• No results found

Hoofdstuk 4 Conclusie; de implementatie van het ontslagverbod ex artikel 4 van de Richtlijn in

4.2 Aanbevelingen

Om meer recht te doen aan de beschermingsgedachte van de Richtlijn, is het van evident belang de werknemer die overgaat niet te veel ontslagbescherming te bieden. Naast het feit dat dit tot ongelijkheid ten opzichte van zittende werknemers leidt, strookt een dergelijke toepassing niet met de doelstelling van de Richtlijn. Het is dan ook noodzakelijk dat de reikwijdte van ETO-redenen niet te beperkt worden geïnterpreteerd. Er dient niet alleen rekening te worden gehouden met rechten van de overgegane werknemers, maar ook met die van zittende werknemers. Een te vergaande bescherming tast de beleidsvrijheid van de werkgever alsmede de rechtspositie van zittende werknemers onevenredig aan.

Door de introductie van de verplichte ontslagroutes zal het beleid van het UWV omtrent de toepassing van ETO-redenen aan belang toenemen. Om deze reden volstaat het huidige terughoudende beleid niet langer. Voorts brengt het toekomstige ontslagsysteem met zich dat het van groter belang zal zijn dat het beleid van het UWV en de rechtspraak parallel lopen. Verschil in beleid leidt tot rechtsongelijkheid. Het toekomstig gezamenlijk beleid dient niet louter de belangen van de werknemer die overgaat in ogenschouw te nemen, maar ook acht te slaan op de belangen van de verkrijger en zijn zittende werknemers. Om deze reden zou ik opteren voor een ‘gulden middenweg’. Wellicht dat het Hof van Justitie hen hierbij een handje kan helpen door de onzekerheid omtrent de toepasbaarheid van ETO-redenen weg te nemen.

De komst van de Wwz heeft de waarborging van de beschermende werking van de Richtlijn vergroot. Men moet er echter wel op bedacht zijn dat een vooraf vastgestelde transitievergoeding afbreuk kan doen aan de beschermingsgedachte. Het uitlokken van ontslagname waarbij de werkgever buiten de grens van ernstige verwijtbaarheid blijft, is hierbij een mogelijk gevaar. Om deze reden ligt het wellicht voor de hand een ander verwijtbaarheidscriterium te hanteren indien er sprake is van overgang van onderneming. Hierdoor zal ook de werking van artikel 7:665 BW niet worden uitgehold. Een mogelijke oplossing zou zijn het ‘muizengaatje’ in het geval van overgang van onderneming op te rekken. Daarnaast is het mijns inziens een taak voor de wetgever de afwezigheid van de mogelijkheid tot buitengerechtelijke vernietiging van de opzegging nog eens nader onder de loep te nemen.

Geraadpleegde literatuur

Beltzer & Holtzer, SMA 2001, p. 299-314

R.M. Beltzer & M. Holtzer, ‘Het wetsvoorstel overgang van onderneming: de niet te onderschatten invloed van Richtlijn 98/50 EG’, SMA 2001, p. 299-314.

Beltzer & Van der Pijl 2013

R.M. Beltzer & J. van der Pijl, ‘De rechtspositie van werknemers bij surséance van betaling en faillissement’ in: L.G. Verburg & W.A. Zondag (red.), Arbeidsrechtelijke aspecten van reorganisatie, Deventer: Kluwer 2013. Beltzer & Zwemmer, Onderneming & Financiering 2013/2

R.M. Beltzer & J.P.H. Zwemmer, ‘Albron/Roest – All’s well that ends well’, Onderneming & Financiering 2013/2.

Beltzer & Zwemmer, Ondernemingsrecht 2009, 97

R.M. Beltzer & I. Zaal, ‘Medezeggenschap na overgang van onderneming’, Ondernemingsrecht 2009, 97. Beltzer 2003

R.M. Beltzer, Overgang van ondernemingen, Den Haag: Sdu Uitgevers 2003. Beltzer, SMA 2007

R.M. Beltzer, ‘Dertig jaar overgang van onderneming – een lijst van wensen’, SMA 2007, p. 59-71. Beltzer 2008

R.M. Beltzer, Overgang van onderneming in de private en publieke sector, Nijmegen: Kluwer 2008. Beltzer, TAP 2009, p. 4-6

R.M. Beltzer, ‘Een lacune in ontslagbescherming bij overgang van onderneming’, TAP 2009, p. 4-6. Beltzer, TRA 2010, 77

R.M. Beltzer, ‘De LAT-relatie tussen de ETO- en bedrijfseconomische redenen’, TRA 2010, 77. Bouwens 2011

W. Bouwens, ‘Ontslag wegens overgang van de onderneming’ in: S.F. Sagel (red.), Vrienden door Duk en dun (liber amicorum voor mr. R.A.A. Duk), Deventer: Kluwer 2011.

