoek wordt vervolgens een onderscheid gemaakt tussen twee soorten nieuws-apps voor de smartphone:

 Nieuws-apps; dit zijn apps die erop zijn gericht het online nieuws op een smartphone te kunnen lezen. Dit betekent dat de app voor een deel gelijk is

1 Er is geen algemeen gedeelde definitie van wat wordt beschouwd als een app, en wat niet. De term

(20)

aan de reguliere website die een krant aanbiedt, maar dat zowel de vorm als de inhoud van die website voor de app zijn geoptimaliseerd.

 E-reader apps; dit zijn apps die erop zijn gericht de gedrukte krant op een smartphone te kunnen lezen. Dit betekent dat de inhoud van de app gelijk is aan de gedrukte krant.

Naast deze twee basiscategorieën worden ook nog special event-apps onderscheiden. Dit houdt in dat de berichtgeving van het verslag van een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld de Olympische spelen, een speciale app krijgt, met veel snelle updates, de mogelijkheid tot reacties en verrassende artikelen die niet via alle nieuwsbronnen te verkrijgen zijn. Special event-apps kunnen qua vorm en inhoud gelijk zijn aan nieuws-apps.

VOORKEUR VOOR SMARTPHONE-APPS

Uit cijfers van onderzoeksbureau Zokem blijkt dat smartphonegebruikers de voorkeur geven aan apps boven mobiele websites. Uit onderzoek onder 2200 smartphonegebruikers in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk blijkt dat zij vaker via een app, dan via een browser online gaan. De respondenten besteedden gemiddeld 671 minuten per maand aan apps, tegenover slechts 422 minuten aan mobiele websites (Zokem, 2011). Uit een enquête van marktonderzoeksbureau Luth Research blijkt dat smartphone-bezittters vaak gebruik maken van nieuws-apps: volgens de cijfers van Luth Research bestaat 40% van de door de respondenten gedownloade apps uit nieuws-apps (Luth Research, 2009).

Volgens verschillende auteurs zijn apps meer geschikt zijn dan mobiele websites – dit geldt vooral wanneer het om nieuws gaat (Anderson en Wolff, 2010; Brainard, 2010; Ebeling, 2011; Eyck, 2010). Hieronder worden de drie belangrijkste voordelen beschreven.

1. Apps zijn gebruiksvriendelijker

(21)

[omdat] ze bij een app de zekerheid hebben dat de vormgeving goed is’ (Eyck, 2010). Dit geldt zeker voor apps voor de iPhone: Apple heeft namelijk standaarden waar apps aan moeten voldoen voordat ze in de App Store worden geplaatst. De moderne nieuwsconsument heeft een druk leven, en heeft geen tijd om zelf het mobiele web af te speuren naar nieuws. Hij wil een snel overzicht van het belangrijkste nieuws. Apps zijn gebruiksvriendelijker dan mobiele websites en passen dus beter in zijn leven. (Anderson en Wolff, 2010). Apps “provide a more restricted reading experience (…) in a way that enhances the experience. [Apps] give you a simple, curated list of top stories, period. (…) This restricted experience, the theory goes, adds value to the news product’ (Brainard, 2010).

2. Apps zijn geschikter voor het publiceren van nieuws

Apps zijn ook geschikter voor het publiceren van nieuws dan mobiele websites. Dit komt omdat de software achter apps beter is toegespitst op dit doel. De belangrijkste voordelen van een app zijn hoge prestaties – zowel wat betreft laadtijden als visuele prestaties – een gebruiksvriendelijke interface, offline beschikbaarheid en de mogelijkheid om andere functies van de smartphone – zoals gps of de camera – te gebruiken (Ebeling, 2011).

3. Apps bieden meer mogelijkheden om geld te verdienen

Apps bieden krantenuitgevers meer mogelijkheden om geld te verdienen. Bij mobiele websites zijn zij vooral aangewezen op de verkoop van online advertenties. Bovendien geven gebruikers aan te willen betalen voor apps, met name voor kwaliteitsnieuws, special interest en extra functionaliteiten. Dit is vanuit de webstores van verschillende app-aanbieders – zoals de App-Store van Apple (iPhone) – geen onlogische stap (Eyck, 2010).

NIEUWSCONSUMPTIE VIA EEN SMARTPHONE-APP

(22)

gebruikt.2 De meest gebruikte nieuws-apps in Nederland zijn Nu.nl, de Volkskrant (nieuws & opinie), De Telegraaf en de Teletekst-app van de NOS (Eyck, 2010).

Alle bij het onderzoek betrokken iPhone-gebruikers kiezen volgens Eyck voor een app omdat ze bekend zijn met een bepaald merk en dus weten wat ze kunnen verwachten: ‘Zo maken mensen op internet veel gebruik van Nu.nl en worden hun verwachtingen met de Nu.nl-app, met dezelfde indeling en artikelen als de site, waargemaakt. Een aantal [gebruikers] (…) geeft aan dat ze op mobiel internet voor een merk kiezen, omdat ze weten dat het nieuws daar op een bepaalde manier wordt gebracht. Voor anderen telt echter meer de gebruiksvriendelijkheid (…)’ (Eyck, 2010).

Uit het 3-D onderzoek blijkt dat het nieuwsmoment op een smartphone (iPhone) gemiddeld drie tot vier minuten duurt. Het komt een groot aantal keren per dag terug. Eyck omschrijft het als een ‘snack-moment’: mensen lezen het nieuws als tijdsdoding, maar ook omdat ze continu op de hoogte willen zijn. Dit kan met een smartphone. Door de opzet van apps blijft de tijd die gebruikers nodig hebben om het nieuws te checken beperkt. Omdat het mobiele nieuwsmoment vaak kort is, wordt dit gezien als een positief kenmerk. Ook George-Palilonis spreekt van een snack-ervaring:

‘(…) reading on a mobile device has been largely characterized as an exercise in “information snacking,” as readers tend to engage with content during the “in between moments” of their lives’ (George-Palilonis, 2010: 1).

