• No results found

5. Conclusie en aanbevelingen

5.5 Aanbevelingen

Op basis van onze evaluatie kunnen een aantal inhoudelijke, organisatorische en procesmatige aanbevelingen worden gedaan. Het is belangrijk hierbij op te merken dat er aanbevelingen zijn die de effectiviteit verhogen en aanbevelingen die meer de tevredenheid van leerlingen en/of docenten en/of gastdocenten verhogen. Een overkoepelende beleidsmatige aanbeveling is om te kijken naar hoe de projecten intern zijn belegd. Hoewel we geen onderzoek hebben gedaan naar de bredere projectenportefeuille van de gemeente Den Haag en sturing vanuit andere partners, is het ons wel opgevallen dat de gemeentelijke aansturing van deze projecten geborgd is bij IPPR. VIP en MIJ (jr.) zijn typisch projecten die vallen onder de zogenaamde

‘primaire preventie’ van het preventieclassificatiemodel zoals beschreven in Hoofdstuk 2.

Vanuit dit perspectief bekeken is het wellicht logischer om de projecten intern te borgen bij de afdeling Sociaal Domein (Onderwijs) in plaats van bij de afdeling Veiligheid.

Aanbevelingen voor VIP zijn:

• Meer methodisch werken. Op dit moment ontbreekt een methodiek voor VIP.

VIP bestaat nu uit één grote PowerPointpresentatie waarbij per les verschilt wat daaruit wel en niet behandeld wordt. Door het scrollen en zoeken naar relevante slides gaat kostbare tijd verloren en raakt de gastdocent de aandacht van de leerlingen soms kwijt. Bovendien is door deze werkwijze onvoldoende duidelijk wat het effect van een les zal zijn. Het meer methodisch werken zal de effectiviteit van de lessen verhogen.

• Doorlopende leerlijn. Een VIP-les duurt in sommige gevallen maar 50 minuten. Dit onderzoek laat zien dat er in 50 minuten al effect behaald kan worden. Een

methodisch opgebouwde doorlopende leerlijn bestaande uit meer lessen, waarin meer stof behandeld kan worden, zal naar alle waarschijnlijkheid ook meer effecten

genereren.

• Een diversere scholenselectie. Uit de observaties van de lessen is gebleken dat de lessen met name zijn verzorgd op scholen met leerlingen die een andere culturele achtergrond hebben. Dat heeft o.a. te maken met de persoonlijke contacten van de gastdocent met deze specifieke scholen en de leerlingenpopulatie op Haagse vmbo’s en mbo’s. Gelet op het feit dat er tegenwoordig dreiging uitgaat van alle vormen van extremisme (NCTV, 2021), zou men kunnen opteren voor een diversere

scholenselectie om zo te werken aan de weerbaarheid en democratisch burgerschap van álle Haagse leerlingen.

• Overdragen van methodiek. De afhankelijkheid van het project van een gastdocent maakt de continuïteit van het project kwetsbaar. Dit zou voorkomen kunnen worden door de methodiek over te dragen aan anderen, zodat er een poule van gastdocenten is waarvan gebruik gemaakt kan worden. Voorwaarde is dan wel dat er gastdocenten worden gevonden die eenzelfde rolmodelfunctie hebben als de huidige gastdocent.

• Duidelijke afspraken en voorwaarden met scholen inclusief bredere inbedding in burgerschapsprogramma en (zorg)structuur school. De aanwezigheid en actieve bijdrage van de reguliere docent tijdens de les helpt om orde te houden in de klas. Zo kan de gastdocent zich concentreren op de inhoud van de les in plaats van ook als politieagent op te treden. Daarnaast bepalen de scholen nu in grote mate zelf hoe lang

een les duurt. Idealiter worden aan de voorkant afspraken gemaakt; als scholen VIP af willen nemen, moeten zij zich ook committeren aan de tijd die nodig is om de lessen goed te kunnen verzorgen. Een bredere inbedding in de (zorg)structuur van de school, draagt bij aan betere follow-up die na de VIP-lessen soms nodig is voor specifieke leerlingen. Dit kan door aan de voorkant afspraken te maken over wat de school kan doen, indien VIP bij specifieke leerlingen veel losmaakt of wanneer zij zich zorgen maken om radicalisering. Aanvullend kan ook een verbinding worden gemaakte met het bredere antiradicaliseringsbeleid van de gemeente Den Haag, door bijvoorbeeld binnen de school een aandachtsfunctionaris aan te stellen en te trainen.

• Scherpere sturing door de opdrachtgever. Het ontbreken van een vaste(re) methodiekbeschrijving met duidelijke doelstellingen per VIP-les, alsmede de keuze voor scholen is een aspect waar de opdrachtgever in de toekomst scherper op zou kunnen sturen.

Aanbevelingen voor MIJ (jr.) zijn:

• Meer tijd. Er moet minstens 60 minuten voor een les zijn, anders is er onvoldoende tijd voor alle onderdelen. Op zelfkennis over de eigen identiteit vonden we weinig effect. Dat past bij onze observaties dat in de lessen veelal te weinig tijd was voor de opdrachten die erbij hoorden. Ook voor het thema radicalisering zijn er nog

ontwikkelkansen in de lessen. Met name het verwerken van een breder scala aan voorbeelden van typen extremisme en meer ruimte voor het gesprek over

radicalisering (bijvoorbeeld door meer lestijd, een extra les, het toevoegen van een extra gespreksoefening).

• Filmpjes en materiaal actualiseren en toepasbaar maken op verschillende vormen van extremisme. Het werkmateriaal is ontwikkeld in een periode dat de grootste dreiging vanuit het jihadisme kwam. Inmiddels is er sprake van dreiging vanuit allerlei verschillende vormen van extremisme. Daarvoor kan bijvoorbeeld steeds uit de

actualiteiten geput worden, in programma’s als het Jeugdjournaal komen regelmatig toepasbare voorbeelden voorbij. In het huidige filmpje wordt daarnaast ook

gerefereerd naar de aanslagen op 11 september 2001. Dat speelde zich af in een periode dat de leerlingen nog niet geboren waren.

• Goed inbouwen online lesprogramma. Momenteel wordt erg weinig gebruik

gemaakt van het online lesprogramma van MIJ (jr.) Dit zou beter geïntegreerd kunnen worden en mogelijk ook bijdragen aan het kunnen maken van opdrachten waar nu geen tijd voor is, zodat met name op zelfkennis van identiteit en het goed onderscheid kunnen maken tussen feiten en meningen, meer effect zou kunnen worden behaald.

• Duidelijke afspraken en voorwaarden met scholen. De aanwezigheid van de reguliere docent die tijdens de les een actieve bijdrage levert aan orde houden in de klas. Zo kan de gastdocent zich concentreren op de inhoud van de les in plaats van als politieagent op te treden. Ook kan zo vooraf afgestemd worden over eventuele

gevoelige thema’s bij deze klas of specifieke leerlingen. Idealiter worden aan de voorkant ook afspraken gemaakt dat als scholen MIJ (jr.) willen afnemen, zij zich ook committeren aan het online lesprogramma.

• Goede balans tussen theorie en interactie. De uitleg wordt nu soms als (te) lang ervaren door leerlingen en het werkboek als erg ‘schools’. Een betere balans tussen theorie en interactie, zal de tevredenheid van leerlingen naar alle waarschijnlijkheid verhogen.