Van Drongelen e.a. 2011

J. van Drongelen e.a., Individueel arbeidsrecht Deel 2: Bijzondere bedingen; Aansprakelijkheid; Gelijke behandeling; Overgang van de onderneming, Zutphen: Paris 2011.

Duk 2005

R.A.A. Duk, ‘Fout!’ in: S.F. Sagel & E. Verhulp (red.), Voor De Laat: de Hoge Raad, Deventer: Kluwer 2005. Eijsbouts e.a. 2010

W.T. Eijsbouts e.a., Europees Recht – Algemeen Deel, Groningen: European Law Publishing 2010. Grapperhaus 2014

F.B.J. Grapperhaus, ‘De toren van Babel en het in het Wetsvoorstel Werk en Zekerheid beoogde nieuwe ontslagstelsel’, TRA 2014/22.

Van der Grinten 2011

W.C.L. van der Grinten, Arbeidsovereenkomstenrecht, Deventer: Kluwer 2011. Groen 1989

J.J. Groen, Rechterlijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, Arnhem: Gouda Quint 1989. Heerma van Voss 2013

G.J. Heerma van Voss, Inleiding Nederlands sociaal recht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2013.

Holtzer, Zondag en Degelink 2013

M. Holtzer, W.A. Zondag & B. Degelink, ‘Wijziging van arbeidsvoorwaarden’ in: L.G. Verburg & W.A. Zondag (red.), Arbeidsrechtelijke aspecten van reorganisatie, Deventer: Kluwer 2013.

Langman & Lugt 2005

M.A. Langman & M.G.H. Lugt, Bedrijfsoverdracht in het MKB, moeilijk of makkelijk? Ondernemerschap in perspectief, Amsterdam 2005

Loonstra & Zondag 2014

C.J. Loonstra & W.A. Zondag (red.), Sdu Commentaar Arbeidsrecht, Den Haag, Sdu uitgevers 2014. Nunes, ArbeidsRecht 2002/1

E. Nunes, ‘Overgang van onderneming in een nieuw perspectief’, ArbeidsRecht 2002/1. Oberman 2005

C.C. Oberman, Rechtspraak ontbinding, Deventer: Kluwer 2005. Prince e.a. 2014

Y.M. Prince e.a., Bedrijfsoverdrachten in een periode van recessie en vergrijzing: Stand van zaken in het MKB anno 2013, Zoetermeer 2014

Roest & Spliet, ArbeidsRecht 2011/56

E.A. Roest & B.A. Spliet, ‘Ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst’, ArbeidsRecht 2011/56. Rutgers & Van der Kamp, Bedrijfsjuridische berichten 2014/37

D.J. Rutgers & M.C. van der Kamp, ‘Naar een nieuw ontslagrecht (4): beëindigingsovereenkomst, opzeggings- en ontbindingsprocedure’, Bedrijfsjuridische berichten 2014/37.

Sagel, TRA 2014/267

S.F. Sagel, ‘De bedenkelijke bedenktermijn in Wetsvoorstel Werk en Zekerheid’, TRA 2014/267. Van Slooten e.a. 2012

J.M. van Slooten e.a., Tekst & Commentaar Arbeidsrecht, Deventer Kluwer 2012. Spoelder, ArbeidsRecht 2010/22

S.R. Spoelder, ‘Opzegverbod wegens overgang van onderneming: Hebbes!’, ArbeidsRecht 2010/22. Van Straalen 1999

P.W. van Straalen, Behoud van rechten van werknemers bij overgang van onderneming (diss. Groningen), Deventer: Kluwer 1999.