2.3 BETALINGSBEREIDHEID VOOR NIEUWS-APPS

Er is nog geen specifiek onderzoek verricht naar de betalingsbereidheid voor nieuws-apps op de smartphone, wel bieden verschillende auteurs een aantal bruikbare inzichten.

2 Dit onderzoek gaat naar de manier waarop iPhone-gebruikers het toestel in hun

(23)

Consumenten zijn bereid te betalen voor een nieuws- app, maar dan moet de app wel aan een aantal algemene voorwaarden voldoen en een aantal extra functies bieden, zo blijkt uit studies van de Infonomics & New Media-groep en adviesbureau Price Waterhouse Coopers (Ecyk, 2010; PwC, 2010).

ALGEMENE VOORWAARDEN & EXTRA FUNCTIONALITEITEN NIEUWS-APPS

Uit het 3D-onderzoek van de Infonomics & New Media-groep blijkt dat smartphonegebruikers onder een aantal voorwaarden willen betalen voor een nieuws-app. Een app moet in ieder geval aan de volgende algemene voorwaarden voldoen:

 Snel. Hiermee wordt zowel actueel nieuws als een snelle laadtijd bedoeld.

 Intuïtief. Gebruikers willen snel een overzicht van voor hen interessant nieuws, en willen daarnaast ook snel toegang hebben tot overig nieuws.

 Altijd beschikbaar. Gebruikers willen ook toegang wanneer ze offline zijn (tot eerder ingeladen artikelen. Daarnaast moeten al te grote bestanden worden vermeden, aangezien het van het netwerk afhankelijk is of deze beschikbaar zijn (Eyck, 2010).

Uit het 3D-onderzoek blijkt verder dat een aantal extra functionaliteiten erg worden gewaardeerd door smartphonegebruikers. De betalingsbereidheid voor een nieuws-app neemt toe wanneer de nieuws-app de volgende extra mogelijkheden biedt:

 Lokaal nieuws. Dit nieuws is bij voorkeur zowel van toepassing op de eigen woonomgeving, als afhankelijk van de plaats waar iemand zich op dat moment bevindt.

(24)

 Al gelezen-functie. De app geeft een indicatie welke berichten de gebruiker al geopend heeft (Eyck, 2010).

BETALINGSBEREIDHEID VOOR ONLINE JOURNALISTIEK

Adviesbureau Price Waterhouse Coopers (PwC) heeft in opdracht van het Stimuleringsfonds van de Pers in kaart gebracht in hoeverre en onder welke voorwaarden nieuwsconsumenten bereid zijn te betalen voor online journalistiek. Uit het onderzoek komen de volgende klantensegmenten naar voren die een bovengemiddelde betalingsbereidheid hebben voor online journalistiek:

 reizigers openbaar vervoer;

 jonge volwassenen;

 hoogopgeleiden;

 mensen met bovenmodale inkomens;

 abonnees op dagbladen (PwC, 2010: 5).

Uit de studie van PwC kunnen met betrekking tot de betalingsbereidheid voor smartphone-apps de volgende conclusies kunnen worden getrokken:

 Er bestaat bij nieuwsconsumenten betalingsbereidheid voor digitale nieuwsproducten in combinatie met gerelateerde producten en diensten, zoals een abonnement op de gedrukte krant (PwC, 2010: 2).

 Er bestaat bij gebruikers een hoge betalingsbereidheid voor regionaal nieuws. Dit valt te verklaren door de sterke samenhang tussen regionaal nieuws en regionale diensten en producten zoals lokale cultuurevenementen (PwC, 2010: 2).

 Nieuwsconsumenten hebben een sterke voorkeur voor korte nieuwsartikelen met de mogelijkheid om door te klikken. Gebruiksgemak staat centraal (PwC, 2010: 3).

(25)

consument toegespitste combinaties van deze nieuwstypen vergroot de betalingsbereidheid van consumenten (PwC, 2010: 3).

 Er bestaat bij nieuwsconsumenten een relatief sterke behoefte – en hiermee betalingsbereidheid – om artikelen aan te schaffen, los of in bundels. Hoewel de introductie van het aanbod van artikelen naar verwachting een negatief effect heeft op andere online producten, wordt een groter bereik in de lezersmarkt gecreëerd (PwC, 2010: 4).

 Voor bepaalde nieuwstypen bestaat verschillende betalingsbereidheid. Gebruikers die bereid zijn te betalen voor online financieel nieuws kiezen in het algemeen voor de relatief hooggeprijsde producten. Voor consumenten die geïnteresseerd zijn in regionaal nieuws of entertainmentnieuws geldt het tegenovergestelde (PwC, 2010: 4-5).

2.4 BETAALMODELLEN ACHTER SMARTPHONE-APPS

Het traditionele betaalmodel achter online journalistiek is de verkoop van advertenties. De online reclameopbrengsten voor categorieën zoals nieuws dalen echter. Bovendien zijn consumenten niet zo maar bereid te betalen voor apps – uit het eerder genoemde 3-D onderzoek blijkt dat gebruikers willen betalen voor mobiele content, maar enkel als een app hen aanspreekt. De onderzoekers stellen dat dit geen onlogische stap is: iPhone-bezitters zijn vanuit iTunes al gewend om voor content te betalen (Eyck, 2010).

(26)

PRODUCTBUNDELING

Uit het onderzoek van PwC blijkt dat krantenuitgevers geld kunnen verdienen met digitale nieuwsproducten in combinatie met gerelateerde producten en diensten (PwC, 2010: 2). Dit betekent dat een nieuwsapp deel uitmaakt van een productbundeling. Consumenten zijn bijvoorbeeld bereid te betalen voor een maandag-vrijdag abonnement op nrc.next inclusief nrc.next digitaal. De lezer betaalt dan zowel voor de krant als voor digitale toegang.

IN-APP BETALINGEN

De grote afname van gratis apps betekent ook dat in-app betalingen een stevigere voet aan de grond krijgen. Het aantal ontwikkelaars dat zijn app gratis verspreidt en geld verdient met in-app betalingen is in 2010 verdrievoudigd (Boogert, 2011). De Nederlandse krantensector kan zich van twee soorten in-app betaalmodellen bedienen: het kiosk-model en het freemium-betaalmodel.

