• No results found

Hoofdstuk 4 Toekomst innovatiebo

4.2 Evaluatie innovatiebo

4.2.3 Aanbevelingen en overwegingen

Op basis van de uitgevoerde evaluatie wordt in het rapport evaluatie innovatiebox tot slot vijf aanbevelingen gedaan met betrekking tot de innovatiebox. De eerste aanbeveling gaat over het behoud van de S&O-verklaring als toegangsticket voor de innovatiebox en om te

overwegen hem verplicht te stellen waar mogelijk is. De S&O-verklaring biedt een garantie dat S&O-uren daadwerkelijk in Nederland worden gemaakt en hierdoor wordt het voor

bedrijven haast onmogelijk om zonder S&O-substance gebruik te maken van de innovatiebox. Daarnaast maken veel ondernemingen gebruik van deze verklaring en blijven innovators die geen gebruik kunnen of willen maken van octrooi- of kwekersrechten toegang houden tot de                                                                                                                

117 Den Hertog, Vankan, Verspagen, Mohnen, Korlaar, Janssen & Minne 2015, p. 99 118 Den Hertog, Vankan, Verspagen, Mohnen, Korlaar, Janssen & Minne 2015, p. 99 119 Den Hertog, Vankan, Verspagen, Mohnen, Korlaar, Janssen & Minne 2015, p. 113

innovatiebox. Echter moet bij deze aanbeveling rekening worden gehouden dat de toegang tot de innovatiebox via de verklaring niet onverkort in stand kan blijven voor alle bedrijven, als gevolg van de gemaakte afspraken binnen het BEPS-project over de toegankelijkheid van patentboxen.120 Daarbij geeft de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (de NOB) aan in overweging terughoudend te zijn met het verplicht stellen van de S&O-verklaring.

Ondernemingen kunnen om pragmatische redenen geen of weinig S&O aanvragen. Hierbij is het tevens van belang dat met ingang van 2016 de reikwijdte van S&O ten aanzien van software is ingeperkt. Dit laatste zou volgens de NOB geen invloed mogen hebben op het gebruik van de innovatiebox gezien het belang van deze sector.121

De tweede aanbeveling betreft het stellen van strengere eisen aan de besteding van de VPB-belastingvermindering die ondernemers genieten door gebruik van de innovatiebox. Dergelijke voorwaarden worden ook toegepast in de WBSO. De belastingvermindering kan door de ondernemers op verschillende manieren worden aangewend. Door voorwaarden te stellen kan meer sturing worden gegeven aan de besteding van de voordelen. Een voorbeeld dat wordt genoemd in het rapport is dat de onderneming de belastingvermindering alleen verkrijgt als het daadwerkelijk wordt ingezet om het niveau van R&D-bestedingen te

verhogen ten opzichte van het voorgaande jaar.122 Echter is deze aanbeveling moeilijker uit te

voeren omdat de innovatiebox aangrijpt bij de opbrengsten van S&O-werk en niet bij de kosten daarvan.123 Daarnaast is een verplichte besteding van de extra middelen die de

belastingplichtige tot zijn beschikking krijgt afbreuk van deze compensatie. Tot slot zorgt het naar verwachting tot een te grote complexiteit in de uitvoering voor zowel de Belastingdienst als belastingplichtige.124

De derde aanbeveling is om de complexiteit van de toepassing van de innovatiebox te reduceren waar mogelijk is en de toepassing zo transparant mogelijk. De complexiteit ligt vooral in de bepaling wanneer sprake is van een zelf voortgebracht immaterieel activum dat kwalificeert voor de innovatiebox. Om de regeling transparanter en minder complex te maken kan overwogen worden het aantal winsttoerekeningsmethoden te reduceren, de

toegangscriteria helderder in de regeling te beschrijven en het forfaitbedrag voor de forfaitaire methode te verruimen.125

                                                                                                               

120 Staatssecretaris van Financiën, 19 februari 2016, DB/2016/70 U, p. 3 121 Lambooij 2016, p. 2

122 Den Hertog, Vankan, Verspagen, Mohnen, Korlaar, Janssen & Minne 2015, p. 13 123 Staatssecretaris van Financiën, 19 februari 2016, DB/2016/70 U, p. 3

124 Lambooij 2016, p. 2

De vierde en vijfde aanbeveling gaan over de beschikbaarheid van de gegevens. De onderzoekers bevelen aan om de administratieve informatie rond de toepassing,

doeltreffendheid en doelmatigheid van de innovatiebox op orde te brengen. Dit kan bijvoorbeeld door de eenmalige koppeling die gemaakt is tussen het Algemeen Bedrijven Register van het Centraal Bureau van Statistiek meer structureel te maken. Ten slotte wordt aanbevolen om de gegevens over R&D en innovatie verder te verrijken zodat nauwkeuriger analyses kunnen worden gemaakt.126

Het rapport van de CPB eindigt met drie eventuele beleidsopties. De eerste optie is het afschaffen van de innovatiebox. Volgens het CPB heeft de innovatiebox waarschijnlijk weinig effect op investeringen in R&D. Uit internationaal onderzoek blijkt dat de innovatiebox vooral wordt gebruikt om belasting te ontwijken. Het afschaffen van de innovatiebox maakt Nederland fiscaal minder aantrekkelijk, maar zal naar verwachting weinig effect hebben op de investeringen in R&D. Met het afschaffen zal het begrotingskort met een aanzienlijk kleiner deel van de nominale belastinguitgaven verminderen. De afname van de R&D-uitgaven wordt geschat op 0.3 miljard euro.127

De andere twee beleidsopties hebben betrekking op het stellen van strengere eisen met betrekking tot immateriële activa en de locatie van R&D. Ten eerste kunnen de ingangseisen van de innovatiebox worden aangescherpt door bijvoorbeeld de grondslag te beperken tot winst uit octrooien. Voordelen zijn een eenvoudigere uitvoering en minder ruimte voor belastingontwijking. Tot slot kan de toegang tot de innovatiebox beperkt worden tot met bedrijven met een S&O-verklaring. Voordelen zijn dat buitenlandse R&D niet meer gesubsidieerd wordt en dat belastingontwijking beperkt wordt. Echter kunnen de belastinginkomsten hierdoor afnemen, omdat ondernemingen kiezen om een ander vestigingsland te kiezen.128

Tot slot komt de NOB met drie aanbevelingen. Ten eerste moet volgens de NOB de toegang tot de innovatiebox zo ruim mogelijk worden gehouden en de huidige

toegangsmogelijkheden niet verder te beperken dan strikt noodzakelijk is op grond van BEPS- actieplan vijf. De orde pleit tevens voor een voortzetting van de zelfstandige toegang middels octrooien en kwekersrechten.129 De tweede aanbeveling is om de innovatiebox ook open te stellen voor ondernemers uit de inkomstenbelasting. Hierdoor kan het MKB nog meer gebruik maken van de innovatiefaciliteiten en kan deze doelgroep nog beter bereikt worden. Ten slotte                                                                                                                

126 Staatssecretaris van Financiën, 19 februari 2016, DB/2016/70 U, p. 3 127 Centraal Plan Bureau (CPB) 2016, p. 91

128 Centraal Plan Bureau (CPB) 2016, p. 92 129 Lambooij 2016, p. 3

pleit de Orde ervoor om de eventuele budgettaire opbrengsten te gebruiken voor het verbeteren van innovatiefaciliteiten.130