• No results found

5. Conclusies en aanbevelingen

5.3 Aanbevelingen voor een ingreep voor het Consortium Roze 50+

De afgelopen twee jaar is er veel aandacht geweest voor de positie van LHBT-ouderen in Nederland. Het lot van LHBT-ouderen in zorginstellingen was aanleiding voor diverse nieuwsitems. In het televisieprogramma ‘Geer en Goor, waarheen waarvoor’, op 18 september 2014 werd aandacht gevraagd voor het lot van LHBT-ouderen (RTL4, 2014). In dit programma werd ook gewezen op de Roze loper. De Roze loper (het keurmerk voor zorginstellingen) werd in 2008 door het COC Nijmegen aan zes woonzorgcentra uitgereikt als prijs voor instellingen die aandacht besteden aan

homoseksualiteit. Anno 2015 kent Nederland al 99 zorginstellingen die dit keurmerk hebben verdiend (COC, 2015). Het zal mooi zijn als alle zorgorganisaties in Nederland zo een keurmerk krijgen.

De groep LHBT-senioren kan veel baat hebben bij een interventie zoals aangeboden is in het vooronderzoek met het project “Als u begrijpt wat ik bedoel…, empowerment roze senioren”. Door aan dit project een vervolg te geven, kunnen mogelijk meer LHBT-senioren geholpen worden bij het creëren van een mantelzorgnetwerk.

De gay-straight alliantie die het Consortium Roze 50+ gevormd heeft, zorgt voor veel aandacht voor de problematiek van kwetsbare LHBT-ouderen. De kennis vanuit dit onderzoek is voor een groot deel al gedeeld binnen het Consortium Roze 50+ en verwerkt in bovengenoemde handreiking. Het

Consortium heeft sinds het ontstaan in 2007 een schat aan informatie op het gebied van voorlichting rond het bereiken van LHBT-emancipatie en empowerment. Toch bereikt de informatie niet altijd de belanghebbenden.

Mantelzorg voor roze ouderen; hoe brengen we dit aan de man/vrouw?

Tijdens de presentatie van het onderzoek naar de ontbrekende mantelzorg voor LHBT-ouderen in Nederland, waarvan enkele aanbevelingen al verwerkt zijn in de handreiking Informele zorg en zelfredzaamheid van LHBT-ouderen, werden de medewerkers van het team ‘participatie en actief burgerschap’ uitgenodigd om te brainstormen. De vraag waar zij zich over bogen is: “Hoe brengen we de kennis die we reeds verzameld hebben over een thema als mantelzorg voor LHBT-ouderen (nog) beter onder de aandacht van overheid en gemeenteambtenaren, de professionals die werken met deze doelgroep en uiteindelijk ook de burgers die als vrijwilliger meer ingezet worden om de ontbrekende mantelzorg voor roze ouderen het hoofd te bieden?”

De overheid en gemeenteambtenaren

De WMO van 2015 stelt de mantelzorgondersteuning als een belangrijk aandachtspunt. De baliemedewerkers bij steunpunten van mantelzorg, maar ook de WMO ambtenaren die het

‘keukentafelgesprek’ houden zouden meer getraind moeten zijn om niet handelingsverlegen te zijn ten opzichte van LHBT-cliënten (Hermans & Schuyf, 2014). Vaak krijgen LHBT-ouderen nog steeds te maken met ambtenaren die vanuit weerstand of

vooroordelen handelen.

Wanneer je dit onder de aandacht wil brengen bij overheid en gemeentes, dan kun je dit vanuit

verschillende insteken doen. Voorbeelden zijn ‘diversiteit’ of ‘zorgvragers vanuit diverse pluimages’. Het meest gevoelig blijken de ambtenaren wanneer je kunt aangeven dat deze groep met de reguliere vorm van

mantelzorgondersteuning, tussen de wal en het schip gaan vallen, gezien de kleine mantel die deze groep om zich heen heeft. Daardoor heeft deze groep meer behoefte aan professionele hulp, welke aan specifieke voorwaarden moet voldoen, om veiligheid te waarborgen.

Wanneer hier niet aan voldaan wordt dan ontstaat er een risicofactor, namelijk dat er zo een stuk vereenzaming wordt gecreëerd. Wanneer je aan kunt tonen dat er ‘risicofactoren’ zijn, dan heb je de aandacht van de

overheid en indirect gemeente ambtenaren. Risicofactoren krijgen vaker de aandacht en kunnen subsidies opleveren.

Professionals uit de zorg

Binnen zorginstellingen is er nog altijd de heteronorm die lijkt te regeren. De standaardformulieren bij de intake nodigen een LHBT-oudere niet uit om uit de kast te komen. Wanneer je diversiteit wil integreren in de zorg, dan gaat dat waarschijnlijk het beste onder het reguliere bestaande aanbod, door het een onderdeel te maken van dat wat er al is.

Het is van belang dat op het moment er een vraag komt vanuit het werkveld, en er een mogelijkheid is om het te benoemen, we aandacht vragen voor diversiteit en specifieke doelgroepen. Je kunt klein beginnen om die bewustwording op gang te brengen. Uiteindelijk gaat het om een

gedragsverandering op de werkvloer. Daarnaast is het van belang dat we aansluiting vinden bij programma’s als ‘info-zorg’ en ‘info-mantelzorg’ want deze hebben al een ingang bij de

zorginstellingen. Maak het niet exclusief voor roze ouderen, maar zorg dat je aandacht krijgt voor

“Nou ik denk dat het heel belangrijk is, dat daar al mensen zijn, die rekening houden met een grote diversiteit aan vragen. Op het moment dat die diversiteit wordt beperkt tot “alleen maar dit hebben we in de aanbieding” en voor de rest niks, dan beperk je sowieso de ander. Als je zegt: “Alles is hier mogelijk, dit hebben we, maar er kan nog meer bij.” dan geef je meer ruimte, snap je? En dat stuk zou ik heel graag ontwikkeld willen zien. Maar misschien is dat nog een ver iets.” (Man, 60 jaar)

diverse groepen met een te klein netwerk of mantel. Dit vergroot de kans op respons aanzienlijk.

Burgerinitiatieven in de vorm van vrijwilligersorganisaties Door coördinatoren van vrijwilligersorganisaties te

benaderen en te wijzen op diversiteit in het algemeen lijkt ook voor deze groep een eventuele gepaste benadering. In het kader van de decentralisaties van de zorg is het

wellicht gewenst om als kenniscentrum een workshop te ontwikkelen met betrekking tot diversiteit in de breedste zin voor vrijwilligers die eventueel ingezet gaan worden als vervangend mantelzorger.

Dit zou bijvoorbeeld in samenwerking met ‘info- mantelzorg’ gerealiseerd kunnen worden. Veel vrijwilligersorganisaties bieden een keer per jaar een training aan voor hun vrijwilligers. Juist door deze trainingen te organiseren rond thema’s als eenzaamheid of discriminatie maak je het algemener, maar bouw je wel ruimte in voor de roze ouderen zonder mantelzorg.

“Er is wel of er is geen mantelzorg, en of ik nou roze ben of blauw, dat zou op zich niets uit mogen maken. Ik verbaas me erover, ja dat hoorde ik laatst: "Ja ik zeg maar niet dat ik lesbisch ben, want dan krijg ik straks te maken met het feit van: Die lesbische vrouw wil ik niet wassen." Daar had ik eigenlijk nooit bij stilgestaan. Maar het is wel binnengekomen, want ik weet het nog heel goed, het is wel iets waar ik toen met mijn neus op gedrukt ben, van jeetje dat bestaat ook nog.”