Een populaire vorm van in-app betalingen is het aanbieden van kranten. Deze vorm wordt voor dit onderzoek gedefinieerd als het kiosk-model. Deze vorm is vooral geschikt als betaalmodel achter e-reader apps. De gebruiker betaald dan voor elke krant die hij download - net als wanneer hij in de kiosk een papieren krant koopt. Het kiosk-model is minder geschikt om gebruikt te worden achter nieuws-apps.

(27)

2010). Chris Anderson ziet freemium als dé manier om geld te verdienen met apps (Anderson en Wolff, 2010).

Brainard spreekt niet letterlijk van een freemium-concept maar onderstreept het idee wel: ‘[apps] are reconnecting acces and content’. Met andere woorden: voor toegang moet je betalen en dat is niet meer dan normaal. Als voorbeeld schetst hij de begintijd van het web: ‘Mobile devices enable publishers to collect money from consumers in a way that hasn’t existed on the Web since (…) the 1990s. In that era, people gave AOL their credit card numbers, and in return got both access and proprietary content like e-mail, games and news. The content was, in essence, tied to access’ (Brainard, 2010: 27).

2.5 CONCLUSIE: CONCEPTUEEL RAAMWERK

In dit hoofdstuk is de theoretische context van het onderzoek uiteengezet. Het onderwerp is ingeleid door het behandelen van online journalistiek. Vervolgens zijn smartphone-apps als platform voor nieuws beschreven. Daarna is de betalingsbereidheid voor (nieuws)-apps uiteengezet. Tenslotte zijn betaalmodellen achter apps behandeld.

De beschreven theorieën hebben als doel om de aanwezige kennis op deze gebieden in kaart te brengen en de theoretische context waarbinnen dit onderzoek gezien moet worden te schetsen. Ook zijn bepaalde gedeelten praktisch toegepast in het onderzoek door deze binnen het analysemodel te operationaliseren.

CONCEPTUEEL RAAMWERK

Hier wordt een overzicht gegeven van de theoretische concepten die toegepast worden binnen het onderzoek.

Smartphone-apps

(28)

gemaakt voor een specifieke taak of set van informatie. Er zijn twee typen smartphone-apps onderscheiden: nieuws-apps en e-reader apps.

Algemene voorwaarden

In dit hoofdstuk zijn een aantal algemene voorwaarden beschreven waaronder gebruikers bereid zijn te betalen voor een smartphone-app. Deze voorwaarden zijn: snelheid (actueel nieuws en korte laadtijd), intuïtiviteit (gebruiksvriendelijke interface, duidelijk nieuwsoverzicht, korte artikelen, gebruik hyperlinks) en offline beschikbaarheid. Deze voorwaarden worden geoperationaliseerd binnen het analysemodel zodat kan worden geanalyseerd in hoeverre de smartphone-apps die de Nederlandse krantensector aanbiedt hier aan voldoen.

Extra functionaliteiten

In dit hoofdstuk zijn een aantal extra mogelijkheden beschreven waaronder de betalingsbereidheid voor een smartphone-app toeneemt. Deze functionaliteiten zijn: regionaal/lokaal nieuws, push-berichten, integratie sociale media, mogelijkheid de interface zelf in te stellen, al gelezen-functie en multimedia. Deze functionaliteiten worden geoperationaliseerd binnen het analysemodel zodat kan worden geanalyseerd in hoeverre de smartphone-apps die de Nederlandse krantensector aanbiedt deze mogelijkheden hebben.

Medialogica van online journalistiek

(29)

Betaalmodellen

(30)

3 – METHODE

In dit hoofdstuk wordt de manier waarop het onderzoek is uitgevoerd beschreven, en worden de keuzes die daarbinnen zijn gemaakt verantwoord. Ook wordt er een overzicht gegeven van de kranten en uitgeefconcerns die het onderzoek omvat.

3.1 BESCHRIJVING ONDERZOEKSMETHODE

Dit is een exploratief onderzoek – het gebruik van smartphone-apps door de Nederlandse krantensector wordt verkend. Zoals ik in de inleiding al heb beschreven is er wel wetenschappelijk onderzoek verricht naar onderwerpen die aan deze studie gerelateerd zijn, maar niet naar het specifieke onderwerp van dit werkstuk. De focus van het onderzoek ligt dus vooral op het verkennen en in kaart brengen van het smartphone-app aanbod van de Nederlandse krantensector.

Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van deskresearch. Er zijn zowel kwantitatieve als kwalitatieve data verzameld. Er is voor deze methode gekozen omdat op deze manier het doel van het onderzoek accuraat en methodisch kan worden bereikt. Het doel is om in kaart te brengen in hoeverre Nederlandse kranten gebruik maken van smartphone-apps en om te beschrijven in hoeverre deze apps voldoen aan de voorwaarden waaronder gebruikers bereid zijn te betalen voor- en krantenuitgevers kunnen verdienen aan deze producten. Het kwantitatieve onderzoek gaat naar alle betaalde Nederlandse kranten, zowel landelijk als regionaal. Het kwalitatieve onderzoek gaat naar een aantal cases – m.a.w. een aantal geselecteerde apps.

(31)

3.2 ANALYSEMODEL

De kranten en smartphone-apps worden geanalyseerd aan de hand van een analysemodel, dat bestaat uit verschillende aspecten op basis waarvan de dagbladen en apps gescoord zijn. Dit analysemodel is gebaseerd op verschillende theoretische concepten. Hier moet worden opgemerkt dat de manier waarop het model wordt gebruikt per case kan verschillen. Zie voor een toelichting paragraaf 3.3, ‘Selectie van cases’, onder de kop ‘Kwalitatief onderzoek’.

OPERATIONALISERING NAAR HET ANALYSEMODEL

Het analysemodel kent vier niveaus. De theoretische concepten zijn geoperationaliseerd door ze toepasbaar te maken op kranten en smartphone-apps en ze te vertalen naar verschillende vragen waarmee de dagbladen en apps geanalyseerd kunnen worden. Het volledige analysemodel is te vinden in Appendix A, ‘Analysemodel’.