Van Teeffelen 2012

L. van Teeffelen, De effecten van opheffingen en bedrijfsoverdrachten op de Nederlandse economie: schattingen voor het jaar 2011, Utrecht 2012

Vakgroep arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht Universiteit van Amsterdam 2014

Vakgroep arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht Universiteit van Amsterdam, Het wetsvoorstel Werk en zekerheid – dertig concrete voorstellen tot aanscherping en verduidelijking’, Amsterdam 2014

Van Zanten-Baris, TRA 2014/28

A. van Zanten-Baris, 'Een ‘kleurloze’ (transitie)vergoeding bij ontslag?', TRA 2014/28.

Geraadpleegde jurisprudentie

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen

HvJ EG 7 februari 1985, NJ 1985, 902 (Botzen)

HvJ EG 11 juli 1985, NJ 1988, 907 (Mikkelsen/Danmols Inventar) HvJ EG 26 februari 1986, C-152/84 (Marshall)

HvJ EG 18 maart 1986, NJ 1987, 502 (Spijkers)

HvJ EG 10 februari 1988, NJ 1990, 423 (Daddy's Dance Hall) HvJ EG 15 juni 1988, NJ 1990, 247 (Bork)

HvJ EG 13 november 1990, C-106/89 (Marleasing) HvJ EG 19 mei 1992, NJ 1992, 476 (Sophie Redmond) HvJ EG 14 april 1994, JAR 1994/107 (Schmidt) HvJ EG 19 september 1995, NJ 1996, 520 (Rygaard) HvJ EG 11 maart 1997, JAR 1997/91 (Süzen) HvJ EG 12 maart 1998, JAR 1998/100 (Dethier) HvJ EG 2 december 1999, JAR 2000, 31 (Allen)

HvJ EG 14 september 2000, JAR 2000/225 (Collino en Chiappero/Telecom Italia) HvJ EG 25 januari 2001, JAR 2001/68 (Oy Liikenne)

HvJ EG 20 november 2003, NJ 2004, 265 (Abler) HvJ EG 20 november 2003, JAR 2003,298 (Sodexho) HvJ EG 16 oktober 2008, C 313/07 (Kirtruna) HvJ EG 27 november 2008, JAR 2009/20 (Juuri) HvJ EG 11 juni 2009, C‑ 561/07 (Commissie/Italië) HvJ EG 21 oktober 2010, JAR 2010/298 (Albron/Roest)

Hoge Raad der Nederlanden

HR 26 mei 1966, NJ 1966/345

HR 7 oktober 1988, NJ 1989, 240 (Boode/Hoheisel)

HR 6 maart 1992, NJ 1992/509, JAR 1992/10 (Mungra/Van Meir) HR 10 september 1993, NJ 1993, 777 (Alcatel)

HR 25 februari 1994, NJ 1994/377

HR 29 december 1995, JAR 1996/29 (Buyck/Van den Ameele)

HR 13 februari 1998, JAR 1998/72 (Arnidell e.a./Port De Plaisance Hotel Operations) HR 26 mei 2000, JAR 2000/152 (Veenendaal/Van Vuuren)

HR 28 mei 2004, JOL 2004/281 (Digicolor)

HR 26 juni 2009, JAR 2009/183 (Frits Bos/Pax Integrated Logistics B.V.)

Gerechtshoven

Hof ‘s Gravenhage 10 januari 1996, NJ 1997, 15 (Ammerlaan) Hof Arnhem 30 september 2008, JAR 2009/107

Rechtbanken (sector civiel)

Rb. Arnhem 29 oktober 1982, NJ 1982, 619 (Heidemij)

Rechtbanken (sector kanton)

Ktr. Amsterdam, 1 april 1997, JAR 1997/202 Ktr. Utrecht, 15 maart 2006, JAR 2006/80 (Albron) Ktr. Amsterdam 23 juni 2006, JAR 2006/194 Ktr. Dordrecht 12 april 2007, LJN BA3037

Ktr. Amsterdam 28 oktober 2009, JAR 2009/275 (Hebbes) Ktr. Middelburg 13 januari 2011, JIN 2011/384

Ktr. Apeldoorn 28 mei 2013, JAR 2013/164 Ktr. Amsterdam 7 april 2014, JAR 2014/129