(32)

2004 en Massey en levy, 1999). Eerst worden twee vragen gesteld die betrekking hebben op snelheid. Er wordt onderzocht of het nieuws op de app actueel is en of de app snel laadt – hiermee worden ook artikelen binnen de app bedoeld. Vervolgens worden er vier vragen gesteld die te maken hebben met intuïtiviteit. Er wordt onderzocht of de interface van de app gebruiksvriendelijk is en of de artikelen kort zijn, met de mogelijkheid om door te klikken (hypertext). Bij een positief antwoord op de laatste vraag wordt onderzocht of het om interne of externe hyperlinks gaat. Ook wordt er onderzocht of de app een duidelijk overzicht van het (belangrijkste) nieuws biedt, en in welke categorieën. Tenslotte wordt er een vraag gesteld over offline beschikbaarheid. Er wordt onderzocht of de app offline toegang biedt tot artikelen die eerder zijn ingeladen.

Het derde niveau heeft betrekking op de extra functionaliteiten/mogelijkheden per app. Deze zijn geformuleerd op basis van het 3D-onderzoek (Eyck, 2010), het onderzoek van PwC (PwC, 2010) en uit de beschreven theorieën omtrent de medialogica van online journalistiek (o.a. Dahlgren, 1996; Deuze, 1999; 2003; 2004, Deuze en Dimoundi, 2002; Oblak, 2005; Paulussen, 2004 en Massey en levy, 1999). Eerst worden er drie vragen gesteld die te maken hebben met regionaal/lokaal nieuws. Eerst wordt onderzocht of de app lokaal en/of regionaal nieuws aanbiedt – en zo ja, op welke stad, steden en regio(‘s) dit nieuws betrekking heeft. Ook wordt onderzocht of dit nieuws afhankelijk is van de plaats waar de gebruiker zich bevindt. Vervolgens wordt er vijf vragen gesteld die te maken hebben met individualisering. Er wordt onderzocht of belangrijke berichten “gepushed” worden, en, zo ja, om welke categorie berichten het gaat. Vervolgens wordt onderzocht of de gebruiker zelf kan instellen welke (categorie) berichten voor hem belangrijk zijn. Ook wordt er onderzocht of er sociale media zijn geïntegreerd in de app, of de gebruiker de interface van de app naar eigen voorkeur kan instellen en of de app een indicatie geeft welke berichten de gebruiker al heeft geopend. Tenslotte wordt er onderzocht of de app multimediaal is – d.w.z. of er verschillende mediaformats worden gecombineerd binnen de app.

(33)

smartphone-apps (Andersson en Wolff, 2010; Boogert, 2011). Eerst wordt onderzocht of de app gratis of tegen betaling te downloaden is. Vervolgens wordt onderzocht of de app ook wordt aangeboden in combinatie met andere producten/diensten en zo ja, wat deze productbundeling(en) inhoudt/-houden. Tenslotte wordt onderzocht of er sprake is van in-app betalingen. Wanneer dit het geval is, wordt gecheckt welk in-app betaalmodel achter de app zit: het kiosk- of het freemium-betaalmodel. Wanneer het model is vastgesteld, wordt onderzocht welke content de gebruiker kan kopen en wat deze kost.

3.3 SELECTIE VAN CASES

KWANTITATIEF ONDERZOEK

Zoals eerder beschreven gaat het kwantitatieve gedeelte van dit onderzoek naar alle Nederlandse betaalde kranten, zowel landelijk als regionaal. Het betreft in totaal 25 kranten, waarvan 9 landelijke titels en 16 regionale titels. De 25 onderzochte kranten worden uitgegeven door 12 verschillende uitgevers. Hieronder wordt een overzicht gegeven van alle landelijke titels, alle regionale titels, alle krantenuitgevers en wordt een overzicht geboden van de in deze studie onderzochte dagbladen, gerangschikt per uitgever.

Landelijke titels

Het onderzoek omvat de volgende landelijke kranten:

 AD;

 Het Financieele Dagblad;

(34)

Regionale titels

Het onderzoek omvat de volgende regionale kranten:

 Barneveldse Krant;  BN/DeStem;  Brabants Dagblad;  Eindhovens Dagblad;  Friesch Dagblad;  De Gooi- en Eemlander;

 Haarlems Dagblad Kombinatie;

 Leeuwarder Courant;

 Leidsch Dagblad;

 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad;

 Dagblad van het Noorden;

 Noordhollands Dagblad;

 Het Parool;

 PZC;

 de Stentor;

 De Twentsche Courant Tubantia. Krantenuitgevers

Het onderzoek omvat de volgende uitgeefconcerns:

(35)

 Koninklijke BDU Uitgevers bv;

 Friesch Dagblad Holding BV;

 Media Groep Limburg. Kranten per uitgever

De volgende tabel toont een overzicht van de in deze studie onderzochte dagbladen, gerangschikt per uitgever.

Uitgever: Titel(s):

de Persgroep Nederland BV AD, de Volkskrant, Trouw, Het Parool.

NRC Media BV nrc next, NRC Handelsblad.

FD Mediagroep Het Financieele Dagblad.

Nederlands Dagblad bv Nederlands Dagblad. Reformatorisch Dagblad bv Reformatorisch Dagblad. Uitgeversmaatschappij De

Telegraaf

De Telegraaf.

Wegener Nieuwsmedia BV BN/DeStem, Brabants Dagblad, Eindhovens Dagblad, PZC, De

Gelderlander, De Twentsche Courant Tubantia, de Stentor.

NDC Mediagroep bv Dagblad van het Noorden, Leeuwarder Courant.

HDC Media bv De Gooi- en Eemlander, Haarlems

Dagblad Kombinatie, Leidsch Dagblad, Noordhollands Dagblad.

(36)

Friesch Dagblad Holding BV Friesch Dagblad.

Media Groep Limburg Dagblad De Limburger, Limburgs Dagblad.

KWALITATIEF ONDERZOEK

Zoals eerder beschreven gaat het kwalitatieve gedeelte van het onderzoek naar een deel van de in het kwantitatieve onderzoek gevonden smartphone-apps. Dit betekent dat de data worden verzameld aan de hand van een aantal casestudies. Het gaat in totaal om 20 nieuws-apps en om acht e-reader apps, allen voor iPhone en/of Android.

Nieuws-apps

De geselecteerde nieuws-apps zijn alle in het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek gevonden algemene nieuws-apps. Met algemene nieuws-apps worden nieuws-apps bedoeld die zijn gericht op een breed nieuwsaanbod, dus niet om apps die bijvoorbeeld alleen sportnieuws aanbieden. Dit betekent dat de app voor een deel gelijk is aan de reguliere website die een krant aanbiedt, maar dat zowel de vorm als de inhoud van die website voor de app zijn geoptimaliseerd. Het is relevant om deze apps te onderzoeken, omdat deze vorm van online journalistiek voor de Nederlandse krantensector de core business zou moeten zijn wat betreft het aanbieden van content op smartphones.

Het onderzoek omvat de volgende nieuws-apps voor de smartphone: AD.nl Mobile (iPhone, Andoid)

(37)

FD Mobiel (iPhone, Andoid) RD (iPhone, Andoid) De Telegraaf (iPhone, Andoid) Barneveldse Krant.nl (iPhone, Andoid) BN de Stem Nieuws (iPhone, Andoid) BD Nieuws (iPhone, Andoid) ED Nieuws (iPhone, Andoid) PZC Nieuws (iPhone, Andoid) Stentor Nieuws (iPhone, Andoid) G&E (iPhone) HD (iPhone) LD (iPhone) ND (iPhone) LC.nl (iPhone, Andoid) Dvhn.nl (iPhone, Andoid) De Limburger (iPhone, Andoid) E-reader apps

(38)

smartphonuitgave daarvan – te betalen. De betaalmodellen die achter de geteste e-reader apps zitten zijn interessant omdat zij ook op nieuws-apps kunnen worden toegepast.

Het onderzoek omvat de volgende e-reader apps voor de smartphone: Trouw Online Krant (iPhone)

VK Online Krant (iPhone)

FD E-paper (iPhone, Android) ND (iPhone, Android) nrc.next (iPhone)

NRC Handelsblad (iPhone)

RD E-paper (iPhone, Android) De Telegraaf Krant (iPhone, Android)

(39)

4 - ONDERZOEKSRESULTATEN

In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten beschreven. Dit gebeurt aan de hand van het analysemodel. Eerst wordt een overzicht geboden van de smartphone-apps en mobiele websites die de Nederlandse krantensector aanbiedt. Vervolgens worden de onderzoeksresultaten van de casestudies beschreven. De onderzoeksresultaten en de daarbinnen gevonden overeenkomsten en verschillen worden behandeld op basis van de vier niveaus van het analysemodel. Het hoofdstuk sluit af met een concluderende samenvatting van de resultaten.

4.1 RESULTATEN KWANTITATIEF ONDERZOEK

Hier wordt eerst een overzicht geboden van de smartphone-apps die de Nederlandse krantensector aanbiedt. Daarna volgt een meer diepgaande analyse van de kwantitatieve onderzoeksresultaten.

OVERZICHT AANBOD SMARTPHONE-APPS NEDERLANDSE KRANTENSECTOR

Het volgende overzicht is tot stand gekomen op basis van het aanbod in de App Store (voor iPhone apps), op de Google Play website (voor Android apps), in de Blackberry App World (voor Blackberry apps), in de Ovia Store (voor Nokia apps) en op de Marketplace Windows Phone (voor Windows apps) op maandag 7 en dinsdag 8 mei 2012. Met het oog op de actualiteit is het overzicht geüpdate op maandag 11 en dinsdag 12 juni 2012. Zie voor een uitgebreid overzicht Appendix B, ‘Schematisch overzicht resultaten kwantitatief onderzoek’.

Landelijke dagbladen

Krant Uitgever App(s)

AD De Persgroep AD.nl Mobile

AD.nl EK AD.nl Tour

(40)

Trouw Online Krant

de Volkskrant De Persgroep VK.nl Mobile

VK Online Krant Het Financieele Dagblad FD Mediagroep FD Mobiel

FD E-paper Nederlands Dagblad Nederlands Dagblad ND

nrc.next NRC Media nrc.next

NRC Handelsblad NRC Media NRC Handelsblad Reformatorisch Dagblad Reformatorisch

Dagblad RD RD E-paper De Telegraaf Uitgeversmaatschappij De Telegraaf De Telegraaf De Telegraaf Krant Telesport Voetbal Telesport Ronde Regionale dagbladen

Krant Uitgever App(s)

Het Parool De Persgroep Parool.nl Mobile

Barneveldse Krant Koninklijke BDU Barneveldse Krant.nl BN/De Stem Wegener Nieuwsmedia BN de Stem Nieuws Brabants Dagblad Wegener Nieuwsmedia BD Nieuws

Eindhovens Dagblad Wegener Nieuwsmedia Ed Nieuws PZC Wegener Nieuwsmedia PZC Nieuws De Stentor Wegener Nieuwsmedia Stentor-Nieuws De Twentsche Courant

Tubantia

Wegener Nieuwsmedia - Friesch Dagblad Friesch Dagblad Holding - De Gooi en Eemlander HDC Media G&E

Haarlems Dagblad HDC Media HD

(41)

Noordhollands Dagblad

HDC Media Noordhollands Dagblad Leeuwarder Courant NDC Mediagroep LC.nl

LC Review Dagblad van het

Noorden

NDC Mediagroep DvhN.nl DvhN Review De Limburger /

Limburgs Dagblad

Mediagroep Limburg De Limburger

ANALYSE

Op basis van het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de 24 bij het onderzoek betrokken kranten samen in totaal 34 apps voor de smartphone aanbieden. Dat is gemiddeld 1,42 app per krant. Alle kranten behalve De Twentsche Courant Tubantia en het Friesch Dagblad bieden tenminste 1 smartphone-app aan.

De 24 bij het onderzoek betrokken dagbladen bieden naast 34 apps ook 22 mobiele websites aan. Dit geldt voor alle kranten, behalve het Nederlands Dagblad, de Barneveldse Krant en het Friesch dagblad – zij bieden geen mobiele website aan. Aantal apps per krant en per uitgever

Wanneer men kijkt per krant komt De Telegraaf als winnaar uit de bus. De ‘Krant van wakker Nederland’ biedt 4 apps aan. Het AD biedt 3 apps aan, gevolgd door de Volkskrant, Trouw, het Financieele Dagblad, het Reformatorisch Dagblad, het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant. Deze zes kranten bieden allen 2 apps aan. Veertien kranten bieden 1 app aan. Slechts De Twentsche Courant Tubantia en het Friesch Dagblad bieden geen app aan.

(42)

uitgeefconcerns bieden allen 4 apps aan. NRC Media, de FD Mediagroep en het Reformatorisch Dagblad bieden allen 2 apps aan. Het Nederlands Dagblad, de Koninklijke BDU Uitgevers en de Media Groep Limburg bieden 1 app aan. De Friesch Dagblad Holding biedt geen app aan. Wanneer men kijkt naar relatieve getallen per uitgever, blijkt dat De Telegraaf gemiddeld de meeste apps aanbiedt, namelijk 4 per krant. De Persgroep, de FD Mediagroep, het Reformatorisch Dagblad en de NDC Mediagroep bieden gemiddeld 2 apps per krant aan. NRC Media, het Nederlands Dagblad, de Koninklijke BDU Uitgevers, HDC Media en de Media Groep Limburg bieden gemiddeld 1 app aan. Hekkesluiter is Wegener Nieuwsmedia: het concern biedt gemiddeld 0,88 apps per krant aan. Dit ziet er als volgt uit:

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Aantal apps

(43)

Cijfers w.b.t. typen apps

De 24 kranten bieden in totaal 21 nieuws-apps, 8 e-reader apps en 5 special event-apps aan. Wanneer men kijkt in procenten, ziet dit er als volgt uit:

De 9 bij het onderzoek betrokken landelijke kranten bieden samen in totaal 19 apps aan. Dat is gemiddeld 2,11 apps per krant. Het gaat om 8 nieuws-apps, 8 e-reader apps en 3 special event-apps. Wanneer men kijkt in procenten, ziet dit er als volgt uit:

Wanneer men kijkt per krant, vallen enkele dingen op. Twee kranten vallen op in positieve zin: De Telegraaf en het AD. De Telegraaf heeft het ruimste aanbod. De krant biedt een reguliere nieuws-app, een nieuws-app met content die geheel bestaat uit voetbalnieuws, twee special-event apps en een e-reader app aan. Het AD volgt met een reguliere nieuws-app en twee special event-apps, maar geen e-reader app. Drie kranten vallen op in negatieve zin: het NRC Handelsblad, de nrc.next en het

62% 23%

15%

Landelijke & regionale kranten

(44)

Nederlands Dagblad. Zij bieden allen geen nieuws-app maar alleen een e-reader app aan.

De 16 bij het onderzoek betrokken regionale kranten bieden in totaal 16 apps aan. Dat is gemiddeld 1 app per krant. Het gaat om 14 nieuws-apps en 2 special event apps. Wanneer men kijkt in procenten, ziet dit er als volgt uit:

Wanneer men kijkt per krant, vallen enkele dingen op. In positieve zin kan worden geconcludeerd dat de regionale kranten verhoudingsgewijs goed scoren wanneer het gaat om nieuws-apps: alle kranten die een app aanbieden bieden ook een nieuws-app aan. In negatieve zin valt op dat geen enkele regionale krant een e-reader app aanbiedt. Bovendien bieden slechts twee kranten meer dan een type app aan: de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden

Cijfers w.b.t. platforms

(45)

Op basis van deze cijfers vallen twee dingen op: ten eerste het feit dat 9 apps exclusief voor de iPhone beschikbaar zijn. Het gaat om de nieuws-apps van de Gooi- en Eemlander, het Haarlems Dagblad, het Leidsch Dagblad, het Noordhollands Dagblad en het Dagblad van het Noorden en om de e-reader apps van Trouw, de Volkskrant, nrc.next en NRC Handelsblad. Uit een studie van onderzoeksbureau GfK blijkt namelijk dat Android in 2011 goed was voor zo’n 60 procent van alle smartphones in Nederland. Eind 2010 lag dit percentage nog rond de 25 a 30 procent (GfK, 2011). Men kan dus stellen dat een aantal kranten op dit gebied de slag voorlopig gemist heeft. Ten tweede valt het feit op dat er slechts 1 app (de nieuws-app van De Telegraaf) geschikt is voor Windows Phone. Volgens cijfers van GfK heeft Windows Phone aan het eind van 2012 een marktaandeel van 10 tot 15 procent (GfK, 2011).

4.2 RESULTATEN KWALITATIEF ONDERZOEK

Hier worden de onderzoeksresultaten van de casestudies beschreven. De resultaten zijn tot stand gekomen op basis van deskresearch in de periode 7 t/m 18 mei 2012. Met het oog op de actualiteit zijn de gegevens geüpdate op maandag 11 en dinsdag 12 juni 2012. Zie voor een uitgebreid overzicht Appendix C, ‘Schematisch overzicht resultaten kwalitatief onderzoek’.

ALGEMENE VOORWAARDEN

Hier wordt per algemene voorwaarde steeds eerst een overzicht geboden van de mate waarin de nieuws-apps die de Nederlandse krantensector aanbiedt voldoen aan de

9 20 4 1 5 13 4 1 4 4 0 0 0 4 0 0

iPhone iPhone, Android iPhone, Android,

Blackberry Blackberry, overig iPhone, Android,

Apps per platform

(46)

algemene voorwaarden waaronder gebruikers bereid zijn te betalen voor deze vorm van journalistiek. Daarna volgt steeds een meer diepgaande analyse van de onderzoeksresultaten.

SNELHEID

Overzicht onderzoeksresultaten

Wanneer men per case kijkt naar de eerste algemene voorwaarde ‘Snelheid’, ziet dit er als volgt uit:

App Actueel nieuws Korte Laadtijden Score

AD.nl Mobile JA JA 10

(47)

Stentor Nieuws JA JA 10 G&E NEE JA 5 HD JA JA 10 Leidsch Dagblad JA JA 10 Noordhollands Dagblad JA JA 10 LC.nl JA NEE 5 DvhN.nl JA NEE 5

De Limburger NEE NEE 0

Analyse

Wanneer men de onderzoeksresultaten analyseert, blijkt dat 15 van de 20 apps goed scoren op beide deelvoorwaarden – ‘Actueel nieuws’ en ‘Korte laadtijden’. Wel moet worden opgemerkt dat dit bij twee gescoorde apps (Trouw.nl Mobile en VK.nl Mobile) alleen geldt voor de iPhone versie. De Android-app voldoet in beide gevallen niet aan de deelvoorwaarde ‘Korte laadtijden’. Drie apps (De Telegraaf, LC.nl en DvhN.nl) scoren alleen goed op de deelvoorwaarde ‘Actueel nieuws’, één app (G&E) scoort alleen een voldoende op de deelvoorwaarde ‘Korte laadtijden’. Eén app (De Limburger) scoort op beide onderdelen onvoldoende. Dit ziet er als volgt uit:

15

4

1

Voldoen aan 2 deelvoorwaarden Voldoen aan 1 deelvoorwaarde Voldoet niet aan deelvoorwaarden

Snelheid

(48)

De cijfers zeggen echter niet alles. Op basis van het onderzoek kan worden gesteld dat, ondanks de goede overall score w.b.t. de algemene voorwaarden, de geteste apps bijna allemaal te kampen hebben met regelmatig optredende technische problemen. De meest voorkomende problemen zijn:

 De app verliest de verbinding met het internet, ook bij een vol signaal.

 Content wordt niet gedownload.

 Afbeeldingen binnen de app laden langzaam of helemaal niet.

 De app crasht bij het opstarten.

 De app loopt vast bij het aanklikken van een artikel.

 De app laadt langzaam vanwege flash- of pop-up reclame. INTUÏTIVITEIT

Overzicht onderzoeksresultaten

Wanneer men per case kijkt naar de tweede algemene voorwaarde ‘Intuïtiviteit’, ziet dit er als volgt uit:

App Gebruiks-vriendelijke interface Snel overzicht belangrijk nieuws Korte artikelen Hypertext Score

(49)

FD Mobiel JA JA ? ? ? De Telegraaf JA JA JA NEE 7,5 Barneveldse Krant.nl JA JA NEE NEE 5 BN De Stem Nieuws JA JA JA NEE 7,5 BD Nieuws JA JA JA NEE 7,5 ED Nieuws JA JA JA NEE 7,5 PZC Nieuws JA JA JA NEE 7,5

Stentor Nieuws JA JA JA NEE 7,5

G&E JA JA JA NEE 7,5 HD JA JA JA NEE 7,5 Leidsch Dagblad JA JA JA NEE 7,5 Noordhollands Dagblad JA JA JA NEE 7,5 LC.nl JA JA JA NEE 7,5 DvhN.nl JA JA JA NEE 7,5

(50)

Analyse

Wanneer men de onderzoeksresultaten analyseert, blijkt dat geen enkele geteste app aan alle vier deelvoorwaarden voldoet ((FD kan wanneer het om de deelvoorwaarde ‘Intuïtiviteit’ gaat niet op elk punt worden gescoord). 16 Apps voldoen aan drie deelvoorwaarden, waarvan 12 aan de voorwaarden ‘Gebruiksvriendelijke interface’, ‘Snel overzicht nieuws’, en ‘Korte artikelen’ en 4 aan de voorwaarden ‘Gebruiksvriendelijke interface’, ‘Snel overzicht nieuws’ en ‘Hypertext’. 2 Apps voldoen aan twee deelvoorwaarden, waarvan 1 app (Barneveldse Krant) voldoet aan de voorwaarden ‘Gebruiksvriendelijke interface’ en ‘Snel overzicht nieuws’ en 1 app (De Limburger) aan de voorwaarden ‘Snel overzicht nieuws’ en ‘Korte artikelen’. 1 App (AD.nl Mobile) voldoet alleen aan de ‘Voorwaarde gebruiksvriendelijke interface’. Dit ziet er als volgt uit:

Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat de geteste apps wanneer het gaat om de algemene voorwaarde ‘Intuïtiviteit’ het nodige kunnen verbeteren. De apps kampen met verschillende problemen. De meest voorkomende problemen zijn technisch van aard, maar enkele problemen zijn gerelateerd aan de inhoud van de app:

 Het beginscherm van de app is onoverzichtelijk.

 Binnen de app is sprake van dubbele berichten (het zelfde bericht verschijnt twee keer in de lijst).

(51)

 De menu-indeling van de app is onduidelijk, wat het navigeren bemoeilijkt.

 Hierop aansluitend: door de beperkte schermgrootte wil het bij het navigeren voorkomen dat de gebruiker een verkeerde pagina opent.

 De artikelen zijn te lang.

 Hyperlinks werken niet.

 Hierop aansluitend: externe hyperlinks verwijzen naar een webpagina die vervolgens in desktopweergave (binnen de interface van de app) wordt geopend. Zo’n website is vanwege de beperkte beeldschermgrootte van de smartphone moeilijk te lezen.

 De app werkt niet in landscape-modus. Dit betekent dat artikelen alleen ‘verticaal’ kunnen worden gelezen.

OFFLINE BESCHIKBAARHEID Overzicht onderzoeksresultaten

Wanneer men per case kijkt naar de derde algemene voorwaarde, ‘Offline beschikbaarheid’, blijkt dat alle 19 geteste apps (FD Mobiel kan op dit punt niet worden gescoord) aan deze algemene voorwaarde voldoen. Zij scoren op dit onderdeel 10 punten. Alle geteste nieuws-apps kunnen dus ook worden gebruikt wanneer er geen verbinding is met het internet. Wanneer dit het geval is kan de gebruiker eerder ingeladen artikelen openen.

Analyse

Wanneer men de onderzoeksresultaten analyseert, blijkt dat de gescoorde apps in twee groepen kunnen worden verdeeld. Verreweg de grootste groep (15 apps) is altijd offline beschikbaar. 5 Apps gaan een stap verder: de gebruiker kan hier zelf aangeven of hij deze functie wil inschakelen. Het gaat hierbij om de apps van Wegener Nieuwsmedia.

EXTRA FUNCTIONALITEITEN/MOGELIJKHEDEN

(52)

extra functionaliteiten waarvoor gebruikers bereid zijn te betalen. Daarna volgt steeds een meer diepgaande analyse van de onderzoeksresultaten.

REGIONAAL/LOKAAL NIEUWS Overzicht onderzoeksresultaten

Wanneer men per case kijkt naar de eerste extra functionaliteit, ‘Regionaal/Lokaal nieuws’, ziet dit er als volgt uit:

App Regionaal

nieuws

Lokaal Nieuws

Plaatsgebonden Score

AD.nl Mobile NEE NEE NEE 0

Trouw.nl Mobile NEE NEE NEE 0

RD NEE NEE NEE 0

VK.nl Mobile NEE NEE NEE 0

Parool.nl Mobile NEE NEE NEE 0

FD Mobiel NEE NEE NEE 0

De Telegraaf NEE NEE NEE 0

(53)

Stentor Nieuws JA JA NEE 5

G&E JA JA NEE 5

HD JA JA NEE 5

Leidsch Dagblad JA JA NEE 5

Noordhollands Dagblad JA JA NEE 5 LC.nl JA JA NEE 5 DvhN.nl JA JA NEE 5 De Limburger JA JA JA 10 Analyse

Wanneer men de onderzoeksresultaten analyseert blijkt dat slechts 1 van de 20 apps (De Limburger) voldoet aan alle drie deelvoorwaarden die samen de eerste extra functionaliteit, ‘Regionaal/lokaal nieuws’, vormen. 12 Apps voldoen aan twee deelvoorwaarden (‘Regionaal nieuws’ en ‘Lokaal nieuws’) en 7 apps voldoen aan geen enkele deelvoorwaarde. Dit ziet er als volgt uit:

1

12

0

7

Voldoet aan 3

deelvoorwaarden deelvoorwaarden Voldoen aan 2 deelvoorwaarde Voldoen aan 1 deelvoorwaarde Voldoen aan 0

Regionaal/Lokaal nieuws

(54)

Geen enkele landelijke kranten-app biedt regionaal of lokaal nieuws aan. Het tegenovergestelde geldt voor de geteste regionale dagblad-apps: zij bieden allemaal regionaal en lokaal nieuws aan. Dit nieuws wordt aangeboden naast categorieën als ‘Binnenland’, ‘Buitenland’, ‘Economie’ en ‘Sport’ – hier moet worden opgemerkt dat de regionale en lokale nieuwscategorieën meestal de hoofdmoot vormen van de apps en dan ook bij voorkeur via het home-screen te raadplegen zijn (in tegenstelling tot de zojuist genoemde algemene categorieën die over het algemeen achter de navigatiebalk verstopt zitten). De categorie indeling verschilt per app. De app DvhN.nl van het Dagblad van het Noorden biedt haar lokale nieuws bijvoorbeeld aan onder de rehionale categorieën ‘Groningen’ en ‘Drenthe’, terwijl de app van dagblad BN/De Stem haar nieuws bijvoorbeeld rangschikt d.m.v. de categorieën ‘Westelijk Noord-Brabant’ en ‘Zeeland’. Wel valt op dat behoudens de app van Dagblad De Limburger geen enkele geteste app gebruik maakt van plaatsgebonden nieuws (via GPS).

INDIVIDUALISERING

Overzicht onderzoeksresultaten

Wanneer men per case kijkt naar de tweede extra functionaliteit, ‘Individualisering’, ziet dit er als volgt uit:

App Push-functie Push-berichten zelf instellen Integratie sociale media Interface door gebruiker aan te passen Al-gelezen functie Score

AD.nl Mobile JA JA JA NEE NEE 5 Trouw.nl

Mobile

JA JA JA NEE NEE 5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van het literatuuronderzoek en de interviews zijn in de tweede fase van het onderzoek uiteindelijk zeven schalen ontwikkeld: toegang tot medische

Het is moeilijk om vast te stellen of er wel behoefte is aan een eigen rechtsingang voor jongeren maar te weinig bekendheid met het artikel 162a BW, of dat er simpelweg geen gebruik

door Paul Jansen en Wouter de Winther DEN HAAG, woensdag Mariko Peters sloeg uitdrukkelijke waarschuwingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken in de wind om zich als diplomate

Grafi ek 2 Gemiddeld aantal artikelen per voorpagina, per krant per jaar 38 Grafi ek 3 Percentage van onderwerpen op voorpagina’s van Nederlandse kranten, per jaar 39 Grafi ek

Beiden omschrijven een goede dood als een zelfgekozen dood die op oudere leeftijd plaatsvindt, waar weloverwogen voor gekozen wordt, die niet in eenzaamheid of

In de blijvend grasland worden de hoogste organische stof gehaltes bereikt die voor betreffende grond mogelijk zijn omdat gras veel organische stof aan de bodem levert en de

Er kan door het huidige onderzoek niet geconcludeerd worden dat de motivatie voor het gebruik van Quantified-Self apps samenhangt met het persoonlijkheidskenmerk neuroticisme. Ook

ervaring, intentie, gedrag, cognitieve en affectieve risicoperceptie, vertrouwen, waargenomen nut, waargenomen gebruiksgemak, en waargenomen gedragscontrole jegens elektronische